B I J L AG E 1 R EG EL G E V I N G ( T O EZ I C H T O P) B O A S EN PAR T I C U L I E R E B E V E I L I G ER S



Vergelijkbare documenten
Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA) Hoofdstuk 3 pagina 2 t/m 19

opleiding BOA Besluit BOA

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie,

Aanvraag-/Mutatieformulier Categoriale Beschikking Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)


Waalwijk. Gemeente. III III IIII II II III ll lll ll. Aanwijzing toezichthoudende ambtenaar. De burgemeester van Waalwijk.

Raadsinformatiebrief

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie AFSCHRIFT

Pers. nr AFSCHRIFT. Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Convenant Buitengewone opsporingsambtenaren. Gemeente Breda en Gemeente Zundert

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie

De buitengewoon opsporingsambtenaar

Wet van 24 oktober 1997 tot vaststelling van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Dienst Justis Ministerie van Veiligheid enjustitie

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justi tie;

Pers. nr Dienst Justis Ministerie van Veiligheid en Justitie. De Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie;

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar

WvSr De kandidaat kan aan de hand van een gegeven situatie vaststellen of het om een wet in materiële of formele zin gaat.

Gezien het verzoek van Politie eenheid Den Haag Afd. coördinatietaken te DEN HAAG, d.d. 29 januari 2019;

Wet op de bijzondere opsporingsdiensten Geldend van t/m heden

Benoeming, beëdiging en bewapening buitengewoon opsporingsambtenaar

Aanvraag-/Mutatieformulier Individuele Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Samenwerkingsovereenkomst Buitengewoon Opsporing Ambtenaren Domein III Onderwijs (Leerplicht) gemeenten Enschede, Losser, Oldenzaal, Dinkelland

Gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 januari 2004, nr ;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Openbare Ruimte Generiek 1 april 2018

Gepubliceerd in Staatscourant 17 september 2007, nr. 179 / pag. 11

Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus Geldend van t/m heden

Aanvraag-/Mutatieformulier Individuele Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BOA)

Toezichthouder. Handhaving, achtergronden bij taken

Datum 4 juni 2018 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over dat particulieren steeds vaker een privédetective inhuren

SAMENWERKINGSOVEREENKOMST BOA`S MIDDEN-NEDERLAND

CONVENANT. Samenwerkingsovereenkomst boa s domein I * regio Twente

Collegevoorstel. Zaaknummer: VHV deelname boa pool Meierijgemeenten - s Hertogenbosch

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving Directie Rechtsbestel

Ministerie van Binnenlandse Zaken. aanvullende status-circulaire

Wij Beatrix, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden, Prinses van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Op de voordracht van Onze Minister van Veiligheid en Justitie, in overeenstemming met Onze Minister van Defensie;

Datum 7 NOV de Nationale dsman j. De minister van Veiligheid en Justitie. Postbus EH DEN HAAG Tel: (070)

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Convenant voor gegevensuitwisseling tussen Politie en beveiligingsorganisaties en organisatoren van evenementen

Wij Willem-Alexander, bij de gratie Gods, Koning der Nederlanden, Prins van Oranje-Nassau, enz. enz. enz.

Samenwerkingsconvenant Handhaving Openbare Ruimte Gemeenten Zuid-Limburg

Toetsmatrijs Wettelijke Kaders Onderwijs Generiek 1 januari 2018

GEMEENTEBLAD. Nr Klachtenregeling gemeente Doetinchem 2017

Functielijst buitengewoon opsporingsambtenaar

Gelezen het voorstel van de burgemeester en wethouders d.d. 22 november 2006, nr.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar

de Minister van Justitie de heer mr. E.H.M. Hirsch Ballin Postbus EH DEN HAAG

BIBOB beleidslijn horeca- en seksinrichtingen. Gemeente Voorst

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Samenwerkingsovereenkomst BOA s Domein III Onderwijs (leerplicht) gemeenten regio West-Brabant

