VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN



Vergelijkbare documenten
1. ORGANISATIE VAN DE PREVENTIE EN BESCHERMING

Bouwplaatsreglement. Definities:

Aanvraag unieke vergunning Veiligheids en gezondheidsplan - Probam

Het veiligheidsplan: Onderaanneming Betontrappen Geerts bvba

Circulaire BRANDPREVENTIE

Circulaire BRANDPREVENTIE

Reglement veiligheidsregels voor derden.

Introductie uitzendkrachten

Het kader van het Welzijn op het Werk Toelichting bij de wet van 4 augustus 1996

-1- Over welke domeinen gaat de V&G-wetgeving? -1- Voor wie geldt de V&Gwetgeving? -1- Noem de twee vormen van overleg.

KB van 28 maart 2014 Brandpreventie op de arbeidsplaatsen

1. Organisatie veiligheid, gezondheid en milieu:

Plan van aanpak. Elektrisch materieel / installaties in kaart brengen Plan uitwendige invloeden opmaken

VOORAL DE ALINEA S IN HET ROOD ZIJN ZEER BELANGRIJK VOOR HET JAARMARKTGEBEUREN

Codex over het welzijn op het werk. Boek IX.- Collectieve bescherming en individuele uitrusting. Titel 1. Collectieve beschermingsmiddelen

SPECIFIEK VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN RMT-GEB-VBP-SP PROVINCIE VLAAMS- BRABANT - PROVINCIEHUIS

7 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

(Ernstige) arbeidsongevallen & -aangifte

Adviesverlening & begeleiding Preventie en welzijn. Brand & evacuatie gebruikers gc Berkenhof

6 Documenten te bezorgen door aannemer bij zijn inschrijving

Werken met derden. - Werknemers van derden mogen geen informatie over de installaties en (product-)processen aan derden meedelen.

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

De aannemer kan een attest VCA of Be Sacc voorleggen. In elk geval dient de aannemer zich minstens te houden aan volgende vereisten:

REGLEMENT WERKEN MET DERDEN

Veilig werken & doen veilig werken

Intern transport. Ignaas Crombez Malle 31 maart 2015

Volledige golfterrein (huidig 9-holes)

De doelstellingen van de Arbowet zijn: het verbeteren van de veiligheid en gezondheid van medewerkers

1 COÖRDINATIE-INSTRUMENTEN

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET ICT-LOKAAL VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE

FICHE UITRUSTING VAN DE ARBEIDSPLAATSEN

Veiligheidsregels voor Extern Personeel. Chris Chantrain - Coördinerend Preventieadviseur Scholengemeenschap Voorkempen

Afbraakwerken Wettelijk kader. 17 maart 2016 ir. Tom Vermeersch sociaal inspecteur TWW- FOD WASO

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

RICHTLIJNEN: WERKEN MET DERDEN 1. VOORWOORD 2. BASISPRINCIPES EN WETGEVING: Versie feb /7

VEILIGHEIDS EN GEZONDHEIDSPLAN (Volgens KB Tijdelijke en Mobiele bouwplaatsen dd )

Vooraf gemelde examenvragen opleiding VC A en B op TMB

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

TOOLBOXMEETING VEILIGHEID- EN GEZONDHEIDSSIGNALISATIE

BRANDPREVENTIE. op de arbeidsplaatsen.

KU LEUVEN VEILIGHEID EN GEZONDHEIDSPLAN VOOR DE WERKEN W7942 INBRAAKBEVEILIGING GELIJKVLOERS DEEL A

Aanvraagformulier Evenementen

Hoofdstuk I. - Bepalingen betreffende de collectieve beschermingsmiddelen. Afdeling 1. - Toepassingsgebied en definities

Controle van hefwerktuigen. Bliksemacties van Toezicht Welzijn op het Werk

ALGEMEEN VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN IST-GEB-HUI Provinciedomein Huizingen

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN LOKALEN IN KUNSTACADEMIE TER BEUKEN

ALGEMEEN BOUWPLAATSREGLEMENT (Procedure werken met derden)

PERIODIEKE CONTROLES MET BETREKKING TOT BRANDBESTRIJDING

Veiligheidsadvies. Veiligheidsmateriaal. Opleidingen

Task Safety Requirements Working at Height Scaffolding NL. Approved by: HSSE Manager

Werken op hoogte PREVENTIEMAATREGELEN

Welzijn en opleidingen

Een arbeidsongeval: wat nu?

COORDINATIE-DAGBOEK DE MANDATARIS VLAAMSE OVERHEID. Agentschap Facilitair Bedrijf Boudewijngebouw Boudewijnlaan 30 bus Brussel

Codex over het welzijn op het werk. Boek I.- Algemene beginselen. Titel 2. Algemene beginselen betreffende het welzijnsbeleid

Persoonlijke Beschermingsmiddelen

Workshop infodag contactpersonen & directie

- WAT IS BRAND? - BRANDKLASSEN - HOE EEN BRAND BESTRIJDEN? - KLEINE BLUSMIDDELEN - WAT TE DOEN BIJ BRAND - VOORKOMEN VAN BRAND

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

BRAND. Algemene informatie over brand

Toelichting en gebruik V&G-deelplan.

De definities die hier gegeven zijn slaan enkel op deze projecten voor niet particuliere doelen

Wetgeving valbeveiligingsmiddelen

8.2 Bestelprocedure installaties, machines en gemechaniseerde werktuigen

ACTIES BIJ (ZEER) ERNSTIGE ARBEIDSONGEVALLEN VAN UITZENDKRACHTEN

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Veiligheidsinstructiekaart Rolsteiger ARAB - artikel 54 quater 4. en het KB Arbeidsmiddelen (Codex Titel VI Hoofdstuk I artikel 7)

REGLEMENT VOOR HET GEBRUIK VAN HET OUDE SCHOOLGEBOUW VAN DE STEDELIJKE BASISSCHOOL STAAKTE

Bedrijfshulpverleningsplan

1 Orde, zorg en netheid

VEILIGHEID & GEZONDHEIDSPLAN

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten (R-zinnen)

Algemeen Ziekenhuis Vesalius Studenten- Stagiairs

Infosessie bijscholing preventieadviseurs

Algemeen V&G-plan. Project: Installatie van veiligheidsvoorzieningen op daken. IRMM Retieseweg Geel (Besteknr.: 10049)

VEILIGHEIDSADVIEZEN VOOR DE BOUWNIJVERHEID

INFORMATIEFICHE VRIJWILLIGE BRANDWEER SCHOTEN 1/7

Task Safety Requirements Working at Height Roof Work NL. Approved by: HSSE Manager

V

Task Safety Requirements General Requirements NL. Approved by: HSSE Manager

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Veiligheidsbrochure. EOC Belgium Latex Division II. Gelieve badge en nekkoord steeds zichtbaar te dragen. Alarmnummer EOC

Aard der bijzondere gevaren toegeschreven aan gevaarlijke stoffen en preparaten: R-zinnen

