GENEESMIDDELEN EN RIJVAARDIGHEID



Vergelijkbare documenten
Voor deze personen is altijd een specialistisch rapport vereist. Rijbewijzen van groep 1 (motor, personenwagen en kleine aanhangwagen)

geneesmiddelen rijvaardigheid

Psychofarmaca en autorijden

Rijgevaarlijke geneesmiddelen

Index. dosering, 60 indicaties, 16, 28, 60 uitsluipen, 55 zwangerschap, 59 Anafranil (Retard). Zie clomipramine Anatensol (Decanoaat).

Stilnoct Zolpidem 10mg 2,4 0,5-3 - Kortwerkend Rohypnol Flunitrazepam 1mg ** 1,2 +

Geneesmiddelen in het verkeer

Rijgeschiktheid bij gebruik van rijgevaarlijke geneesmiddelen Een advies tot herziening van de regelgeving

Geneesmiddelen in het verkeer

Geneesmiddelen in het verkeer

Benzodiazepine-agonisten/benzodiazepinen

MEDICIJNEN IN HET VERKEER

Verkeersdeelname: oxazepam cat. III I 1987

Reikwijdte Bestemd voor interne (NWZ specialisten) en externe aanvragers

A6-folders om mee te geven bij EU rijgevaarlijke geneesmiddelen

Autorijden na een CVA of een TIA

Pijncentrum. Butrans pleister. Buprenorfine

Klinisch Farmacologische en Toxicologische bepalingen voor externe aanvragers

G-Standaard transparantiedocument: Verkeersdeelname: adviezen bij geneesmiddelgebruik

Een pilletje voor het slapengaan? over slaapmedicatie bij ouderen

BIJLAGE III AMENDEMENTEN VAN RELEVANTE RUBRIEKEN VAN DE SAMENVATTING VAN DE PRODUCTKENMERKEN EN BIJSLUITERS

FQ Referentiewaarden OLVG Oost West Klinisch farmaceutisch en Toxicologisch laboratorium Publicatiedatum: April 2017 Pagina 1 van 10

HOOFDDIRECTIE JURIDISCHE ZAKEN. CEND/HDJZ-2008/1325 sector AWW

Benzodiazepines anno 2012

VERANTWOORD GEBRUIK VAN BENZODIAZEPINES

Rijgevaarlijke geneesmiddelen en verkeersdeelname: meningen van consumenten en professionals

Rijgeschiktheid. Domus Medica 27 mei 2013 Ruud Bredewoud

Reikwijdte Bestemd voor interne (NWZ specialisten) en externe aanvragers

Autorijden na een CVA of een TIA

Verkeersdeelname: nitrazepam - cat. III I 2099

Rijd jij ook zonder invloed?

GENERIEKE NAAM SLIKKLACHTEN SONDEVOEDING

Benzo Moe. Over het terugdringen van chronisch benzodiazepinegebruik

Tips tegen nervositeit

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Verkeersdeelname: zopiclon cat.iii 1972

Overzicht preferente geneesmiddelen Achmea en Agis 2010

Workshop Medicijnen, werkt t of werk t.. tegen? Els Coyajee-Geselschap apotheker

DEPRESSIE EN ANGSTSTOORNISSEN. Ciske van den Oever Poliklinisch apotheker Klinisch farmacoloog in opleiding Franciscus Gasthuis

Slaapproblemen, angst en onrust

Rijgeschiktheid. St Anna Ziekenhuis Geldrop. Ruud Bredewoud, arts hoofd medische zaken CBR. 10 februari 2014

Informatie over de antidepressiva-test. Advies op maat over medicijnen tegen depressie, psychose of angststoornis

DIT GENEESMIDDEL KAN HET REACTIEVERMOGEN VERMINDEREN

Toxicologie behandelinformatie

Infospot. De antidepressiva. April - Mei - Juni 2014

Verkeersdeelname: zolpidem cat.iii 1977

Afgiftekantoor: 8500 Kortrijk 1, 2e Afd.