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Breda houdende regels omtrent taxi s Taxiverordening Breda

Directoraat-Generaal Rechtspleging en Rechtshandhaving

MANDAAT- VOLMACHT- EN MACHTIGINGSBESLUIT inzake het Advies en Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling Gooi en Vechtstreek

Aanvraagformulier voor (verlenging van) een vergunning voor het in stand houden van een particuliere beveiligingsorganisatie

BOA s Gemeente Etten-Leur

MONUMENTENVERORDENING GEMEENTE HAARLEMMERMEER 2004

Gastouderbureau Barbamama

De werkafspraken hebben vooralsnog alleen betrekking op geneesmiddelenreclame in de zin van hoofdstuk 9 van de Geneesmiddelenwet.

Gelet op: Besluit: aan te stellen in tijdelijke dienst voor een proeftijd van één jaar

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire domeinen bijzondere opsporingsambtenaar

Regeling toetsing geweldsbeheersing buitengewoon opsporingsambtenaar 2005

nr Klachtenregeling Veilig Thuis Gooi en Vechtstreek (AMHK Gooi en Vechtstreek)

Uitgangspunten procescriteria: waar dienen ze wel en waar dienen ze niet toe? Methode: hoe zijn de criteria opgebouwd en hoe zijn we daartoe gekomen?

Gelet op de artikelen 3.1 en 3.2 van de Wet basisregistratie personen wordt op dit verzoek als volgt besloten.

Hoofdstuk 1 Bevoegdheid en rollen

Politiegegevens. Hoe ga je daar mee om als buitengewoon opsporingsambtenaar

Eerste Kamer der Staten-Generaal 1

Kwalificatiedossier: BOA OV Module 5 Samenwerking en assistentieverlening Toetsvorm: 20 Gesloten vragen Toetsduur: 45 minuten Cesuur: 68%

Bij brief heeft het CBP u laten weten de beslissing op het bezwaarschrift te verdagen.

Nieuwe Beleidsregels Buitengewoon Opsporingsambtenaar oftewel boa

Klokkenluidersregeling/ Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand

Aanvraagformulier voor (verlenging van) een vergunning voor het in stand houden van een particuliere beveiligingsorganisatie

Klokkenluidersregeling

POLITIE DCMR. nrrna. Rijnmond. milieudienst. Convenant gegevensuitwisseling tussen de politie Rotterdam-Rijnmond en de DCMR Milieudienst Rijnmond

Kwaliteit in particuliere veiligheid?! Politietoezicht op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus

Brief van de staatssecretaris van Economische Zaken en de minister van Veiligheid en Justitie

Aanvraagformulier voor (verlenging van) een vergunning voor het in stand houden van een particuliere beveiligingsorganisatie of een recherchebureau

Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een misstand (Klokkenluidersregeling)

Praktijkhandleiding Privacygedragscode. voor. particulier onderzoekers

Geldig tot : 15 oktober 1996

KLOKKENLUIDERSREGELING. Regeling inzake het omgaan met een vermoeden van een ernstige misstand binnen het St. Michaël College

Bevoegdheidsconvenant handhaving in de natuur in de Provincie Limburg

MONUMENTENVERORDENING 2006

VERORDENING PEUTERSPEELZALEN OEGSTGEEST gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 23 november 2004, nr.

Gemeentewet. Hoofdstuk IX. De bevoegdheid van de raad. Artikel 151b

Hierbij zend ik u mede namens de minister van Justitie de antwoorden op de vragen van het lid Gerkens over de BOA-bevoegdheid bij de NS.

