Raamcontract voor het aanstellen van bodemsaneringsdeskundigen bij schadegevallen en grondverzet



Vergelijkbare documenten
3.3 Overgangsbepaling Verslag van oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek Bodemsanering Algemeen Inhoud

Vraag nr. 578 van 1 8 mei 2005 van de heer BART MARTENS

Algemeen kader Praktische cases grondverzet

S t a n d a a r d T e c h n i s c h V e r s l a g

Grondverzet: algemeen kader. Thomas De Vriese Diensthoofd Grondwijzer vzw

Schadegeval met bodemverontreiniging. Wat zijn de taken van steden en gemeenten?

T1800_Procedure: Evaluatie van een ABO en van een BSP bij verderzettingsdossiers (Second Opinion) Inhoudsopgave

vzw Grondbank erkende bodembeheerorganisatie

Nieuwe instrumenten in het bodembeleid

BIJZONDER BESTEK NR. 351

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

RISICOGRONDEN ONDERZOEKEN

MAATSCHAPPIJ VOOR INTERCOMMUNAAL VERVOER TE BRUSSEL

Grondverzet: van ontwerp tot oplevering Leidraad voor de bouwheer

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 2/3

De impact van het Bodemdecreet. op scholen

SITES OP PARTICULIERE GRONDEN

ADVIES. 16 november 2017

De artikels 29 en 30 van het KB Tijdelijke of mobiele bouwplaatsen zijn gewijzigd

Waarom onze bodem de beste bescherming verdient. OVAM, uw beleidspartner in afval en bodem

Schadegeval met bodemverontreiniging bij particulieren

1. Toelichting van de krachtlijnen van de Vlaamse bodemregelgeving: Bodemdecreet en VLAREBO 2. Toekomstige ontwikkelingen voor het Vlaamse

Nieuwe regeling voor grondverzet

Bodemsanering, grondverzet en bestekken: enkele juridische topics

Schadegeval met bodemverontreiniging bij bedrijven klasse 1

Belgisch Staatsblad dd

Samen maken we morgen mooier.

Conformverklaring Technisch Verslag

BIJZONDER BESTEK VM/B 97

T9043_procedure Actualisatie Onderzoek in het kader van de herevaluatie van de saneringsnoodzaak/saneringsurgentie. Inhoudsopgave

bestek nummer: blad nummer 1/5

BESLUIT: Hoofdstuk I. Vaststelling site. Hoofdstuk II. Uitvoering van het site-onderzoek door de OVAM

Bijzonder Bestek nr Raamovereenkomst voor de signalisatie voor blinden en slechtzienden in verschillende stations van het net

Belgisch Staatsblad dd

Deel F: Indeling offertedossier

Conformiteitsattest beperkt bodemsaneringsproject

Aanvraag van het verlaagde tarief van de milieuheffing

INTERNAAT MARIAVREUGDE BORGLOON RENOVATIE VAN 22 KAMERS EN GANG

AFBAKENEN VAN EEN KADASTRALE WERKZONE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Sessie Bouwen en milieu. De problematiek afval en bodem. Eddy Wille, afdelingshoofd OVAM 19 maart 2010

KATHOLIEKE BASISSCHOOL VAN ZEMST VZW

Driesstraat Bornem OFFERTEFORMULIER

Overwegende dat de geselecteerde gronden vastgesteld worden als site 'Woonzone voormalige stortplaats Baron Moyersoen Park' in Aalst.

Belgisch Staatsblad dd

BIJZONDER BESTEK VM/B 97

Richtlijnen: overdracht delen van kadastrale percelen

GESCHIKTMAKINGSWERKEN

RUIMINGSSPECIE: TIJDELIJKE OEVERDEPONIE VOOR ONTWATERING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

Vertegenwoordigd door: Dhr. Kris Eggermont, technisch directeur Hierna de opdrachtgever genoemd,

INLEIDING 11 HOOFDSTUK I OVERZICHT VAN DE REGELING BODEMSANERING 13

RENOVATIE PLATTE DAKEN

1.1. Notaris Vastgoedkantoren en makelaars Overdrager Verwerver OVAM Bodemsaneringsdeskundige 12

MELDINGENFORMULIER SANERINGSVERSLAG/NAZORGPLAN

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE VLAAMSE OVERHEID

Risico s bij grondverzet

RAAMCONTRACT DAKWERKEN BETONHERSTELLINGEN SCHRIJNWERK (1)

Aan: Gemeente Baarn T.a.v. de heer W. Stolp Postbus BA Baarn. Geachte heer Stolp,

REGLEMENT HERSTELLING OPENBARE RUIMTE NA INNAME OF WERKZAAMHEDEN

Belgisch Staatsblad dd

Standaard Technisch Verslag

Verbintenis tot beschrijvend bodemonderzoek, bodemsanering en nazorg

Belgisch Staatsblad dd

Daenshuis Uitbreiding en verbouwing van een WGC Offerteformulier Blz.: O. 1 van 6. Sinte Annalaan 41 bus Aalst

Lot 2 dakrenovatie gebouw 3 werkplaats bouw, werkplaats logistiek en gebouw 15 schoolrestaurant

TIJDELIJKE OEVERDEPONIE BIJ NOODRUIMING CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

GESCHIKTMAKINGSWERKEN

Te maken met grondverzet?

ONDERHANDELINGSPROCEDURE ZONDER BEKENDMAKING OPDRACHT TOT EVALUATIE VAN DE ALGEMEEN DIRECTEUR VAN DE POM OOST-VLAANDEREN

AGION V.O Bestek nr RENOVATIE BUITENSCHRIJNWERK OFFERTEFORMULIER

ONDERHOUDSCONTRACT. Tussen: PROVINCIE VLAAMS-BRABANT, Provincieplein 1, 3010 Leuven hieronder genoemd de gebruiker,

Easy Fairs. Kristel Lauryssen. Voorzitter werkgroep grondverzet VEB

BIJZONDER BESTEK VOOR DE OVERHEIDSOPDRACHT VOOR DIENSTEN MET ALS VOORWERP

Belgisch Staatsblad dd

OFFERTEFORMULIER. Leveren en plaatse afstandsbewaking op technische infrastructuur waterlopen 2 de categorie

Infodag Kwaliteitsbeheer en erkenningen Audits: technisch luik

SELECTIECRITERIA MET BETREKKING TOT DE TECHNISCHE DRAAGKRACHT

Plaatsen van vuilroosters, zandvang en aanpassing constructie op de onbevaarbare waterlopen van 2 de categorie in de Provincie Antwerpen

MONITEUR BELGE BELGISCH STAATSBLAD VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

Meldingsformulier BODEMVERONTREINIGING / -SANERING

DEEL F: Indeling offertedossier

Meldingsformulier afronding bodemsanering

Grondverzetregeling. Elisa Vermeulen, vzw Grondbank VVOR, 20 jaar bodemdecreet, 13/03/2015. Grondbank gewaarborgd grondverzet

Directie Infrastructuur van het Openbaar Vervoer C.C.N. Vooruitgangstraat,80 (bus 1) 1035 BRUSSEL 1. Bijzonder Bestek nr. 1438

AANVRAAG VOOR VRIJWILLIGE TOETREDING TOT VLABOTEX (Toelichting bij het indienen van een aanvraag)

uw bericht van uw kenmerk ons kenmerk afdrukdatum 07/11/2011 TP/ /11/2011

AGION V.O Bestek nr Tweebruggenstraat GENT OFFERTEFORMULIER

GEBRUIK IN DE ZONE VOOR GEBRUIK TER PLAATSE CODE VAN GOEDE PRAKTIJK REGELING VOOR GEBRUIK VAN BODEMMATERIALEN

INDIEN ER ASBEST WORDT AANGETROFFEN ZIT DIT NOOIT IN DE OPDRACHT, DAN MOET ER DOOR OPDRACHTGEVER EEN GESPECIALISEERD BEDRIJF WORDEN INGEHUURD!