WERKEN MET DERDEN VEILIGHEIDSVOORSCHRIFTEN OPDRACHTGEVER:

Richtlijn voor Aannemers

VEILIG WERKEN OP HOOGTE IN EEN SCHOOL. Jan Goos

1 Beschrijving. Infofiche Nr /2017. Kleedkamers, refters, wastafels en toiletten in de werkplaatsen en burelen 1/5

Wat is de rol van een Externe Dienst voor Technische Controles/Erkend Organisme binnen het kader van het Koninklijk Besluit van

COORDINATIEVERSLAG V&G Datum: 13/03/2017 Fase ontwerp

INLICHTINGEN EN AFSPRAKEN BIJ HET GEBRUIK VAN ZALEN

a. Bijlage 1 tekeningen

Procedure Doc nr: PRO 03 Opnemen meterstand Hoogspanningscabine

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

1. RISK & SAFETY ZINNEN

Concordantietabel boek III Arbeidsplaatsen van de codex welzijn op het werk

Korte Checklist. 1. Organisatorische aspecten Zorg voor een brandveilige bedrijfsvoering!

Basisveiligheid voor technische en facilitair departement

VOGELVLUCHT Laatste herziening: 16/10/2007, Versie 1.0 pagina 1 / 5

1. Aanvraagplannen werden ons overgemaakt door 2. Inplantingsplaats: Pijnven - Kerkhoven

Codex over het welzijn op het werk. Boek III.- Arbeidsplaatsen. Titel 2. Elektrische installaties

Transcriptie:

Pag. : 1/32 PROBAM NV Korte Keppestraat 9 bus 21 9320 EREMBODEGEM VEILIGHEIDS- EN GEZONDHEIDSPLAN PROJECT: Sint-Romboutskathedraal Bouwplaats: Onder den Toren 12 2800 Mechelen Opgesteld door: Frank Van Haudt Veiligheidscoördinator ontwerp en verwezenlijking

Pag. : 2/32 Inhoudstabel 1. Algemene gegevens van het te realiseren bouwproject 1.1. Beschrijving bouwproject 1.2. Planning en uitvoeringstermijnen 1.3. Namen en adressen van tussenkomende partijen 2. Bekendmaking hoofdaannemer, onderaannemers, nevenaannemers per uit te voeren werkzaamheid, opgenomen in het bestek 3. Risicoanalyse en preventiemaatregelen ontwerpfase - Methode bepaling risicograad: Kinney-methode - Risicoanalyse en preventiemaatregelen 4. Brandpreventie op bouwplaatsen 5. Coördinatie en samenwerkingsafspraken uitvoeringsfase 6. Algemene veiligheidsmaatregelen 6.1. Organisatie V.G.M. 6.2. Informatieplicht 6.3. Bouwplaatsinrichting 6.4. Collectieve beschermingsmiddelen (C.B.M.) 6.5. Persoonlijke beschermingsmiddelen (P.B.M.) 6.6. Afbakening gevaarlijke zones 6.7. Orde en netheid 6.8. Milieu 6.9. Elektrische installatie 6.10. Arbeidsmiddelen (machines, gereedschap, materieel, ) 6.11. Gevaarlijke producten 6.12. EHBO

Pag. : 3/32 6.13. Asbest 6.14. Medische attesten werknemers 7. Ongevallen-, evacuatie- en rampenplan 7.1. Maatregelen bij ongeval met enkel stoffelijke schade of een schierongeval 7.2. Maatregelen bij arbeidsongeval (met persoonlijk letsel) 7.3. Maatregelen bij brand en/of explosie: evacuatie- en rampenplan 7.4. Noodnummers, nuttige telefoonnummers en raadgevingen 8. Uit te voeren werkzaamheden 9. Risicoduiding uit te voeren werken en veiligheidsplannen aannemers 9.1. Risicoduiding uit te voeren werken: kritieke fasen 9.2. Veiligheidsplannen aannemers 10. Intentieverklaring

Pag. : 4/32 1. Algemene gegevens van het te realiseren bouwproject 1.1 Beschrijving bouwproject Vooronderzoeken betreffende stabiliteit en vooronderzoeken betreffende Afwerking werkzaamheden Indien men de structurele schade wil herstellen in het kader van de restauratiewerken zijn structurele ingrepen noodzakelijk. Voorafgaandelijk onderzoek met inbegrip van scheurmetingen en metingen naar de opbouw is noodzakelijk. De kerk is gelegen binnen de stadskern, vrijstaand op het plein. De kerk blijft open voor diensten aan het publiek. Er zal dus rekening moeten worden gehouden met de aanwezigheid van derden. 1.2 Planning en uitvoeringstermijnen Aanvangsdatum van het bouwproject: nog niet gekend Geplande uitvoeringstermijn fase 0.3: 400 kalenderdagen Geplande uitvoeringstermijn fase 0.4.: 250 werkdagen Vermoedelijk maximum aantal werknemers gelijktijdig op de werf fase 0.3.: 5 man Vermoedelijk maximum aantal werknemers gelijktijdig op de werf fase 0.4.: 7 man

Pag. : 5/32 1.3 Namen en adressen van tussenkomende partijen Naam Adres Contactpersoon Telefoon Fax GSM, E-mail 1.3.1 Opdrachtgever Provincie Antwerpen Koningin Elisabethlei 22, 03/240.67.15 03/240.67.71 2018 Antwerpen 1.3.2 Bouwdirectie ontwerp uitvoering Arter Stoofstraat 30 1000 Brussel Johan Van Dessel Johan Bellaert Evelien Livens 02/513.77.95 02/511.46.04 j.vandessel@arter.be j.bellaert@arter.be e.livens@arter.be 1.3.3 Veiligheidscoördinator ontwerp verwezenlijking Probam nv Korte Keppestraat 9 bus 21 9320 Erembodegem Frank Van Haudt 053/76.85.85 053/76.85.84 Frank.van-haudt@probam.be 0478/96.01.44 2. Bekendmaking hoofdaannemer, onderaannemers, nevenaannemers per uit te voeren werkzaamheid, opgenomen in het bestek Zie coördinatiedagboek.