Zundertse Regelgeving Wetstechnische informatie

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Buitengewoon opsporingsambtenaar

Regeling melden (vermoeden van een) misstand of schending integriteit

39. Klokkenluidersregeling

Datum 13 april 2016 Onderwerp Beleidsreactie op rapporten van de Inspectie Veiligheid en Justitie naar uitvoering korpscheftaken Wwm en Wpbr

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar

Transcriptie:

BIJLAGE 1 REGELGEVING (TOEZICHT OP) BOA S EN PARTICULIERE BEVEILIGERS Het toezicht op BOA s, particuliere beveiligers en recherchebureaus is gebonden aan een aantal wetten en regels. Daarin staan ook verplichtingen voor de (BOA-)werkgever. In deze bijlage zijn de verplichtingen, taken, rollen en bevoegdheden nader omschreven. BOA s zijn in beginsel geen integrale handhaver, maar zijn gericht opgeleid voor een specifieke taak en hebben beperkte opsporingsbevoegdheden. Zo controleren BOA s de naleving van de Algemene Plaatselijke Verordeningen (APV) en sporen zij in dit verband strafbare feiten op. Te denken valt aan controleurs APV, controleurs openbare ruimte, stadstoezichthouders, marktmeesters, boswachters, jachtopzichters, sociaal rechercheurs, milieucontroleurs, leerplichtambtenaren, parkeercontroleurs en bouw- en woningtoezichthouders. Het aantal BOA s onder direct toezicht van de korpschef politie Hollands Midden bedraagt ruim 160. TOEZICHT De Hoofdofficier van Justitie is toezichthouder en ziet er in algemene zin op toe dat de BOA zijn taak bij de opsporing van strafbare feiten naar behoren vervult en op een juiste wijze gebruik maakt van zijn bevoegdheden. Hij geeft als toezichthouder advies aan de Minister van Justitie op een aanvraag voor een Categoriaal Besluit of de aanwijzing van BOA s. Hij raadpleegt hiertoe betrokken functionarissen of instanties, waaronder in elk geval de korpschef van de betreffende politieregio. Specifieke aandachtspunten zijn: de noodzaak van opsporingsbevoegdheid, het gewenste domein, de gewenste bevoegdheden, het werkgebied en de verlening van geweldsmiddelen. Ook heeft de toezichthouder een taak bij de klachtafhandeling en het beoordelen van de kwaliteit en de passendheid van opleidingen. De hoofdofficier en de direct toezichthouder maken gezamenlijk afspraken over de wijze waarop toezicht en direct toezicht in onderlinge samenhang worden uitgeoefend. Toetsing van de noodzaak gebeurt op basis van het noodzaakcriterium. Volgens de BOA-circulaire is aan dit criterium voldaan wanneer naar het oordeel van de Minister van Justitie, de opsporingsbevoegdheid noodzakelijk is voor de uitoefening van de functie van de betreffende persoon of de dienst waarbij deze werkzaam is, en een beroep op de politie voor het uitoefenen van opsporingsbevoegdheden bezwaarlijk, niet mogelijk of niet wenselijk is. Taken toezichthouder De toezichthouder houdt toezicht op het functioneren van de BOA in meer algemene zin, gerelateerd aan de eisen van de Wet en het Besluit Buitengewoon opsporingsambtenaren. Wat in ieder geval tot de taken van de toezichthouder behoort is het adviseren van de minister van justitie inzake aanvragen, het overleggen met de direct toezichthouder, het beoordelen van de noodzaak voor opsporingsbevoegdheid, opsporingsgebied, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen, het adviseren inzake klachten over BOA s en het (gevraagd en ongevraagd) verschaffen van inlichtingen ten aanzien van de betrouwbaarheid van BOA s. DIRECT TOEZICHT De korpschef is direct toezichthouder. Hij adviseert de hoofdofficier en minister van Justitie inzake het al dan niet toekennen van Categoriale Besluiten en BOA-akten. Volgens de nieuwe BOA-circulaire dient de BOA-werkgever reeds vóór het doen van een aanvraag contact te zoeken met de direct toezichthouder en toezichthouder, om de voorgenomen aanvraag te bespreken. Hierdoor kan de minister sneller dan thans het geval is beslissen op de aanvraag. Ook bij het beëindigen, opschorten of intrekken van een akte van opsporingsbevoegdheid als gevolg van veronderstelde onbetrouwbaarheid, wordt de minister geadviseerd door de (direct) toezichthouder. De bekwaamheid blijkt uit het met goed gevolg hebben afgelegd van een door de minister goedgekeurd examen. De betrouwbaarheid van een beoogd BOA wordt door de Dienst Justis (Justitiële uitvoeringsdienst Toetsing, Integriteit en Screening) getoetst aan de verklaring omtrent het gedrag en aan het uittreksel uit de Justitiële documentatiedienst. Taken direct toezichthouder De direct toezichthouder draagt zorg voor een goede uitvoering van haar adviestaak en de afspraken ter borging van de kwaliteit van de opsporing door BOA s. Het BBO beschrijft de taken en 1