DEEL III: OFFERTEFORMULIER


Omzendbrief Overheidsopdrachten Art. 30 TMB

Aanleg fietspad te Lochristi langs spoorlijn Gent-Antwerpen

DEEL III: OFFERTEFORMULIER. : Diverse gebouwen van de Vlaamse Overheid in Vlaanderen en in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest

BODEMSANERINGSPROJECT

ADVIES. Ontwerp van ordonnantie tot wijziging van de ordonnantie van 5 maart 2009 betreffende het beheer en de sanering van verontreinigde bodems

OFFERTEFORMULIER. AANLEG VAN HET VICTORIA REGIAPARK IN GENTBRUGGE/GENT Besteknummer GD 09/2016. open aanbesteding

Indien sprake is van een andere gemachtigde, machtigingsformulier ingevuld en ondertekend als bijlage toevoegen.

De Vennootschap (Handelsnaam of benaming, rechtsvorm, nationaliteit, zetel) :

Postinterventiedossier (PID) Bodemsaneringswerken van een verontreinigd terrein van een voormalig tankstation

Het beheer van afgegraven gronden in Brussel

Transcriptie:

STAD ANTWERPEN PATRIMONIUMONDERHOUD CENTRALE AANKOOP EN LOGISTIEK Luchtbalcomplex - Blok C - Havanastraat 5 2030 Antwerpen ALGEMENE OFFERTEAANVRAAG BESTEK nr. 2008/8009 Raamcontract voor het aanstellen van bodemsaneringsdeskundigen bij schadegevallen en grondverzet Algemene offerteaanvraag op.. op het bedrijf Patrimoniumonderhoud/stafdienst/aanbestedingen (gelijkvloers), Desguinlei 33, 2018 Antwerpen. Dan zal de afgevaardigde schepen of zijn plaatsvervanger overgaan tot het openen van de offertes.. VOOR BIJKOMENDE INLICHTINGEN OF OPMERKINGEN KAN U TERECHT OP NAVOLGENDE NUMMERS: wat betreft het indienen of inzenden en de opening van de offertes: bedrijf patrimoniumonderhoud/stafdienst/aanbestedingen, Desguinlei 33, 2018 Antwerpen: tel. (03)244 51 12 wat betreft andere inlichtingen m.b.t. het dossier : Frank Van Zoom tel 03/544.42.00 Fax 03/544.42.63 Bestek nr. 2008/8009 1.

ADMINISTRATIEVE EN TECHNISCHE CONTRACTUELE BEPALINGEN Artikel 1. voorwerp van de opdracht Het afsluiten van een raamcontract voor het aanstellen van een erkende bodemsaneringsdeskundige voor het uitvoeren van een verkennend onderzoek bij Schadegevallen (calamiteiten - perceel 1) grondverzet (perceel 2) Dit met het oog op in hoofdstuk 10 van het VLAREBO opgenomen bepalingen (bepalingen die het grondverzet regelen) en bij schadegevallen met beperkte omvang (bodemsaneringsdecreet, voorzorgsprincipe en de samenwerkingsovereenkomst milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling ) over het ganse grondgebied van Antwerpen ten behoeve van verschillende bedrijfseenheden. Opmaken van het technisch verslag in het kader van grondverzet, met inbegrip van het milieuhygiënisch onderzoek en begeleiding van ontwerp en uitvoering door een erkend bodemsaneringsdeskundige De opdracht loopt vanaf de dagtekening de gunningsbrief en eindigt op 31 december 2008. Deze opdracht kan, indien de samenwerkingsovereenkomst met het Vlaams Gewest wordt verlengd nà 31 december 2008, stilzwijgend verlengd worden voor telkens 1 jaar tot uiterlijk 31 december 2011 behoudens schriftelijke opzeg door één van de partijen per aangetekend schrijven 6 maanden voor het verstrijken van het contract. Artikel 2. wetgeving en reglementering Voor zover er door de voorschriften van dit bestek niet wordt van afgeweken, zijn op deze aanneming van toepassing de bepalingen van: De wet van 24.12.1993 betreffende de overheidsopdrachten en sommige opdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten (BS 22.01.1994) aangevuld met errata (BS 25.02.1997) en latere aanvullingen Het koninklijk besluit van 08.01.1996 betreffende de overheidsopdrachten voor aannemingen van werken, leveringen en diensten en de concessies voor openbare werken (BS 26.01.1996) aangevuld met errata (BS 25.02.1997) en latere aanvullingen Het koninklijk besluit van 26.09.1996 tot bepaling van de algemene uitvoeringsregels van de overheidsopdrachten en van de concessies voor openbare werken en de bijlage tot vaststelling van de algemene aannemingsvoorwaarden voor de overheidsopdrachten voor aanneming van werken, leveringen en diensten en voor de concessies voor openbare werken (BS 18.10.1996) en latere aanvullingen Decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering (bodemsaneringdecreet) en het gecoördineerd besluit van de Vlaamse regering dd. 5 maart 1996 houdende Vlaamse reglement betreffende bodemsanering (Vlarebo) en latere wijzigingen. Bestek nr. 2008/8009 2.

Decreet van 27 oktober 2006 betreffende de bodemsanering en de bodembescherming (indien van toepassing op datum van de uitvoering van de opdracht). Vlarebo, besluit van de Vlaamse regering dd. 5 maart 1996 houdende Vlaamse reglement betreffende bodemsanering (Vlarebo) en latere wijzigingen (van toepassing op datum van de uitvoering van de opdracht) de codes van goede praktijk inzake grondverzet aanvaard door de OVAM (zie website www.ovam.be), met inbegrip van de addenda samenwerkingsovereenkomst tussen de stad Antwerpen en het Vlaamse Gewest en handleiding: milieu als opstap naar duurzame ontwikkeling ; bijlagen bij de handleiding: hinder over het inschakelen van een erkend bodemsaneringsdeskundige bij schadegevallen http://www.samenwerkingsovereenkomst.be/ het decreet van 2 juli 1981 betreffende de voorkoming en het beheer van afvalstoffen zoals gewijzigd bij het decreet van 20 april 1994 en zijn uitvoeringsbesluiten; Het grondwaterdecreet van 24 januari 1984 en zijn uitvoeringsbesluiten. Het decreet van 28 juni 1985 betreffende de milieuvergunning (BS 17.09.1985) en latere wijzigingen en zijn uitvoeringsbesluiten (VLAREM I en VLAREM II). het decreet van 22 februari 1995 betreffende de bodemsanering zoals gewijzigd bij decreet van 26 mei 1998; het Besluit van de Vlaamse regering van 5 maart 1996 houdende vaststelling van het Vlaams reglement betreffende de bodemsanering (VLAREBO); de uitvoeringsbesluiten dd. 24.05.1995 van de Vlaamse regering houdende de bepaling van gevaarlijke afvalstoffen en alle aanpassingen aan deze uitvoeringsbesluiten; De wet van 22 juli 1974 op het giftig afval. het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming (ARAB); de standaardprocedure voor oriënterend bodemonderzoek, uitgegeven door de OVAM; de protocols opgesteld door OVAM: Standaardprocedure en protocol voor uitvoering van het BBO. Codes van goede praktijk opgesteld door OVAM Code van goede praktijk bemonstering grond, grondwater, bodemvocht, bodemlucht en waterbodems, opgesteld door OVAM Code van goede praktijk uitvoeren van milieuboringen en het plaatsen van peilbuizen, opgesteld door OVAM De toepassing van het bodemsaneringsdecreet bij schadegevallen (OVAM, 20 augustus 2004) de wet van 04.08.1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk. Indien zich binnen de looptijd van onderhavig bestek wijzigingen zouden voordoen in de wetgeving inzake bodemonderzoeken zullen deze wijzigingen met inachtneming van de van toepassing zijnde overgangstermijnen van toepassing worden gesteld op dit bestek. Bepalingen van de algemene aannemingsvoorwaarden waarvan in onderhavig bestek wordt afgeweken: Art. 5 : er kan op voorhand niet voorzien worden hoeveel en welke schadegevallen zich zullen voordoen of welke wegenwerken met grondverzet zullen/moeten worden uitgevoerd. Bestek nr. 2008/8009 3.