Pag. : 6/32 3. Risicoanalyse en preventiemaatregelen ontwerpfase - Methode bepaling risicograad: Kinney-methode Waarschijnlijkheid: W Waarde Blootstelling: B Waarde Effect of gevolg: E Materiële schade: S Waarde Te verwachten 10 Bestendig 10 Catastrofe, talrijke doden S > 123946 100 Goed mogelijk 6 Frequent dagelijks 6 Ramp, enkele doden S > 123946 40 Ongewoon maar mogelijk 3 Occasioneel wekelijks 3 Zeer ernstig, dodelijk ongeval S > 123946,76 Euro 15 Enkel in grensgeval mogelijk 1 Ongewoon maandelijks 2 Ernstig letsel S > 12394,68 Euro 7 Denkbaar doch onwaarschijnlijk 0,5 Zelden enkele maanden per maand 1 Belangrijk, ongeschiktheid S > 1239,47 Euro 3 Praktisch onmogelijk 0,2 Zeer zelden éénmaal per jaar 0,5 Te noteren incident, kwetsuur S > 123,95 Euro 1 Virtueel onmogelijk 0,1 Geen enkele blootstelling 0 Geen schade Geen schade 0 Theoretisch onmogelijk 0 Risicograad: R = W x B x E Waarde Zeer hoog risico, stopzetting overwegen > 400 Hoog risico, onmiddellijk te verbeteren 200 400 Belangrijk risico, verbetering vereist 70 200 Mogelijk risico, aandacht vereist 20 70 Misschien aanvaardbaar risico 0 20 Geen risico 0 Om de risicograad visueel eenvoudiger aan te duiden worden in de kolom R (= Risicograad) de volgende symbolen gebruikt: * = lichte schade R: 0-70 ** = zware schade R: 70 400 *** = zeer zware schade (dodelijk) R > 400 - Risico duiding op volgende bladzijde Door de respectivelijke aannemers te evalueren

Pag. : 7/32 3.1. Risicoanalyse en preventiemaatregelen tijdens de uitvoering van de werken (voor alle aannemers): Melding aanvang van de werken: - Tenminste 15 kalenderdagen vóór het begin van de werken dient de algemene aannemer het meldingsformulier aanvang van de werken aan de NAVB en aan het Toezicht op het Welzijn op het Werk te bezorgen. (Codex Titel III: Arbeidsplaatsen en bijlagen I,II,III deel A, III deel B). Tijdelijke vergunning op de werf: BIM - De aannemer dient vóór de start van de werken een milieu-melding of -vergunning aan te vragen voor de installaties die hij op de werf voorziet. - Compressoren en Baterijladers. Bekendmaking onderaannemers: - Alle onderaannemers dienen vóór de start van hun werkzaamheden aan de betrokken partijen (opdrachtgever, ontwerper en veiligheidscoördinator) te worden bekendgemaakt CBM s en samenwerking - Er moet een ssamenwerking worden besproken tussen de verschillende aannemers. - CBM kunnen door een aannemer worden geplaatst en door meerdere worden gebruikt. - Wie plaatst collectieve bescherming en wie zorgt voor het onderhoud. - De in de uitvoering voorziene collectieve maatregelen worden door de aannemers afzonderlijk in hun prijsopgave bepaald. - Wanneer aannemers gebruik kunnen maken van de collectieve bescherming van anderen kan deze dan ook uit de prijsopgave worden gelicht. Kick off meetings -Voor de start der werken zal een algemene veiligheidsvergadering worden belegd. -Hierop zullen de algemene veiligheidsregels worden vastgelegd oveiligheidsovereenkomsten tussen de aannemers ogemeenschappelijk gebruik van infrastructuur, PMB s, stapeling van materiaal, afvalstroom, enz.. -Een dagelijkse start dag meeting kan belegd worden met wederzijdse bekendmaking van werk zone, stapeling, risico s ( wanneer aannemers elkaar begrijpen worden veel problemen voorkomen) Asbest: - Bij vermoeden van Asbest dient de procedure te worden opgestart.

Pag. : 8/32 Werfafsluiting: - Buiten de kerk dient een afgebakende zone te worden ingericht waar de hoogwerkers kunnen worden opgeladen en eventueel stellingmateriaal kan worden geladen. - Eventueel kan hier tevens de werfkeet en een sanitair blok worden voorzien. - Er dienen met de stad duidelijke afspraken worden gemaakt in verband met het gebruik van de ruimte voor evenementen, marktkramen en dergelijke. Werkzaamheden in site met derden Welzijnswet 04/08/1996 en wijzigingen hoofdstuk IV art. 7-13: - De kerk zal in de periode van de werkzaamheden verder gebruikt worden, huwelijken, begrafenissen en dergelijke. - De zone waarin gewerkt wordt zal dus volledig afgebakend worden van de bezoekerszone. - De zone waar niet gewerkt wordt zal steeds proper worden gehouden. Werfvoorziening Elektriciteit/water De algemene aannemer zorgt voor een eigen werfkast of stroomgenerator met voldoende capaciteit die hij nodig heeft voor de werkzaamheden. De werfkast dient vóór ingebruikname te worden gekeurd. Water kan via de hydrant op het plein worden voorzien. Aanvraag via de stad EHBO Stof Iedere aannemer is gehouden een EHBO koffer en een draagbaar op de werf te voorzien Iedere aannemer heeft een EHBO helper in zijn ploeg. Stof aangezien het verdere gebruik van de kerk een ernstig probleem, waar de nodige aandacht dient aan besteed te worden. Vloeren en meubilair worden volledig afgedicht. De zone waar gewerkt wordt dient van boven naar onder volledig te worden afgedicht met stofwand of gordijn.

Pag. : 9/32 Voorlopige verlichting De aannemer voorziet verlichting voor zijn uit te voeren werken Gezien er grotendeels gewerkt wordt vanuit hoogwerkers dient bijzonder aandacht te worden besteed aan een niet verblindende verlichting. Er dient dus voldoende algemene verlichting te worden geplaatst. Sanitaire voorzieningen De toiletvoorziening geplaatst door de algemene aannemer dient tot einde van de volledige werken op de werf aanwezig te zijn. Het reinigen van de toiletvoorziening valt ten laste van de algemene aannemer Beschikbare plaats op de werf Zone voor stockage van materialen Zone voor stockage van materieel Keet en sanitair EHBO post Valgevaar: Er is een grote hoogte voor het uitvoeren van werken. Er zal een exacte procedure dienen opgesteld te worden voor werken op hoogte per methode. In een hoogwerker is een veiligheidsharnas een wettelijke verplichting. Het boven elkaar uit te voeren werkzaamheden: Iedere aannemer dient in het bijzonder rekening te houden met andere boven- en ondergelegen werkzaamheden van andere aannemers (op gevelstelling en hoogwerkers). Hiertoe dient voorzichtigheid te worden geboden bij het gebruik van materiaal, materieel, machines en afval zodat deze niet naar beneden vallen op werknemers die eronder werkzaamheden uitvoeren. Werkzaamheden in kruipruimten - Wanneer werken worden uitgevoerd in beperkte ruimtes dienen alle wettelijke voorschriften te worden nageleefd. - Er zijn roosters in de kerkvloer. Misschien worden hier elektrische aansluitingen uitgevoerd. - Er kan gewerkt worden tussen de spanbogen van de kerk en het dakgebinte. - Elektrische handmachines van het type draadloos is aangewezen.

