Stichting Pensioenfonds Cindu International. Behorend bij de startbrief PENSIOENBROCHURE 2014



Vergelijkbare documenten
Stichting Pensioenfonds Cindu International. Behorend bij de startbrief PENSIOENBROCHURE 2012

PENSIOENBROCHURE 2015 Behorend bij de startbrief

STICHTING PENSIOENFONDS VNU PENSIOENBROCHURE VNU-A REGELING

STICHTING PENSIOENFONDS GROOTHANDEL VEGRO. Pensioenbrochure. Onze pensioenregeling toegelicht

INHOUDSOPGAVE 1 Wanneer bouw ik ouderdomspensioen op? 2 Wanneer kan ik met pensioen? 3 Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik? 4 Hoeveel pensioen krijgen

STICHTING PENSIOENFONDS VNU PENSIOENBROCHURE NIELSEN MEDIA RESEARCH REGELING

Pensioenfonds Campina Pensioenbrochure op basis van Pensioenreglement 2006 versie 2009

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BROCHURE REXEL NEDERLAND REGELING

BROCHURE REXEL NEDERLAND REGELING 2014

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BROCHURE HAGEMEYER REGELING 2018

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

Bewaar deze brochure goed! U hebt hem misschien in de toekomst nog nodig.

Pensioenbrochure Stichting Pensioenfonds DHV

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van Unigarant

Stichting Pensioenfonds Mercurius Amsterdam

PENSIOENBROCHURE Nielsen Nederland

2013 Pensioenreglement Euronext Amsterdam. Deze brochure geeft antwoord op de vragen:

VOORBEELDPENSIOENBROCHURE. Uitkeringsovereenkomst met vaste werkgeverspremie en met risico partnerpensioen

STICHTING PENSIOENFONDS SAGITTARIUS BROCHURE REXEL NEDERLAND REGELING 2018

VOORBEELDPENSIOENBROCHURE. Uitkeringsovereenkomst zonder vaste werkgeverspremie en met opbouw partnerpensioen

Stichting Pensioenfonds. Pensioenbrochure

Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van: ANWB, MAA en Pharos

Uitleg van uw pensioenregeling De startbrief

Stichting Pensioenfonds Xerox

Uw pensioenregeling 55-plus in het kort

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Pensioenbrochure 2012

Brochure Pensioenregeling 2013 van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van Unigarant en Garantex

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Wat heeft u aan het Uniform Pensioenoverzicht? Welke gebeurtenissen beïnvloeden uw pensioen?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Wat is pensioen? Pensioen is inkomen voor als u later stopt met werken. Pensioen is ook inkomen voor uw nabestaanden als u overlijdt.

Brochure pensioenregeling D van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van: ANWB, MAA en Pharos

Pensioenbrochure 2013

Pensioenbrochure Stichting Sportfondsen Pensioenfonds

Deze brochure is onderdeel van de startbrief. Bewaar deze brochure goed. Hij kan in de toekomst namelijk nog van pas komen.

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Toelichting. Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

Pensioen. Stichting Pensioenfonds Consumentenbond

Stichting Pensioenfonds van de Grolsche Bierbrouwerij. is het pensioenfonds voor de medewerkers van Grolsch

Pensioenbrochure. dd. september 2010

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Stichting St. Stichting Pensioenfonds Avery Dennison. Presentatie over het. Uniform Pensioen Overzicht 15 mei 2013

Brochure pensioenregeling Unigarant 2006 van Pensioenfonds ANWB In dienst vóór 1 januari 2006

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

PENSIOEN Stichting Pensioenfonds Consumentenbond

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

JE TIJD ANDERS INDELEN

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1 <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Hoe is uw pensioen geregeld? Geachte heer, mevrouw,

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht einde deelneming

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Uw pensioen bij Stichting Bedrijfstakpensioenfonds. Waterrecreatie en de Kunststoffen en Houten Jachtbouw

BROCHURE BIJ PENSIOENREGELING LINDE GAS BENELUX

ING TRANSPORT. Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2017 Uitkeringsovereenkomst

BEWAAR UW PENSIOENOVERZICHT ZORGVULDIG. LEES OOK DE TOELICHTING. DEZE IS ONDERDEEL VAN HET UNIFORM PENSIOENOVERZICHT.

Uw pensioenregeling. Pensioenregeling 2013

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Via uw werkgever neemt u deel in de pensioenregeling van Q8 Pensioenfonds en bouwt u ouderdomspensioen op. Dat

Jouw Delta Lloyd Pensioen in het kort

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Toelichting op het pensioenoverzicht 2010 KPN Uitkeringsovereenkomst voor de middelloonregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Pensioen Laag 2

deltalloyd pensioenfonds

Voorbeeld Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Model 1A <Uitkeringsovereenkomst> <Premieovereenkomst>

Laag 2 LAAG 2. Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Betreft: Startbrief in verband met toetreding tot de pensioenregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Kom in actie als u: Geachte deelnemer,

Stichting Pensioenfonds Trespa. Brochure Pensioenregeling

Pensioen Meer informatie over uw pensioenregeling. Pensioenfonds Avebe

Welkom bij pensioenfonds voor de Schoen-, Leder- en Lederwarenindustrie PSL

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht 2015

Brochure pensioenregeling C van Pensioenfonds ANWB. Voor medewerkers van: ANWB, MAA en Pharos. In dienst vóór 1 januari 2006

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Hoe is uw pensioen geregeld?

Veelgestelde vragen Uniform Pensioenoverzicht

2013 Pensioenreglement LCH Clearnet SA Amsterdam Branche. Deze brochure geeft antwoord op de vragen:

Stichting Algemeen Pensioenfonds KLM

Een nieuwe baan Een nieuwe pensioenregeling

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Pensioenbrochure 2015

Toelichting Uniform Pensioenoverzicht Uitkeringsovereenkomst

LAAG 2. Welkom bij Stichting Pensioenfonds Cindu International!

Pensioenfonds. Uniform Pensioenoverzicht 2014 De heer A Voorbeeld. ondres. Voor wie is dit pensioenoverzicht bedoeld? Welk pensioen kunt u verwachten?

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

TOELICHTING uniform pensioenoverzicht

Wat krijgt u in uw pensioenregeling?

Welkomstbrief. Meer weten? Kijk op pensioentextielverzorging.nl

U bouwt bij ons een levenslang ouderdomspensioen op. Dit pensioen krijgt u uitbetaald zodra u met pensioen gaat en stopt pas als u overlijdt.

Wat krijgt u in onze pensioenregeling?