Artikel 3. aard van de opdracht De opdracht behelst een aanneming van diensten op basis van een algemene offerteaanvraag tegen prijslijst, onderverdeeld in 2 percelen. Samenvoeging van percelen is toegelaten mits het opgeven van een korting. Het is wel te verstaan dat, wanneer geen samenvoeging voorzien wordt, elk ondeelbaar perceel aan een verschillende inschrijver kan toegewezen worden. Het bestuur behoudt zich eveneens het recht voor slechts één of meerdere percelen toe te wijzen en eventueel de andere percelen in één of meer opdrachten op te nemen en ze desnoods op een andere wijze te gunnen. Artikel 4. selectiecriteria 1. referenties van de voornaamste interventies bij schadegevallen en bij grondverzet uitgevoerd tijdens het laatste jaar, met vermelding van het bedrag, datum en de publiekof privaatrechterlijke instanties waarvoor ze bestemd waren; 2. studie- en beroepskwalificaties van de dienstverlener en in voorkomend geval van het personeel en in het bijzonder van de verantwoordelijken voor de uitvoering van de beschreven diensten 3. bewijs van de nodige erkenningen van zowel de inschrijver, als van de door de inschrijver eventueel aangeduide onderaannemers. 4. Enkel voor perceel 1 de afstand tussen de standplaats van de dienstverlener en het stadhuis van Antwerpen wordt bepaald op maximum 40 km 5. Enkel voor perceel 2 : omstandige beschrijving van de werktuigen, het materieel en de technische uitrusting behorend tot de inschrijver: 6. Bewijs van aansluiting bij een erkende Bodembeheerorganisatie als erkende bodemsaneringdeskundige (attest van de Bodembeheerorganisatie). De inschrijver dient tevens duidelijk zijn aansluitingsnummer te vermelden. 7. Enkel voor perceel 2: de dienstverlener kan minimaal 4 uitloogtests gelijktijdig (laten) uitvoeren (cfr. artikel 13 nrs. 1-7) Kan nietig verklaard worden en van de hand gewezen : elke inschrijving die niet vergezeld gaat van de vereiste documenten. Artikel 5. prijsopgave De inschrijver is gehouden zijn nettoprijs op te geven in euro, voor de diensten en opties vermeld in artikel 6 hierna. Alle verschuldigde taksen, rechten en kosten moeten in de offerteprijs begrepen zijn met uitzondering van de BTW. Hiervoor moet duidelijk het ten honderd in de offerte worden opgegeven. Bestek nr. 2008/8009 4.

In de op te geven prijzen voor alle uit te voeren prestaties zijn minstens begrepen: alle verplaatsingen in België de uurlonen van het bevoegde personeel; alle materialen, materieel- en energiekosten; het opbreken en in de oorspronkelijke staat herstellen van verhardingen, in voorkomend geval en het nivelleren van peilbuizen; het vastleggen van de juiste plaats van de proeven, boringen en peilbuizen op een ingekleurd plan op AutoCAD, in voorkomend geval; op een asbuild plan worden de meetpunten aangeduid; de nodige maatregelen ter voorkoming van schade aan wegen, ondergrondse- en bovengrondse nutsleidingen, woningen, tuinen, gewassen, economische schade, enz ; kaarten die toegevoegd worden aan het rapport; kosten voor eventuele wacht- of verlettijden (met uitzondering van verlettijden tengevolge van de onmogelijkheid tot uitvoeren van de veldwerkzaamheden tengevolge van het geen toegang krijgen tot het terrein); Voor het uitvoeren van een bodemonderzoek kunnen diensten voorzien worden die niet opgenomen zijn in de inventaris eventueel door wijzigingen in de referentiedocumenten (zie art. 2). In bovenvermelde gevallen worden de prijzen der diensten vastgelegd door het opstellen van een bijkomend tarief (BT). Dit BT is een toevoeging aan de opdracht die de aanbestedende overheid en de dienstverlener bindt. Bij het opstellen van een BT worden de volgende principes toegepast. De prijzen zullen worden vastgelegd en/of gerechtvaardigd in dalende prioriteitsorde zoals hieronder opgesomd: 1) Door gevolgtrekking, vergelijking,interpoleren of het extrapoleren van één (of meer) prij(s)(zen) die in de inventaris voorko(mt)(men) en die betrekking heeft(hebben) op gelijkaardige diensten. 2) Door vergelijking met de prijzen van identieke diensten in andere recente gelijkaardige aannemingen. 3) Door ontleding van het door de dienstverlener geleverde diensten in levering, arbeidslonen, aangewende materieel, Perceel 2: De posten vooronderzoek, opmaken Technisch Verslag, opmaken zoneringsplan worden als forfaitair vermeld. Voor vergaderingen wordt een forfaitair bedrag aangegeven. Dit bedrag geldt per halve dag (max. 4 uur). De overige prestaties (begeleiding ontwerp, actualisaties, begeleiding uitvoering, ) kunnen op heden niet worden ingeschat. Indien de door de dienstverlener gegeven prijzen niet aanvaardbaar zijn of indien zijn akkoord op zich laat wachten en om een vertraging in de betaling te vermijden, zal de aanbestedende overheid de eenheidsprijzen ambtshalve vastleggen en betalen. Dit bedrag zal gelijk zijn aan 80% van de prijs bekomen door toepassing van de hierboven vermelde principes. In dit geval zal de inschrijver gevraagd worden te tekenen met behoud van al zijn rechten. Bestek nr. 2008/8009 5.

Artikel 6. hoeveelheid en beschrijving PERCEEL 1 : AANSTELLEN VAN EEN BODEMSANERINGSDESKUNDIGE TYPE II VOOR SCHADEGEVALLEN 6.1 AARD Uitvoering van de samenwerkingsovereenkomst Het betreft een summier onderzoek, waarin de volgende fasen worden onderscheiden : - Plaatsbezoek binnen de 72 uur na de oproep van de gemeente tenzij bij hoogdringendheid. - Vaststellen van de vermoedelijke aard, oorzaak en mogelijke omvang van de bodemverontreiniging en/of grondwaterverontreiniging. - Beperkte risico-inschatting m.b.t. blootstelling en verspreiding van de verontreiniging aan de hand van stofeigenschappen, van locatiespecifieke gegevens over de plaatselijke geohydrologische opbouw. - Bepalen of veiligheids- en/of voorzorgsmaatregelen zich opdringen. Indien dit het geval is concrete voorstellen (staalnames, bodemonderzoek, voorzorgsmaatregelen en veiligheidsmaatregelen) formuleren t.o.v. de Stad Antwerpen met bepalingen van de urgentie van de voorgestelde maatregelen. - Beknopte verslaggeving waaronder de gegevens vermeld in het meldingsformulier vaststelling schadegevallen en bodemverontreiniging (formulier samenwerkingsovereenkomst: zie bijlage) aan de Stad Antwerpen. Indien bepaalde vragen niet worden beantwoord, dient dit te worden gemotiveerd. Na uitvoering van de opdracht moet duidelijkheid bestaan over: - De juiste toedracht van het schadegeval en de bodemverontreiniging welke hierdoor zou zijn ontstaan; - De identiteit van de saneringsplichtige; - De noodzaak om veiligheids-of voorzorgsmaatregelen op te leggen; Hiernaast regelt de bodemsaneringsdeskundige, na opdracht van de dienstverlener, de verdere begeleiding van de voorzorgsmaatregelen, waaronder controle-staalnames en werfbegeleiding. Melding schadegevallen : Contactpersonen/adressen/achtergrondgegevens: Stad Antwerpen Integrale Veiligheid, Milieutoezicht Tav. Erik De Bruyn Sint-Pietersvliet 7 2000 Antwerpen Tel 03 201 58 10 Fax 03 201 58 35 Bestek nr. 2008/8009 6.