LESA Geneesmiddelen en Verkeersveiligheid

Verkeersdeelname: lormetazepam cat.iii I

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Alcoholvrij op weg. Alcohol-ervaringsproef voor jonge automobilisten. Samenvatting

Revalidatie Autorijden

Psychofarmacologie bij kinderen en jongeren voor niet-kinder- & jeugdpsychiaters: Is dit wel een goed idee? Dr. Daniel Neves Ramos ZNA UKJA

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Bisoltussin 2 mg/ml siroop volwassenen Dextromethorfan hydrobromide

BIJSLUITER ( )

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. Morfine Kalceks 10 mg/ml, oplossing voor injectie morfinehydrochloride

BIJSLUITER. CLONAZEPAM 0,25 mg tabletten

Advies expertgroep middelen en geweld. 1. Inleiding. 2. Vraagstelling

BIJSLUITER. HALOPERIDOL 0,5 mg tablet

Interne Geneeskunde Allergologie. Informatie over de Epipen voor volwassenen. Voorbeeld

BIJSLUITER. OXAZEPAM 5 mg en 25 mg tablet

Antihistaminica en autorijden

Toolkit Incontinentie

Inleiding psychofarmaca. Anton J.M. Loonen Farmacotherapie bij psychiatrische patiënten

Slaap- en kalmeringsmiddelen; weet wat u slikt!

Farmacogenetica bij de KNMP. Mandy van Rhenen BO3 bijeenkomst 8 maart 2016

Herziening eisen rijgeschiktheid bij gebruik geneesmiddelen. Aan: de minister van Infrastructuur en Waterstaat Nr. 2019/06, Den Haag 15 mei 2019

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

BIJSLUITER. 1. Wat zijn midazolam 2,5 mg, unit dose neusspray en midazolam 5 mg, unit dose neusspray en waarvoor worden deze geneesmiddelen gebruikt?

LORATADINE HOOIKOORTSTABLETTEN APOTEX 10 mg Module RVG Version 2017_12 Page 1 of 5 BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER

SLAAPPROBLEMEN APOTHEEK.NL

BIJSLUITER. SERTRALINE 25 mg tablet

Inleiding. 2. Vraagstelling. Advies expertgroep middelen. geweld

Datum 1 juli 2014 Onderwerp Beantwoording Kamervragen over het onderzoek naar het verband tussen medicijngebruik en agressie

Koninklijk Besluit van 22 januari 1998 Psychotrope stoffen

Package leaflet

Bijsluiter: informatie voor de gebruik(st)er. IOPIDINE 1% m/v, 10 mg/ml oogdruppels, oplossing (Apraclonidinehydrochloride )

Metopiron. Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon

Interne Geneeskunde Allergologie. Informatie over de Epipen voor volwassenen

BIJSLUITER: INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER. Buspiron HCl Sandoz 10 mg, tabletten buspiron

PE-TAM, 500 mg, tabletten paracetamol

ETHYMAL 250 mg / 4 ml, siroop Ethosuximide

Interpolis ZorgActief Geneesmiddelen 2013

Wakker, maar ook uitgeslapen?

Na consultatie herziene vertaling van de QRD-template

Autorijden na ziekte of met een handicap

OPDRACHT 1. Mevrouw Claes (75 jaar) neemt volgende medicatie:

van slaap- en kalmeringsmiddelen per 1 januari 2009

Het besturen van een voertuig na een TIA of beroerte

Wat doet Ephor. Bij voorschrijven aan ouderen maak ik het meest gebruik van: Preregistratie studies en de gebruikers van geneesmiddelen

Wel of geen medicatie?

tips informatie Medicijnen bij een depressie

Onderweg zonder bijwerkingen!

Informatiebijeenkomst Son over Verkeersveiligheid 12 november Paul Gondrie Voorzitter VVN Noord-Brabant

Leverfunctiestoornis: benzodiazepineagonisten 5686

Hierbij doe ik u toekomen de antwoorden op de vragen van het kamerlid De Rouwe (CDA) over herkeuring voor een nieuw rijbewijs voor 70-plussers.

