Frits Louis Meijler. 29 april 1925 28 december 2010



Vergelijkbare documenten
IK OVERLEEFDE AUSCHWITZ

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Conrad Friederich Albert Bruijning. 10 november januari 2004

Janusz Korczak. door Renée van Eeken

Veel mooie herinneringen verzachten onze smart. Voorgoed uit ons midden, voor altijd in ons hart. Iedere moeder is uniek: Zij was dat heel speciaal


V Vergadering van de Eerste Kamer op dinsdag 5 maart Toespraak van de Voorzitter van de Eerste Kamer, Mr. G.J. de Graaf

Datum: Ons koningshuis. 1. Hoe heet onze huidige koning? 3. Hij volgde zijn broer na diens dood op. Hoe heette hij?

De tijd die ik nooit meer

Marie Anne Tellegen overleefde de oorlog. Zij werd na de oorlog benoemd tot directeur van het Kabinet der Koningin ( ).


Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

John (Johan Willem Helen)


Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

WERKBLAD ERNST VERDUIN

zondagmorgen 14 november 2010 Welkomkerk ds. W.H. Hendriks-Vogelaar

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Lei en griffel: Kinderen schreven met een griffel op een lei. Soms leerden ze lezen met een ABC-boekje.

100 jaar geleden. t Is Oorlog! Een lesmap voor het vierde, vijfde en zesde leerjaar, door juffrouw Anita en de papa van Anna.

Hitler op weg naar de macht Wie was Adolf Hitler?

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Professor, wanneer komt dat fruitvliegmedicijn?

Hans van Rooij VERSTAG

GODS GEZIN. Studielessen voor 4-7 jarigen

Wat rest is een foto

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Maurits de Leeuw, mijn grootvader, werd in 1887 in Steenwijk geboren als oudste zoon van Simon de Leeuw en Kaatje Kan.

Het verhaal van Elvis, onze Shih-Tzu (12/06/ /12/2012)

DR. W.F. VAN GUNSTEREN,

En vandaag herdenken wij de mensen die voor onze veiligheid de hoogste prijs betaalden.

Tevredenheid van familieleden en mantelzorgers met casemanagement bij dementie

werkt voor en met bewoners in wijken en buurten

DE PRINS VAN DE RIVIER

Eerwraak. Naam: Paul Rustenhoven Klas: 4GTL1 Inlever datum : Titel: Eerwraak Schrijver: Karin Hitlerman. Blz 1.

Toespraak Gerdi Verbeet bij de Indiëherdenking 15 augustus 2014 in Den Haag

Presentatie Tranzo Zorgsalon 29 november 2012 Christine Kliphuis

Naam: DE BEELDENSTORM Ketters Luther en Calvijn

DR. J.H. LAMBERTS,

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

BIJDRAGE HERDENKING 12 april 2015

1 Het ontstaan van het Koninkrijk De geboorte van een prins De jeugd van prins Willem-Alexander 20

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Bijbel voor Kinderen. presenteert DE VERLOREN ZOON

Samenvatting geschiedenistoets hoofdstuk 6: Een tijd van revoluties

We hielpen hem zelfs een keer mee door een verkeerd bezorgde brief op het juiste adres te bezorgen!

Hoe wordt het normale hartritme tot stand gebracht?

KIEZEN VOOR WERK: HANDLEIDING

Uitvaart voorbede Voorbeeld 1.

Kunstlessen over Hundertwasser

HET VERHAAL VAN KATRIN

Dodenherdenking en onthulling naamborden Antoon Schraderpedje en Stientje Janspedje 4 mei van 10

Het was één groot feest!

Bernhard. Bernhard Von Lippe-Biesterfeld

Hannes van Gelderen Dienstplichtig soldaat bij 1 e sectie 1-II-8 R.I. en slapie van Evert Hoksbergen

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

Van sondevoeding naar marsepein

Plantage Kerklaan 61 (tegenover Artis), Amsterdam

Verteld door Schulp en Tuffer

Kerk- School- en Gezinsdienst op zondag 29 maart 2015 in de Martinikerk

DE FAMILIE VAN LOON 130 _

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

narratieve zorg Elder empowering the elderly

Speech tijdens opening tentoonstelling Oorlog! Van Indië tot Indonesië , Bronbeek.