Pag. : 10/32 - Er mag nooit alleen gewerkt worden. - Manwacht is verplicht bij risico s op slechte luchtkwaliteit Hout en staalbehandelingsproducten - Gebruik van waterhoudende producten indien mogelijk - Gevaarlijke producten dienen in een afgesloten ruimte of container te worden geborgen. - MSDS fiches op de werf. Elektriciteit - - Elektriciteit is een niet zichtbaar risico. - Kabels in de omgeving van werkzaamheden, en die onder spanning blijven, worden gesignaleerd. As built dossiers: - Het as built dossier dient bij voorlopige oplevering aan de opdrachtgever te worden overhandigd. - Het as built dossier bevat onder andere volgende gegevens: Technische materiaalfiches Keuringsattesten elektrische installatie, gasinstallatie, liften, EG-verklaringen van overeenstemming Berekeningsnota s Gebruiksaanwijzingen Onderhoudsvoorschriften Informatie voor de latere herstelling, vervanging of ontmanteling van materialen, constructie-elementen en toestellen

Pag. : 11/32 3.2. Risicoanalyse en preventiemaatregelen van het project (met inbegrip: veiligheidsvoorzieningen voor de latere uit te voeren werkzaamheden): Evacuatie pictogrammen Evacuatieverlichting Evacuatievoorziening gehandicapten Bliksembeveiliging Verwarmingsinstallatie op gas of elektriciteit Muren bekleding: Galm effect Materiaalgebruik: Verf en lijmproducten:

Pag. : 12/32 4. Brandpreventie op bouwplaatsen Algemene preventiemaatregelen: - De realisatie van de definitieve brandpreventiemaatregelen van het gebouw hebben in de planning telkens in hun bouwfase voorrang op de andere werken. Zo wordt de voorkeur gegeven om zo snel mogelijk de definitieve noodtrappen, compartimenteringwanden, sprinklerinstallaties en branddetectieinstallaties af te werken. - In samenspraak met de brandweer worden door de promotor de gegevens verzameld en de nodige maatregelen getroffen in verband met toegangswegen voor de brandweer (ook indien de werf afgesloten is), bluswatervoorraad, hydranten, enz. Indien nodig dient er een werfbezoek georganiseerd te worden voor de brandweer. - Voorzorgen tegen brandgevaar, ontploffingen en de toevallige ontsnapping van schadelijke en ontvlambare gassen: ARAB Afdeling V art. 52 t/m art. 52.16.2. - Op het einde van elke werkdag wordt er een rondgang gehouden op de werf. Evacuatieplan: - Alle nuttige brand- en evacuatiegegevens worden opgenomen in het evacuatieplan. Waarschuwing en alarm: - Waarschuwing = inlichtingen geven aan bepaalde personen van het bestaan van een begin van brand of van een gevaar (zodat deze gewaarschuwde personen de nodige maatregelen kunnen treffen om de brand te bestrijden (brandblussers gebruiken, brandweer verwittigen, ). - Alarm: de melding om het gebouw, de werkruimte te verlaten. - Gedurende de bouwwerken kan waarschuwing en alarm gebeuren met GSM door de ploegbazen.

Pag. : 13/32 Voertuigen in parkings: - De brandweervoorschriften voor het gebruik van voertuigen in parkings dienen te worden opgevraagd. Hierin dienen volgende punten minimaal te zijn opgenomen: De nodige rijrichtingen en aanduiding exit-parking De nodige noodverlichting in de parking als in de trappenkokers De nodige verluchting in de parking De nodige brandblusvoozieningen. - LPG-voertuigen zijn verboden in de parking. - Er mogen geen voertuigen aanwezig staan tijdens afbraak van de structurele delen die gevaar voor instorten kunnen veroorzaken. Nooduitgangen en evacuatiewegen: - Alle vluchtroutes en nooduitgangen dienen gemarkeerd te zijn overeenstemming met de bepalingen betreffende de veiligheids- of gezondheidssignalering op het werk. - Het aantal, de verdeling en de afmetingen van de vluchtroutes en uitgangen zijn afhankelijk van de bestemming, de afmetingen van de bouwplaats, de ruimtes en het maximale aantal personen. - Vluchtroutes en nooduitgangen waar verlichting noodzakelijk is, dienen te worden voorzien van veiligheidsverlichting. - Vluchtroutes en nooduitgangen dienen vrij te zijn van obstakels en via de kortste weg naar een veiligheidszone te brengen. - Bij gevaar moeten alle werkplekken snel en onder maximale veiligheidsomstandigheden kunnen worden uitgevoerd. Ontruimingsplan: - Een duidelijke en beknopte instructie dient per verdieping te worden opgehangen. - De instructie informeert over wat ze moeten doen als de waarschuwing of alarm zich voordoet (rustig blijven, niet roepen, niet lopen, machines stilleggen, energietoevoer onderbreken, alles ter plaatse laten staan) - De instructie omvat ook de maatregelen die moeten genomen worden bij het waarnemen van een brand (brandblusapparaten gebruiken, brandweer verwittigen door de ploegbaas, ) - De instructie vermeldt ook de verzamelplaats

Pag. : 14/32 Brandbestrijding: - Op elke verdieping aan elke uitgang dient een ABC-poederblusser (12kg) te worden voorzien. - Bij uitvoeren van brand-, las-, en snijwerkzaamheden dient steeds een brandblusapparaat bij de werkzaamheden te staan. - De brandblussers dienen jaarlijks nagekeken te worden door de leverancier of bevoegde deskundige. Plaatsen en gebruik van tijdelijke accommodaties: - Tijdelijke accommodaties zijn alle plaatsen op het bouwterrein die door de aannemers worden gebruikt tijdens de bouwwerkzaamheden en die dienen tot magazijnen, werkplaatsen, burelen enz (zowel de ruimtes buiten het gebouw (werfketens, materiaalketens, ) als in het gebouw (stockage in een garage, ) ). - Tijdelijke accommodaties dienen gemakkelijk bereikbaar te zijn door de brandweer en dienen een vlotte evacuatie van de werknemers te waarborgen. Daarom dient te worden vermeden dat deze accommodaties zich in de kelderverdiepingen of op meer dan 7,5m boven het gelijkvloers bevinden. - Verwarmingselementen in de accommodaties moeten vast opgesteld worden, liefst boven het vloerniveau. - Onvoorzichtige drogen van kledij veroorzaakt branden. Kapstokken en droogrekken moeten vast opgesteld worden op een veilige afstand van de verwarmingselementen. - Alle verwarmingselementen en kookapparatuur moeten degelijk worden geïnstalleerd en van een aangepaste verluchting te worden voorzien. Elektrische fornuizen zijn te verkiezen. Elektriciteit en andere nutsvoorzieningen: - Nabij de hoofdverdeelkast van de elektriciteit dient een CO2 blusser te staan. - De tijdelijke installatie dient te beantwoorden aan de voorschriften van het AREI (Algemeen Reglement op de Elektrische Installaties). - Alle elektriciteitswerken dienen door geschoolde elektriciens te worden uitgevoerd. - De tijdelijke installaties moeten minimum om de drie maanden intern te worden geïnspecteerd en getest. De resultaten worden bijgehouden. - Waar mogelijk dient het gereedschap ontkoppeld te worden en dienen de hoofdschakelaars, met uitzondering van de veiligheidsverlichting, buiten de werkuren te worden uitgeschakeld. - Alle vaste gasinstallaties dienen door gekwalificeerde installateurs te worden geplaatst. - Gasflessen dienen buiten de gebouwen te staan en dienen vastgemaakt en afgeschermd te zijn voor onbevoegden. - Gastoestellen dienen uitgerust te zijn met een afsluitkraan.