bevoegdheden van de direct toezichthouder (artikel 36). Hieronder wordt een (niet-limitatief) overzicht hiervan gegeven 1 ; 1. Het adviseren van de minister van Justitie inzake aanvragen en het toekennen van BOA-akten; 2. Het beoordelen van noodzaak voor opsporingsbevoegdheid, opsporingsgebied, politiebevoegdheden en geweldsmiddelen; 3. Het maken van een advies voor de hoofdofficier van Justitie over de noodzaak voor opsporingsbevoegdheid, opsporingsgebied, politiebevoegdheden, geweldsmiddelen en convenanten tussen werkgevers; 4. Het beëdigen van BOA s; 5. Het plegen van overleg met de toezichthouder; 6. Het toezicht houden op het algeheel functioneren van een BOA; 7. Het toezicht houden op het uitoefenen van de bevoegdheden door een BOA; 8. Het geven van aanwijzingen of het verkrijgen van inlichtingen als meerdere; 9. Het zorg dragen voor onderricht aan een BOA; 10. Het adviseren bij klachten over boa s; 11. Het toetsen en bewaken van de betrouwbaarheid van een BOA; 12. Het afstemmen met omliggende politieregio s bij regiogrensoverschrijdende werkzaamheden; 13. Het adviseren van de minister van Justitie inzake het vervallen, beëindigen, opschorten of intrekken van een akte van opsporingsbevoegdheid. Invulling taken direct toezichthouder In de samenwerking ligt de operationele regie bij de politie. Dit houdt in dat tussen partijen een goede communicatie wordt onderhouden, dat afspraken worden gemaakt over de uitvoering van het toezicht, dat prioriteiten worden aangegeven door de politie en aandachtsgebieden worden gemarkeerd en dat er een werkverdeling wordt gemaakt tussen de BOA s en politiefunctionarissen per gebied. De korpschef van Politie Hollands Midden heeft de uitvoering van het directe toezicht op BOA s gemandateerd aan de afdeling Bijzondere Wetten, i.c. de regionaal Bijzondere Wetten-coördinator. De focus ligt momenteel vooral op het administratief vastleggen, afhandelen en documenteren van de administratie betreffende de externe BOA 's. Te denken valt aan: het opmaken en indienen van adviezen rond nieuwe, in te trekken of te beëindigen BOA-aanvragen, het registreren van BOA-aktes, het zorg dragen voor de beëdiging, de registratie van klachten tegen en geweldgebruik door BOA s, etc. Een aantal van de in het (gewijzigde) BBO genoemde taken komt hierdoor onvoldoende uit de verf. Zo blijft het contact met de werkgevers van BOA s en de toezichthouder (OM) vaak beperkt tot bespreking van incidenten / klachten rond het optreden van individuele BOA s. Hierdoor bestaat momenteel onvoldoende zicht op (de kwaliteit van) het functioneren van de BOA s in het algemeen, de effectiviteit van hun inzet en consequenties daarvan voor het al dan niet continueren, uitbreiden of aanpassen van de inzet en/of bevoegdheid. Een verbeterplan voor deze activiteiten wordt spoedig opgesteld. BOA-W ERKGEVER De werkgever is verantwoordelijk voor het dagelijks functioneren van de BOA. Taken en verantwoordelijkheden: 1. Taakomschrijvingen maken met daarin de bevoegdheden per Domein; 2. Kwaliteit van de werkzaamheden van de BOA s bewaken; 3. Handhaving afstemmen met politie en justitie; 4. Aanvraag aanstelling BOA s en het vragen van advies bij (direct) toezichthouder over voorgenomen wijzigingen in het takenpakket/bevoegdheden van de BOA; 5. Jaarlijks (bij categoriale beschikking) een jaaroverzicht aanleveren aan de (direct) toezichthouder; 6. Afschriften van klachten tegen BOA s aanleveren bij de (direct) toezichthouder met evt. verzoek om advies. Hierbij zijn de volgende zaken van belang: Aanvraag van BOA s De aanvraag moet o.m. ingaan op de taakomschrijving, gewenste opsporingsbevoegdheden en evt. benodigde politiebevoegdheden / geweldsmiddelen (waartoe de noodzaak aangetoond moet worden). In de lokale driehoek moet overeenstemming zijn over het bestaan van een handhavingstekort. 1 Voor de volledigheid wordt hier verwezen naar (recent verschenen) Circulaire Buitengewoon Opsporingsambtenaar, bijlage AIII pagina 42 en verder. 2