Filmverslag Nederlands De tweeling

Boek en workshop over het verlies van een broer of zus. Een broertje dood. Door Corine van Zuthem

Terugblik op rapport uit 1960

Mijn mond zat vol aarde

WEBQUEST L6-02 oorlog & vrede

s-gravenhage, 14 januari 2000 De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, E. Borst-Eilers

Ze mogen haar zo niet laten afzien

Wie is Wie? Zet het nummer van het bijschrift bij de goede foto.

Zaken voor mannen. Verhalen van mannen met epilepsie

Annelies Knoppers Hoogleraar pedagogiek en didactiek van sport en lichamelijke opvoeding Universiteit Utrecht

WILLEM VAN HANEGEM Een voetballer die veel verdriet had door Auke Kok

had, maar ook zij is achteraf alles kwijt geraakt door de oorlog.

Vincent van Gogh. Hier zie je er een afbeelding van.

Arigato. opdrachtenblad. Regie: Anielle Webster Scenario: Sandra Beerends Jaar: 2012 Duur: 10 minuten

Almelo, 8 juli En dat is niet zo makkelijk voor iedereen want de meeste kinderen zijn gewend aan school, vrienden, azc, enz, enz.

INTERVIEW MET TANTE MIEN SALAMPESSY Op 13 december 2018 hebben we een bezoek gebracht aan tante Mien

BIJLAGEN LESPAKKET 1.2

Huygens Institute - Royal Netherlands Academy of Arts and Sciences (KNAW)

1. Ouder en beter Inleiding

DELA LeefdoorPlan. wat gebeurt er met uw gezin na uw overlijden?

Geschiedenis Gereformeerde kerk Ruinerwold Koekange

Govers Verhulst Chris Nieuwstraat 28

Om mee te beginnen: boekfragment en opdrachten

Leerlingen hand-out stadswandeling Amsterdam

DE MIDDELEEUWEN. Gemaakt Door: Amy van der Linden Leonardo Middenbouw groep 6

IN MEMORIAM W.J. DE JONG

Toespraak van commissaris van de Koning Max van den Berg, Bevrijdingsdag, 5 mei 2014, Delfzijl

OP ZOEK NAAR DE VERBINDING TUSSEN PRAKTIJK, ONDERZOEK EN ONDERWIJS

Jan Smeets over Pinkpop in Geleen:

OPDRACHT: Lees de vier tekstgedeelten en beantwoord de 4 bijbehorende vragen. Luk 15:11-32 Joh 3:14-17, Joh 15:9-17 Matt 5:43-48, Joh 13:33-35

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

Toespraak commissaris van de Koning Max van den Berg, Viering Bevrijdingsdag, 5 mei 2013, Ter Apel, gemeente Vlagtwedde.

Activiteit 01: Je gedachten en gevoelens 7. Activiteit 02: De scheiding van je ouders overleven 11. Activiteit 03: Acting out 16

Rapport. Datum: 3 augustus 2000 Rapportnummer: 2000/261

Transcriptie:

Frits Louis Meijler 29 april 1925 28 december 2010 94 levensberichten en herdenkingen 2011

Levensbericht door H.J.J. Wellens Op 28 december 2010 overleed in Bloemendaal, op 85-jarige leeftijd, Frits Meijler, emeritus hoogleraar in de cardiologie aan de Universiteit Utrecht en sinds 1983 lid van de Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW). Frits Louis Meijler werd op 29 april 1925 geboren in Vroomshoop (gemeente Den Ham), een plaatsje aan het Overijssels Kanaal tussen Almelo en Coevorden, vlakbij de grens met Duitsland. Daar had zijn vader een slagerij. Het was een joods gezin waar de moeder de joodse tradities in ere hield. In 1935 werd duidelijk dat in Duitsland groeiend antisemitisme het de joden toenemend moeilijk maakte. Dit leidde tot de komst van Duitse familieleden naar huize Meijler. De periode van oorlogservaringen, zoals beschreven in Meijlers indrukwekkende boek Mijn oorlog, mijn hart, zou hem de rest van zijn leven blijven achtervolgen. Al in 1942 werden zijn ouders op transport gesteld naar Auschwitz, waar ze zijn overleden. De vader had echter voor een onderduikadres gezorgd waardoor Frits deportatie kon ontspringen. Een kennis van Frits vader, veldwachter De Jong uit het Overijsselse Bergentheim, bracht hem in september 1942 naar de boerderij van de familie Weerts in Balderhaar, een gehucht behorende tot de gemeente Hardenberg. In de zomer van 2009 lieten Frits en Annemarie Meijler, mijn vrouw en mij deze omgeving zien en kregen wij enig idee wat het betekend moet hebben om afgesloten van de rest van de wereld, met het verdriet over de verloren ouders, drie jaar bij boer Weerts door te brengen. Weerts was overigens een bijzonder moedig man, hij verborg niet alleen Frits maar ook nog veel andere onderduikers op zijn boerderij, die op minder dan 500 meter van de Duitse grens lag. Als stadsjongetje, die voor het eerst van zijn leven klompen droeg, leerde Frits, die de schuilnaam George Dijkstra had gekregen, de discipline en het harde werken op het boerenbedrijf bij het eggen en aardappels rooien. In april 1945 kwam er een eind aan de oorlog toen Balderhaar door de Canadezen werd bevrijd. Na al die schoolloze jaren begon Frits als twintigjarige weer in de derde klas van de HBS, aanvankelijk in Almelo, en een jaar later in Eindhoven, waar hij introk bij zijn zus die in Zwitserland de oorlog had overleefd, en waar hij ook veel steun kreeg van de familie Tromp, die een tweede stel ouders werden. Theodoor Philibert Tromp, na de oorlog minister van Waterstaat, en levensberichten en herdenkingen 2011 95