ANTIDEPRESSIVA PATIËNTENINFORMATIE ALGEMENE INFORMATIE OVER GEBRUIK EFFECTEN EN BIJWERKINGEN VAN ANTIDEPRESSIVA

Bijsluiter: informatie voor de gebruiker. IOPIDINE 1,0% 10 mg/ml, oogdruppels, oplossing (Apraclonidinehydrochloride )

Naam van degene die verantwoordelijk is voor het in de handel brengen Novartis Pharma B.V. Postbus LZ Arnhem Telefoon:

Transcriptie:

GENEESMDDELEN EN RJVAARDGHED R.A. Bredewoud Hoofd medische zaken CBR Postbus 3014, 2280 GA Rijswijk nleiding Het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) is als organisatie vooral bekend vanwege het toetsen van de rijvaardigheid: het rijexamen. Daarnaast toetst de afdeling Medische Zaken sinds 1951 echter ook de rijgeschiktheid: de lichamelijke en geestelijke geschiktheid voor het besturen van motorvoertuigen. Bij gebleken geschiktheid geeft het CBR de zogenaamde Verklaring van geschiktheid af. De aanvraag geschiedt door het insturen van een zogenaamd formulier Eigen verklaring, een vragenlijst over voor het verkeer relevante aandoeningen en te koop bij CBR en op het gemeentehuis. Rijvaardigheid en rijgeschiktheid zijn verschillende begrippen, die echter nauw met elkaar verbonden zijn. Een verminderde geschiktheid door bijvoorbeeld een verminderd gezichtsvermogen of een beperkt gebruik van armen of benen zal de rijvaardigheid negatief beïnvloeden. Daarnaast kunnen extra aangeleerde vaardigheden (bijvoorbeeld kijkstrategieën) een verminderde rijgeschiktheid compenseren. Bij het effect van medicijnen op het rijgedrag wordt traditioneel gesproken van het beïnvloeden van de rijvaardigheid. Hoewel het daarbij dus eigenlijk gaat om een probleem van de rijgeschiktheid, met een indirect effect op de rijvaardigheid, zal voor de duidelijkheid in het vervolg hier van gesproken worden van invloed op de rijvaardigheid. Uit meerdere onderzoeken en publicaties is intussen wel gebleken dat ook bepaalde geneesmiddelen een negatieve invloed op de rijvaardigheid hebben. Dat gaat voornamelijk op voor middelen die een dempende of stimulerende werking op het centraal zenuwstelsel hebben. Maar ook geneesmiddelen die als bijwerking wazig zien, ernstige duizelingen of plotselinge slaapaanvallen hebben, kunnen de rijvaardigheid beïnvloeden. Vast staat wel dat het effect op de rijvaardigheid van geneesmiddelen niet zo duidelijk is als dat voor alcohol. Daarover bestaat sinds de publicaties van RF Borkenstein [1] eigenlijk geen discussie meer. Hij toonde aan dat het relatieve risico op een verkeersongeval bij een bloedalcoholpromillage tussen 0,5 en 0,8 al meer is dan 2 en exponentieel stijgt bij toenemende alcoholpromillages tot minstens 20 bij 1,5 promille. Dilemma n tegenstelling tot de genotmiddelen alcohol en drugs worden geneesmiddelen gebruikt in het kader van een noodzakelijke behandeling (geneesmiddelenmisbruik daarvan uitgezonderd). Dat maakt dat er bij het geven van een oordeel over de wenselijkheid van de gebruikte geneesmiddelen achter het stuur een dilemma ontstaat: wat is erger het middel of de kwaal? Soms is het antwoord hierop duidelijk, bijvoorbeeld voor anti-epileptica waarvan de Gezondheidsraad in 1994 al schreef: De aandoening waarbij deze middelen worden toegepast vormt een meer wezenlijk probleem dan het geneesmiddel zelf [2]. Voor de meest voorgeschreven rijgevaarlijke geneesmiddelen, de benzodiazepinen, is dat helaas niet zo. Toen het dagblad Trouw enige jaren geleden naar aanleiding van de nternationale dag voor de Geestelijke Gezondheidszorg een artikel plaatste met de kop Ouderen slikken zich suf, werd de dag daarop in hetzelfde dagblad gereageerd door prof. dr. S. Thomas, hoogleraar huisartsgeneeskunde te Rotterdam, onder de kop: Laat ouderen toch lekker slikken.