Transcriptie:

Stichting Pensioenfonds Cindu International Behorend bij de startbrief PENSIOENBROCHURE 2014

INHOUDSOPGAVE Blz 1 Wanneer ga ik ouderdomspensioen opbouwen?... 5 2 Wanneer kan ik met pensioen en hoeveel pensioen ontvang ik?... 5 2.1 Hoeveel bedraagt het ouderdomspensioen?... 5 3 Hoeveel pensioen ontvangen mijn partner en/of kinderen?... 8 3.1 Partnerpensioen... 8 3.2 Wezenpensioen... 8 3.3 Partner-,wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen voor aspirant- Deelnemers... 8 3.4 Anw-hiaatpensioen.8 4 Wat betaal ik voor mijn pensioenregeling?...10 4.1 Betalingsvoorbehoud...10 5 Wat als...11 5.1. ik uit dienst ga vóór de pensioendatum?...11 Als u uit dienst gaat bij de werkgever dan wordt de pensioenregeling voor u beëindigd. Het pensioen dat u heeft opgebouwd in deze regeling blijft staan. Maar de pensioenopbouw stopt wel. Het fonds kent niet de mogelijkheid om op individueel verzoek de deelname aan de pensioenregeling vrijwillig voort te zetten....11 5.2. ik bij een andere werkgever ga werken?...11 5.3. ik arbeidsongeschikt word?...11 5.3.1 Pensioengevend jaarsalaris boven WIA uitkeringsgrens...11 5.4. ik ga scheiden?...11 5.4.1. Verevening van het ouderdomspensioen...11 5.4.2. Conversie van het pensioen...12 5.4.3. Vaststelling van bijzonder partnerpensioen... 12 5.5 ik in deeltijd ga werken?... 12 6 Welke keuzemogelijkheden heb ik als ik met pensioen ga?... 12 6.1 Vervroegd met pensioen...13 6.2 Deeltijdpensioen...13 6.3 Omzetten van ouderdomspensioen in partnerpensioen...13 6.4 Omzetten van partnerpensioen in ouderdomspensioen...13 6.5 Variatie in hoogte pensioenuitkering...13 7 Hoe weet ik wat mijn pensioen zal zijn?...14 7.1 Uitbetaling...14 7.1.1 Aan ex-partner...14 7.2 Inhoudingen op uw pensioenuitkering...14 8 Houdt mijn pensioen zijn waarde?...15 9 Wanneer kan ik kiezen voor waardeoverdracht?...16 9.1 Wel of geen waardeoverdracht?...16 9.2 Wanneer moet ik de waardeoverdracht aanvragen?... 16 10 Welke informatieverplichtingen zijn er?... 17 10.1 Uw verplichtingen.... 17 10.2 Verplichtingen van het pensioenfonds... 17 11 Waar kan ik terecht met klachten?... 18 12 Nuttige adressen... 18 13 Begrippenlijst....19 2

Wat is pensioen? Er zijn vier soorten pensioen in uw pensioenregeling: - ouderdomspensioen - Partnerpensioen - Wezenpensioen - ANW hiaat pensioen Pensioen is uw inkomen voor de periode vanaf uw pensionering. Daarnaast is pensioen ook inkomen voor uw nabestaanden, als u overlijdt; uw partner krijgt dan partnerpensioen en uw eventuele kinderen krijgen wezenpensioen. Uw partner krijgt een uitkering ANW hiaatpensioen ter grootte van de wettelijke Anw uitkering, voorzover uw partner geen recht of geen volledig recht heeft op deze wettelijke uitkering. Uw werkgever heeft deze pensioenregeling is ondergebracht bij Stichting Pensioenfonds Cindu International Inleiding Deze brochure geeft antwoord op de vragen: Wanneer kan ik met pensioen? hoeveel pensioen ontvang ik? wat ontvangen mijn partner en kinderen aan pensioen als ik overlijd? hoe zit het met mijn pensioenopbouw als ik arbeidsongeschikt word? wat gebeurt er met mijn pensioen als ik naar een andere werkgever ga? We beschrijven in deze brochure alleen de hoofdlijnen van uw pensioenregeling. Omdat we Specifieke situaties hierin niet hebben opgenomen, kan het zijn dat u na het lezen nog vragen heeft. Deze vragen kunt u dan stellen aan de pensioenmanager of de pensioenadministrateur. U kunt geen rechten ontlenen aan deze brochure, wel aan het pensioenreglement. In het pensioenreglement van het pensioenfonds staat de pensioenregeling van uw werkgever. Als er in het pensioenreglement iets anders staat dan in deze brochure, gaat het pensioenreglement voor. Bewaar deze brochure goed! Deze kan namelijk in de toekomst nog van pas komen. Kijk ook regelmatig op www.pensioenfondscindu.nl Daar staan regelmatig nieuwsberichten, onder meer over de actuele dekkingsgraad; daar zijn ook teksten van documenten te vinden zoals het pensioenreglement 3

Woord vooraf In deze brochure is als pensioenleeftijd 67 jaar vermeld. Dat geldt namelijk vanaf 1 januari 2014. Per 1 januari 2014 is bij de bij het pensioenfonds aangesloten werkgevers de uitkeringsleeftijd voor de nog vanaf 1-1-2014 op te bouwen pensioenen verhoogd van 65 naar 67 jaar, vooral om fiscale redenen: de overheid staat pensioenopbouw met 1,75% per jaar en een pensioenleeftijd van 65 jaar in een eindloonregeling niet meer toe. Als leeftijd waarop u met pensioen gaat is daarom in deze brochure 67 jaar vermeld. De tot en met 2013 opgebouwde rechten zullen op 65 jaar uitkeren, tenzij u die pensioeningang uitstelt, bijvoorbeeld tot aan de ingang van de AOW uitkering. In de praktijk zal pensionering vaak plaatsvinden rekening houdend met de aanvang van de AOW uitkering. Dat betekent dat - een deel van uw pensioen wordt uitgesteld en tevens wordt verhoogd in verband met de inkorting van de resterende uitkeringsduur; - een ander deel dat is opgebouwd vanaf 2014 zal dan worden vervroegd en iets verlaagd, in verband met de langere resterende uitkeringsduur. Het bestuur van het pensioenfonds gaat nog overleggen met de werkgevers over de mogelijkheid is dat in de toekomst deze rechten tot en met 2013 neutraal van 65 naar 67 jaar worden omgezet en navenant worden verhoogd. Het lijkt administratief te gecompliceerd, te foutgevoelig en te kostbaar om de twee stelsels van vóór 2014 en ná 2013 naast elkaar te blijven administreren. Bij ingang van uw pensioen op een eerdere datum dan 67 jaar worden de rechten dan weer vanaf de standaard pensioeningang op 67 jaar, op voor de deelnemers neutrale wijze herrekend. De tot en met 2013 opgebouwde pensioenrechten blijven deel uitmaken van de lopende pensioenovereenkomst tussen uw werkgever en u als actieve deelnemer. Per 1 januari 2014 is backservice conform een eindloonsysteem (pensioenverhoging) verleend over de rechten opgebouwd tot en met 2013, gebaseerd op uw inkomensstijging. N.B.: Er is hier dus geen sprake van een zogenaamde premievrije polis in de gebruikelijke zin. Bij een premievrije polis in de gebruikelijke betekenis maakt het betreffende pensioen feitelijk geen deel meer van de lopende arbeidsvoorwaardelijke relatie tussen u en uw werkgever; daarbij zouden uw premievrije rechten op dezelfde wijze zouden worden geïndexeerd als die van exwerknemers en van gepensioneerden en inkomensstijgingen daar geen invloed meer op zouden hebben. 4