Onderricht van / bijscholing aan BOA s Naast de reguliere BOA-opleiding, draagt de werkgever zorg voor aanvullende opleiding / bijscholing die voor de uitvoering van specifieke taken nodig is. In bepaalde gevallen worden aanvullende bekwaamheidseisen gesteld door Justitie. Als de BOA ook politiebevoegdheden en geweldsmiddelen krijgt, geldt de verplichting tot het volgen van een IBT-training en het jaarlijks afleggen van de RTGBtoets (Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon opsporingsambtenaar). Informatiehuishouding Voorwaarde voor goed toezicht is de informatiehuishouding van BOA-werkgevers, waarin de (opsporings)werkzaamheden van de BOA worden geregistreerd. Op basis van het Besluit Buitengewoon Opsporingsambtenaar (BBO) kunnen eisen gesteld worden aan de registratiesystemen. Een goede registratie is ook gewenst om overzicht te houden in opsporingsactiviteiten in de regio en op de kwaliteit van de pv s. Binnen de vast te stellen handhavingsarrangementen dient opgenomen te worden dat er maandelijks managementrapportages vanuit de BOA-werkgever richting de direct toezichthouder worden gezonden. Dit om de kwaliteit van de aangeleverde mini s (bekeuringen) en processen verbaal te toetsen. Planning & Control De werkgever dient jaarlijks verslag te doen bij de direct toezichthouder over de inzet van de BOA s, resultaten, geweldsmeldingen en klachten(-afhandeling). Wenselijk is dit jaarverslag ook te bespreken in de lokale driehoek. Als de gemeente de werkgever is, komt een en ander logischerwijs aan de orde in het vierjaarlijkse integrale veiligheidsplan. In de driehoek vindt afstemming plaats over de in te zetten handhavingscapaciteit. Op basis hiervan kan het plan duidelijkheid bieden over de inzet, werkwijze en de wijze van samenwerking met en informatie-uitwisseling tussen BOA s en politie. Klachtenregeling De BOA-werkgever dient te voorzien in een klachtenregeling (art. 42 BBO). Hij stuurt terstond een afschrift van een klacht aan de toezichthouder en direct toezichthouder. Dit stelt de toezichthouder in staat om een oordeel te geven over de rechtmatigheid en behoorlijkheid van de uitoefening van de bevoegdheden als BOA. Ook kan de toezichthouder beslissen of het opportuun is om tot vervolging over te gaan. Het oordeel van de toezichthouder wordt in acht genomen door de werkgever bij de afhandeling van de klacht (conform Algemene wet bestuursrecht). Geweldsprotocol BOA s die geweld hebben gebruikt dienen hier melding van te maken bij de politie en in bepaalde gevallen aan de officier van justitie volgens de ambtsinstructie i.v.m. artikel 8 lid 7 Politiewet 1993. De BOA-werkgever dient te voorzien in een Regeling Geweldsmiddelen. Vanwege uniformiteit is het te overwegen om in de regio een eenduidige regeling te hanteren. PARTICULIERE BEVEILIGING EN RECHERCHEBUREAUS Op basis van de Wet op de particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus (Wpbr) houdt de politie toezicht op particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus. De belangrijkste eisen in de regelgeving zijn de betrouwbaarheid en de bekwaamheid van leidinggevende(n) en personeel van deze organisaties. Deze eisen worden gesteld voor de toestemming tot het aanstellen van leidinggevende en personeel door de minister van Justitie en de korpschef. Daarnaast gelden specifieke kwaliteitseisen ten aanzien van o.m. de uniformplicht, het dragen van een legitimatiebewijs, het materieel en de uitrusting, de instructie van en controle op het personeel, de behandeling van klachten, de afstemming met de politie en het vaststellen van een privacygedragscode. Een beveiligingsorganisatie is een particuliere organisatie die is gericht op het verrichten van beveiligingswerkzaamheden. Het gaat om het bewaken van de veiligheid van personen en goederen of het waken tegen verstoring van orde en rust op terreinen en in gebouwen. Een recherchebureau is een natuurlijk persoon of rechtspersoon die met winstoogmerk recherchewerkzaamheden verricht, voor zover deze werkzaamheden worden verricht op verzoek van een derde, in verband met een eigen belang van deze derde en betrekking hebben op een of meer bepaalde natuurlijke personen. Recherchewerkzaamheden zijn het vergaren en analyseren van gegevens (art. 1 Wpbr). 3