Pag. : 15/32 Roken: - Er mag niet gerookt worden in gebouwen vanaf gesloten ruwbouw. - Er mag enkel gerookt worden op de bepaalde rookplaats (buiten het gebouw). - Asbakken (bakken met zand) dienen op de rookplaats aanwezig te staan. Beveiliging tegen brandstichting: - De werf dient dagelijks goed afgesloten te zijn om ongewenste bezoekers en brandstichting te vermijden. - Zorg voor een degelijke verlichting op de werf. - Voor werven met een verhoogd risico: voorzie eventueel camerabeveiliging. - Lokalen met opslag van ontvlambare vloeistoffen moeten degelijk afgesloten zijn. Afval en verpakkingsmateriaal: - Het is verboden in de lokalen reinigingsvodden en afval die spontaan of gemakkelijk ontvlammen, te laten ophopen. - Alle afval en verpakkingsmateriaal moeten zo dikwijls als nodig verwijderd worden en dit op zijn minst bij het verlaten van de werkplaats of bij het beëindigen van de dagtaak. - In de zones waar brand-, las, of snijwerkzaamheden of andere werken met open vuur uitgevoerd zijn, dienen te worden gecontroleerd dat er geen brandgevaar meer kan ontstaan. - Speciale aandacht dient te worden besteed aan hoeken, de bodem van schachten, en andere weinig gebruikte plaatsen. - Het afval moet afvalcontainers worden gedeponeerd of onmiddellijk worden meegenomen in de werfwagen. - Afval mag niet op de werf verbrand worden. Opslag van brandbare materialen: - Brandbare materialen moeten opgeslagen worden in een rookvrije zone en op voldoende afstand (bij voorkeur meer dan 10m) van de gebouwen en tijdelijke accommodaties zodat brandoverslag vermeden kan worden. Bij afwijkingen kan overwogen worden om de brandbare materialen af te dekken met brandwerende doeken of aanverwante materialen. - Brandbare materialen bevinden zich in een zone waar geen brandgevaarlijke werken worden uitgevoerd. Bij afwijking vraagt men een vuurvergunning aan. - In de opslagzone bevinden zich brandblusapparaten.

Pag. : 16/32 Opslag en gebruik van gevaarlijke producten: - Gasflessen en LPG flessen worden opgeslagen in open lucht, omgeven door een hekwerk (verboden om deze op te slaan in het gebouw). - De gevaarlijke producten dienen in een afzonderlijk opslagplaats en buiten het gebouw te worden gesteld. - Pictogrammen dienen op de buitendeur van de opslagplaats te worden gehangen. - In de opslagplaats bevinden zich brandblusapparaten. - Alleen voor het werk van de dag benodigde hoeveelheden mogen binnengebracht worden in de gebouwen. - Gasflessen moeten voldoen aan ARAB art. 349 tot 363 en bijzonder aan art. 359: gebruik van gasflessen en identificatie ervan. - Bij een interventie van de brandweer moeten de recipiënten in de opslagplaats spontaan kunnen worden meegedeeld. - Van elk recipiënt dient de MSDS-fiche op de werf aanwezig te zijn.

Pag. : 17/32 5. Coördinatie en samenwerkingsafspraken uitvoeringsfase De samenwerkingsafspraken tijdens de werkzaamheden worden opgenomen in de verslagen van de veiligheidscoördinatiewerfbezoeken en vergaderingen. 6. Algemene veiligheidsmaatregelen 6.1 ORGANISATIE V.G.M. 6.1.1 Elke onderneming aan wie een werk wordt toegewezen is verplicht een veiligheidsverantwoordelijke aan te duiden die gedurende de werkzaamheden op de bouwplaats aanwezig is. 6.1.2 Elke onderneming voorziet in het houden van taakgebonden opleidingen op de bouwplaats, met al haar personeel, waarbij specifieke veiligheidsitems worden besproken, en dit minstens éénmaal per maand.. Zij overhandigt een kopie van het verslag en de aanwezigheidslijst aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking. 6.1.3 Elke onderneming verklaart dat de werknemers de nodige opleiding/beroepservaring en lichamelijke geschiktheid beschikken om de hen opgelegde taken (incl. verantwoordelijkheden in veiligheidsfunctie) uit te voeren en het bijhorend materieel te gebruiken en te bieden op volstrekt veilige wijze. Op vraag van de veiligheidscoördinator verwezenlijking legt zij de nodige stukken ter staving voor. 6.1.4 De personeelsleden van de aannemers mogen slechts aangetroffen worden op de voor hen voorziene werkplaatsen.

Pag. : 18/32 6.2 INFORMATIEPLICHT 6.2.1 Tenminste 15 kalenderdagen vóór het begin van de werken wordt door de eerst beginnende aannemer, een voorafgaande kennisgeving toegestuurd naar de NAVB en de Technische Inspectie/Administratie van de Arbeidsveiligheid (Codex Titel III: Arbeidsplaatsen en bijlagen I,II,III deel A, III deel B). 6.2.2 Een kopie van de voorafgaande kennisgeving moet ten minste 10 kalenderdagen voor het begin van de werken zichtbaar op de bouwplaats worden aangeplakt. In geval van onvoorziene en dringende werken wordt de voorafgaande kennisgeving vervangen door een mededeling die ten laatste op de dag zelf van de aanvang van de werken wordt gedaan. 6.2.3 Elke aannemer dient, vooraleer de werken aan te vatten, zich in het algemeen voldoende op de hoogte te stellen van de specifieke werkomstandigheden en risico s eigen aan de uit te voeren werken evenals de beschermings- en preventiemaatregelen. 6.2.4 De aannemer verbindt zich ertoe deze inlichtingen, maatregelen en activiteiten mee te delen aan zijn werknemers en aan zijn eventuele onderaannemers. 6.3 BOUWPLAATSINRICHTING 6.3.1 Elke onderneming is verplicht voor zijn werknemers de wettelijk voorziene gezondheidsinrichtingen ter beschikking te stellen (C.A.O. van 05/01.84 K.B. van 01/05/84 A.R.A.B. art. 76 ev) en deze dagelijks te onderhouden. Maaltijden mogen enkel in de daartoe voorziene inrichtingen worden gebruikt. 6.3.2 Het gebruik van de installatie van de algemene aannemer is in principe verboden voor derden tenzij onderling schriftelijk overeengekomen. 6.3.3 Het opstellen van werfburelen, refters, kleedkamers, sanitaire installaties, opslagplaatsen, mag enkel conform het werfinrichtingsplan en in overleg met de opdrachtgever en de veiligheidscoördinator verwezenlijking gebeuren. 6.3.4 Volgende pictogrammen zijn verplicht op te hangen aan de bouwplaatsafsluiting: verboden de werf te betreden veiligheidshelm verplicht