1 Wanneer ga ik ouderdomspensioen opbouwen? U bouwt ouderdomspensioen op zodra u meedoet met de pensioenregeling. U bent dan deelnemer. U doet met de pensioenregeling mee vanaf de eerste dag dat u voor uw werkgever werkt. U blijft meedoen met de pensioenregeling tot u met pensioen gaat. Of tot de dag dat u weggaat bij uw werkgever. Bij uw pensioenfonds zijn als werkgever aangesloten Koppers Netherlands B.V. en Ruetgers Resins B.V. Als u van de ene aangesloten werkgever naar de andere gaat, blijft u deelnemer aan het pensioenfonds. Om mee te doen met de pensioenregeling moet u wel 21 jaar of ouder zijn. Als u jonger bent dan 21 jaar, bent u eerst aspirant-deelnemer aan de regeling. Onder 3.3 staat wat dat voor u betekent. Ingeval u arbeidsongeschikt wordt, blijft u deelnemer zolang u recht heeft op gehele of gedeeltelijke premievrije voortzetting van pensioenopbouw wegens arbeidsongeschiktheid (zie 5.3). 2 Wanneer kan ik met pensioen en hoeveel pensioen ontvang ik? Uw ouderdomspensioen dat u in deze regeling opbouwt, gaat in op de eerste dag van de maand waarin u 67 jaar wordt. Vanaf die dag tot aan de laatste dag van de maand van uw overlijden wordt dit pensioen uitbetaald. U kunt uw pensioen eerder dan op 67 jaar laten ingaan. Het uitgekeerde pensioen wordt daardoor wel lager. Voor deelnemers die vóór 2014 rechten hebben opgebouwd in de pensioenregeling, geldt dat die rechten tot uitkering komen vanaf de eerste van de maand waarin zij 65 jaar worden (zie ook Woord vooraf aan het begin van deze brochure). 2.1 Hoeveel ouderdomspensioen krijg ik? We kunnen nu nog niet zeggen hoeveel ouderdomspensioen u precies krijgt als u 67 jaar bent. Wel kunnen we zeggen dat de pensioenregeling een uitkeringsovereenkomst is, in de vorm van een voorwaardelijke eindloonregeling. Bij een eindloonregeling wordt het pensioen dat in vorige jaren is opgebouwd, telkens bij een inkomensstijging over alle deelnemersjaren aangepast aan uw gestegen inkomen. Dit is wel voorwaardelijk, omdat het bestuur van het pensioenfonds kan besluiten om een stijging van uw pensioensalaris niet of slechts gedeeltelijk te laten doorwerken in uw in vorige jaren opgebouwde pensioen. Dat wordt genoemd het niet of gedeeltelijk toekennen van backservice. Deze backservice is afhankelijk van de middelen van het fonds, er wordt geen premie voor betaald en er wordt geen reserve voor gevormd in het pensioenfonds. Het bestuur kan in latere jaren besluiten om in het verleden gepasseerde backservice alsnog toe te kennen. De hoogte van uw ouderdomspensioen staat niet vast op het moment dat u hiervoor gaat opbouwen. Het is afhankelijk van een aantal factoren, voornamelijk: - hoeveel procent er jaarlijks aan pensioen wordt opgebouwd. In uw geval is dat 1,75% tot aan een inkomensgrens; daarboven is dat 1,5%; een en ander te berekenen over dat inkomensgedeelte boven een bepaald drempelbedrag (de franchise) waarover pensioen wordt Opgebouwd. - het aantal jaren dat u deelneemt aan de pensioenregeling; 5

- de hoogte van uw pensioengrondslag bij ingang van uw pensioen. - de mate waarin in achterliggende jaren door het bestuur, wegens het ontbreken van de financiële middelen bij het fonds, de volledige backservice niet is toegekend. We hebben onderstaand een voorbeeldberekening neergezet, zodat u kunt zien hoe toekenning van backservice in zijn werk gaat bij een voltijds dienstverband. Passeren daarvan leidt tot een kortingsbedrag op uw pensioen, zie voorbeeld 3. Uw pensioenopbouw in het lopende jaar wordt vastgesteld op basis van het in december van het afgelopen jaar geldende pensioensalaris. Dat is 13 maal het betreffende december salaris, plus vakantietoeslag, plus eventuele vaste persoonlijke toeslagen, exclusief de zogenaamde algemene toeslag. Op dit pensioensalaris wordt nog 1,5% in mindering gebracht om historische redenen ( zie voor de achtergrond hiervan artikel 22 van het pensioenreglement). Voor ploegentoeslag en toeslag in verband met afbouw van deze toeslag, gelden aparte regels. Nog even wat uitleg over de franchise. Waarom gaat die af van uw pensioensalaris als we berekenen over welk deel van het inkomen uw pensioen wordt vastgesteld? De franchise is een deel van uw salaris dat niet meetelt voor de opbouw van uw pensioen. U bouwt dus niet over uw hele salaris pensioen op. Dat is ook niet nodig, want u krijgt een AOW uitkering van de overheid. Hoe hoog uw AOW uitkering is, berekent de Sociale VerzekeringsBank (SVB). Zoals bekend schuift de AOW uitkeringsleeftijd de komende jaren geleidelijk op naar 67 jaar. Voor het bedrag van de AOW uitkering hoeft u geen pensioen op te bouwen. Daarom trekt het pensioenfonds een bedrag van uw jaarsalaris af als zij uw pensioengrondslag berekent. Het bedrag dat het pensioenfonds aftrekt, heet de franchise. Dit bedrag kan ieder jaar worden aangepast aan de stijging van de AOW uitkering. Ieder jaar, uiterlijk in de maand september, krijgt u een pensioenopgave van het pensioenfonds: het Uniform PensioenOverzicht, of kortweg UPO. Daar staat is hoeveel pensioen u heeft opgebouwd en hoeveel u nog kunt opbouwen. Uw pensioengevend jaarsalaris staat ook op uw pensioenoverzicht. Voorbeeld 1 Pensioengevend jaarsalaris minus franchise = pensioengrondslag (vastgesteld op basis van gegevens per 31 december voorafgaand jaar) Pensioengrondslag x opbouwpercentage = jaarlijkse pensioenopbouw Pensioengrondslag (uitgaande van een pensioensalaris van 40.000) 40.000 franchise 13.733 (in 2014 geldend) = 26.267 Jaarlijkse pensioenopbouw voor de uitkering ouderdomspensioen: 26.267 x 1,75% = 459,67 Dus in 10 jaar wordt recht op een jaarlijkse ouderdomspensioenuitkering opgebouwd van 10 x 459,67 = 4.596,70, uit te betalen vanaf 67 jarige leeftijd, naast uw AOW uitkering. Uw bijdrage in de pensioenpremie bedraagt in 2014: 7% van de pensioengrondslag. Dat is per jaar 7% van EUR 26.267, ofwel EUR 1.838,70 per jaar, dus EUR 153,22 per maand, in mindering gebracht op uw bruto inkomen (de premie is aftrekbaar). 6