Er dienen verschillende instanties ingelicht over een schadegeval. Het informeren van deze instanties valt onder de zorgvuldigheidsplicht van de bodemsaneringsdeskundige. Milieupolitie t.a.v. dienstchef Leefmilieu Everaertstraat Tel. (03)690 09 53 Fax: (03) Dienst register-cel schadegevallen OVAM Fax: (015)28 44 07 Stationsstraat 110 2800 Mechelen LNE Milieu-inspectie Antwerpen Fax: (03)224 64 28 Burgemeester Stad Antwerpen p/a CLW Desguinlei 33 Fax.(03)244 52 79 De bodemsaneringsdeskundige dient in voorkomend geval de volgende instanties te verwittigen. Brandweer Sint-Jacobsmarkt 58 60 Tel. (03)213 89 11 (of noodnummer 101) Definities Veiligheidsmaatregelen : Voorzorgsmaatregelen : Gebruiksbeperking : deze dienen zonder oponthoud te worden getroffen indien de bodemverontreiniging een gevaar vormt voor de werknemers die tijdens het onderzoek of sanering veldwerk verrichte, maar ook voor de bescherming van de omwonenden. maatregelen om mens of milieu tijdelijk te beschermen tegen de gevaren van de bodemverontreiniging in afwachting van bodemsaneringswerken. beperking van het gebruik van een verontreinigde grond overeenkomstig zijn ruimtelijke bestemming. Veiligheids- en voorzorgsmaatregelen: Inleiding In deze fase van het beslissingsproces wordt nagegaan of er maatregelen dienen te worden genomen welke niet deel uitmaken van een procedurele sanering. Men kan deze maatregelen als bewarende maatregelen beschouwen. Bestek nr. 2008/8009 7.

Bewarende maatregelen : Maatregelen welke worden getroffen om schade of dreigende schade aan mens, milieu en zaken te vermijden. Het bodemsaneringsdecreet vermeldt expliciet drie soorten maatregelen : - Veiligheidsmaatregelen (art. 13 2 lid 5 en art.45 2); - Voorzorgsmaatregelen (art 2 14, art.5 2); - Gebruiksbeperkingen (art.5 1); - Veiligheidsmaatregelen Deze dienen zonder oponthoud te worden getroffen indien de bodemverontreiniging een gevaar vormt voor de werknemers die tijdens het onderzoek of de sanering veldwerk verrichten, maar ook voor de bescherming van de omwonenden. Voorzorgsmaatregelen Maatregelen om mens of milieu tijdelijk te beschermen tegen de gevaren van de bodemverontreiniging in afwachting van bodemsaneringswerken. Gebruiksbeperking Beperking van het gebruik van een verontreinigde grond overeenkomstig zijn bestemming. Veiligheidsmaatregelen dienen onmiddellijk te worden getroffen. Zij bezitten dus per definitie een urgent karakter. Voor de veiligheidsmaatregelen die worden opgelegd naar aanleiding van de uitvoering van het beschrijvend bodemonderzoek en ook van de sanering kan verwezen worden naar de maatregelen voorzien in de Nederlandse Leidraad Bodemsanering. Het betreft in beginsel tijdelijke beveiligingsmaatregelen gericht op het tegengaan van de verspreiding en de schadelijke gevolgen ervan tijdens de uitvoering van het onderzoek. Het betreft voorlopige maatregelen die een definitieve oplossing niet in de weg mogen staan en vooral gericht zijn op het isoleren van de verontreiniging. De veiligheidsmaatregelen kunnen allerlei vormen aannemen en zijn bijvoorbeeld : het plaatsen van een hek rond het terrein of het afzetten van wegen in de omgeving, het afdammen van sloten, het aanbrengen van bouwkundige voorzieningen zoals beschermde leidingen en ventilatieopeningen in de kruipruimten e.d., het aanbrengen van isolatievoorzieningen van de verontreiniging (schermen en damwanden).de veiligheidsmaatregelen beogen niet alleen de veiligheid en de gezondheid van de werknemers die tijdens het onderzoek en de sanering veldwerk verrichten op het bedrijfsterrein, maar ook de bescherming van omwonenden. Verdere opvolging voor stedelijke inrichtingen (schadegevallen veroorzaakt door de Stad Antwerpen). De veiligheidsmaatregelen dienen onmiddellijk te worden getroffen. Zij bezitten dus per definitie een urgent karakter. De volgende mogelijkheden dienen zich aan: - Formuleren van voorstellen tot verwijdering van de verontreiniging ; Bestek nr. 2008/8009 8.

- Definitieve afsluiting van het dossier op basis van een vaststelling; - Uitvoeren beperkt bodemonderzoek (zogenaamde tweede vaststelling); - Opstellen van een onderzoeksprogramma; - Verderzetting van de veiligheids-of voorzorgsmaatregelen; - Voorstel indienen tot het uitvoeren van de klassieke decretale saneringsprocedure. De bodemsaneringsdeskundige zal de nodige onderzoeksdaden stellen en de saneringswijze uitwerken. Bij de diverse fasen zal de OVAM om goedkeuring gevraagd worden. De bodemsaneringsdeskundige is gehouden een verslag op te maken van de diverse fasen. In dit verslag dienen ten minste alle punten van de beknopte verslaggeving, aangevuld met alle door OVAM aangegeven richtlijnen opgenomen worden en moet door haar conform verklaard worden. 6.1.1. OPSTELLEN VAN DE STRATEGIE Het opstellen van een strategie houdt in dat afhankelijk van de aard en omvang van het schadegeval een gepaste strategie wordt gevolgd. 6.1.1.1 strategie voor verdere opvolging voor stedelijke inrichtingen De bodemsanering bij schadegevallen is er op gericht de achtergrondwaarden voor de bodemkwaliteit te realiseren. Als deze waarden niet kunnen bereikt worden door maatregelen die overeenstemmen met de stand van de techniek en die geen onredelijke kosten meebrengen, dienen deze zo dicht mogelijk benadert te worden (BBT of BATNEECprincipe). Formuleren van voorstellen tot verwijdering verontreiniging, Het formuleren van maatregelen in het kader van de voorzorgsmaatregelen om de achtergrondwaarde voor de bodemkwaliteit te realiseren Uitvoeren beperkt bodemonderzoek (tweede vaststelling) Indien de voorzorgsmaatregelen er toe geleid hebben dat de verontreiniging verwijderd werd dient er een beperkt bodemonderzoek worden uitgevoerd om aan te tonen dat de sanering reeds werd uitgevoerd overeenkomstig de bepalingen van artikel 8 van het bodemsaneringsdecreet. Naar analogie van een eindevaluatieonderzoek (B.S.D. art. 21 4) bij een bodemsaneringsproject moeten de resultaten van de afgraving worden nagegaan. Het Bodemsaneringsdecreet schrijft in art. 21 een zogenaamd eindevaluatieonderzoek voor. In dit onderzoek worden door een erkende bodemsaneringsdeskundige de resultaten van de bodemsaneringswerken vastgesteld. Op basis van deze resultaten levert de OVAM een verklaring af waarin deze resultaten worden vermeld. Er wordt hierbij ook verwezen naar de doelstellingen zoals bepaald in de artikelen 7 (bodemsaneringsnormen) en 8 (realisatie van de achtergrondwaarden) van het bodemsaneringsdecreet (richtwaarde bij het decreet bodemsanering en bodembescherming). Hiermee analoog dient natuurlijk ook het effect van een genomen veiligheids- of voorzorgsmaatregel te worden gecontroleerd. Het ligt echter voor de hand dat deze evaluatie Bestek nr. 2008/8009 9.