Pag. : 19/32 veiligheidsschoenen verplicht 6.4 COLLECTIEVE BESCHERMINGSMIDDELEN (C.B.M.) 6.4.1 Ter voorkoming van arbeidsongevallen moet elke onderneming waar nodig C.B.M. (leuningen, veiligheidsnetten, afbakingsmiddelen, ) voorzien. De keuze wordt bepaald op basis van de PREVENTIEBEGINSELEN (Wet op welzijn van 04/08/1996 art. 5) waarin onder meer de voorkeur wordt gegeven aan collectieve beschermingsmiddelen i.p.v. persoonlijke beschermingsmiddelen. 6.4.2 Is het niet mogelijk C.B.M. te gebruiken dan moet men aangepaste P.B.M. gebruiken zoals veiligheidsharnas, veiligheidskooi,. 6.4.3 Het plaatsen en/of wegnemen van C.B.M. wordt geregeld IN SAMENSPRAAK met de veiligheidscoördinator verwezenlijking. Geplaatste C.B.M. mogen NOOIT verwijderd worden zonder dat vervangende of definitieve beschermingen worden aangebracht. 6.4.4 Elke op de bouwplaats vastgestelde gevaarlijke of ongezonde toestand moet onmiddellijk aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking gemeld worden. 6.5 PERSOONLIJKE BESCHERMINGSMIDDELEN (P.B.M.) 6.5.1 Het dragen van P.B.M. conform de geldende wetgeving (zie Codex Titel VII: Individuele uitrusting) is op de bouwplaats voor IEDEREEN verplicht. Deze P.B.M. s moeten conform zijn tegen de risico s bij het uitvoeren van zijn taak. Daarenboven dienen veiligheidsharnassen jaarlijks te worden gekeurd. 6.5.2 Elke onderneming moet op haar kosten P.B.M. ter beschikking stellen van haar personeel en/of bezoekers. Zij moet eveneens toezien op het gebruik ervan. Tevens moet zij zorgen voor het onderhoud en de vernieuwing ten gepaste tijde. 6.5.3 De werknemers moeten, overeenkomstig hun opleiding en de gegeven instructies, op de juiste wijze gebruik maken van de P.B.M. en ze na gebruik weer opbergen.

Pag. : 20/32 6.6 AFBAKENING GEVAARLIJKE ZONES 6.6.1 Er dient een afbakening ten worden voorzien rondom gevaarlijke zones zoals: openingen met invalgevaar voor personen plaatsaanduiding hoogspannings- en laagspanningsleidingen zones rond materiaalliften zones waar personen zich niet mogen begeven 6.6.2 Afbakeningsmiddelen kunnen zijn: signalisatielint (wit-rood, geel-zwart) oranjekleurige afbakeningsnetten in PVC, hoogte 1m hekkens panelen palen met planken 6.6.3 Om de gevaarlijke zone opvallender te maken kan men: signalisatielichten hangen signalisatieborden hangen

Pag. : 21/32 6.7 ORDE EN NETHEID 6.7.1 Elke onderneming moet MINSTENS dagelijks zijn werkposten opkuisen en het afval afvoeren (verantwoordelijke aanduiden). De opdrachtgever kan, op kosten van de onderneming die in gebreke blijft, de opdracht geven aan derden de werkposten op te ruimen. 6.7.2 De wegen, doorgangen en trappen moeten te allen tijde vrij zijn van obstakels en hindernissen. Soepele leidingen en kabels mogen de doorgang niet belemmeren. Kruisen zij een doorgang, dan worden zij beschermd tegen beschadiging. 6.7.3 Materialen moeten ordelijk en stabiel, beveiligd tegen weersinvloeden, in afspraak met de veiligheidscoördinator verwezenlijking, in de voorziene zones gestapeld worden. 6.8 MILIEU 6.8.1 Voor de afvalstoffen: naleving van het Decreet van 02/07/1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen + Vlarem I: Attesten van de afvalverwerking. 6.8.2 Het verbranden van afval is op de bouwplaats verboden. 6.8.3 Iedere aannemer staat in voor het verwijderen van het eigen afval en/of verpakkingen. 6.8.4 De gepaste maatregelen dienen genomen te worden tegen bezoedeling van de bodem, lucht en water. 6.8.5 Attesten van aangevoerde en afgevoerde grond/steenpuin dienen in de as built dossier te worden toegevoegd.

Pag. : 22/32 6.9 ELEKTRISCHE INSTALLATIE 6.9.1 De elektrische installatie zal door een erkend organisme gekeurd worden conform het A.R.E.I.. Elk defect moet ONMIDDELLIJK aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking gemeld worden. 6.9.2 Verdeelborden moeten steeds gesloten blijven. Het aansluiten kan enkel met aangepaste stekkers. Alle verbindingen (stekkers, stopcontacten) moeten geschikt zijn voor gebruik in vochtige omstandigheden, minimum IP44. Kabels en stopcontacten moeten voldoen aan AREI art. 95. Aardingen moeten voldoen aan AREI art. 86. 6.9.3 Kabels moeten steeds opgehangen en/of afgeschermd worden tegen mogelijke beschadiging. 6.9.4 Elke onderneming staat zelf in voor de verlichting van haar werkposten. Deze verlichting moet uitgevoerd worden volgens de geldende wetgeving. De aannemer plaatst in overleg met de architect en de veiligheidscoördinator verwezenlijking de algemene en eventuele noodverlichting. 6.10 ARBEIDSMIDDELEN (machines, gereedschap, materieel, ) 6.10.1 Enkel elektrisch materieel conform het A.R.E.I. mag op de bouwplaats aanwezig zijn en aangesloten worden op de daartoe voorziene verdeelborden. 6.10.2 Alle arbeidsmiddelen, van elke onderneming, moeten duidelijk gemerkt zijn met zijn firmanaam, cfr de identificatiewijze omschreven in het veiligheidsplan. 6.10.3 De arbeidsmiddelen moeten geschikt zijn voor het uit te voeren werk en regelmatig gekeurd door een bevoegd persoon zodat bij het gebruik de veiligheid en gezondheid steeds gewaarborgd zijn. Op vraag van de veiligheidscoördinator verwezenlijking moeten de gebruiksaanwijzingen en veiligheids- en gezondheidsinstructies kunnen voorgelegd worden.