Voorbeeld 2 Pensioengevend salaris minus franchise = pensioengrondslag Pensioengrondslag uitgaande van een pensioensalaris van 50.000 60.000-13.733 (in 2012 geldend) = 46.267,- Over de pensioengrondslag tot tweemaal de franchise (dus tot 2 x 13.733 = 27.466 in 2014) wordt 1,75% opgebouwd. Over de grondslag daarboven (dus over 46.267-27.466 = 18.801) wordt 1,5% opgebouwd. Jaarlijkse pensioenopbouw ouderdomspensioen is dus: 27.466 x 1,75% = 480,66 18.801 x 1,50% = 282,02 + Totaal jaarlijkse pensioenopbouw 762,68 Dus in tien jaar wordt recht op een jaarlijkse ouderdomspensioenuitkering opgebouwd van 7.626,80 De gevolgen van niet of slechts gedeeltelijk toekennen van backservice Het pensioenfonds probeert uw in vorige jaren opgebouwde pensioen te verhogen als uw pensioensalaris is gestegen. Deze toekenning van pensioen over achterliggende jaren is een vorm van indexatie en wordt wel backservice genoemd. Maar stel dat het pensioenfonds wegens ontoereikende middelen moet besluiten over deze inkomensstijging geen backservice toe te kennen, dan ontstaat een korting op het pensioenresultaat. Door de tegenvallende financiële positie van het fonds is per 1 januari 2012 geen backservice toegekend. Per 1 januari 2013 is 49% van de backservice toegekend. Per 1 januari 2014 is de backservice volledig toegekend, maar omdat de rechten tot en met 2013 met een pensioenrichtleeftijd van 65 jaar zijn opgebouwd en de regelgeving bepaalde dat in dat geval het maximum opbouwpercentage met ingang van 1 januari 2014 1,63% zou zijn, is deze maximering op 1,63% toegepast. Het fonds probeert bij een dekkingsgraad op of boven de vereiste dekkingsgraad een volledige backservice toe te kennen. De vereiste dekkingsgraad wordt bereikt wanneer het fonds voldoende buffers heeft om in de toekomst met een zekerheid van 97,5% de pensioenen te kunnen uitbetalen. De vereiste dekkingsgraad is afhankelijk van hoe riskant of niet-riskant de beleggingen zijn; de vereiste dekkingsgraad is voor ons fonds ongeveer 111%. Voor wat betreft de eventuele ploegentoeslag is niet de ploegentoeslag direct vóór de pensioendatum het meetpunt, maar wordt rekening gehouden met het gemiddelde percentage ploegentoeslag over uw loopbaan. Over de ploegentoeslag is het opbouwpercentage 1,75%. 7

3 Hoeveel pensioen krijgen mijn partner en/of kinderen? In uw pensioenregeling zijn ook een partnerpensioen, een wezenpensioen en een ANW hiaat pensioen geregeld. 3.1 Partnerpensioen Het partnerpensioen is inkomen voor uw partner als u komt te overlijden. Het partnerpensioen bedraagt 70% van het door u opgebouwde ouderdomspensioen. Als u voor uw 67 ste overlijdt, wordt voor de vaststelling van het pensioen voor uw partner het opgebouwde ouderdomspensioen opgehoogd tot het niveau dat u bij leven zou hebben opgebouwd als u tot uw 67ste zou hebben gewerkt (NB: deze ophoging vindt niet plaats als u overlijdt na verbreking van uw dienstverband). Uw partner ontvangt dan vanaf de eerste van de maand volgend op de maand waarin u overlijdt tot en met de laatste van de maand waarin uw partner zelf komt te overlijden een uitkering van 70% van het ouderdomspensioen. Uw partner ontvangt nog tot en met de maand waarin zijn / haar AOW uitkering begint, toeslag van 20% (gemaximeerd) op het partnerpensioen. Dit heet tijdelijk partnerpensioen, dit ter tegemoetkoming aan de zwaardere sociale lasten en belastingen die tot dat moment gelden. De volgende personen worden als partner beschouwd: - Degene met wie u gehuwd bent. - Degene met wie u bij de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap bent aangegaan. - Degene met wie u ongehuwd samenwoont (in het pensioenreglement staat aan welke voorwaarden u moet voldoen). 3.2 Wezenpensioen Het wezenpensioen is inkomen voor uw kinderen als u overlijdt. Het wezenpensioen bedraagt 14% van het ouderdomspensioen dat u bereikt zou hebben als u tot uw 67ste gewerkt zou hebben. Als u na uw pensionering of na uw uitdiensttreding overlijdt, is het wezenpensioen 14% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Het wezenpensioen wordt in beginsel alleen uitgekeerd aan kinderen tot de leeftijd van 18 jaar. Oudere kinderen die nog studeren ontvangen zo lang zij studeren een uitkering tot de leeftijd van 27 jaar. Ook gehandicapte kinderen ontvangen tot de leeftijd van 27 jaar een wezenpensioen. 3.3 Partner-,wezen- en arbeidsongeschiktheidspensioen voor aspirant-deelnemers Als u de leeftijd van 21 jaar nog niet heeft bereikt bent u aspirant-deelnemer. Als u als aspirantdeelnemer komt te overlijden, heeft/ hebben uw partner en/of uw kinderen recht op partneren/of wezenpensioen. Bij arbeidsongeschiktheid heeft u recht op voortzetting van pensioenopbouw volgens reglement, afhankelijk van de mate van arbeidsongeschiktheid. U bouwt nog geen ouderdomspensioen op. Zodra u de leeftijd van 21 jaar bereikt wordt u deelnemer aan de pensioenregeling en gaat u ook ouderdomspensioen opbouwen. 3.4 Anw-hiaatpensioen Bij uw overlijden heeft uw partner mogelijk recht op een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet (Anw). Voorwaarde is dat uw partner nog niet de AOW gerechtigde leeftijd heeft bereikt én aan één (of meer) van de volgende voorwaarden voldoet: - geboren vóór 1950 - een kind onder de 18 jaar 8

- zwanger - voor ten minste 45% arbeidsongeschikt De hoogte van de Anw-uitkering die uw nagelaten partner krijgt, is afhankelijk van het inkomen van uw partner. De Sociale Verzekeringsbank (SVB) voert de Anw namens de overheid uit (zie www.svb.nl). In veel situaties is er dus geen recht op een (gedeeltelijke) Anw-uitkering; het ontbreken daarvan noemen we het Anw-hiaat. Het pensioenfonds kent daartoe een aanvullende regeling, de Anw-hiaatverzekering. U bent als actieve deelnemer aan de pensioenregeling hiervoor verplicht automatisch verzekerd en er wordt premie voor betaald. Uiteraard dienen de nabestaanden bewijsstukken te tonen. 9