daarna lid van de Raad van Bestuur van Philips, stond Frits later met raad en daad bij in zijn verdere carrière. Het lot was Meijler ook na de oorlog niet goed gezind. In plaats van te beginnen aan de studie geneeskunde moest hij in militaire dienst en werd eind januari 1948 uitgezonden naar Indonesië. Hij raakte betrokken bij de tweede politionele actie in midden-java waarbij hij in zijn linkerbeen werd geschoten en enkele maanden later volgde transport naar Nederland. Ruim 6000 Nederlanders verloren het leven in Indonesië en Frits heeft in de daarop volgende jaren vele malen duidelijk gemaakt dat hij zich ergerde aan het gebrek van erkenning van de Indiëveteranen en sterker nog, aan de twijfel aan hun integriteit, zoals dat door een aantal journalisten werd gesuggereerd in de jaren tachtig. In september 1949 werd Meijler, 24 jaar oud, ingeschreven voor de studie geneeskunde aan de Universiteit van Amsterdam. Hier ontmoette hij al heel snel medestudente Annemarie Schendstok, met wie hij in 1953 trouwde. Zij kregen drie kinderen. Tijdens zijn studie werkte Frits op het fysiologisch laboratorium van professor Ten Cate, waar hij onderzoek deed aan het geïsoleerde kikkerhart. Om buiten het lichaam te overleven was zuurstofhoudende perfusievloeistof nodig om het hartje te laten kloppen. De samenstelling van de perfusievloeistof speelt een belangrijke rol wanneer organen buiten het lichaam in leven gehouden moeten worden en Meijler zou later veel tijd en energie steken in de juiste samenstelling van de perfusievloeistof bij het onderzoek van het geïsoleerde zoogdier- en mensenhart. In eerste instantie kwam dit van pas bij het promotieonderzoek van Meijler naar de mechanische activiteit van het geïsoleerde, volgens Oskar Langendorff doorstroomde, zoogdierhart. Een belangrijke bevinding bij dat onderzoek was dat de contractiekracht van het hart niet alleen werd bepaald door de mate van vulling (de wet van Starling), maar ook door de frequentie van de hartcontracties en de regelmaat of onregelmatigheid van het hartritme. De uitkomst van dit onderzoek, waar Meijler op 20 oktober 1960 op promoveerde, met Dirk Durrer als promotor, leidde tot de nodige discussies onder cardiovasculaire fysiologen. Durrer, een vooraanstaand KNAW-lid, was de eerste hoogleraar in de cardiologie aan de Universiteit van Amsterdam en had kort daarvoor zijn eigen afdeling in gebruik genomen in Paviljoen 1 van het Wilhelmina Gasthuis. Durrer was, naast een begaafd onderzoeker van wereldformaat, een uitstekende dokter en dus voor Frits Meijler de perfecte 96 levensberichten en herdenkingen 2011