niet zo omslachtig kan zijn als bij een beoordeling van de resultaten van een decretaal saneringswerk. Indien om te voldoen aan de zorgvuldigheidsplicht onmiddellijk wordt overgegaan tot een afgraving vraagt de OVAM momenteel volgende stavingstukken : - een beschrijving van de uitgevoerde saneringswerken; - de bewijzen van de afvoer naar een vergunde inrichting; - een bodemonderzoek om aan te tonen dat de sanering werd uitgevoerd conform de bepalingen van artikel 8 van het decreet en wat de nieuwe toestand op het terrein is. De uitspraak dient te gebeuren per kadastraal perceel. Kadastrale legger en plan (laatste toestand) van het onderzochte perceel dient te worden bijgevoegd. Het bodemonderzoek dient te worden uitgevoerd door een erkende bodemdeskundige. Deze werkwijze kan worden verdergezet in de procedure schadegevallen. Teneinde te kunnen vaststellen of na het treffen van de maatregel, de saneringsdoelstellingen werden bereikt en dit ook bereikt blijven maakt de bodemsaneringsdeskundige een onderzoeksprogramma op. Baserend op de Leidraad van het Bodemsaneringsproject kan een beschrijving van de saneringsresultaten volgende elementen bevatten : - het aantal genomen bodemstalen, de locatie, de diepte en de frequentie van staalname; - het aantal controlepeilputten (bestaande en eventueel extra te plaatsen), de locatie, de diepte en de filteropbouw; - het aantal grondwaterstalen, de locatie en de frequentie van bemonstering; - het aantal bodemluchtstalen, de locatie, de staalnamediepte en de frequentie van bemonstering; - de parameters die zullen bepaald worden en bij aansluitende monitoring, de frequentie waarmee zulks zal gebeuren; - de frequentie waarmee verslag van deze nazorg zal worden uitgebracht naar de OVAM toe. Volgende afsluitingsmogelijkheden dienen zich aan : - definitieve afsluiting van het dossier op basis van een vaststelling; - verderzetting van de veiligheids- of voorzorgsmaatregelen; - overgang naar de klassieke decretale saneringsprocedure. Teneinde te kunnen vaststellen of na het treffen van de maatregel, de saneringsdoelstellingen werden bereikt en dit ook bereikt blijven maakt de bodemsaneringsdeskundige een onderzoeksprogramma op baserend op de Leidraad van het Bodemsaneringsproject kan een beschrijving van de saneringsresultaten volgende elementen bevatten : - het aantal genomen bodemstalen, de locatie, de diepte en de frequentie van staalname; - het aantal controlepeilputten (bestaande en eventueel extra te plaatsen), de locatie, de diepte en de filteropbouw; - het aantal grondwaterstalen, de locatie en de frequentie van bemonstering; - het aantal bodemluchtstalen, de locatie, de staalnamediepte en de frequentie van bemonstering; - de parameters die zullen bepaald worden en bij aansluitende monitoring, de frequentie waarmee zulks zal gebeuren; Bestek nr. 2008/8009 10.

- de frequentie waarmee verslag van deze nazorg zal worden uitgebracht naar de OVAM toe. - Hierbij kan de vraag worden gesteld of bij iedere afgraving een eindevaluatie van een erkend bodemsaneringsdeskundige noodzakelijk is. - Definitieve stopzetting van het dossier. Met een vaststelling kan het dossier worden afgesloten, indien (na afgraving) geen overschrijding van de achtergrondwaarden in bodem en grondwater wordt geconstateerd. De sanering gebeurde in dit geval conform de bepalingen van art. 8 van het bodemsaneringsdecreet. Verderzetting van de veiligheids/voorzorgsmaatregelen. - Onder volgende voorwaarden worden de maatregelen verdergezet : - er is effectief een dalende trend van de verontreinigingsconcentratie. Een stopzetting zou dit gunstig effect teniet doen. Deze daling zal hoogstwaarschijnlijk binnen een navolgende tijdspanne van bijv. 3-6 maand resulteren in een eindconcentratie onder de bodemsaneringsnorm. Dit houdt in dat controlemomenten m.b.t. het saneringsverloop worden ingebouwd. De resultaten kunnen aan OVAM worden voorgelegd. - Een stopzetting zou onmiddellijk aanleiding geven tot een blootstelling van receptoren aan de verontreiniging. Hier dienen wel de nodige initiatieven te worden genomen om op korte termijn over te gaan tot een decretale sanering. Indien ondanks de getroffen maatregelen toch een restverontreiniging met overschrijding van de bodemsaneringsnorm achterblijft, dient te worden overgegaan tot een normale decretale sanering (het oriënterend en beschrijvend bodemonderzoek, het bodemsaneringsproject en de decretale sanering zelf vormt geen onderdeel uit van de opdracht). Uit de resultaten van het navolgend beschrijvend bodemonderzoek kan de achtergebleven hoeveelheid verontreiniging en het daarmee verband houdend risico worden bepaald. In overleg met OVAM kan dan het verder vervolg worden bepaald. - beslissingscriteria; - mogelijke termijnen; - administratieve vereenvoudigingen; Beslissingscriteria In de procedure kunnen kwantitatieve criteria betrekking hebben op : - saneringsdoelstellingen; - uitgegraven volumes en onttrokken volumes. Saneringsdoelstellingen: De decretale saneringsdoelstelling is de achtergrondwaarde (richtwaarde decreet bodemsanering en bodembescherming). De doelstelling van een veiligheidsmaatregel of een voorzorgsmaatregel is echter het bereiken van een bepaald hoog en stabiel veiligheidsniveau. Blootstelling aan de verontreiniging moet worden voorkomen en de verspreiding van de verontreiniging moet worden gestopt. Indien t.g.v. een maatregel de verontreiniging dermate wordt weggenomen dat de bodemsaneringsnorm niet meer is overschreden kan nagegaan worden of de sanering tot de achtergrondwaarde wordt verdergezet of dat eerder wordt geopteerd voor een stopzetting van de sanering onder voorwaarde dat een zgn. stabiele eindsituatie (cfr. Saneringsdoelstelling BEVER VROM) is bereikt waarbij de verontreiniging naast een lage concentratie ook een stationair karakter bezit. Bestek nr. 2008/8009 11.

BEVER- aanpak van mobiele verontreinigingen in de ondergrond: Hierbij wordt toegestaan dat er een bepaalde restverontreiniging achterblijft. Streefdoel hierbij is echter dat er een zogenaamde stabiele eindsituatie wordt bereikt. Een stabiele eindsituatie is een situatie waarbij de eindconcentratie zich heeft gestabiliseerd en waarbij er zonder actieve zorgmaatregelen : - geen verdere verspreiding van de verontreiniging optreedt (stationaire situatie); - geen risico s zijn; - geen kwetsbare objecten worden bedreigd; - geen verstoring van de stabiele eindsituatie optreedt door voorzienbare ontwikkelingen. Naargelang de eindsituatie worden er een vijftal saneringsvarianten onderscheiden (5 treden van de saneringsladder). Termijnen: Gelet op het urgent karakter moeten veiligheids- of voorzorgsmaatregelen zo snel mogelijk worden genomen. Er dient zonder oponthoud te worden mee gestart. Vervaltermijnen kunnen betrekking hebben op: - de duur dat een maatregel gehandhaafd blijft. - een gedoogperiode waarin de saneringsplichtige de kans wordt gegeven om maatregelen op het terrein uit te voeren. Indien hij niet reageert deelt de OVAM hem mee dat hij het lange decretale saneringstraject moet volgen. Volgende termijnen worden vooropgesteld. Hier kan dezelfde methode worden gevolgd die momenteel wordt toegepast indien er t.g.v. een schadegeval een bodemverontreiniging is ontstaan. De saneringsplichtige wordt op zijn wettelijke verplichtingen gewezen. Hij wordt tevens verzocht om zijn standpunt binnen een bepaalde termijn aan de OVAM over te maken; indien hij dit niet doet kan hij in gebreke worden gesteld. Administratief-rechterlijk kan een dergelijke termijn worden ingedeeld als een zgn. termijn van orde. In reglementen kunnen termijnen worden opgenomen m.b.t. de door besturen te nemen beslissingen. Bij een termijn van orde dient binnen de termijn te geschieden wat de regel voorschrijft. Indien het bestuur binnen deze termijn geen beslissing neemt zijn er geen bepaalde gevolgen (b.v. verlies van bevoegdheid) mee verbonden (Lit. M. Boes Administratief Recht ). Stel dat wordt voorgeschreven dat een saneringsplichtige uiterlijk twee maanden na de start van de maatregelen in het kader van de zorgvuldigheidsplicht, het rapport moet indienen bij de OVAM, zoniet dient hij de decretale procedure te volgen. Indien hij deze termijn overschrijdt is de OVAM bij een dergelijke termijn van orde, niet verplicht hem te dwingen tot het volgen van deze weg. Dit biedt de nodige ruimte in situaties waarin de saneringsplichtige wel daadwerkelijk de nodige initiatieven neemt maar waarbij de gestelde termijn wordt overschreden. Bijv. maatregel die om technische redenen langer duurt als de reglementair voorgeschreven termijn. Vooropgestelde termijnen : - indien veiligheidsmaatregelen worden getroffen : maatregel dient onmiddellijk te worden getroffen; indien ambtshalve wordt opgetreden dient de maatregel binnen de 48 uur effectief te zijn; - indien voorzorgsmaatregelen worden getroffen : maatregel dient binnen 90 dagen te worden getroffen. Bestek nr. 2008/8009 12.

