V ~FI S DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED/

Vergelijkbare documenten
- r Geert BOURGEOIS. Provincie: Limburg. Gemeente: Riemst, Sde afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.04/73066/103.1 Dossiernummer: 4.001/73066/104.

.55Y5. Ministerieel besluit tot definitieve bescherming als archeologische site van de middenneolithische site De Hel in Spiere-Helkijn

Omschrijving: een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op de Kesselberg, Koningsstraat zonder nummer

Objectnummer: 4.01/44021/ dossiernummer: 4.001/44021/ Omschrijving:

Ministerieel besluit tot definitieve bescherming als archeologische site van de site Donk- Oud Kerkhof in Herk-de-Stad (Schulen)

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse artillerieobservatiepost uit de Eerste we reldoorlog in Gistel (Zevekote)

Gemeente: Leuven, 1ste afdeling, sectie A - 2de afdeling, sectie B - 4de afdeling, sectie D - Sde afdeling, sectie F.

Omschrijving: Hoeve-brouwerij met mouterij Goossens, Isabellastraat 16. De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

2 2 FEB Provincie: West-Vlaanderen. Gemeente: Kortrijk, 1ste afdeling, sectie G

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van vier hulsten in Genk

Objectnummer: 4.01/30000/ Dossiernummer: 4.001/30000/ Omschrijving:

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

1 9 APR Provincie: Limburg. Gemeente: Borgloon, 6de afdeling, sectie B. Objectnummer: 4.01/73009/210.1 Dossiernummer: 4.001/73009/102.

Provincie : Vlaams-Brabant. Gemeent e: Leuven, 4de afdeling, sectie D. Objectnummer: 4.01/24062/449.1 Dossiernummer: 4.001/24062/122.1.

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

V 1; lf 3. Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de 18de-eeuwse dorpslinde met overgangszone in Heist-op-den Berg {ltegem)

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse ingebouwde observatiepost uit de Eerste Wereldoorlog in

Omschrijving: neogotische 'Sint-Arnolduskapel', Warandedreef 2. pittoreske 'Villa Albert', Warandedreef 3. cementrustieke 'Belvedère', Meuleberg 2

Objectnummer: 4.01/24062/447.1 Dossiernummer: 4.001/ 24062/ Omschrijving : De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

\; r 1; '. V' I"'PI ',. )j) /.,

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de mijnkrater Caterpillar van de Eerste Wereldoorlog in Ieper (Zillebeke)

Onroerenderfgoeddecreet. 13 november 2014 Vastgoedforum Onroerend Erfgoed. Inleiding

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het mini$terieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van twee geënte bruine beuken in Wetteren

Objectnummer: 4.01/31005/ Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving:

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunker munitiedepot uit de Eerste Wereldoorlog in Zedelgem (Loppem)

Objectnummer: 4.04/72025/101.1 Dossiernummer: 4.001/72025/ Omschrijving: de site van het Celt ic Field complex van het Kolisbos

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de houten noodwoning van het Koning Albertfonds in Zemst (Eppegem)

Omschrijving: Stadsgezicht Hogeschoolplein, Sint Michielsstraat 6, Standonckstraat 6 en overgangszone Sint Michielsstraat 13 en 15

Objectnummer: 4.01/73009/ Dossiernummer: 4.001/73009/ Omschrijving: De Linde op de Pullenberg, Oude Kassei

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

besluit tot voorlopige bescherming als monument van bunker uit de Eerste Wereldoorlog in Roesel~re

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunker 'Pioni.erpark' uit de Eerste Wereldoorlog in Zedelgem (Loppem)

S5 f( Ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument met overgangszone van de 18de-eeuwse dorpslinde in Heist-op-den Berg (Itegem)

Ytbl5. Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Sint-Ritakerk in Harelbeke

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunker Vierkaven uit de Eerste Wereldoorlog in Moorslede

Objectnummer: 4.01/23094/125.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Het graf van de beeldhouwer Oscar De Clerck, Sint-Stefaansstraat 73A

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het decreet van 16 januari 2004 op de begraafplaatsen en de lijkbezorging, artikel 26, 2;

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

v3o9 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Omschrijving: Ensemble van de Sint-Veerlekerk, de pastorie en de gedenkkapel, en het Sint-Veerleplein, Sint-Veerleplein/Oostkerkestraat

Instelling. Onderwerp. Datum

Provincie: Vlaams-Brabant. Gemeente: Sint-Pieters-Leeuw, Sde afdeling, sectie A. Objectnummér: 4.01/23077/116.1 Dossiernummer: 4.001/23077/102.