Adviseren over vergunningverlening De Wpbr stelt eisen aan bedrijven die beveiligings- of recherchewerkzaamheden verrichten. Het is verboden zonder vergunning van de minister van Justitie een beveiligingsorganisatie en/of recherchebureau in stand te houden (art. 2). Overtreding van deze bepaling is strafbaar gesteld in de Wet economische delicten. De aanvraag voor de oprichting van een beveiligingsorganisatie of recherchebureau moet door middel van een standaardformulier bij de minister van Justitie worden ingediend. De Dienst Justis neemt deze aanvraag in behandeling. De korpschef van de regio waar de hoofdvestiging van de beveiligingsorganisatie of het recherchebureau is, adviseert op verzoek van de Dienst Justis de minister over de vergunningaanvraag. De korpschef moet nagaan of de aanvrager naar redelijke verwachting zal voldoen aan de bij of krachtens de Wpbr gestelde eisen en zal handelen in overeenstemming met wat van een goede beveiligingsorganisatie of een goed recherchebureau mag worden verwacht. De minister kan op grond van deze laatste bepaling een vergunning weigeren of intrekken terwijl een organisatie aan de specifieke eisen van de wet voldoet. De minister verleent de vergunning voor een periode van ten hoogste vijf jaar, die telkens kan worden verlengd. Aan een vergunning kunnen voorschriften worden verbonden met betrekking tot het waarborgen van een goede afstemming van de beveiligingsactiviteiten met de politie en aan overige genoemde onderwerpen. Deze onderwerpen zijn in de Regeling pbr uitgewerkt, zoals de opleiding van medewerkers, de vertrouwelijkheid van gegevens, de uitrusting en de behandeling van klachten. Verlenen van toestemming aan personen Het personeel van een beveiligingsbedrijf of recherchebureau moet toestemming hebben van de korpschef van de betreffende politieregio. Deze toestemming betreft al het personeel. De toestemming wordt onthouden indien de betreffende persoon niet beschikt over de bekwaamheid en betrouwbaarheid, die nodig is voor het te verrichten werk (art. 7 Wpbr, Regeling pbr en Circulaire pbr). Dit kan bijvoorbeeld het geval zijn wanneer de betrokken persoon is veroordeeld voor het plegen van een misdrijf (gebonden aan termijnen) of wanneer er relevante feiten en omstandigheden bekend zijn waardoor de betrokken persoon niet voldoende betrouwbaar of geschikt wordt geacht. De korpschef kan onder bepaalde omstandigheden van deze regels afwijken (hardheidsclausule). Voor het verkrijgen van de toestemming van de korpschef is ook vereist dat de betrokken persoon voldoet aan de gestelde eisen van vakbekwaamheid. De minister van Justitie heeft bepaald dat de beveiligers en particuliere rechercheurs een relevante opleiding moeten hebben afgerond. De toestemming geldt voor de duur van maximaal drie jaar en kan telkens met deze periode worden verlengd. De medewerkers moeten tijdens hun werkzaamheden een legitimatiebewijs bij zich dragen en op verzoek tonen. Op dit legitimatiebewijs is de geldigheidsduur van de toestemming aangegeven. Een leidinggevende van een particulier beveiligingsbedrijf of recherchebureau dient toestemming aan te vragen bij de Dienst Justis van het Ministerie van Justitie. Daarbij let deze dienst op betrouwbaarheid en bekwaamheid. Een antecedentenonderzoek wordt door de dienst zelf uitgevoerd. Justis vraagt bij de korpschef van de betreffende politieregio om inlichtingen en advies. De toestemming wordt verleend voor de duur van vijf jaar en kan telkens met deze periode worden verlengd. Voor de toestemming aan een leidinggevende is in de Circulaire pbr een apart hoofdstuk opgenomen. Daarin is aangegeven dat zal worden bezien of er over betrokkene relevante feiten en omstandigheden bekend zijn op grond waarvan kan worden aangenomen dat betrokkene niet voldoende betrouwbaar of geschikt is om leiding te geven aan een Beveiligingsorganisatie of recherchebureau. Toezicht en handhaving De politie is volgens de Wpbr belast met het toezicht op de naleving van de regelgeving en de opsporing van overtredingen. Dat is een taak ten dienste van de minister van Justitie, onder gezag van de Officier van Justitie. Voor het uitvoeren van het toezicht heeft de politie de bevoegdheid relevante inlichtingen in te winnen. Een beveiligingsorganisatie of recherchebureau dient de gevraagde inlichtingen te verstrekken. Tevens is de politie bevoegd een particulier beveiligingsbedrijf of recherchebureau met een vergunning te betreden, met uitzondering van woningen. 4