Na de uitvoering van de maatregelen, wordt een evaluatierapport opgesteld waarin de resultaten van deze maatregelen worden opgenomen. Het evaluatierapport wordt aan de bevoegde overheid en de OVAM overgemaakt. 6.1.2. UITVOERING VAN DE AANNEMING 1.De oproep zal voor de verschillende deelopdrachten gebeuren met een besteling per fax (bestelbrief, zie onder wijze van oproep). 2.Bij de opvolging van stedelijke inrichtingen brengt dienstverlener een tussentijds verslag uit over de stand van het onderzoek (voorstel). Dit wordt besproken met de aanbestedende overheid. Op basis van deze gegevens wordt een onderzoeksprogramma opgesteld, in samenspraak met de toezichthoudende ambtenaar, en de daarbijbehorende planning en inventaris opgemaakt. PERCEEL 2 : AANSTELLEN BODEMSANERINGSDESKUNDIGE VOOR GRONDVERZET 6.2. AARD De opdracht omvat het opmaken van het Technisch Verslag in het kader van het grondverzet, voor het in het eerste deel genoemde project, met inbegrip van het milieuhygiënisch onderzoek en begeleiding van het ontwerp en de uitvoering door een erkende bodemsaneringdeskundige. De inhoud van de opdracht is zoals hierna omschreven. Inhoud van de opdracht De opdracht van de erkende bodemsaneringdeskundige omvat: - Opmaak van het Technisch Verslag, met inbegrip van het milieuhygiënisch onderzoek Ingeval de omstandigheden dit vereisen, omvat de opdracht ook: - Afperkend/bijkomend onderzoek - Begeleiding bij het ontwerp - Begeleiding bij de uitvoering: o Begeleiding van het grondverzet o Onderzoek voor aanvulling van het technisch verslag o Onderzoek voor herziening van het technisch verslag bij onvoorziene omstandigheden - Studie van ontvangende grond Bestek nr. 2008/8009 13.

6.2.1. OMVANG VAN DE OPDRACHT 6.2.1.1. Opmaak van het Technisch Verslag, met inbegrip van het milieuhygiënisch onderzoek: Voorstudie: - reden/type van grondverzet - administratief onderzoek - historisch onderzoek - geologisch onderzoek Bepaling van de bemonsteringsprocedure Uitvoering van boringen en analyses Het milieuhygiënisch onderzoek gebeurt onder de volgende voorwaarden: - De Bodemsaneringdeskundige geeft tijdens de uitvoering van de boringen de nodige instructies tot correcte uitwerking van de boringen, in overeenstemming met de code van goede praktijk. - de boorstaten worden digitaal overgemaakt in pdf-formaat en in txt-formaat (conform typografie IBD). - de originele analyserapporten worden overgemaakt en de analyseresultaten worden geleverd in pdf-formaat en txt-formaat (conform typografie IBD) waarbij tevens een overzichtstabel wordt geleverd in xls, (conform de typografie van IBD) Rapportering: Het technisch verslag wordt opgesteld conform de meest recente versie van de codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem van OVAM: - ofwel de uitgebreide rapportage: - ofwel de rapportage volgens een standaard technisch verslag, dat goedgekeurd is door de OVAM. De opdrachtgever kan het opsturen van het technisch verslag delegeren aan de opdrachthouder. De opdrachtgever is dan verantwoordelijk voor het doorsturen van het technisch verslag. De kosten verbonden aan de bodembeheerorganisatie worden doorgerekend aan de opdrachtgever. Het technisch verslag omvat ondermeer volgende gegevens (niet limitatief): - de identificatie van de bemonsteringslocatie; - een omschrijving van de toegepaste bemonsteringsprocedure; - de analyseresultaten; - evaluatie van de analyseresultaten en bespreken van de toepassingsmogelijkheden; - raming van de hoeveelheden van de verschillende fracties, ingedeeld op basis van de verdere gebruiksmogelijkheid. - Evaluatie van de bouwtechnische gebruiksmogelijkheden van uit te graven grond in het licht van het ontwerp en rekening houdend met bouwtechnische eisen; opgave van Bestek nr. 2008/8009 14.

de maximale opvoerhoogte binnen een werk als bouwstof (of als bouwkundig bodemgebruik) van de onderzochte partijen grond die voldoen aan deze voorwaarde Zoneringsplan (voor nog uit te graven bodem) Het technisch verslag omvat tevens een degelijk zoneringsplan. Het zoneringsplan geeft, verticaal en horizontaal, de vaksgewijze ligging weer van de verschillende milieukwaliteiten van de uit te graven bodem. Het zoneringsplan moet dusdanig zijn opgesteld dat het voldoende informatie bevat om een grondverzetplan op te stellen. Dit impliceert dat dit zoneringsplan minstens volgende informatie moet bevatten: - De verschillende zones (volgens milieukwaliteit, gekoppeld aan de opmetingstabel) waar wordt afgegraven, nauwkeurig begrensd en genummerd; - De verschillende kwaliteiten van de bodem worden duidelijk gecodeerd, en de legende van de code wordt duidelijk weergegeven; - De plaats(en) (volgens milieukwaliteit) waar eventueel de tussentijdse opslag georganiseerd wordt (W-TOP); - Wanneer en waar eventueel bijkomende bemonstering (tijdens uitvoeringsfase) zal plaats vinden; - Het bestemmingstype op het moment van het milieuonderzoek (conform bijlage 4, artikel 2 van Vlarebo) per kadastraal perceel; - de eventuele afbakening van de kadastrale werkzones binnen de werfzone. Hieruit valt af te leiden of de werfzone bestaat uit één of meerdere kadastrale werkzones; - de toepassingsmogelijkheden van de uitgegraven bodem voor: o gebruik als bodem o gebruik als bouwstof (of als bouwkundig bodemgebruik: niet vormvaste toepassing, algemene toepassing of toepassing binnen kadastrale werkzone) - de vereiste milieuhygiënische kwaliteit van aan te voeren uitgegraven bodem; - de grondstromen die zonder bijkomende behandelingsvoorwaarden binnen de begrenzing van de werf, de kadastrale werkzones of over de grenzen van de werf of de kadastrale werkzones mogelijk zijn; In het technisch verslag wordt tevens aangegeven of de aanwezigheid van een erkende bodemsaneringdeskundige op de werf noodzakelijk wordt geacht, hetzij om tijdens de fase van uitvoering bijkomend te bemonsteren, hetzij om de selectieve afgraving in uitvoeringsfase te begeleiden. Indien blijkt dat het milieuonderzoek gedeeltelijk tijdens de fase van uitvoering zal moeten worden uitgevoerd dan moet dit door de erkende bodemsaneringdeskundige worden aangegeven en gemotiveerd in het technisch verslag. Indien de bodemsaneringdeskundige indicaties heeft van overschrijding van de bodemsaneringnorm, maakt hij hiervan melding in het technisch verslag. De bodemsaneringdeskundige formuleert een advies inzake het al dan niet wenselijk zijn van een bijkomend onderzoek, om de eventuele vastgestelde verontreiniging af te perken en zodoende de transport- en saneringskosten te beperken (afperkend onderzoek). Bestek nr. 2008/8009 15.