4 Wat betaal ik voor mijn pensioenregeling? Zodra u ouderdomspensioen opbouwt, betaalt u samen met de werkgever de premie voor uw pensioenregeling. U betaalt 7% van uw pensioengrondslag. Dit is een derde deel van de totale premie van 21 procent die uw werkgever aan het fonds afdraagt; dat betekent dat, mocht de premie moeten stijgen om kostendekkend te blijven, dit gevolgen kan hebben voor uw premiebijdrage. De bijdrage in de premie die u moet betalen voor de pensioenregeling houdt de werkgever maandelijks in op uw bruto salaris. Deze bijdrage kan in de toekomst worden aangepast in het kader van het arbeidsvoorwaardenoverleg. Daarnaast betaalt u een premie voor de Anwhiaatverzekering; deze bedraagt 1% over een gedeelte van uw inkomen. 4.1 Betalingsvoorbehoud in uitzonderlijke situaties De werkgever heeft een overeenkomst afgesloten met het pensioenfonds voor de uitvoering van de regeling. Daarin staat ook dat onder bijzondere omstandigheden de werkgeversbijdrage voor de pensioenregeling kan verminderd of zelfs helemaal gestopt worden. Dit kan echter uitsluitend bij een ingrijpende wijziging van omstandigheden. Als deze situatie zich voordoet worden de pensioenaanspraken die u nog zou opbouwen, aan de gewijzigde omstandigheden aangepast op basis van alleen de deelnemersbijdragen die nog wel voortgaan. U wordt hiervan schriftelijk op de hoogte gebracht. De mogelijke wijziging in uitzonderlijke situaties betreft dus alleen de in de toekomst nog op te bouwen pensioenaanspraken. De pensioenaanspraken die u al heeft opgebouwd veranderen overigens niet (tenzij het pensioenfonds zodanig in financiële problemen komt, dat het daartoe genoodzaakt wordt; in dat geval zal het pensioenfonds in de verdere toekomst bezien of er ruimte is om een dergelijke vermindering te compenseren). 10

5 Wat als 5.1.. ik uit dienst ga vóór de pensioendatum? Als u uit dienst gaat bij de werkgever dan wordt deelname aan de pensioenregeling voor u beëindigd. Het pensioen dat u hebt opgebouwd in deze regeling blijft staan. U ontvangt een opgave van het opgebouwde pensioen. Maar de verdere pensioenopbouw stopt wel. Als u bij uitdiensttreding al arbeidsongeschikt bent dan heeft u recht op voortzetting van pensioenopbouw als bedoeld onder 5.3. 5.2.. ik bij een andere werkgever ga werken? Uw pensioenopbouw in de pensioenregeling stopt wanneer u uit dienst gaat. Mogelijk bouwt u bij uw nieuwe werkgever ook pensioen op in de regeling die bij uw nieuwe werkgever geldt. Het kan zijn dat de nieuwe pensioenregeling beter is dan de oude. Dan kunt u besluiten om uw opgebouwd pensioen uit de oude regeling over te hevelen naar uw nieuwe regeling. Als u dat niet doet, blijven de opgebouwde aanspraken achter bij het pensioenfonds. De opgebouwde rechten kunnen nadien bij het pensioenfonds onder voorwaarden worden aangepast ( geïndexeerd ) op basis van het indexatiebeleid van het betreffende fonds, zie ook hoofdstuk 8. 5.3.. ik arbeidsongeschikt word? De opbouw van uw pensioen verandert als u arbeidsongeschikt wordt. Vanaf het moment dat u een zogenaamde WIA-uitkering ontvangt, heeft u recht op premievrije voortzetting van de pensioenopbouw. Dat houdt in dat u in verhouding tot de mate waarin u arbeidsongeschikt bent, geen premie meer hoeft te betalen voor uw pensioenopbouw. U moet nog wel gedeeltelijk premie betalen, als u behalve gedeeltelijk arbeidsongeschikt bent ook gedeeltelijk werknemer blijft. Op basis van het percentage arbeidsongeschiktheid wordt bepaald in welke mate de pensioenopbouw premievrij wordt voortgezet. U blijft dus voor een deel actieve deelnemer voor zover u blijft werken en voor een deel premievrij deelnemer aan de pensioenregeling indien en voor het deel dat u recht heeft op voortzetting van de pensioenopbouw, ook als het dienstverband wordt beëindigd. 5.3.1. Pensioengevend jaarsalaris boven WIA-uitkeringsgrens Als uw pensioengevend jaarsalaris hoger is dan de WIA-uitkeringsgrens heeft uw werkgever voor u een verzekering afgesloten om naast de WIA uitkering een (aanvullende) uitkering over het inkomensdeel boven de uitkeringsgrens te ontvangen. Deze verzekering maakt deel uit van de CAO bepalingen en is niet bij het pensioenfonds ondergebracht. Wij vermelden het echter wel in deze pensioenbrochure om u een zo volledig mogelijk beeld te geven. 5.4..ik ga scheiden? Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner in beginsel recht op een deel van het ouderdomspensioen dat u heeft opgebouwd tijdens de periode dat u samen was en op het partnerpensioen dat u tot het moment van scheiding heeft opgebouwd. 5.4.1. Verevening van het ouderdomspensioen Degene met wie u gehuwd bent geweest of met wie u een bij de burgerlijke stand geregistreerd partnerschap bent aangegaan, heeft recht op de helft van het ouderdomspensioen dat is opgebouwd tijdens de periode van het huwelijk of geregistreerd partnerschap. Het kan overigens zijn dat u in de huwelijkse- of partnerschapsvoorwaarden of in het scheidingsconvenant een andere verdeling heeft afgesproken, of dat u heeft afgesproken dat er géén verdeling zal plaatsvinden. 11

