Doorrekening Motie Verhagen, Van Aartsen en Dittrich



Vergelijkbare documenten
Ex ante budgettaire effecten VVD tegenbegroting 2008

Ex ante budgettaire effecten tegenbegroting PVV 2009

Ex ante budgettaire effecten tegenbegroting D

Ex ante budgettaire effecten tegenbegroting VVD 2009

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting PVV

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting VVD

CPB Notitie 3 oktober Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2012 SP. Op verzoek van de SP

PARTIJ VOOR DE VRIJHEID TEGENBEGROTING 2009

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie ChristenUnie. Datum: 23 september 2013 Betreft: Ex ante budgettaire effecten tegenbegroting ChristenUnie

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting GroenLinks

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie D66. Datum: 21 september 2016 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting D66

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie CDA. Datum: 18 september 2014 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting CDA

Ex ante budgettaire effecten D66 tegenbegroting 2008

Datum: 16 september 2015 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting ChristenUnie

Kwalitatieve gevolgen voor de werkgelegenheid op korte termijn van de tegenbegrotingen

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie Partij Van Vliet

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2014 D66 Op verzoek van D66

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie ChristenUnie. Datum: 21 september 2016 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting ChristenUnie

Ex ante budgettaire effecten SP tegenbegroting

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2014 ChristenUnie Op verzoek van de ChristenUnie

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting PLUS Op verzoek van 50PLUS

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie GroenLinks. Datum: 16 september 2015 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting GroenLinks

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie GroenLinks. Datum: 18 september 2014 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting GroenLinks

Analyse economische effecten Begrotingsafspraken. Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting D66

CPB Notitie. 1 Inleiding. 2 Wijzigingsvoorstellen van GroenLinks. 2.1 Ombuigingen. Aan: Tweede Kamerfractie GroenLinks

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie SP. Datum: 16 september 2015 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting SP

Economische effecten wijzigingsvoorstellen Miljoenennota 2003 ChristenUnie-fractie

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie GroenLinks. Datum: 21 september 2016 Betreft: Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting GroenLinks

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2014 CDA Op verzoek van het CDA

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie Partij Van Vliet

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2012 GroenLinks Op verzoek van GroenLinks

Ex-ante budgettaire effecten Begrotingsafspraken 2014 Uitgevoerd op verzoek van het kabinet en de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Economische effecten tegenbegroting ChristenUnie 2006

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting SP

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2012 D66 Op verzoek van D66

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2012 ChristenUnie Op verzoek van de ChristenUnie

CPB Notitie 19 september Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2019 van GroenLinks, PvdA en SP. Op verzoek van GroenLinks, PvdA en SP.

Economische effecten van een verlaging van de administratieve lasten

Economische effecten tegenbegroting ChristenUnie 2005

Ex ante budgettaire effecten GroenLinks tegenbegroting

Ex ante budgettaire effecten SP tegenbegroting 2008

Bijlage E: Het PVV-programma

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2012 PvdA Op verzoek van de PvdA

Doorrekening Catshuispakket: hoofdtabellen Uitgevoerd op verzoek van de minister-president

Tekortreducerende maatregelen

Bijlage L Toelichting op economische termen

Ex-ante budgettaire effecten fiscaal plan VNL Uitgevoerd op verzoek van de politieke partij Voor Nederland

RAMINGSTOELICHTINGEN. Toelichting op de ramingen van de budgettaire effecten van de maatregelen in de nota van wijziging bij het Belastingplan 2018.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Sociaal akkoord aow en Witteveenkader Op verzoek van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Economische effecten tegenbegroting GroenLinks 2004

De politieke plannen op een rijtje

Economische effecten tegenbegroting SP 2005

Verwerking wet Verlenging Loondoorbetaling bij Ziekte in CEP 2004

50PLUS heeft acht prioriteiten verwerkt in zijn Tegenbegroting 2019:

SP-voorstel fiscale behandeling eigen woning

CPB Notitie. Samenvatting. Aan: Ministerie van SZW

Wat verandert er in 2014?