Pag. : 23/32 6.10.4 Bij gebruik van arbeidsmiddelen van derden is DE GEBRUIKER verantwoordelijk voor de veiligheid. 6.10.5 Heftoestellen: 1. Alle heftoestellen en hijstoebehoren, evenals grondverzetmachines die gebruikt worden om lasten te hijsen, die op de bouwplaats binnengebracht worden moeten voorzien zijn van een geldig keuringsattest. 2. Het keuringsattest dient steeds bij het heftoestel te bevinden. 3. Een kopie van de keuringsattesten moet aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking overhandigd worden vooraleer de toestellen in gebruik te nemen. 4. Bij gebruik van meerdere heftoestellen met overlappende gieken moet, in overleg met de veiligheidscoördinator verwezenlijking, een gebruiksprocedure opgesteld worden. 6.10.6 Ladders: 1. Zijn steeds in goede staat (zonder beschadiging en stabiel) en uitgerust met aangepaste antislipvoorzieningen. 2. Zij worden opgesteld op een goede, stevige ondergrond. 3. Zij worden steeds vastgemaakt wanneer zij dienst doen als toegangsladder of wanneer de ladder 25 of meer sporten telt. 6.10.7 Stellingen, steigers: 1. Elke stelling vanaf 2 m hoog moet voorzien zijn van leuningen, tussenleuningen en plinten. De werkvloer moet aaneensluitend zijn d.w.z. zonder gevaarlijke ruimten tussen de planken en de leuning en voldoende stevig, rekening houdende met de lasten. 2. De toegang tot de werkvloeren gebeurt door middel van trappen(torens) of ladders. 3. Vóór de ingebruikname en ten minste één maal per week wordt de stelling nagekeken door een bevoegde persoon van de onderneming. 4. Voor alle stellingen blootgesteld aan buitengewone krachten moeten de nodige berekeningsnota s voorgelegd worden aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking.

Pag. : 24/32 6.11 GEVAARLIJKE PRODUCTEN (Codex Titel V: Chemische, cancerinogene en biologische agentia) 6.11.1 Alle producten op de bouwplaats moeten reglementair geëtiketteerd zijn. Het gebruik van brandbare, toxische of andere gevaarlijke producten moet in het VGM-plan vermeld staan. 6.11.2 Het stockeren van producten en verwijderen van de verpakking dienen volgens de vigerende wetgeving (Vlarem I, decreet van afvalstoffen van 02/07/1981: attesten afvalverwerking) en in afspraak met de veiligheidscoördinator verwezenlijking te gebeuren. 6.11.3 Een kopie van de veiligheids- en gezondheidssteekkaart (chemische fiche) van de gebruikte producten moet aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking overhandigd worden. De steekkaart omvat ten minste: 1. naam van de fabrikant 2. fysische eigenschappen 3. bijzondere kenmerken 4. gevaren / verschijnselen 5. preventie 6. blusstoffen/eerste hulp /evacuatie 6.11.4 Indien werken worden uitgevoerd waarbij schadelijke of hinderlijke dampen/gassen vrijkomen, moet dit gemeld worden in het VGM plan. Met de opdrachtgever, architect en veiligheidscoördinator verwezenlijking worden maatregelen afgesproken om de dampen/gassen op een doeltreffende manier af te voeren (afzuiginstallatie, ). 6.12 EHBO 6.12.1 Elke onderneming rust zijn lokalen uit met de wettelijke voorzieningen inzake EHBO-materiaal. Een draagberrie en 2 dekens zijn op de werf aanwezig. 6.12.2 Op de bouwplaats is ten minste één EHBO-hulpverlener permanent aanwezig. 6.12.3 Het EHBO-materiaal moet zich op een goed zichtbare plaats bevinden en vrij van obstakels.

Pag. : 25/32 6.13 ASBEST 6.13.1 De aannemer licht de medische inspectie in bij werken in nabijheid van asbest (ARAB art. 148decies: Strijd tegen hinder). 6.13.2 Afscherming van de werkzones. 6.13.3 Bij het verwijderen van asbest steeds aangepaste P.B.M. gebruiken. 6.13.4 Tijdens het verwijderen zo weinig mogelijk stof veroorzaken. Eventueel besproeien. 6.13.5 Asbest deponeren in de daartoe voorziene asbestzakken. 6.13.6 Asbest eventueel laten verwijderen door een gespecialiseerde firma. 6.13.7 De werknemers die het asbest verwijderen zijn onderworpen aan medische controle (ARAB art. 123 bis t/m art. 135 quinquies). 6.14 MEDISCHE ATTESTEN WERKNEMERS (ARAB art. 123 bis t/m art. 135 quinquies) 6.14.1 De onderneming moet voor iedere nieuwe werknemer een medisch attest bij indiensttreding kunnen voorleggen. 6.14.2 De onderneming moet voor iedere werknemer een jaarlijks medisch attest kunnen voorleggen. 6.14.3 De onderneming moet voor iedere werknemer die een veiligheidsfunctie uitoefent (zoals beschreven in het ARAB art. 124) een jaarlijks medisch veiligheidsattest kunnen voorleggen.

Pag. : 26/32 7. Ongevallen-, evacuatie- en rampenplan 7.1 Maatregelen bij ongeval met enkel stoffelijke schade of een schierongeval Werfprojectleider neemt foto s (indien mogelijk) Werfprojectleider stelt een ongevallenverslag op met vermelding: o Datum, tijdstip en locatie o Beschrijving van de gebeurtenis o Oorzaak o Voorkomingsmaatregelen Werfprojectleider overhandigt een kopie van het ongevallenverslag aan de veiligheidscoördinator verwezenlijking Veiligheidscoördinator verwezenlijking voegt het ongevallenverslag in het coördinatiedagboek onder rubriek ongevallen 7.2 Maatregelen bij arbeidsongeval (met persoonlijk letsel): Codex Titel II afdeling V art. 26; KB 28/12/1971; Wet 10/04/1971; Wet van 04/08/1996 gewijzigd op 09/03/2005 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk Werfprojectleider legt het werk stil Werfprojectleider schakelt EHBO-er in Werfprojectleider waarschuwt de hulpdiensten indien nodig Werfprojectleider stelt een persoon aan die aan de ingang van de werf de hulpdiensten opwacht Werfprojectleider neemt foto s (indien mogelijk) Bij een arbeidsongeval dient binnen tien dagen het arbeidsongevallenformulier te worden verzonden naar de verzekering Bij arbeidsongeval met arbeidsongeschiktheid 4 dagen: ook arbeidsongevallenformulier doorsturen naar afdeling medisch toezicht van EDPB (externe dienst preventie en bescherming op het werk) Bij een dodelijk ongeval of arbeidsongeval met blijvend letsel : Dient onmiddellijk het arbeidsongevallenformulier te worden verzonden naar de verzekering en Toezicht op het Welzijn op het Werk. Een kopie wordt bezorgd aan Probam. Dient binnen de 10 dagen het Omstandig verslag te worden verzonden naar het Toezicht op het Welzijn op het Werk. Een kopie wordt bezorgd aan Probam.

Pag. : 27/32 7.3 Maatregelen bij brand en/of explosie: evacuatie- en rampenplan Werfprojectleider geeft alarm, legt de werkzaamheden stil en ontruimt de werfplaats Indien mogelijk blussen met eigen middelen Iedereen komt samen naar de vooraf bepaalde verzamelplaats (vb. ingang werf) Werfprojectleider waarschuwt de brandweer Werfprojectleider waarschuwt de hulpdiensten bij persoonlijke slachtoffers Werfprojectleider stelt een persoon aan die aan de ingang van de werf de hulpdiensten opwacht Is er geen lichamelijke schade dan moet dezelfde procedure als bij Maatregelen bij ongeval met enkel stoffelijke schade of een schierongeval gevolgd worden. Is er lichamelijke schade dan moet dezelfde procedure als bij Maatregelen bij arbeidsongeval (met persoonlijk letsel) gevolgd worden Bij werken in fabrieken of sites waar personeel tewerkgesteld is dient de werfprojectleider zich onmiddellijk in contact te stellen met de verantwoordelijke van de site (crisiscentrum).