Het verdelen van het ouderdomspensioen noemen we verevening. In geval van verevening ontvangt zowel u als uw ex-partner een opgave van het ouderdomspensioen na scheiding. Indien u komt te overlijden vóór uw ex-partner, dan ontvangt uw ex-partner ook geen ouderdomspensioen meer maar wel een bijzonder partnerpensioen (zie 5.4.3.). Indien uw ex - partner eerder overlijdt dan uzelf, wordt het hele ouderdomspensioen weer wel aan u uitgekeerd. Overigens wordt het ouderdomspensioen ook verevend bij scheiding van tafel en bed. Er vindt Geen verevening plaats bij beëindiging van het ongehuwd samenwonen, ook niet als er sprake is van een duurzame gemeenschappelijke huishouding en wel wordt voldaan aan de voorwaarden voor een partnerpensioen. Tenminste één van de partners dient een wens tot verevening kenbaar te maken aan het Pensioenfonds. 5.4.2. Conversie van het pensioen U kunt afspreken dat u en uw ex-partner beiden een zelfstandig ouderdomspensioen krijgen. Dit noemen we conversie van het ouderdomspensioen. Daar zal ook het bijzonder partnerpensioen (als bedoeld onder 5.4.3) bij worden betrokken. Als na conversie uw ex-partner overlijdt, betekent dit dat het verevende ouderdomspensioen definitief komt te vervallen. Mocht u eerder komen te overlijden dan uw ex-partner, dan behoudt hij of zij het verevende ouderdomspensioen. Het bijzonder partnerpensioen (zoals aangegeven onder 5.4.3) is reeds door conversie komen te vervallen. Een aanvraag tot verevening dan wel tot conversie kunt u tot twee jaar na de scheidingsdatum bij het pensioenfonds indienen. Een keuze voor conversie of voor een andere verdeling dan de standaard verevening is overigens alleen geldig als uw pensioenfonds daarmee ook akkoord gaat. Het formulier voor die aanvraag is verkrijgbaar bij de grotere postkantoren, via Postbus 51 of via uw echtscheidingsadvocaat. 5.4.3. Vaststelling van bijzonder partnerpensioen Als u gaat scheiden heeft uw ex-partner recht op het partnerpensioen dat u hebt opgebouwd tot het einde van het huwelijk, geregistreerde partnerschap of de gezamenlijke huishouding. Ook hiervan kan door u en uw ex-partner zijn afgeweken in huwelijkse- of partnerschapsvoorwaarden of in het echtscheidingsconvenant. Het deel van het partnerpensioen waarop uw ex-partner recht heeft, wordt een bijzonder partnerpensioen genoemd. Als u overlijdt, zal uw ex-partner het bijzonder partnerpensioen ontvangen. Bij conversie van het ouderdomspensioen (zie hierover onder 5.4.2) wordt ook het eventuele bijzonder partnerpensioen omgezet in ouderdomspensioen ten behoeve van uw ex-partner. Het bijzondere partnerpensioen komt daarmee te vervallen. 5.5. ik in deeltijd ga werken? Als u in deeltijd werkt of gaat werken heeft dat invloed op uw pensioenopbouw vanaf dat moment. Bij het werken in deeltijd wordt eerst de pensioengrondslag berekend alsof u voltijd blijft werken. Vervolgens wordt de op basis van een volledig dienstverband berekende pensioenopbouw naar rato van het deeltijdpercentage verminderd. Dat gebeurt door toekenning van minder dan een deelnemersjaar, volgens de deeltijdfactor. De deeltijdfactor is de verhouding tussen het aantal uren dat u werkt (per week) en het bij de werkgever gebruikelijke aantal uren (per week). Indien u meer dan de normale arbeidsduur van 36 uur gaat werken, wordt dit voor de pensioenrechten als een meer dan 100% deeltijd dienstverband verwerkt. Bij een 40-urige werkweek wordt uw jaarlijkse pensioenopbouw met factor 40/36 verhoogd. 12

6 Welke keuzemogelijkheden heb ik als ik met pensioen ga? De pensioenregeling kent een aantal keuzemogelijkheden waarvan u gebruik kunt maken: - vervroegen van de pensioendatum; - deeltijdpensioen; - omzetten van partnerpensioen in ouderdomspensioen; - variabele pensioenuitkering laag hoog of hoog laag. - bij vervroeging een extra gedeelte vervroegen, bestemd om het gemis aan AOW uitkering op te vangen Het gebruik maken van de keuzemogelijkheden betekent dat de hoogte van uw ouderdomspensioen en, afhankelijk van welke keuze u maakt, ook het partnerpensioen verandert. In hoeverre het pensioen verandert kan het pensioenbureau u helpen te berekenen met behulp van factoren die in tabellen in de bijlage bij het pensioenreglement staan. Hiervoor worden u alleen bij uitgebreide berekeningen kosten in rekening gebracht volgens opgave vooraf. 6.1 Vervroegd met pensioen In principe staat de leeftijd waarop u met pensioen gaat vast op 67 jaar (met ingang van de eerste dag van de maand waarin u 67 wordt). In 2014 geldt voor de pensioenopbouw tot en met 2013 dat deze nog tot uitkering komt op 65 jarige leeftijd. NB: Mogelijk wordt dit in 2015 neutraal omgezet naar 67 jaar, waarbij dus het uitkeringsrecht wordt verhoogd. U kunt ervoor kiezen eerder te stoppen met werken en bij het pensioenfonds een verzoek indienen voor het eerder in laten gaan van uw ouderdomspensioen. De eerste datum waarop u met pensioen kunt gaan is wanneer u 55 jaar bent. Als u uw pensioen eerder in laat gaan, betekent dat wel dat uw jaarlijkse uitkering aanmerkelijk lager is dan wanneer u op de richtleeftijd met pensioen zou gaan. De opgebouwde rechten moeten dan immers over meer uitkeringsjaren worden verdeeld én u mist een periode met verdere pensioenopbouw. De vervroeging van uw ouderdomspensioen heeft geen gevolgen voor de hoogte van het recht op partnerpensioen dat is opgebouwd tot aan de vervroegde pensioendatum. Als u uw pensioen eerder volledig wilt laten ingaan, moet u ook wel daadwerkelijk stoppen met werken per die eerdere datum. 6.2 Omzetten van partnerpensioen in ouderdomspensioen Als u met pensioen gaat, kunt u er ook voor kiezen om uw recht op partnerpensioen voor een gedeelte of volledig om te zetten in extra ouderdomspensioen. Nadat u een dergelijk verzoek heeft gedaan, houdt u geen of een lager partnerpensioen over. Daarom kunt u deze keuze alleen maken als uw partner daar ook mee akkoord gaat. Zie verder (de bijlage bij) het pensioenreglement. Als u op uw pensioendatum geen partner in de zin van het reglement heeft, wordt uw recht op partnerpensioen door het fonds automatisch omgezet in een hoger ouderdomspensioen. Voor 2014 geldt dat volledige omzetting van partnerpensioen in extra ouderdomspensioen, een 16,78% hoger ouderdomspensioen oplevert. 6.3 Variatie in hoogte pensioenuitkering U kunt ervoor kiezen om in de eerste periode van pensionering een hogere of een lagere uitkering te ontvangen dan daarna. U kunt zelf bepalen of de eerste periode een periode van vijf of tien jaar is. Voor de hoogte kunt u kiezen uit een aantal standaard verhoudingen, maximaal tot 100:75 of 75:100. Zie verder (de tabellenbijlage bij) het pensioenreglement, verkrijgbaar bij het pensioenbureau. NB: De hoogte van het partnerpensioen verandert overigens niet door de variatie in hoogte van het ouderdomspensioen. 13