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Overzicht

Regeling van een tegemoetkoming voor chronisch zieken en gehandicapten (Wet tegemoetkoming chronisch zieken en gehandicapten)

Bijlage 2: gevolgen verhoging energiebelasting op aardgas in de eerste schijf met 25%

Financiële bijlage D66-verkiezingsprogramma

Eerste koopkracht-indicaties Kunduz-akkoord. Maatregelen

Wijziging van enkele belastingwetten en enige andere wetten (Belastingplan 2015) Het voorstel van wet wordt als volgt gewijzigd:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Van Martin Heekelaar Datum 30 oktober 2012 Betreft

Verandering is dichterbij dan je denkt

CPB Notitie. 1 Inleiding. Aan: Ewout Irrgang (SP) Datum: 4 november 2011 Betreft: SP alternatief voor de premiestelling ZVW

CPB Notitie. 1 Inleiding. Tweede Kamerfractie GroenLinks. Datum: 23 september 2013 Betreft: Ex ante budgettaire effecten tegenbegroting GroenLinks

Ex-ante budgettaire effecten tegenbegroting 2014 GroenLinks Op verzoek van GroenLinks

Vaste commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid

Economische effecten tegenbegroting PvdA 2004

CPB Memorandum. Economische effecten VpB-pakket

- Daarnaast is in 2012 de bijdrage van werkgevers verhoogd van ruim 700 miljoen naar ruim 1 miljard.

Advies aan B&W 6 november 2012

Effect van maximaal fiscaal gefaciliteerd pensioengevend inkomen

Nieuwsbrief van d.d

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Belastingpakket 2019: huishoudens krijgen meer te besteden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Beantwoording Kamervragen internetbijlagen miljoenennota

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Nummer : 01/47 Datum : 19 september 2001 Aan : Tweede Kamer fractie GroenLinks

Economische effecten tegenbegroting PvdA 2005

Centraal Economisch Plan 2019

Nummer : 02/36 Datum : 20 maart 2002 Aan : Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid

CPB Notitie 26 april Ex-ante budgettaire effecten pakket PvdA

Doorrekening mondzorg Uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport

Nieuwsbrief september 2011

Wijziging van de Wet inkomstenbelasting 2001 tot het geleidelijk uitfaseren van de aftrek wegens geen of geringe eigenwoningschuld

Analyse economische effecten financieel kader

CPB Notitie 16 augustus Houdbaarheidsberekeningen. Uitgevoerd op verzoek van Flip de Kam

Beleidsvarianten met Saffier-II

Transcriptie:

CPB Notitie Datum : 29 september 2004 Aan : Minister President ad interim Doorrekening Motie Verhagen, Van Aartsen en Dittrich 1 Inleiding Het CPB heeft op verzoek van de Minister President ad interim de financieel-economische gevolgen van de motie van de leden Verhagen, Van Aartsen en Dittrich van 28 september 2004 bezien. Uitgangspunt vormen de kabinetsvoorstellen in de Miljoenennota 2005, zoals deze door het CPB in de MEV 2005 zijn verwerkt. Wijzigingsvoorstellen in de motie Verhagen c.s. worden afgezet tegen het voorgenomen kabinetsbeleid; terugdraaien van een ombuiging (lastenverzwaring) van het kabinet betekent daarom een intensivering (lastenverlichting). De motie heeft betrekking op de begroting voor de jaren 2005 t/m 2007. In deze notitie wordt alleen gekeken naar de effecten voor 2005, conform de werkwijze in de MEV en bij de tegenbegrotingen. Het CPB is, gelet op de zeer korte tijd die voor de doorrekening beschikbaar is, niet in staat de macro-economische effecten en de gevolgen voor de koopkracht naar huishoudtypen integraal door te rekenen. Deze notitie richt zich daarom vooral op de ex ante gevolgen voor het EMU-saldo en de microlasten. In de slotparagraaf wordt wel in kwalitatieve zin aandacht besteed aan de macro-economische effecten. 2 Wijzigingsvoorstellen motie De wijzigingsvoorstellen van de coalitiepartijen impliceren een ex ante verbetering van het EMU-saldo met 0,04 mld euro (tabel 2.1). Door het CPB is niet gerekend met intertemporele compensatie. 1