opleider. Meijler heeft nooit onder stoelen of banken gestoken dat Durrer voor hem een unieke mentor is geweest, de ultieme leermeester, en een lichtend voorbeeld in zijn verdere carrière. Het experimentele onderzoek in de cardiologie in het Wilhelmina Gasthuis vond niet plaats in Paviljoen 1, maar op de vierde verdieping van het chirurgiegebouw. Daar werd baanbrekend onderzoek gedaan naar het elektrische activatieproces van het hart, waarvoor met de kennis van Frits over de Langendorff-opstelling en het gebruik van de juiste perfusievloeistof (Meijlersap!) buiten het lichaam gebrachte, gereanimeerde harten werden gebruikt. Voor dit onderzoek was geavanceerde apparatuur nodig om het hart in het gewenste tempo te laten kloppen en de metingen vast te leggen en te analyseren. Een belangrijke rol bij het ontwikkelen van deze apparatuur speelde Henk van der Tweel, hoogleraar medische fysica aan de Universiteit van Amsterdam. Dit was het begin van blijvende vriendschap tussen Meijler en Van der Tweel. Zowel de kennis als de apparatuur was nu aanwezig om de elektrische activatie van het geïsoleerde mensenhart te bestuderen, en daarmee het elektrocardiogram ( het hartfilmpje ), wat wij dagelijks gebruiken bij onderzoek en behandeling van de hartpatiënt, beter te begrijpen. Onder leiding van Durrer werd door een groep onderzoekers met naast Meijler, Rudolf van Dam, Michiel Janse, Gerrit Freud en Robert Arzbaecher hiertoe in 1964 een mensenhart aan de Langendorff-perfusieopstelling bevestigd en de elektrische activatie in kaart gebracht met speciaal daarvoor ontwikkelde naalden. De registratie gebeurde met een veelkanalige Ampexrecorder die het mogelijk maakte om tegelijkertijd op verschillende plaatsen de activatie van het hart te meten. Dit hart, afkomstig van een jonge man, hersendood na een motorongeval, was na toestemming van de ouders uit het lichaam verwijderd. In totaal werden daarna nog zes harten van hersendode verkeersslachtoffers onderzocht, wat resulteerde in de volledige en gedetailleerde elektrische landkaart van het normale menselijke hart. In 1965 werd door Durrer en Meijler hierover op het jaarlijks congres van de American Heart Association verslag uitgebracht, wat in alle dagbladen in de Verenigde Staten en in Nederland werd gepubliceerd. Beiden werden bij terugkeer op Schiphol als sporthelden opgewacht door pers en televisie. In 1967 begon Meijler aan zijn onderzoek naar het boezemfibrilleren, een hartritmestoornis, die op oudere leeftijd vaak voorkomt, en gekenmerkt levensberichten en herdenkingen 2011 97

word door snel en onregelmatig kloppen van de boezems en daardoor ook van de kamers van het hart, wat leidt tot afname van de hartfunctie. In eerste instantie werd dit onderzoek verricht bij geïsoleerde rattenharten waar het boezemfibrilleren met behulp van een computerprogramma werd nagebootst. Meijler was geïnteresseerd naar wat de atrioventriculaire knoop, die op de grens van boezems en kamers ligt, doet met de vele impulsen die uit de boezem binnenkomen, en die als functie heeft er voor te zorgen dat de kamers niet in hetzelfde zeer hoge tempo gaan kloppen. Dat onderzoek werd in 1968 onderbroken door de benoeming van Frits Meijler tot hoogleraar en hoofd van de afdeling cardiologie van het Universiteitsziekenhuis van Utrecht. De cardiologie maakte in die tijd een stormachtige ontwikkeling door en het vroeg veel inspanning om dat in goede banen te leiden. De cardiologie, die onafhankelijk van de interne geneeskunde was geworden, maakte in hoog tempo kennis met nieuwe technieken als coronair angiografie en echocardiografie, en met nieuwe behandelingsmogelijkheden als de hartbewakingseenheid en de hartchirurgie. Bij deze laatste ontwikkeling was er wel eens een verschil van mening over indicatiestelling en aanpak tussen de cardioloog en de cardiochirurg. Wanneer dan beide partijen op hun standpunt bleven staan kon dat leiden tot een conflict, wat dan ook in Utrecht gebeurde. Het heeft Meijler veel tijd en inspanning gekost om dit tot een goede oplossing te brengen en met een nieuwe cardiochirurg aan de slag te gaan. Komende uit de Durrerschool, en op grond van eigen onderzoek, was het niet verwonderlijk dat Meijler veel expertise had op het gebied van de elektrocardiografie. Hij werd daarom door de World Health Organization uitgenodigd om voorzitter te worden van een internationale commissie die moest komen tot standaardisering van de elektrocardiografische nomenclatuur. Gezien de vorderingen op het gebied van de computer kwam Meijler, die in 1973 aan de wieg stond van de European Journal of Cardiology, met het voorstel om in Nederland een Deltaplan elektrocardiografie uit te voeren met centrale opslag van het elektrocardiogram van iedere Nederlander. De computer bleek echter niet in staat om gezien de individuele variaties in elektrische signalen bij de mens tot een bevredigende classificatie en beoordeling te komen en het plan verdween in de ijskast. Intussen ging hij verder met het onderzoek naar het boezemfibrilleren, met name naar het gedrag van de atrioventriculaire knoop hierbij. Dit bracht hem tot een vergelijkend 98 levensberichten en herdenkingen 2011