7 Hoe weet ik wat mijn pensioen zal zijn? Ieder jaar krijgt u van het pensioenfonds een overzicht van uw pensioenopbouw. In dit overzicht staat hoeveel pensioen u kunt verwachten wanneer u 67 jaar bent en wat u tot dan toe aan pensioen heeft opgebouwd. Dit wordt landelijk uniform gehanteerd en bevat een uitgebreide toelichting. Het heet daarom uniform pensioen overzicht, ook wel UPO. Sinds 2011 is het landelijk pensioenregister in werking gesteld, waaraan alle pensioenfondsen en pensioenverzekeraars meedoen. Daardoor krijgt u dan digitaal (met BSN en DigiD code) snel zicht op alle pensioenaanspraken die u in uw leven in Nederland heeft verworven. U kijkt daarvoor op de site www.mijnpensioenoverzicht.nl. 7.1 Uitbetaling Wanneer u met pensioen gaat, krijgt u een opgave van de hoogte van uw ouderdomspensioen en, als dat op u van toepassing is, uw partnerpensioen. Hierop kunt u aflezen wat u maandelijks aan pensioen gaat ontvangen. Bij pensioeningang betaalt het pensioenfonds dit bedrag maandelijks aan u uit. Het zijn bruto bedragen (zie hieronder bij 7.2). 7.1.1 Aan ex-partner Op het moment dat het ouderdomspensioen ingaat, heeft uw eventuele ex-partner recht op uitbetaling van zijn of haar deel van het verevende ouderdomspensioen. Het pensioenfonds keert dit deel rechtstreeks uit aan uw ex-partner. Als uw ex-partner overlijdt, maakt het pensioenfonds het gehele ouderdomspensioen weer alleen aan u over. 7.2 Inhoudingen op uw pensioenuitkering Op uw pensioenuitkering moet nog loonheffing (belasting) en een premie voor de Zorgverzekeringswet (Zvw) worden ingehouden. Het pensioenfonds houdt dit al op uw ouderdomspensioen in voordat het aan u wordt uitbetaald. Elk jaar krijgt u voor uw pensioenbetaling een opgave ( de jaaropgave ) waarop precies staat hoeveel pensioen het pensioenfonds aan u heeft uitgekeerd en wat daarop is ingehouden aan loonheffing en premie Zorgverzekeringswet. 14

8 Houdt mijn pensioen zijn waarde? In de geldende pensioenregeling werd tot en met 2008 het opgebouwde pensioen geheel gebaseerd op uw laatst genoten loon. Het pensioen dat u in vorige jaren heeft opgebouwd, werd dus jaarlijks automatisch opgehoogd, de backservice. Deze backservice is de maatstaf voor de verhoging. Deze verhoging is ook nog volledig toegekend per 1 januari 2009. Het opgebouwde pensioen bleef dus automatisch gelijke tred met uw loonontwikkeling houden. Gezien de kosten daarvan en gezien de financiële situatie van het pensioenfonds, is in dat automatisme wijziging aangebracht. Na 1 januari 2009 geldt dat het bestuur van het pensioenfonds kan besluiten op de eerstvolgende 1 januari (dus voor het eerst per 1 januari 2010) uw pensioenrechten over het verleden niet, of slechts gedeeltelijk aan te passen aan een loonstijging in het lopende jaar. Voor deze backservice is geen reserve gevormd en wordt geen premie betaald. Om aan de deelnemer in de pensioenregeling de methode van verhogingen duidelijk te maken, zijn er standaard teksten. In ons geval luiden die: Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met de maatstaf: de backservice. U hebt door eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren niet meteen recht op verhogingen in de toekomst. Zodra u geen deelnemer meer bent (dus gepensioneerd of uit dienst) geldt in het geval van onze pensioentoezegging de volgende tekst: Uw pensioenfonds probeert ieder jaar uw pensioen te verhogen met de maatstaf: de prijsindex oktober-oktober alle gezinnen, met verlaagde weging. U hebt door eerdere verhogingen en de verwachting voor de komende jaren niet meteen recht op verhogingen in de toekomst. Indexatieverlening in de afgelopen drie jaar Voor de actieve deelnemers (dat zijn de werknemers die pensioen bij het fonds opbouwen) is in de achterliggende jaren de indexatie (in de vorm van backservice) als volgt toegekend: Per 1 januari 2009 is de backservice volledig toegekend Per 1 januari 2010 is 50% van de backservice toegekend Per 1 januari 2011 is 20% van de backservice toegekend Per 1 januari 2012 is geen backservice toegekend Per 1 januari 2013 is volledige backservice toegekend, maar om fiscale redenen gemaximeerd op een opbouwpercentage van 1,63%. Voor degenen die geen deelnemer meer zijn (dus voor nog niet gepensioneerde ex-deelnemers en voor ontvangers van een pensioen), zijn de opgebouwde pensioenaanspraken dan wel de ingegane pensioenen in de afgelopen jaren als volgt geïndexeerd. Per 1 januari 2009 is geen indexatie toegekend. Per 1 januari 2010 was de indexatie 0,1% Per 1 januari 2011 was de indexatie 0,1% Per 1 januari 2012 is geen indexatie toegekend Per 1 januari 2013 was de indexatie 0,36% Per 1 januari 2014 was de indexatie 0,55% In de periode 1-1-1998 tot en met 1-1-2014 bedroegen deze indexaties in totaal 24,41% hetgeen 78,2% van de maatstaf bedraagt. 15