Ministerieel besluit tot definitieve bes~herming als monument van de geknotte zwarte populier in de Dijlevallei in Mechelen {Muizen)

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunker 'Sinner Farm' uit de Eerste Wereldoorlog in Moorslede

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse observatiepost 's Graveneik uit de Eerste Wereldoorlog in Staden

Provincie: Vlaams-Brabant. Gemeente: Gooik, 3de afdeling, sectie A, sectie Ben sectie D. Objectnummer: 4.04/23024/101 Dossiernummer: 4.

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunker uit de Eerste Wereldoorlog in Gistel {Zevekote)

Ministerieel besluit tot definitieve bescherming als monument van de Sint-Ritakerk in Harelbeke

1 4 MAART Provincie : Antwerpen. . Gemeente: Schilde, 3de afdeling, sectie C. Objectnummer: 4.01/11039/145.1 Dossiernummer: 4.001/11039/101.

DE VLAAMSE REGERING, BESLUIT:

Ministerieel besluit houdende rangschikking als landschap. Gelet op de wet van 7 augustus 1931 op het behoud van monumenten en landschappen ;

Objectnummer: 4.02/31005/931.1 Dossiernummer: 4.001/31005/ Omschrijving: De Vismarkt, het Huidenvettersplein en de Rozenhoedkaai met omgeving

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunker Ua4 uit de Eerste Wereldoorlog in Oudenburg

VLAAMSE REGERING MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE RANGSCHIKKING ALS LANDSCHAP "DE VLAAMSE MINISTER VAN VERKEER, BUITENLANDSE HANDEL EN STAATSHERVORMING,

V9'53 DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Objectnummer: 4.01/23094/123.1 Dossiernummer: 4.001/23094/ Omschrijving: Villa in cottéigestijl, Watertorenlaan 30

Vlaamse Regering ::J..~

Vlaams beleid omtrent het beheer van funerair erfgoed

Ministerieel besluit houdende de uitbreiding van het erkend natuurreservaat Heidebos (nr. E-147)

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als stadsgezicht met overgangszone van de Kattensteeg in Borgloon

PAUL VAN GREMBERGEN Vlaams minister van Binnenlandse Aangelegenheden, Cultuur, Jeugd en Ambtenarenzaken

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse mitrailleurspost Stampkot uit de Eerste Wereldoorlog in Staden

~ - Vlaamse overheid (~ ~ - ),~~= Vlaams Ministerie van Leefmilieu. Natuur en Energie Agentschap voor Natuur en Bos

Artikel 17 Waarde - Maastrichts Erfgoed

Objectnummer: 4.01/23047/112.1 Dossiernummer: 4.001/23047/ Omschrijving: De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, ...

WAALSE OVERHEIDSDIENST

Het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013

DE VLAAMSE MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR,

~.. <l_j' ",. I VLAAMSE REGERING MINISTERIEEL BESLUIT HOUDENDE DEFINITIEVE BESCHERMING ALS LANDSCHAP

Objectnummer: 4.04/12007/ Dossiernummer: 4.001/12007/ Omschrijving: De Pastoor-Huveneersheuvel, Nattenhaasdonk zonder nummer

Vlaamse overheid. Agentschap voor Natuur en Bos

Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als monument van de Duitse bunkers 'Stützpunkt Mauritz' (Hollandstellung) in Maldegem (Middelburg)

Ministerieel besluit tot definitieve bescherming als cultuurhistorisch landschap met overgangszone van de burcht van Rummen in Ge~beb

Agentschap voor Natuur en Bos

VR DEC.0080

Datum opzoeking: 13/03/2018

Agentschap voor Natuur en Bos

Onroerend erfgoed en toegankelijkheid

...-c.., Geert BOURGEOIS

gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Historisch gegroeid bedrijf t Kriekske te Halle Bijlage II: stedenbouwkundige voorschriften

Ministerieel besluit houdende rangschikking als landschap DE VLAAMSE MINISTER VAN VERKEER, BUITENLANDSE HANDEL EN STAATSHERVORMING,