onderzoek naar de atrioventriculaire geleiding bij zoogdieren van klein tot groot. Naast muis, rat en konijn kwamen ook paard, leeuw en olifant aan de beurt. In februari 1989 werd aan de westkust van Mexico een poging gedaan om met het elektrocardiogram van een walvis de kroon op het werk te zetten. Dit onderzoek heeft Meijler ruim dertig jaar geboeid en bezig gehouden, culminerend in een wetenschappelijk artikel, geschreven kort voor zijn overlijden, waarin hij aangeeft, kijkend naar de evolutie, bouw en functie van het zoogdierhart, dat dit orgaan zo goed in elkaar zit dat er tijdens de evolutie nauwelijks aanpassingen nodig waren. In 1983 nam Meijler afscheid als hoogleraar en hoofd van de cardiologische afdeling van het Academisch Ziekenhuis te Utrecht en kon hij terugzien op een periode van zestien jaar waarin hij een innovatief bedrijf had gecreëerd waarin onderzoek en goede patiëntenzorg samengingen. Hij werd vervolgens directeur van het Interuniversitair Cardiologisch Instituut (ICI). Het ICI was in 1972 door Durrer opgericht als een samenwerkingsverband tussen de universitaire cardiologische afdelingen van Amsterdam (Gemeentelijke en Vrije Universiteit), Utrecht, Rotterdam en Nijmegen. Later zouden ook Leiden en Groningen en de in 1972 nog niet bestaande Universiteit van Maastricht hierbij aansluiten, waardoor alle universitaire cardiologische afdelingen participeerden in het ICI, resulterend in de naam Interuniversitair Cardiologisch Instituut Nederland (ICIN). De bedoeling van het ICIN was om zowel ten aanzien van het cardiologisch onderzoek en onderwijs intensief samen te werken en bij de verschillende activiteiten op deze gebieden te komen tot de beste keuzes ten aanzien van locatie en mensen. Dat was voor het bestuur van de deelnemende universiteiten een revolutionaire en moeilijk te accepteren ontwikkeling. Immers iedere universiteit probeerde (en dat is nog steeds het geval!) de ander de loef af te steken bij het binnenhalen van geld en goede onderzoekers. Het kostte Durrer dan ook veel moeite om de diverse universiteiten te overtuigen. Belangrijk hierbij was de hulp van Arie Johannes Piekaar, directeur-generaal van het Ministerie van Onderwijs en Wetenschappen, de latere voorzitter van het ICIN-bestuur. Hij zorgde ervoor dat de kosten van het ICIN op de begroting van het departement kwamen en dat het voor het ICIN beschikbaar gestelde geld gelijkelijk werd verdeeld over de deelnemende universiteiten, die dat daarna moesten afdragen aan het ICIN! levensberichten en herdenkingen 2011 99