Tabel 2.1 Budgettaire afwijkingen t.o.v. Miljoenennota, 2005 mld euro Effect voorstellen (+ = EMU-saldo verbeterend): Ombuigingen 0,12 Intensiveringen 0,20 EMU-relevante lasten 0,12 Ex ante effect op EMU-saldo 0,04 2.1 Uitgaven Tabel 2.2 vat de wijzigingsvoorstellen voor de collectieve uitgaven samen. In totaal wordt 0,12 mld euro aan ombuigingen voorgesteld, waartegenover 0,20 mld euro aan intensiveringen staan. 2.1.1 Ombuigingen Op onderwijs wordt 0,01 mld euro omgebogen. De coalitiepartijen willen 0,03 mld euro korten op het budget voor externe advisering/bureaucratie bij de ministeries van VROM en OCW (cluster overig openbaar bestuur). Deze taakstelling komt bovenop de reeds beoogde aanzienlijke volume- en efficiencytaakstellingen. Daarom rekent het CPB met de helft van dit bedrag. Op overheidsvoorlichting en adviesraden willen de coalitiepartijen 0,02 mld euro bezuinigen. Ook hier rekent het CPB met de helft van dit bedrag, omdat onvoldoende inzicht bestaat in de mogelijkheden om deze ombuiging op korte termijn te realiseren. Voorts wordt een additionele efficiencystaakstelling voor agentschappen/zbo s opgelegd (0,01 mld euro). De milieusubsidies worden met 0,01 mld euro gekort door minder grondaankopen voor verbetering van de Ecologische Hoofdstructuur. De coalitiepartijen willen 0,03 mld euro korten op de uitvoeringskosten van reïntegratiesubsidies. Het overgrote deel van de reïntegratieactiviteiten wordt uitgevoerd door gemeenten, waarvoor deze een vrij besteedbaar flexibel reïntegratiebudget ontvangen. Vanwege het vrij besteedbare karakter is een besparing enkel op de uitvoeringskosten lastig te realiseren. Deze korting is daarom ingevuld als een korting van het totale flexibele reïntegratiebudget. De kosten van niet EU-studenten worden toegerekend aan het budget voor ontwikkelingssamenwerking (0,01 mld euro). De heffingsrente wordt verhoogd met 1%. De nieuwe regeling kan pas worden toegepast over rente die is verschuldigd over een periode die aanvangt op of na 1 januari 2005, zodat de opbrengst in het eerste jaar 0,03 mld euro bedraagt. De heffingsrente valt onder de nietbelastingmiddelen. 2

Tabel 2.2 Ombuigingen en intensiveringen, 2005, in mld euro Ombuigingen Intensiveringen Naar beleidsmatige clusters Arbeidsvoorwaarden collectieve sector Defensie Onderwijs 0,01 0,07 Openbare orde 0,01 Gemeenten en provincies 0,01 0,02 Overig openbaar bestuur 0,03 Infrastructuur Volkshuisvesting Openbaar Vervoer Milieusubsidies 0,01 Overige subsidies 0,01 Sociale zekerheid 0,03 0,08 Zorg 0,01 EU-afdrachten Ontwikkelingssamenwerking 0,01 Niet-belastingmiddelen 0,03 Totaal 0,12 0,20 Naar budgetdiscipline sectoren Rijksbegroting in enge zin 0,07 0,11 Sociale zekerheid en arbeidsmarkt 0,03 0,08 Zorg Overig EMU-relevante uitgaven 0,03 Totaal 0,12 0,20 2.1.2 Intensiveringen De coalitiepartijen trekken 0,07 mld euro extra uit voor onderwijs. Dit geld wordt gebruikt om de bezuinigingen op het onderwijsachterstandenbeleid te compenseren (0,04 mld euro), het collegegeld niet te verhogen (0,02 mld euro) en de maatregelen ten aanzien van niet-eu studenten terug te draaien (0,01 mld euro). Er wordt 0,01 mld euro uitgetrokken voor veiligheid (meer politie). De doorwerking van het pakket op het gemeente- en provinciefonds is per saldo vrijwel nihil. De coalitiepartijen verhogen de cultuursubsidies met 0,01 mld euro. In plaats van het volledig anticumuleren van de ontslagvergoeding met de WW-uitkering stellen de coalitiepartijen voor om de ontslagvergoeding te maximeren op één netto jaarsalaris. Er zijn twee vormen van ontslagvergoedingen: periodieke, bovenwettelijke aanvullingen voortvloeiend uit cao-afspraken en daarnaast ontslagvergoedingen ineens, veelal volgens de kantonrechtersformule (een dienstjaar betekent één maandsalaris ontslagvergoeding). De voorgestelde maximering van de ontslagvergoeding heeft op beide regelingen waarschijnlijk een gering effect, waardoor de door het kabinet ingeboekte bezuiniging vrijwel wegvalt. 3