RUP Erfgoedlandschap Abdij van Westmalle. Infomarkt 14 februari 2012

nr. 33 van TINNE ROMBOUTS datum: 12 oktober 2016 aan GEERT BOURGEOIS Stedenbouwkundige vergunningsaanvragen - Archeologienota's

Agentschap voor Natuur en Bos

Omschrijving : Voormalig landhuis met omgevende tuin, Generaal Lemanlaan 151. De Vl aamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed,

543b DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED

Vlaamse overheid ~. J'~- )~x- Agentschap voor Natuur en Bos

".~.' J '7 JI"\ / 'I,)'j VLAAMSE REGERING. lflnisterieel BESLUIT HOUDENDE DEFINITIEVE BESCHERMING ALS LANDSCHAP

Monumentenwacht archeologie, uw partner in behoud en beheer. monumentenwacht Vlaanderen vzw

Vlaamse overheid. Agentschap voor Natuur en Bos

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Kioskplein en directeursvilla met park BERINGEN

DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED,

Vlaamse overheid liv. -- :.. ~-,.- Agentschap voor Natuur en Bos

Objectnummer: 4.01/23016/143.1 Dossiernummer: 4.001/23016/ Omschrijving: Het Signaal van Zellik, Alfons Gossetlaan zonder nummer

Bijlage 3. Behandeling van de adviezen bij het ministerieel besluit tot voorlopige b.escherming als monument van het landhuis Misonne in Oud-Turnhout

Archeologie als risico?

Transcriptie:

V ~FI S (1 HJî " I'...,- o rli \ I, Ij f f ~\".. \ Vlaa~se ~~ \ Regenng Ministerieel besluit tot voorlopige bescherming als archeologische site van een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op het plateau van Caestert, met inbegrip van de onderliggende mergelgroeven, in _Riemst {Kanne) DE VLAAMSE MINISTER VAN BUITENLANDS BELEID EN ONROEREND ERFGOED/ Gelet op het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 6. 1.1, laatst gewijzigd bij het decreet van 4 april 2014; Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 25 juli 2014 tot bepaling van de bevoegdheden van de leden van de Vlaamse Regering, artikel 6, 1 ; Gelet op de advies bij het college van burgemeester en schepenen van Riemst, gegeven op 8 december 2016, waarvan de behan~eling is opgenomen in bijlage; Gelet op het advies van de departementen of agentschappen van de Vlaamse overheid,' bevoegd voor ruimtelijke ordening, woonbeleid en onroerend erfgoed, leefmilieu,. natuur en energie, mobiliteit en openbare werken, landbouw en visserij; waarvan de behandeling is opgenomen in bijlage; Gelet op het advies van de Vlaamse Commissie Onroerend Erfgoed, gegeven op 10 november 2016, waarvan de behandeling is opgenomen in bijlage; Overwegende dat het waarderend onderzoek uitgevoerd door RAAP Archeologisch Adviesbureau in opdracht van het agentschap Onroerend Erfgoed en waarvan de resultaten zijn opgenomen in het beschermïngsdossier, de erfgoedwaarde van een hoogtenederzetting uit de ijzertijd. op het plateau van Caestert met inbegrip van de onderliggende mergelgroeven aantoont; Overwegende dat een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op het plateau van Caestert met inbegrip van de onderliggende mergelgroeven archeologische waarde bezit die als volgt wordt gemotiveerd: Het nog aanwezige archeologisch bodemarchief is de enige overgebleven bron van informatie om de oprichting en de organisatie van dergelijke hoogtenederzettingen uit de ijzertijd te kunnen begrijpen. De nederzetting op het plateau van Caestert heeft dan ook een belangrijke archeologische en wetenschappelijke waarde. De bescherming als archeologische site beoogt in de eerste plaats een behoud van h~t archeologisch erfgoed op de plaats waar het zich in de bodem bevindt (een behoud in situ). Wanneer dit in. situ behoud niet (meer) mogelijk is moet er steeds voor gezorgd worden dat, via archeologisch onderzoek enerzijds én een volledige integ rale uitwerking en publicatie anderzijds, dit archeologisch bodemarchief wordt veiliggesteld (zogenaamd behoud ex situ). De ondergrondse mergelgroeven maken integraal, deel uit van het archeologisch bodemarchief dat wordt beschermd, Pagina 1 van 5