Verder levert de opdrachthouder bij elk rapport een beknopte samenvatting van het besluit van het onderzoek, een overzicht van de gebruiksmogelijkheden en een samenvattende tabel van de analyseresultaten die als bijlage bij het bestek van het betreffende werk kunnen gevoegd worden. Modaliteiten van het onderzoek: De analyseresultaten worden getoetst aan de normen voor hergebruik van uitgegraven bodem en aan de bodemsaneringnormen. Bij bemonstering van niet-uitgegraven grond worden de monsternamepunten op het terrein opgemeten ten opzichte van een vast referentiepunt en/of per GPS met een nauwkeurigheid van 2 meter. De Lambert-coördinaten van de boorpunten worden opgenomen in het rapport. Bij staalname worden er voldoende stalen genomen om indien dit nodig blijkt na de analyse van de concentraties van verontreinigende stoffen, uitloogproeven op het materiaal te kunnen uitvoeren. De stalen worden minstens 6 maanden bewaard voor eventueel latere onderzoeken. 6.2.1.2. afperkend onderzoek/bijkomend onderzoek De opdrachtgever kan de erkende bodemsaneringdeskundige belasten met een afperkend onderzoek, evenals met extra onderzoek ter afbakening van de kadastrale werkzone, in het bijzonder indien hierover een aanbeveling werd geformuleerd. De erkende bodemsaneringdeskundige maakt hiertoe vooraf een raming op van de kosten voor dit bijkomend onderzoek en de rapportage ervan. De boringen en analyses zullen uitgevoerd worden tegen de prijslijst van de basisofferte, zo nodig aangevuld met overeen te komen prijzen voor proeven die niet in de basisopdracht werden voorzien. De begeleiding worden vergoed op basis van bestede tijd. Voorafgaand wordt per fase, een raming opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd. Bij de verrekening van de werkelijk gemaakte kosten wordt een overzicht gegeven van de besteedde uren. Onderzoek naar saneringsplicht Indien in het kader van grondverzet een bodemverontreiniging wordt aangetroffen moet indien mogelijk de oorzaak en de aard van deze verontreiniging worden vastgesteld. Dit om een saneringsplichtige of een andere verantwoordelijke voor het aangetast terrein de verontreiniging te laten wegnemen of een verdere verspreiding van de verontreiniging te verhinderen. Indien blijkt dat de aangetroffen verontreiniging historisch van aard is dient door een erkend bodemsaneringsdeskundige nagegaan te worden of er al of niet een Ernstige Aanwijzing voor een Ernstige Bedreiging (EAEB) bestaat. Hij zal hiervoor de methodologie voor de bepaling of er al of niet een Ernstige Aanwijzing voor een Ernstige Bedreiging (EAEB) bestaat, zoals opgenomen in de Standaardprocedure Oriënterend bodemonderzoek toepassen (of met de methodologie voor een Duidelijke Aanwijzing voor een Ernstige Bodemverontreiniging, indien van toepassing). De voor de toepassing van deze methodologie noodzakelijke analyses en onderzoeken, Kunnen in het kader van het opstellen van het Technisch Verslag worden uitgevoerd. Indien noodzakelijk dient een risico-analyse te worden uitgevoerd met behulp van een door de OVAM erkend simulatie-programma. Bestek nr. 2008/8009 16.

6.2.1.3. Studie ontvangende grond 1 Gebruik van uitgegraven bodem als bodem. Hierbij moet via een studie aangetoond worden dat het gebruik van de uitgegraven bodem als bodem geen verontreiniging van het grondwater kan veroorzaken en dat mogelijke blootstelling aan de verontreinigende stoffen geen bijkomend risico oplevert. De studie van de ontvangende grond zal gevraagd worden als aanvoer van uitgegraven bodem vereist is voor de uitvoering van aanvullingen en/of ophogingen. Ook hier geldt dat de terreinoppervlakte waarop het bodemonderzoek met het oog op het opstellen van de studie zal uitgevoerd worden, minstens gelijk zal zijn aan de oppervlakte die ingenomen zal of kan worden door de aanvullingen of ophogingen. Deze studie dient te worden uitgevoerd conform de code van goede praktijk. Hij dient hiervoor te beschikken over de ontwerpplannen van de aan- of opvulling en over informatie van de aan te voeren gronden, die hem door de opdrachtgever ter beschikking worden gesteld. Voor projecten waarbij binnen de werfzone zowel uitgravingen als aanvullingen en ophogingen zullen of kunnen worden uitgevoerd moet er én een technisch verslag voor de zone(s) van uitgraving én een studie van de ontvangende grond voor de zone(s) van aanvulling en ophoging wordt opgesteld. Dit eventueel gecombineerde document moet evenwel de resultaten van het technisch verslag en van de studie ontvangende grond duidelijk van elkaar onderscheiden aangeven. Voorafgaand wordt een raming opgemaakt en ter goedkeuring voorgelegd. Toetsingswijze voor concentraties in de uitgegraven bodem ten opzichte van de concentraties in de ontvangende grond De toetsing van de concentraties in de uitgegraven bodem vindt op verschillende niveaus plaats: - toetsing van concentraties in de aangevoerde uitgegraven bodem aan (de achtergrondwaarden), R-waarden, R -waarden en aan de bodemsaneringsnormen; - toetsing van concentraties in de aangevoerde uitgegraven bodem aan concentraties in de ontvangende grond. In het eerste geval dient de toetsing stof per stof te gebeuren. In het tweede geval, wordt voorkeur gegeven aan een zekere groepering van de stoffen voor toetsing. Bepaling van de concentratie in de ontvangende bodem De bodem, waar de aan te voeren grond zal gebruikt worden, dient zodanig bemonsterd te worden, dat een betrouwbaar beeld gekregen wordt van de concentraties in deze bodem. De bemonstering verschilt naargelang het om een terreinverhoging of om een opvulling gaat. Terreinverhogingen In geval van een terreinverhoging dient de bodem, waarop de uitgegraven bodem aangebracht wordt, bemonsterd te worden. De bemonstering van het grondwater wordt beperkt tot de freatische laag. Voor het aantal boringen, wordt uitgegaan van de standaardprocedure voor 1 Procedure voor de beoordeling van het gebruik van uitgegraven bodem als bodem bij afwijkingen van de voorwaarden van vrij gebruik. OVAM. Bestek nr. 2008/8009 17.

oriënterend bodemonderzoek. In functie van de doelstelling van de bemonstering worden een aantal wijzigingen aangebracht. Opvullingen In geval van opvullingen, moeten zowel de concentratie in de wanden van de bestaande put als in de onderliggende bodemlaag bepaald worden. De methodologie voor de bemonstering zal afhangen van de situatie ter plaatse. 6.2.1.4. Begeleiding bij het ontwerp : In functie van de resultaten van het onderzoek kan de opdrachtgever in overleg met de erkende bodemsaneringdeskundige beslissen de ontwerpplannen aan te passen. De erkende bodemsaneringdeskundige bepaalt in dat geval of bijkomend milieuonderzoek noodzakelijk is als gevolg van de aanpassing. Tevens kan de bodemsaneringdeskundige de nodige input verlenen voor het optimaal uitwerken van het ontwerp, rekening houdende met het grondverzet. 6.2.1.5. Begeleiding bij de uitvoering De erkende bodemsaneringdeskundige zal ter beschikking blijven voor het leveren van nazorg tijdens de uitvoering van de werken, ingeval zich problemen zouden voordoen, die de tussenkomst van de erkende bodemsaneringdeskundige zou vereisen. De tussenkomst zal gebeuren binnen de 24 uren (op werkdagen) na oproep door de opdrachtgever. De beschikbaarheid zal er zijn tot na het beëindigen van de grondwerken van het project. Begeleiding van het grondverzet De erkende bodemsaneringdeskundige kan in de uitvoeringsfase gevraagd worden de selectieve afgraving te begeleiden en hierbij geheel of gedeeltelijk de rol te vervullen van verantwoordelijke voor het en/of gevraagd worden het grondverzetplan bij te sturen. Hij dient hierbij het traceerbaarheidssysteem van de erkende bodembeheerorganisatie in acht te nemen. Onderzoek voor aanvulling van technisch verslag Indien een aanvullend technisch verslag in de uitvoeringsfase noodzakelijk is, worden de bijkomende monsternamepunten aangeduid op het zoneringsplan en wordt aangeduid op welke parameters de monsters moeten worden geanalyseerd. Het bijkomende onderzoek dient minstens te voldoen aan de bemonsteringsprocedure aanvaard door de OVAM conform art. 56 1 van het Vlarebo. Onderzoek voor herziening van technisch verslag bij onvoorziene omstandigheden a. Onvoorziene omstandigheden voor het opstarten van de werf Het technisch verslag kan herzien worden vooraleer de werf opstart. Dit kan bv. doordat de geldigheid van het Technisch Verslag is verlopen en er een actualisatie dient te gebeuren van het Technisch Verslag. Bestek nr. 2008/8009 18.