Periodieke, bovenwettelijke uitkeringen bedragen gemiddeld ongeveer 10% van het laatstgenoten loon in de eerste drie WW-jaren 1 en liggen daarmee ruim onder het voorgestelde maximum. Ook ontslagvergoedingen zullen nauwelijks beperkt worden. Aangezien meer dan driekwart van de werknemers 12 jaar of minder bij eenzelfde werkgever werkt, en de kans op ontslag afneemt met het aantal dienstjaren, wordt het overgrote deel van de betaalde ontslagvergoedingen niet beïnvloed door de beperking tot een jaarsalaris. De beperking van bruto naar netto leidt tot een inperking van het maximumbedrag met ongeveer 70% en treft dus werknemers met een bruto-ontslagvergoeding tussen de 8 en 9 maanden. Volgens een zeer globale raming leidt dit tot een besparingsverlies van 0,06 mld euro ten opzichte van het ingeboekte besparingsbedrag van 0,075 mld euro in de MEV. De coalitiepartijen draaien het voorstel van het kabinet om de leeftijdsgrens voor de IOAW op te trekken naar 55 jaar terug (0,02 mld euro). Niet duidelijk is wat met voetnoot 2 in de motie wordt bedoeld (IOAW kent geen vermogenstoets). Voor jeugdzorg wordt 0,01 mld euro uitgetrokken. 2.2 Lastenmaatregelen De coalitiepartijen verzwaren de microlasten met 0,12 mld euro. Dit is het saldo van 0,15 mld euro lastenverlichting voor bedrijven en 0,27 mld euro lastenverzwaring voor gezinnen. De plannen van de coalitie verzwaren de administratieve lasten. Met name de verlaging van de aanslaggrens inkomstenbelasting van 217 euro naar 40 euro en de invoering van een aparte investeringsfaciliteit voor bestelauto s dragen hieraan bij. Milieu Verondersteld is dat het grijze kenteken voor bestelauto s wordt gekoppeld aan het echte (fiscale) ondernemerschap via een nieuw te introduceren speciale investeringsfaciliteit voor bestelauto s in de vennootschaps- en inkomstenbelasting. Teruggaaf van de MRB en BPM op bestelauto s vindt alleen plaats indien er voldoende belastbare winst uit onderneming wordt gemaakt. Hier staat tegenover dat het fiscale voordeel in de motorrijtuigenbelasting (MRB) en de BPM in één keer wordt afgeschaft, waar in de kabinetsplannen werd uitgegaan van een gefaseerde afschaffing in drie jaar. De budgettaire kosten van deze maatregelen bedragen per saldo 0,38 mld euro. Er is van uitgegaan dat bij deze invulling van het grijze kenteken de compensatie voor gehandicapten niet vervalt. Bovendien willen de coalitiepartijen het BPMvoordeel voor accessoires afschaffen (0,04 mld euro) en de MRB verhogen (0,05 mld euro). Deze maatregelen rond het grijze kenteken verlichten de lasten in 2005 met per saldo 0,29 mld 1 Zie voor gegevens over bovenwettelijke aanvullingen bij werkloosheid in cao s: C. Boos, A. Nagelkerke, T. Serail (2001), Sociale zekerheidsafspraken tussen werkgevers en werknemers, IVA-Tilburg, Tilburg/Den Haag, tabel 5.2 op pagina 98. 4