BESLUIT: Artikel 1. Met toepassing van artikel 6.1.1 tot en met artikel 6.1.11 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en artikel 6.2.1 van het Onroerenderfgoedbesluit van 16 mei 2014 worden de volgende onroerende goederen voorlopig beschermd als archeologische site: Een hoogtenederzetting uit de ijzertijd op het p!ateau van Caestert, met inbegrip van de onderliggende mergelgroeven, Castertweg en Silexweg zonder nummer in Riemst (Kanne), bekend ten kadaster Riemst, 5de afdeling, sectie B, perceelnummers 148, 149 A, 150 B, 151 C, 152 A, 153, 154 B, 155 B, 156 C, 158 A, 159 B, 160 A, 161 A, 162 A 162 B, 165 A, 175 A, 175 B, 176, 177, 179 B, 179 D, 183 A, 184 A, 185 C, 185 D, 185 E, 186 C, 186 D, 187 A, 187 B, 188, 189 G, 189H, 189 K, 191 B, 192 A, 193, 194 B, 195 A, 196 A, 197 A, 198 A, 199 A, 199 B, 200 B, 201, 202, 203, 204 A, 205 A, 206, 207, 208 A, 209 A, 210, 211 A, 212, 213 A, 214 C, 214 D, 214 E, 215 A en deel uitmakend van het openbaar domein. De voorlopig beschermde onroerende goederen zijn aangeduid op het plan dat als bijlage bij dit besluit wordt gevoegd. De fotoregistratie van de fysieke toestand van de voorlopig beschermde goederen wordt als bijlage bij dit besluit gevoegd. Art. 2. 1. De archeologische site heeft archeologische erfgoedwaarde. 2. De erfgoedel'ementen en de erfgoedkenmerken van de archeologische site zijn: 1 a voor de hoogtenederzetting uit de ijzertijd: er zijn in Vlaanderen slechts 4 andere versterkingen bekend die dateren uit de ijzertijd (de Kemmelber:-g, de Kesselberg, Kooigem en Asse/Borgstad) en er wordt niet verwacht dat er nog veel van dergelijke grote versterkingen in Vlaanderen gevonden zullen. worden. De versterking in Caestert is dus niet uniek, maar wel zeer zeldzaam in Vlaanderen. Bovendien lijkt de site in Caestert als enige heel laat in de ijzertijd te dateren en in het begin van de Romeinse periode. De site springt in het oog met betrekking tot haar spectaculaire ligging, haar grootte (circa 35 ha) en het zeer goed bewaard gebleven wal/talud/gracht-systeem. In Wallonië zijn meer (hoogte-) versterkingen bekend, maar daarvan is alleen Étalle (100 ha) groter dan Caestert. De Vlaamse versterkingen uit de IJzertijd zijn archeologisch onderzocht, maar niet recent. Bovendien hebben de oude opgravingen zich vrijwel uitsluitend op de verdedigingssystemen gericht, dat wil zeggen op de buitenrand van de versterkingen. Over de bewaringstoestand van eventuele structuren binnenin de site in Caestert is niets bekend. Dit geldt ook voor de Waalse en de meeste Europese hoogte nederzettingen. Hierdoor is er voor de meeste van deze sites nog geen goed inzicht met betrekking tot hun functie(s) en betekenis. Modern onderzoek binnen de ve-rsterking op het plateau van Caestert kan daarom bijdragen aan kennisontwikkeling omtrent versterkingen uit de ijzertijd op zowel Belgisch als Europees niveau. Bijkomend is er ook de hypothese dat de versterking te identificeren valt als het door Julius Caesar in zijn Commentarii De Bello Gal/ico beschreven Atuatuca. De wetenschappelijke waarde van de site is dus erg hoog. Tijdens archeologisch onderzoek van 1973 tot 1975 en tijdens recenter onderzoek van 2007 tot 2011 werd op het plateau een oppervlak van in totaal 35 ha in kaart gebracht dat omgeven was met een gracht en walsysteem dat dateert uit de ijzertijd. Grote delen van de versterking zijn nog steeds visueel herkenbaar: de wallen en ingang in het noordwesten, het hoge en indrukwekkende talud in het zuiden en zuidwesten en de wallen en ingang in het zuiden. De versterking ligt in een natuurgebied met een zeer opvallende hoge ligging tussen de Maas en het Albertkanaal. Vanwege de hoge waarneembaarheid en dè mooie ligging in het landschap is de belevingswaarde hoog. Omdat de versterking niet publiekelijk ontsloten is, roept het voor veel ongeïnformeerde bezoekers geen herinnering op aan het verleden. Anderzijds zijn veel mensen op de Pagina 2 van 5