b. Onvoorziene omstandigheden op de werf Indien de erkende bodemsaneringdeskundige onvoorziene omstandigheden vaststelt die bijkomend onderzoek noodzakelijk maken of die van invloed kunnen zijn op het grondverzetplan dan stelt hij de betrokken aannemer en de opdrachtgever hiervan onverwijld op de hoogte. Het kan in dit geval gaan om een partij uitgegraven bodem waarvoor de bodemsaneringnorm wordt overschreden of om een bodemkwaliteit die bij het eerder uitgevoerde milieuonderzoek niet werd aangetroffen. De erkende bodemsaneringdeskundige evalueert of in dit geval een herziening van het technisch verslag noodzakelijk is. Het onderzoek voor de herziening dient minstens te voldoen aan de bemonsteringsprocedure aanvaard door de OVAM conform art. 56 1 van het Vlarebo. c. Coördinatievergaderingen Tijdens de uitwerking van het project kan het nodig zijn dat vergaderingen worden gehouden waarbij de bodemsaneringdeskundige aanwezig is. Deze vergaderingen dienen als ondersteuning van de opdrachtgever en ontwerper bij de opmaak van de studie of ontwerp. 6.2.1.6. Aanvullende studies Aanvullende studies zijn niet inbegrepen in de basisopdracht, doch kunnen in zoverre noodzakelijk voor de uitvoering van de werken en na afzonderlijk dienstbevel van de opdrachtgever door de erkende bodemdeskundige worden uitgevoerd, tegen een bijkomende vergoeding, zoals bepaald in artikel 5. De opdracht omvat : De extra taken noodzakelijk uit te voeren door de ontwerper kunnen geheel of gedeeltelijk het volgende bevatten: Opmaak van een grondverzetplan op basis van het zoneringsplan; Eventueel de aanpassing van het ontwerp, met het oog op de optimalisatie van de kosten voor transport en toepassing van uit te graven gronden Opmaak van een opmetingstabel met grondverzethoeveelheden; Beschrijving van de uitvoeringsvoorwaarden, invulling van de meetstaat en controle van de aanbestedingsprijzen; Advisering, begeleiding en coördinatie tijdens de uitvoering; Hij zal deze prestaties uitvoeren in nauw overleg met de opdrachtgever. Meerbepaald zal hij bij elke stap die bijkomende kosten kan veroorzaken voor de opdrachtgever, voorafgaand overleg plegen, en de te verwachten kosten en baten begroten. Hij zal niet overgaan tot een bijkomende stap, zonder hiervoor uitdrukkelijk de toestemming te hebben bekomen van de opdrachtgever. Bestek nr. 2008/8009 19.

6.2.2. TECHNISCH VERSLAG 6.2.2.1. Doelstelling Het technisch verslag heeft als doel de kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem te bepalen. Op basis van een technisch verslag levert een erkende bodembeheerorganisatie of een erkende tussentijdse opslagplaats of een erkend centrum voor grondreiniging voor de uitgegraven bodem, door hen in ontvangst genomen met het oog op de verhandeling ervan of reiniging ervan en de verhandeling van de gereinigde uitgegraven bodem, een bodembeheerrapport af. Een erkende bodemsaneringsdeskundige maakt het technisch verslag op volgens een code van goede praktijk. Het technisch verslag wordt opgemaakt op basis van een voorstudie en op basis analyseresultaten van representatieve (meng)monsters die worden genomen volgens een bemonsteringsprocedure, aanvaard door de OVAM. Voor het technisch verslag gelden die bepalingen van de Codes van goede praktijk voor het werken met uitgegraven bodem die op het tijdstip van bemonstering op de website van de OVAM beschikbaar waren. In de voorstudie wordt de historiek van de grond nagegaan en worden de verdachte zones en de verdachte stoffen bepaald. De voorstudie heeft tot doel een onderzoeksstrategie en bemonsteringsprocedure vast te leggen. Een goede onderzoeksstrategie en bemonsteringsprocedure leiden tot een adequate monstername en.analyse, met als doelstelling de milieuhygiënische kwaliteit van de uitgegraven of uit te graven bodem te bepalen. 6.2.2.2. Voorstudie De voorstudie kan onder leiding van de erkende bodemsaneringsdeskundige deels door de opdrachtgever zelf uitgevoerd worden. De reden van het grondverzet zal in belangrijke mate de onderzoeksstrategie bepalen. Gezien de diversiteit van de mogelijke uit te voeren werken is het niet mogelijk voorafgaandelijk een unieke onderzoeksstrategie vast te leggen. Een niet limitatieve lijst van verschillende types grondverzet is: - infrastructuurwerk; - lijnvormig traject (wegenwerk,.); - niet-lijnvormig traject (bouwwerk,.); - plaatsing nutsleiding; - lijnvormig traject; - niet-lijnvormig traject; - land- en natuurinrichtingsprojecten; - ruilverkaveling; - herstel oorspronkelijke toestand; - bodemsanering; - decretale bodemsaneringsproject; - schadegeval; - ander; In de inleiding wordt, indien relevant, een schatting van het volume grondverzet opgenomen. Tevens wordt aangegeven of de uitgraving al dan niet op een verdachte grond plaatsvindt. Binnen de zone waar het grondverzet zal plaatsgrijpen wordt volgende informatie verzameld : - de afmetingen van de af te graven of afgegraven partij; Bestek nr. 2008/8009 20.

- historiek van het terrein; - Vlarebo-activiteiten; - het voorkomen van verdachte zones en verdachte stoffen; - eventueel eerder uitgevoerde bodemonderzoeken; - andere mogelijk verontreinigende activiteiten of bronnen (aanwijzingen uit de omgeving); - eventueel selectief af te graven deelpartijen op basis van: - geologische samenstelling - verdachte lagen - selectieve verwijdering in functie van beoogd gebruik (vb. teelaarde in toplaag). administratief onderzoek: Het administratief onderzoek levert gegevens over de locatie waar de bodem uitgegraven werd of zal worden. Volgende informatie wordt verzameld: - de identiteit van de opdrachtgever van het technisch verslag; - de identiteit van de eigenaar(s) van de grond waar de bodem uitgegraven werd of zal worden; - de identificatie van de grond waar de bodem uitgegraven werd (adres, lambertcoördinaten, kadastrale gegevens, andere); - de gegevens van de bodemsaneringsdeskundige; - de gegevens van het laboratorium dat de analyses uitvoerde; - indien beschikbaar, identiteit van de natuurlijke persoon of rechtspersoon die de bodem uitgegraven, respectievelijk getransporteerd heeft; - bestemming van de onderzoekslocatie volgens bijlage 4 van het Vlarebo; - werkelijke bestemming/gebruik van de onderzoekslocatie; - schatting van de oppervlakte (lengte x breedte) en volume (lengte x breedte x diepte) van de uit te graven bodem. Historisch onderzoek: De doelstelling van het historisch onderzoek is om na te gaan of de uitgegraven of uit te graven bodem afkomstig is van een verdachte of van een niet-verdachte grond. Het al of niet verdacht zijn van een grond is een belangrijk criterium om over te gaan tot het opstellen van een technisch verslag. In artikel 48, 5 van het Vlarebo wordt een verdachte grond als volgt gedefinieerd : - een risicogrond: grond waarop een inrichting gevestigd is of was of waarop een activiteit uitgeoefend wordt of werd die is opgenomen in de lijst zoals bedoeld in artikel 3, 1 van het decreet; - grond die opgenomen is in het register van de verontreinigde gronden, bedoeld in artikel 4 van het decreet; - grond waarvoor aanwijzingen bestaan van bodemverontreiniging. Het historisch onderzoek moet uitsluitsel geven over de te analyseren verdachte stoffen. Indien de uitgegraven of uit te graven bodem zich op een risicogrond bevindt, kan het noodzakelijk zijn de inventaris verdachte stoffen (OVAM). toe te passen om de verdachte stoffen te detecteren. Er kan maximaal gebruik gemaakt worden van bestaande (bodem)onderzoeken. Volgende gegevens moeten dan opgenomen te worden: Bestek nr. 2008/8009 21.