Pag. : 28/32 7.4 Noodnummers, nuttige telefoonnummers en raadgevingen Dienst Nummer Raadgevingen Ambulance & Brandweer Internationaal noodnummer 100 112 Vermeldt : Eigen naam Firmanaam Wat is er gebeurd: val van persoon, brand, verkeersongeval, Waar is het gebeurd: gemeente, straat, huisnummer, herkenningspunten, Aantal slachtoffers + wie zijn de slachtoffers: volwassene, kinderen, bejaarden, Toestand van het slachtoffer: bewust, bewusteloos, ademhalingsstilstand, hartstilstand, ernstige bloeding, brandwonden, vergiftiging, Eventueel te bereiken GSM nummer Rijkswacht & Politie 101 Volg de hierboven beschreven werkwijze. Brandwondencentrum Brussel: 02/268.62.00 Militair Hospitaal Bruynstraat 1 1120 Neder-over-Heembeek Leuven: 016/34.87.50 UZ Leuven Gasthuisberg Brusselsesteenweg 69 3000 Leuven Vermeldt : Eigen naam Firmanaam Wat is er gebeurd: brand Waar is het gebeurd: gemeente, straat, huisnummer, herkenningspunten, Aantal slachtoffers + wie zijn de slachtoffers: volwassene, kinderen, bejaarden, Graad van de brandwonden: Eerste graad = rood, licht gezwollen, pijnlijk Tweede graad = blaren, zeer pijnlijk Derde graad = zwart, perkamentachtig of wit, niet pijnlijk Toestand van het slachtoffer: bewust, bewusteloos, ademhalingsstilstand, hartstilstand, ernstige bloeding, brandwonden, vergiftiging, Eventueel te bereiken GSM nummer

Pag. : 29/32 Tips: Eerst water, de rest komt later! (zorg dat de brandwonde eerst met water voorzichtig wordt besproeid, de rest gebeurt later). Gebruik nooit andere vloeistoffen dan water. Prik blaren niet open, omdat het infectiegevaar vergroot. Antigifcentrum 070/245.245 Vermeldt : Eigen naam Firmanaam Wat is er gebeurd: vergiftiging Waar is het gebeurd: gemeente, straat, huisnummer, herkenningspunten, Aantal slachtoffers + wie zijn de slachtoffers: volwassene, kinderen, bejaarden, Toestand van het slachtoffer: bewust, bewusteloos, ademhalingsstilstand, hartstilstand, ernstige bloeding, brandwonden, vergiftiging, Eventueel te bereiken GSM nummer Tips: Wacht niet op ziekteverschijnselen vooraleer te bellen. Bij vergiftiging in geval van inname via mond: Bied geen melk aan, melk is geen tegengif! Niet laten braken. Bij vergiftiging via de huid: Spoel de huid overvloedig met water. Kleed het slachtoffer tijdens het spoelen uit indien het product zich op de kleding bevindt. Verlucht de ruimte als er irriterende stoffen of giftig gas is vrijgekomen.

Pag. : 30/32 8. Uit te voeren werkzaamheden Zie bestek. 9. Risicoduiding uit te voeren werken en veiligheidsplannen aannemers 9.1 Risicoduiding uit te voeren werken: kritieke fasen Risicoduiding ten gevolge van samengaande activiteiten en/of achtereenvolgende activiteiten op de bouwplaats: Specifiek werk - Plaatsen van afsluitingen - Plaatsen werfkeet, materiaalkeet, andere keten - Plaatsen van signalisering voor het verkeer - Opzoeken van leidingen - Afbraakwerken en renovatiewerken - Asbestverwijdering - Besloten ruimtes / Kruipruimtes Gevaarlijke situaties - Doorgangen, toegangen en wegen - Valgevaar: putten en sleuven, vloeropeningen, vloerranden, liftopeningen, kokers, schachten,. - Naar beneden vallen van materiaal - Opslag en opstapelen van materialen - Werken met machines - Elektrische leidingen en installaties - Brandgevaar o Elektriciteit, elektrische installaties o Ontvlambare materialen

Pag. : 31/32 9.2 Veiligheidsplannen aannemers De aannemer stelt aan de hand van de hierboven vermelde risicoduiding een eigen veiligheids- en gezondheidsplan op met daarin de risicoanalyse, voor de door hem uit te voeren werkzaamheden. 10. Intentieverklaring De aannemer dient de ingevulde intentieverklaring en de kopies van de gevraagde certificaten aan de veiligheidscoördinator te overhandigen vóór het starten van de werken. Intentieverklaring: zie volgende bladzijde.

Intentieverklaring Doc: PPHP310-doc07 v1 01/05/02 Blz.: 1 / 1 PROBAM nv Korte Keppestraat 9 bus 21 9320 EREMBODEGEM INTENTIEVERKLARING Project : Bouwplaats: Onderneming : naam :... adres :...... tel./gsm :... fax :... Ondergetekenden verklaren het "Veiligheids- en gezondheidsplan" ontvangen te hebben en de verantwoordelijkheid te zullen nemen al hun onderaannemers te informeren over de inhoud ervan. Eveneens bevestigen ondergetekenden dat deze voorschriften, naast deze van het A.R.A.B., Codex, A.R.E.I., MB, KB, C.A.O., die door hun werknemers en onderaannemers dienen gevolgd te worden, door hen duidelijk begrepen zijn. Voor elke werkzaamheid, die door u of in onderaanneming wordt uitgevoerd, geldt de strikte naleving van het bouwplaatsreglement. In geval van niet-naleving door de aannemer en/of onderaannemer van de verplichtingen inzake veiligheid en gezondheid, zullen na ingebrekestelling, de nodige maatregelen worden genomen en dit op kosten en risico van de in gebreke blijvende aannemer en/of onderaannemer, overeenkomstig artikel 29 van de wet van 4 augustus 1996. In geval van extreme tekortkomingen kan het contract worden ontbonden ten nadele van de aannemer en/of onderaannemer. Is uw bedrijf: VCA gecertificeerd? Ja Nee BeSa CC gecertificeerd? Ja Nee Heeft uw bedrijf een kwaliteitscertificaat? ISO Ja Nee Ander Ja Nee Zo ja, gelieve een kopie van de certificaten bij dit document te voegen Voor akkoord : De Preventieadviseur De Directie Naam :... Naam :... Handtekening :... Handtekening :... Datum :... Datum :... Bij dit document uw veiligheids- en gezondheidsplan met risicoanalyse toe te voegen.