Onduidelijke regelgeving Op grond van de WGBO heeft de arts informatieplicht, maar het is niet eenvoudig hier inhoudelijk invulling aan te geven. Welke informatie is er eigenlijk voor arts en patiënt? De invloed die een geneesmiddel op de rijvaardigheid heeft wordt in een specifiek onderdeel van de bijsluiter toegelicht, maar hier betreft het meestal zeer algemene waarschuwingen. Daarnaast bestaat nog altijd het zogenaamd zwaarwegend advies van de KNMP en KNMG van 1973. edere arts zou op het recept van een rijgevaarlijk geneesmiddel aangeven als verkeersdeelname niet verantwoord was (d.c.p. = da cum prohibitione) en de apotheker zou vervolgens een rode sticker op de verpakking plakken met de tekst Bij gebruik geen voertuig besturen. Wanneer de arts niets op het recept vermeldde zou bij aflevering van rijgevaarlijke medicijnen de gele sticker worden geplakt: Dit geneesmiddel kan de rijvaardigheid beïnvloeden. De praktijk was al snel anders, want artsen gaven zelden iets aan op het recept en de gele sticker werd routinematige geplakt en intussen zelfs vervangen door een automatisch geprinte tekst op het afleveretiket. De rode sticker is geheel verdwenen. Duidelijk mag zijn dat er rondom dit probleem vooral onduidelijkheid heerst. Met name wanneer de vraag gesteld wordt wie aansprakelijk is voor de gevolgen van een ongeval onder invloed van rijgevaarlijke geneesmiddelen. De bestuurder, die de vage bijsluiter anders had moeten interpreteren, de arts die geen rijverbod oplegde of de apotheker? Pogingen om deze verantwoordelijkheid naar het CBR af te schuiven zijn ook niet altijd even geslaagd. Wanneer de inzet namelijk niet meer is dan even de goedkeuring van het CBR vragen dan kan een ongeldigverklaring van het rijbewijs op basis van de bestaande regelgeving wel eens heel ongewenst en pijnlijk zijn, zowel voor de rijbewijsbezitter als de behandelaar die adviseerde het CBR in te schakelen. Tenslotte vragen sommigen zich af of de eisen die voor het CBR werden opgesteld, wel bruikbaar is in andere situaties, waarbij niet direct sprake is van een rijbewijskeuring [3]. Classificatiesysteem n Nederland wordt al ruim 25 jaar onderzoek gedaan naar en geschreven over de effecten van rijgevaarlijke geneesmiddelen. Bekende namen op dit gebied J.F. O Hanlon, J.J. de Gier, E.R Volkerts, K. Brookhuis, J.G. Ramaekers en J.C. Verster met een recent proefschrift [4]. Tot gewijzigde regelgeving leidde dit echter niet. Het was prof. dr. O Hanlon die begin jaren 80 een standaard ontwikkelde voor het testen van de effecten van geneesmiddelen op het rijgedrag [5]. Door middel van een camera wordt het slingergedrag van de bestuurder onder invloed gemeten, of beter gezegd de mate van onder invloed zijn wordt uitgedrukt in de Standaard Deviatie van de Laterale Positie (SDLP). Omdat de SDLP ook voor verschillend alcoholpromillages is bepaald [6] kan vervolgens het effect van het geneesmiddel worden vergeleken met het effect alcohol. ntussen wordt deze test beschouwd als een hoog gevalideerde en sensitieve test en is toegepast in meer dan 50 studies bij zowel gezonde vrijwilligers als patiënten. Al snel leidden de resultaten van onderzoeken naar het effect van geneesmiddelen op de SDLP tot de behoefte aan een genuanceerder classificatiesysteem dan de bekende gele of rode sticker. Eind 1988 kreeg daarom het nstituut voor Geneesmiddelen, Veiligheid en Gedrag (GVG) van de Universiteit van Maastricht het verzoek van de Ministers van WVC en Verkeer en Waterstaat om een nieuw classificatiesysteem te ontwikkelen. Dit leidde tot een rapport dat in 1991 het licht zag en het classificatiesysteem volgens Wolschrijn & de Gier voorstelde [7]. n de voorgestelde classificatie worden rijgevaarlijke geneesmiddelen per middel en per dosis ingedeeld in drie hoofdgroepen, onderverdeeld in 7 subgroepen. De categorieën zijn de volgende:

CATEGORE Categorie Categorie * Geneesmiddelen waarvan een negatieve invloed op de rijvaardigheid onwaarschijnlijk is. Onder verschillende experimentele omstandigheden is geen of slechts een verwaarloosbare beïnvloeding vastgesteld. Geneesmiddelen waarvan wordt aangenomen dat ze veilig zijn op grond van hun farmacologische profiel. CATEGORE Categorie Categorie Categorie Geneesmiddelen die waarschijnlijk een lichte negatieve invloed op de rijvaardigheid kunnen veroorzaken. Er is in sommige experimentele omstandigheden enige negatieve beïnvloeding vastgesteld. Geneesmiddelen die waarschijnlijk een matige negatieve invloed op de rijvaardigheid kunnen veroorzaken. Er is in meerdere experimentele omstandigheden een negatieve beïnvloeding vastgesteld. Geneesmiddelen waarvan een ernstige invloed op de rijvaardigheid onwaarschijnlijk is. Vanwege onvoldoende experimentele gegevens kan de mate (geen, licht, matig) niet worden vastgesteld. CATEGORE Categorie Categorie Geneesmiddelen die waarschijnlijk een ernstige invloed op de rijvaardigheid kunnen veroorzaken. n meerdere experimentele omstandigheden is herhaalde malen een sterke negatieve beïnvloeding vastgesteld. Geneesmiddelen waarvan op grond van het farmacologische profiel of op grond van een beperkt aantal studies wordt aangenomen dat ze een gevaarlijke beïnvloeding van de rijvaardigheid kunnen veroorzaken. n de studie van Wolschrijn zijn vervolgens ca. 45 internationale psychofarmacologen gevraagd om de bekendste rijgevaarlijke geneesmiddelen (benzodiazepinen, barbituraten, antidepressiva, bètablokkers, antihistaminica) in te delen volgens de voorgetelde classificatie. Als conclusie stellen de schrijvers dat het is aangetoond dat veel rijgevaarlijke geneesmiddelen kunnen worden geclassificeerd door een deskundigenpanel. Het daartoe ontworpen systeem wordt daarbij geaccepteerd door zowel deskundigen als betrokken instanties. De classificatie kreeg zelfs de goedkeuring van de EC Drug Regulatory Autorities van de Europese gemeenschap. Maar zoals bekend is echter met de uitkomsten ervan op het gebied van regelgeving in Nederland nog niets gedaan. Hier plakt men nog stickers. Belgisch nstituut Voor de Verkeersveiligheid (BVV) n België is eind jaren 90 de verkeerswetgeving aangepast en werd naast alcohol ook het gebruik van drugs in het gemotoriseerde verkeer strafbaar gesteld. Er gingen geluiden op om ook het gebruik van bepaalde rijgevaarlijke geneesmiddelen strafbaar te stellen, maar dat was nog een brug te ver. Op het gebied van de geneesmiddelen koos men in plaats van strafbaarstelling voor duidelijke informatie aan arts en apotheker. Het BVV gaf daarop opdracht aan The Toxicological Society of Belgium and Luxembourg (BLT) om aan de hand van de classificatie van Wolschrijn & de Gier de in België voorgeschreven rijgevaarlijke geneesmiddelen in te delen.