Het ICIN is over een breed front betrokken geweest in het verwerven van nieuwe kennis op het gebied van diagnostiek en behandeling van hart- en vaatziekten. Dit werd mede bevorderd door het aanstellen van buitengewone ICIN-hoogleraren op nieuwe ontwikkelingen in cardiovasculair onderzoek, die dan landelijk hierin een voortrekkersrol moesten spelen. Het leidt geen twijfel dat ook hierdoor het ICIN een belangrijke rol is gaan (en blijven!) spelen in de vooraanstaande internationale positie die Nederland op het gebied van cardiovasculair onderzoek inneemt. Op 1 juli 1983 legde Durrer om gezondheidsredenen het voorzitterschap van de Wetenschappelijke Raad en de directie van het ICIN neer en werd Meijler zijn opvolger. Dit bracht een aantal veranderingen met zich mee, zoals de verhuizing van het Wilhelmina Gasthuis naar het Academisch Ziekenhuis Utrecht (AZU). Tevens brak de tijd aan van internationale evaluatie van de activiteiten van het ICIN. Daarnaast vroeg een sterke toename van de onderzoeksactiviteiten en de financiering daarvan om meer en meer tijdsinvestering en werd dit voor Meijler, als directeur en voorzitter van de Wetenschappelijke Raad een dagtaak. Een andere belangrijke ontwikkeling was dat op grond van de nieuwe Wet op het Wetenschappelijk Onderwijs het ICIN als interuniversitair instituut niet meer rechtstreeks onder het Ministerie van O&W viel, maar zich moest aansluiten bij bestaande organisaties belast met wetenschappelijk onderwijs en onderzoek. De wens om niet onder een van de universiteiten ondergebracht te worden maar onafhankelijk te blijven, bracht Meijler ertoe (hij was sinds 1983 KNAW-lid) contact op te nemen met David de Wied, de toenmalige president van de Akademie. De Wied stond vierkant achter het plan om het ICIN onder de paraplu van de KNAW te brengen, waardoor het ICIN voortaan zijn zaken kon regelen met het bestuur van de KNAW in plaats van met het ministerie. In 1989 verhuisde directie, financiële administratie en secretariaat van het ICIN van het oude AZU-terrein naar een makkelijk bereikbaar kantoorpand in Utrecht, vlak naast het centraal station. Hier was ook vergaderruimte aanwezig voor de Wetenschappelijke Raad en de projectgroepen. Op 1 januari 1993 trad Meijler terug als hoofd van het ICIN. Onder zijn leiding was het instituut uitgegroeid tot een nationaal cardiologisch samenwerkingsverband waar ook in het buitenland met jaloezie naar gekeken werd. Hij was in de loop van de jaren Mr ICIN geworden en de motor achter de overgang als wetenschappelijk instituut naar de KNAW, wat ook op 1 100 levensberichten en herdenkingen 2011

januari 1993 werd geëffectueerd. Op 28 april 1993 hield hij in de Domkerk van Utrecht zijn afscheidsrede. Meijler was een begaafd spreker en schrijver. Niet alleen over cardiologische onderwerpen maar ook over veel andere zaken, zoals het loten voor een plaats voor de opleiding geneeskunde, het verbod op de bitterbal van de Nederlandse Hartstichting en euthanasie. Je kon hem beter niet als tegenstander hebben, want hij was noch verbaal, noch als schrijver te evenaren. Frits Meijler was een trouw en actief KNAW-lid, nooit benauwd om een afwijkende mening overtuigend te verdedigen. Hij had een groot internationaal netwerk en heeft in binnen- en buitenland veel belangrijke bestuursfuncties vervuld. Ook na zijn afscheid bleef hij het ICIN nauwlettend volgen, waarbij hij mij als zijn opvolger vaak goede raad gaf. Dat was ook nodig, want binnen de KNAW bleef het ICIN voor sommige directieleden een vreemde eend in de bijt (geen groot gebouw waarin het onderzoek plaatsvindt, onderzoekers verspreid over het hele land, etc.). Tot heel recent moest Meijler dan in stelling worden gebracht om de unieke kwaliteiten en daarmee gepaard gaande hoogwaardige onderzoeksactiviteiten van het ICIN te duiden. Frits Meijler heeft in zijn leven, met zijn tomeloze energie en aanstekelijk enthousiasme, laten zien dat het voor onderzoek niet uitmaakt of je 30 jaar bent of 85. Als een rode draad liep in al die jaren zijn onderzoek naar structuur en functie van het hart bij zoogdieren. Tot vlak voor zijn overlijden heeft hij hieraan gewerkt en erover gepubliceerd. Naast bovengenoemde eigenschappen die Meijler succesvol maakte als cardioloog, onderzoeker, leider van een academische cardiologische afdeling en het ICIN was Frits een geweldige vriend. Ook daarin was hij samen met zijn vrouw Annemarie voor velen van ons een uitblinker. Ook die herinnering blijft en stemt tot dankbaarheid. levensberichten en herdenkingen 2011 101