De korpschef is bevoegd, indien dit in het belang van een goede politiezorg noodzakelijk is, aan een beveiligingsorganisatie of recherchebureau aanwijzingen te geven. De minister kan de korpschef algemene en bijzondere aanwijzingen geven in het kader van de uitvoering van de wet. De minister heeft in het geval van overtredingen van de Wpbr verschillende sanctiemogelijkheden. Tijdens de parlementaire behandeling van het wetsontwerp Wpbr gaf de minister van Justitie een toelichting op de uitvoering van de taken door de politie. Hierbij bracht de minister naar voren dat het beleid is gericht op een zorgvuldige controle en toetsing vóóraf, dat wil zeggen voordat een vergunning wordt verstrekt en voordat nieuwe personeelsleden hun werkzaamheden gaan verrichten. Daarbij kijkt de politie naar antecedenten, veroordelingen, sepots, opgemaakte processen-verbaal en bij de Criminele Inlichtingeneenheid naar eventueel zachte informatie over betrokken personen. De minister gaf tevens aan dat de handhavende taak van de politie in beginsel op eigen initiatief wordt uitgevoerd. Daarnaast kunnen klachten aanleiding zijn handhavende taken uit te voeren. Als er signalen zijn dat een bedrijf of een werknemer bij een bedrijf zich niet aan de gestelde regels houdt, dan biedt artikel 11 Wpbr de mogelijkheid om concreet onderzoek te doen. 5