n 1999 kwam de BLT met een uitgebreide literatuurstudie die werd uitgegeven door het BVV [8]. Tevens gaf het BVV een handzaam boekje uit met adviezen voor artsen en apothekers over de mate van beïnvloeding van de rijvaardigheid van 11 groepen medicijnen. En hoewel de Belgische indeling in tegenstelling tot de oorspronkelijke voorstellen slechts indeelt op stoffen en niet tevens op dosering, is het op dit moment het meest bruikbare, recente document voor iedereen die een meer genuanceerde advies wil geven dan alleen dit middel kan de rijvaardigheid beïnvloeden. Met dank aan het BVV, dat toestemming gaf voor het gebruik, is in de bijlage de indeling volgens de BLT van de belangrijkste groepen opgenomen. Literatuur 1. Borkenstein, RF et al. The role of the drinking driver in traffic accidents (the Grand Rapids Study). 2nd edition. Blutalcohol 1974 (11), Supp. 1. 2. Gezondheidsraad. Medische Rijgeschiktheid. Herziening advies 1985. Den Haag: 1994; publicatienummer 1994/04 van 26 mei 1994. 3. Glaser JP, Vleugels CMM. Wel of niet autorijden? Medisch Contact 2002; 17: 659. 4. Verster JC. Measurement of the effects of psychoactive drugs on driving ability and related psychological processes. Utrecht: Proefschrift Universiteit Utrecht 2002. 5. O Hanlon JF et al. Diazepam impairs lateral position control in highway driving. Science 1982, 217: 79 6. Louwerens JW et al. De invloed van verschillende bloedspiegels alcohol op objectief meetbare aspekten van het feitelijk rijgedrag. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen, 1985. 7. Wolschrijn H, De Gier JJ, De Smet PAGM. Drugs and driving. Maastricht: Universiteit Limburg, 1991. 8. BVV. nvloed van geneesmiddelen op de rijvaardigheid Literatuurstudie. Brussel: BVV, 1999.

BJLAGE ndeling rijgevaarlijke medicijnen volgens systeem Wolschrijn & De Gier BVV Haachtsesteenweg 1405 B-1130 Brussel. e-mail: info@bivv.be ANTDEPRESSVA 1 e generatie TCA Amitriptyline Clomipramine Desipramine Dosulepine Doxepine mipramine Lofepramine Nortriptyline Opipramol Trimipramine 2 e generatie TCA Maprotiline Melitraceen Mianserine Trazodon Viloxazine 3 e generatie TCA Citalopram Fluoxetine Fluvoxamine Paroxetine Sertaline MAO remmers Fenelzine proclozine Moclobemide Nialamide Lithiumzouten

HYPNOTCA, SEDATVA EN AXOLYTCA Benzodiazepinen met korte werkingsduur Brotizolam Midazolam Triazolam Benzodiazepinen met mediaire werkingsduur Alprazolam Clotiazepam Loprazolam Lorazepam Lormetazepam Oxazepam Temazepam Benzodiazepinen met lange werkingsduur Bromazepam Chloordiazepoxide Clobazam Clonazepam Clorazepaat Cloxazolam Diazepam Flunitrazepam Flurazepam Ketazolam Loflazepaat Nitrazepam Nordazepam Prazepam Tetrazepam Barbituraten Amobarbital Brallobarbital Fenobarbital Secobarbital Overigen Meprobamaat Buspiron Zolpidem Zoplicon

NEUROLEPTCA Fenotiazinen Chloorpromazine Dixyrazine Flufenazine Levomepromazine Perfenazine Pipotiazine Promazine Propericiazine Prothipendyl Thioproperazine Thioridazine Thioxanthenen Flupentixol Zuclopentixol Butyrofenonen Benperidol Bromperidol Doperidol Haloperidol Melperon Pipamperon Difenylpiperidinen Fluspirileen Penfluridol Pimozide Overige Risperidon Clotiapine Loxapine Sulpirine Sultopride Veralipride

NARCOTSCHE ANALGETCA Bezitramine Buprenorfine Codeïne Dextromoramide Dextropropoxyfeen Dihydrocodeïne Fentanyl Methadon Morfine Pentazocine Pethidine Piritramide Tilidine Tramadol H1-ANTHSTAMNCA 1 e generatie Azatadine Broomfeniramine Carbinoxamine Chloorfenamine Cyproheptadine Dexchloorfeniramine Dimenhydrinaat Difenhydramine Hydroxyzine Ketotifeen Meclozine Mequitazine Promethazine Triprolide 2 e generatie Astemizol Cetirizine Loratadine Terfenadine

BETA BLOKKERS Acebutolol * Alprenolol * Atenolol Befunolol * Betaxolol * Bisoprolol * Cateolol * Carvedilol Celiprolol * Labetolol * Levobunolol * Metipranolol * Metoprolol Nadolol Oxprenolol Pindolol Propanolol Tertatolol Timolol