hoogte van het bestaan van de versterking en (vooral) van de mogelijke identificatie als Atuatuca. Dit laatste roept een zeer sterke herinnering aan het verleden op, met name aan de Kelten, de Romeinen en de wisselwerking tussen beiden (zoals de Gallische Oorlogen); 2 voor de onderliggende mergelgroeven: de groeve Caestert is van archeologisch en cultuurhistorisch belang op lokaal, bovenlokaal en internationaal niveau. De grote groep middeleeuwse tekeningen in deze groeve is uniek voor België en het grensgebied met Nederland en Duitsland. Ook in de rest van Europa zijn bovendien geen voorbeelden bekend van middeleeuwse tekeningen die in situ bewaard zijn op de wanden en plafonds van onderaardse groeves. De groeve en de tekeningen vormen een interessant en complex studieobject dat interdisciplinaire aandacht vereist. Om het behoud te waarborgen en om nu en in de toekomst onderzoek naar de groeve en de tekeningen te kunnen doen is een bescherming noodzakelijk. Bovenop het plateau komen dalines of aardpijpen voor, een typisch verschijnsel dat samenhangt met de aanwezigheid van de ondergrondse mergelgroeven. Art.3. Voor de beschermde archeologische site gelden de volgende beheersdoelstellingen: 1 voor de nederzetting uit de ijzertijd:. het beheer van de archeologische. site streeft in de eerste plaats naar een behoud in situ van de aanwezige archeologische structuren, sporen en vondsten. Erosie kan een nefaste invloed hebben op het aanwezige archeologisch archief. De huidige begroeiing (bos en,grasland) wordt beschouwd als een adequate bescherming tegen erosie. Voor het plateau zelf zijn geen beheersmaatregelen vereist. Op de zuidelijke en zuidwestelijke wal zijn in der loop der jaren een aantal bomen flink uitgegroeid. Wanneer deze bomen omvallen zal dit grote schade toebrengen aan delen van het gracht- en walsysteem. Het is dan ook noodzakelijk dat bomen die windvallig zijn en dreigen om te vallen gerooid worden. Het entstronken van bomen is niet toegestaan. Er moet ook over gewaakt worden dat intensieve begrazing door vee, op de wal en grachtstructuur die onder weiland ligt, geen erosie veroorzaakt. Het is belangrijk dat de plateauranden zelf niet meer betreden kunnen worden, anders bestaat het gevaar dat er op korte tijd opnieuw paden gevormd worden die weer aanzet geven tot erosie. De maatregelen die Natuurpunt vzw reeds installeerde (het plaatsen van houtkanten op die plaatsen waar wandelaars en fietsers erosie veroorzaakten op de wallen) moeten dus bestendigd worden en een permanent karakter krijgen. In het kader van de beheersmaatregelen is het belangrijk dat er voldoende (en op regelmatige tijdstippen) criderhoud van de begroeiing plaatsvindt, eventueel door een extensieve begrazing door schapen. Ook een regelmatige controle van het domein zelf draagt bij tot een goede bewaring van het monument. Dit kan onder meer door een breed maatschappelijk draagvlak te creëren en eventueel omwonenden hierin te betrekken. Tenslotte geldt in het algemeen dat alle werkzaamheden die de bodem verstoren vermeden dienen te worden, aangezien archeologische overblijfselen zich op een aantal locaties dicht onder het oppervlak kunnen bevinden. Wanneer een behoud in situ niet mogelijk is, dient een preventief archeologisch onderzoek uitgevoerd te worden, inclusief een volledige uitwerking en publicatie van de onderzoeksresultaten, om zo een ex situ behoud van de archeologische informatiewaarde te garanderen; 2 voor de onderliggende mergelgroeven: de uitgestrekte ondergrondse kalksteengroeves dienen gevrijwaard te blijven van verdere verstoring en aantasting en van gebruik en uitbating van activiteiten. Nieuwe activiteiten (zoals toeristische ontsluiting) dienen steeds te worden getoetst aan de aanwezige erfgoedwaarde. Tekeningen en inscripties op de wanden, alsook de. sporen van de ontginning en gebruik, dienen bewaard te blijven voor de toekomst. De middeleeuwse tekeningen in de groeven worden door ongewenste en onwetende bezoekers bedreigd in hun voortbestaan. Weliswaar staan er bij de ingang van de groeve enkele borden die de toegang voor onbevoegden verbieden, maar die worden veelal genegeerd. Er is op de afgelegen toegangsplek ook weinig sociale controle mogelijk. Een groot,deel van de Pagina 3 van 5