euro. Dit is het saldo van een lastenverzwaring voor gezinnen van 0,19 mld euro (doordat het onbedoeld gebruik van de regeling niet meer mogelijk is) en een lastenverlichting voor bedrijven van 0,48 mld euro. De energiebelasting wordt 0,10 mld euro minder verhoogd. Daar staat tegenover dat het budget voor de energie-investeringsaftrek wordt afgetopt (0,10 mld euro) Er wordt accijns geheven op kerosine op binnenlandse vluchten (0,01 mld euro). Op grond van internationale verdragen (Verdrag van Chicago en daarop gegronde bilaterale luchtvaartverdragen) kan Nederland niet eenzijdig accijns heffen op kerosine op internationale vluchten. De coalitiepartijen willen een heffing invoeren op milieu-onvriendelijke smeermiddelen. Volgens informatie van het ministerie van Financiën is invoering echter pas mogelijk per 1-1- 2006, omdat de vormgeving en toepassingsgebied (tot de smeermiddelen behorende producten zoals b.v. motorolie, tandwielolie, versnellingsbakolie, schokbrekerolie, hydraulische olie, bepaalde vetten, machinesmeermiddelen) nader onderzoek en uitwerking vergt. Inkomen en arbeid De coalitiepartijen beperken de verhoging van de zelfstandigenaftrek die het kabinet voorstelt met 0,14 mld euro. De coalitiepartijen verhogen de eindheffing op spaarloon van 20 naar 25% (0,1 mld euro). De aanslaggrens IB wordt verlaagd van 217 naar 40 euro. Dit betekent een lastenverzwaring van 0,09 mld euro. Eenieder bij wie het verschil tussen reeds betaalde voorheffingen en nog te betalen inkomstenbelasting meer bedraagt dan 40 euro moet voortaan een aangifte inkomstenbelasting indienen. Deze verlaging van de aanslaggrens betekent dat ongeveer 280 duizend personen die eerder geen aangifte inkomstenbelasting hoefden in te vullen, dit voortaan wel moeten gaan doen. Het voorstel van de coalitie om jonggehandicapten (Wajong) een extra heffingskorting van 100 euro per jaar te verschaffen kost 0,01 mld euro. Winst en vermogen Het budget voor de kleinschaligheids-investeringsaftrek wordt afgetopt (0,1 mld euro). Overig Voor fiscale faciliëring van de filmindustrie wordt 0,02 mld euro uitgetrokken. 5

Tabel 2.3 Microlasten, 2005, in mld euro Milieu 0,28 Inkomen en arbeid 0,32 Winst en vermogen 0,10 Overig 0,02 Totaal 0,12 w.v. bedrijven 0,15 w.v. gezinnen 0,27 3 Macro-economische effecten De hiervoor beschreven maatregelen hebben per saldo geen noemenswaardig effect op de economische groei, de werkgelegenheid en de inflatie in 2005. De verschillende maatregelen in de fiscale sfeer leiden tot een verschuiving van belasting op inkomen (VpB en IB) naar belasting op productie en invoer (MRB en BPM). Dat resulteert per saldo in iets lagere kosten voor bedrijven, maar het drukkend effect daarvan op de inflatie is verwaarloosbaar. Sommige maatregelen hebben gevolgen voor het inkomen van zelfstandigen en werknemers, maar dat heeft per saldo geen effect op de particuliere consumptie. Hoewel geen afzonderlijke berekeningen zijn gemaakt voor de koopkracht naar huishoudentypen kan, gelet op de samenstelling van het pakket maatregelen en de geringe gevolgen voor de inflatie, ervan worden uitgegaan dat de koopkrachteffecten nihil zijn. Het gevolg van voorgestelde wijzigingen ten aanzien van de BPM en MRB voor bestelwagens met een grijs kenteken en de bijbehorende nieuwe investeringsfaciliteit is dat de anticipatieverkopen in 2004 zich waarschijnlijk niet of nauwelijks zullen voordoen. Daardoor zal ook de uit dien hoofde verwachte daling van de investeringen in wegvervoer volgend jaar niet optreden, wat een opwaarts effect heeft op de groei van de bedrijfsinvesteringen in 2005. Omdat de meeste bestelwagens worden ingevoerd, heeft deze maatregel echter vrijwel geen positief effect op de economische groei in 2005. De doorwerking van de macro-economische effecten op het EMU-saldo 2005 zal vrijwel nihil zijn. Wel verbetert het EMU-saldo 2005 met circa ¼ mld euro met name doordat de speciale investeringsfaciliteit voor bestelauto's in de VpB en IB pas met vertraging in lagere kasontvangsten tot uiting komt. Hier staat een even groot liquiditeitsnadeel voor ondernemers tegenover. 6