9 Wanneer kan ik kiezen voor waardeoverdracht? Als u een nieuwe baan heeft, stopt de pensioenopbouw bij de werkgever. Als uw nieuwe werkgever een pensioenregeling heeft, wordt u deelnemer aan die pensioenregeling. U kunt er dan voor kiezen om het pensioen dat u heeft opgebouwd bij de vorige werkgever over te dragen naar de pensioenuitvoerder van uw nieuwe werkgever. U krijgt voor de overgedragen middelen dan pensioenaanspraken in de pensioenregeling van de nieuwe werkgever. Door deze overdracht heeft u geen recht meer op pensioen van het oude pensioenfonds. Dit noemen we waardeoverdracht. Waardeoverdracht kan helpen om een pensioenbreuk te beperken. Pensioenuitvoerders (pensioenfondsen en pensioenverzekeraars) zijn verplicht om mee te werken aan verzoeken tot waardeoverdrachten voor zover het gaat om pensioen dat is opgebouwd tijdens dienstbetrekkingen die zijn beëindigd op of na 8 juli 1994. Een pensioenfonds mag niet meewerken aan waardeoverdracht als de dekkingsgraad onder 100% ligt. Ook in dat geval moet u desgewenst wel binnen zes maanden na indiensttreding een verzoek om waardeoverdracht indienen; de behandeling daarvan wordt dan opgeschort totdat het fonds wel mag meewerken aan waardeoverdracht. Overdracht van uw pensioen naar een werkgever waar geringere indexatiekansen bestaan dan bij ons pensioenfonds, moet worden ontraden. 9.1 Wel of geen waardeoverdracht? Of u er verstandig aan doet om waarde over te dragen is moeilijk te zeggen. Een praktisch voordeel van waardeoverdracht is dat al uw pensioenaanspraken bij dezelfde pensioenuitvoerder worden ondergebracht. Dit is voor uzelf overzichtelijker en u krijgt te zijner tijd maar van één pensioenuitvoerder pensioen uitbetaald. Om echter goed te kunnen beoordelen of waardeoverdracht voor u zinvol is moet u weten hoe de financiële situatie van uw vorige en van de nieuwe pensioenuitvoerder is. Daarnaast is het ook belangrijk om te weten hoe de pensioenregelingen van de vorige en van de nieuwe werkgever er uit zien. Afhankelijk van de soort regeling en de wijze waarop uw opgebouwde pensioenaanspraken worden geïndexeerd, kan een waardeoverdracht wel of niet verstandig zijn. Meer informatie kunt u opvragen bij uw vorige en / of nieuwe pensioenuitvoerder. U kunt een gesprek hierover aanvragen bij het pensioenbureau van ons pensioenfonds. Uw uiteindelijke besluit blijft geheel uw eigen verantwoordelijkheid. 9.2 Wanneer moet ik de waardeoverdracht aanvragen? Als u uw pensioen dat u hebt opgebouwd bij uw vorige werkgever, wilt overdragen, moet u binnen zes maanden nadat u bent gaan deelnemen aan de nieuwe pensioenregeling bij de nieuwe pensioenuitvoerder een verzoek tot waardeoverdracht indienen. Op dat moment zal de procedure tot waardeoverdracht in gang worden gezet. Uw nieuwe pensioenuitvoerder vraagt een opgave op van uw opgebouwde pensioenaanspraken bij de oude pensioenuitvoerder. Aan de hand daarvan zal de nieuwe pensioenuitvoerder u een offerte voor de waardeoverdracht toesturen. Als u hiermee akkoord gaat, wordt de waardeoverdracht afgerond. 16

10 Welke informatieverplichtingen zijn er? 10.1 Uw verplichtingen U bent verplicht om aan het pensioenfonds alle gevraagde informatie te verstrekken die voor de uitvoering van de pensioenregeling van belang is. Alleen dan kan het pensioenfonds de pensioenregeling op de juiste manier uitvoeren. Zo bent u verplicht om bij het fonds zo spoedig mogelijk melding te doen (met bewijsstukken) van een wijziging in uw persoonlijke leefsituatie. Gedacht kan worden aan het aangaan of beëindigen van uw relatie, een verhuizing of het overlijden van uw partner of kinderen. In het pensioenreglement staan de informatieverplichtingen vermeld. 10.2 Verplichtingen van het pensioenfonds Het pensioenfonds verstrekt u op verzoek: - het pensioenreglement; - het jaarverslag en de jaarrekening; - de uitvoeringsovereenkomst (het verzekeringscontract tussen werkgever en fonds); - relevante informatie over beleggingen; - informatie die specifiek voor u relevant is; - een opgave van de hoogte van uw opgebouwde pensioenaanspraken; - een berekening van de effecten van de onder paragraaf 6 genoemde keuzes; - de verklaring inzake beleggingsbeginselen; - informatie over de hoogte van de dekkingsgraad van het pensioenfonds; - informatie over het eventueel van toepassing zijn van een aanwijzing van de toezichthouder op het pensioenfonds; - informatie over de eventuele aanstelling van een bewindvoerder. Verder verstrekt het pensioenfonds op verzoek u het geldende klachtenreglement (zie onder 11) en geschillenreglement en informeert het pensioenfonds u desgevraagd over het bestaan van een korte- of lange termijn herstelplan bij het fonds, als dat van kracht is. In dat geval verstrekt het pensioenfonds op verzoek het korte- of lange termijn herstelplan. 17

11 Waar kan ik terecht met klachten? Als u het niet eens bent met de manier waarop de statuten of het pensioenreglement worden toegepast, kunt u een klacht indienen bij het bestuur van het pensioenfonds. In het klachtenreglement staat beschreven hoe deze klachtprocedure werkt. U kunt het klachtenreglement opvragen bij het pensioenbureau van het pensioenfonds. 12 Nuttige adressen Hieronder is nog een aantal nuttige adressen opgenomen. Pensioenfederatie Postbus 93158 2509 AD Den Haag 070-762 02 20 info@opf.nl www.pensioenfederatie.nl; Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Postbus 90801 2509 LV Den Haag 070 333 44 44 www.minszw.nl Sociale Verzekeringsbank Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. U kunt dit nalezen op Internet. www.svb.org UWV (Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen) Het districtskantoor is afhankelijk van uw woonplaats. U kunt dit nalezen op Internet. 0900-9294 www.uwv.nl Ombudsman Pensioenen Bordewijklaan 10 2591 XR Den Haag 070 333 89 99 www.ombudsmanpensioenen.nl 18

13 Begrippenlijst AOW Algemene Ouderdomswet. Aspirant deelnemer Een aspirant deelnemer is een werknemer van in dienst van de werkgever die jonger dan 21 jaar is. Deelnemer Een deelnemer is een werknemer die 21 jaar of ouder is en in dienst is van de werkgever. Franchise Iedere ingezetene bouwt jaarlijks AOW op. Dit wordt in de komende jaren een toenemend aantal maanden na de 65 jarige leeftijd uitgekeerd en voorziet in een basispensioen. Over dit basisdeel wordt geen pensioen opgebouwd (over de franchise ) omdat dit al opgenomen is in de AOW. Gewezen deelnemer Als u geen pensioen meer opbouwt bij het pensioenfonds maar nog wel pensioenaanspraken bij het pensioenfonds heeft staan dan bent u een gewezen deelnemer, ook wel slaper genoemd. Ouderdomspensioen De uitkering die u ontvangt vanaf de pensioeningangsdatum tot het moment dat u komt te overlijden. Partner Degene met wie u gehuwd bent, bij de burgerlijke stand een geregistreerd partnerschap bent aangegaan, of degene met wie u een gezamenlijke huishouding voert zoals omschreven in het pensioenreglement. Partnerpensioen De uitkering die uw partner ontvangt na uw overlijden. Pensioenfonds Stichting Pensioenfonds Cindu International te Uithoorn Pensioengrondslag Het deel van uw pensioengevend jaarsalaris waarover u pensioen opbouwt. Dit is het pensioengevende jaarsalaris, geldend per 31 december van het voorafgaande jaar, met een correctiefactor van 1,5%, minus de franchise die in het lopende jaar geldt. Pensioengevend jaarsalaris Het vaste jaarsalaris inclusief de dertiende maand en de vakantietoeslag, geldend per 31 december van het voorafgaande jaar. Voor ploegentoeslag gelden bijzondere bepalingen, zoals in het reglement vermeld. Prijsindex De prijsindex gezinsconsumptie, afgeleid cijfer, gepubliceerd door het CBS. 19