toegangen tot het gangenstelsel is weliswaar çfgesloten maar toch kan men, al of niet met goede bedoelingen, vrij gemakkelijk sommige afsluitingen omzeilen. Deze situatie brengt gevaren met zich mee want elk moment kunnen door kwaadwillende of nietsvermoedende bezoekers de bijzondere middeleeuwse tekeningen onherstelbaar beschadigd of vernield worden. Bescherming van de tekeningen is slechts mogelijk wanneer de groeve als geheel beschermd wordt tegen ongewenste bezoekers. Dat impliceert dat de ingang tot de groeve moet worden afgeschermd middels een zeer stevige en degelijke poort. Daarnaast is regelmatig toezicht gewenst zodat een eventuele inbraak spoedig gesigm;lleerd wordt en schade aan slot of poort hersteld kan worden. Gecontroleerde toegang van de groeve dient mogelijk te blijven zodat de groeve en de tekeningen bereikbaar blijven voor wetenschappelijk onderzoek, restauratie en in de toekomst eventueel kleinschalige rondleidingen voor belangstellende bezoekers onder begeleiding van een deskundige gids. Het is wenselijk een beheerplan op te maken voor de groeve. Op die manier wordt voor een langere periode vastgelegd op welke manier de erfgoedwaarden van de groevesin stand worden gehouden. Omdat de huidige ingangen tot het groevestelsel zich op Waals grondgebied bevinden is het in het kader van beheer en handhaving interessant dat er ook op Vlaams grondgebied een toegang komt. Dit zou kunnen door een ingestorte toegang te heropenen of het creëren van een nieuwe toegang te onderzoeken. De wenselijkheid hiervan kan onderzocht worden in het kader van een beheersplan, evenals het afsluiten van verluchtingskakers en dolines. Art. 4. De zakelijkrechthouder en de gebruiker van de beschermde archeologische site zijn verplicht de instandhouding en het onderhoud ervan te verzekeren door: 1 het goed als een goede huisvader te beheren en de nodige voorzorgsmaatregelen te nemen tegen schade ten gevolge van brand, blikseminslag, diefstal, vandalisme, wind of water; 2 de toestand van het goed regelmatig te controleren; 3 regulier onderhoud uit te oefenen; 4 onmiddellijk passende consolidatie- en beveijigingsmaatregelen te nemen in geval van nood. Art. 5. Voor de volgende handelingen aan de beschermde archeologische site moet een toelating ~orden aangevraagd: 1 het wijzigen van het microreliëf op het plateau; 2 elke handeling die een aanzienlijke wijziging van de landschapskenmerken tot gevolg heeft, met uitzondering van cultuurgewassen, onder meer voor de landbouw, en tuinbeplanting; 3 graafwerken in functie van het bouwen, verbouwen of heropbouwen van constructies; 4 het plaatsen van ondergrondse leidingen; 5 het aanleggen of wijzigen van wegen en paden; 6 het aanplanten, vellen, rooien en entstronken van bomen; 7 het plaggen en het afvoeren van de plaggen; 8 het scheuren van grasland; go het eerste diepploegen van akkerland (onder diepploegen wordt verstaan het dieper ploegen dan 30 cm); 10 het op welke wijze dan ook veranderen van de structuur (plafond, muren en vloer) van de mergelgroeven;. 11 het wijzigen van het uitzicht in de mergelgroeven onder meer door het aanbrengen van afsluitingen, leidingen of obstakels; 12 het uitvoeren van werken of ingrepen die een wijziging van het klimaat in de gangenstelsels van de mergelgroeve kunnen teweegbrengen; 13 het maken van vuur in de mergelgroeven. Pagina 4 van 5

Er is geen toelating vereist voor het onmiddellijk nemen van passende consolidatie- en beveiligingsmaatregelen in geval van nood, noch voor de uitvoering van regulier onderhoud. Brussel, 0 8 MAART 2017 De Vlaamse minister van Buitenlands Beleid en Onroerend Erfgoed, Geert BOURGEOIS Pagina 5 van 5