STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR. 1. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo



Vergelijkbare documenten
Automatisering van het lezen op woordniveau

STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR. 2. Het verbeteren van Nederlandse leesvaardigheid bij zwakke lezers in het vo

Hoofdstuk 3. Het onderzoek van dyslectische leerlingen

Leesvaardigheid bevorderen

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau

Automatisering van het lezen op woordniveau

Dyslectische kinderen leren lezen

Automatisering van het lezen op woordniveau

Begrijpend lezen van basisschool naar voortgezet onderwijs

Opdracht 2: Data analyseren en interpreteren op groepsniveau (technisch lezen voor leerkrachten van groep 3 (Opdracht 2a) en groep 4 (Opdracht 2b))

Afspraken mbt protocol dyslexie Van Dijckschool Bilthoven. Inhoudsopgave:

Dyslexieprotocol Cambium College

VRAGENLIJST PRIMAIR ONDERWIJS DYSLEXIEMONITOR

Beleidsstuk dyslexie. Augustus 2014

Samenvatting Proefschrift Fostering Monitoring and Regulation of Learning Mariëtte H. van Loon, Universiteit Maastricht

Gerichte instructie in lezen en spellen voorkomt lees- en spellingproblemen bij (vrijwel) alle leerlingen op Het Kofschip

Als het leren lezen niet zo soepel gaat

Rapportage onderzoek resultaten Lijn 3

toetsen van Veilig Leren lezen en Estafette. groepen 1 2 LOVS Cito Taal voor Goed lees en spellingsonderwijs in de groepen 3 tot en met 8

Wat te doen met zwakke begrijpend lezers?

Wat is er bekend over de relatie tussen het leren van Frans of Spaans als vreemde taal en dyslexie in het voorgezet onderwijs?

Signalering van lees- en spellingproblemen in het speciaal (basis) onderwijs. Judith Vloedgraven, Cito 3 april 2013

VOORTGEZET TECHNISCH LEZEN Leeshuis

Zorg voor onze kinderen

` Into Bounce Leren in beweging ` Onderstaand onderzoek laat de effecten zien

Why So Fast? An Investigation of the Cognitive and Affective Processes Underlying Succesful and Failing Development of Reading Fluency. M.H.T.

Enkele weken voor de eindtoets, maken de leerlingen de eindtoets van het voorgaande jaar in dezelfde setting als bij de officiële eindtoets.

Passend onderwijs Verdieping Ontwikkelingsperspectief & Technisch lezen

Connect in de groep? Achtergronden Connect Hoe moet dat in de groep? Anneke Smits Tom Braams

Hoofdstuk 2. De woordleestoetsen Engels en Frans in de brugklas

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Richtlijn Omgaan met doublures bij de screening voor toegang tot vergoede dyslexiezorg

Protocol dyslexie Vechtstede College A. Verhulst Remedial Teacher

Richtlijn Omgaan met doublures bij de screening voor toegang tot vergoede dyslexiezorg

2014 Protocol dyslexie

OPBRENGSTGERICHT WERKEN

Scores en referentieniveaus.. Scores per leerjaar per toets.. Streefscores klas 1 blz.3. Streefscores klas 2 blz.5. Streefscores klas 3 blz.

Basisschooladvies. Oki-doc. (Extra) ondersteuning. Basisschooladviezen in Amsterdam. Een dubbeladvies STAP 1

Dyslexieprotocol Cambium College

TULE inhouden & activiteiten Nederlands - Technisch lezen. Kerndoel 4 - Technisch lezen. Toelichting en verantwoording

Protocol Dyslexie Gerrit Rietveld College. oktober 2012

CBS Maranatha. Doel: Hoogklei 7, 9671 GC Winschoten Dyslexieprotocol 2013 aangepast sept.14

How Do Children Read Words? A Focus on Reading Processes M. van den Boer

Gedurende de gehele schoolperiode wordt door de docenten zoveel mogelijk aandacht gegeven aan de volgende punten:

Promotie onderzoek. Preventieve aanpak van ernstige leesproblemen. Haytske Zijlstra

Leesprotocol Groep 1-8

Visuele aandachtspanne. Madelon van den Boer Universiteit van Amsterdam

Interventieperiode november februari groep 1 tot en met 5. Mariët Förrer

Het meten van intonatie en het ondersteunen van het stillezen

Begrijpend lezen Cito LVS TBL minimaal C-niveau. Woordenschat Cito LVS Woordenschattoets minimaal C-niveau

Onderwijs op Lariks - Dyslexie. M. Hurenkamp, RT-er L.A. Smit, orthopedagoog

Dit protocol beschrijft hoe we op het Vellesan College en de Duin en Kruidbergmavo omgaan met dyslexie.

Inhoudsopgave. Inleiding 2

Dyslexiewijzer. Waarom deze dyslexiewijzer? De rol van de logopedist bij dyslexie

Citation for published version (APA): Schijf, G. M. (2009). Lees- en spellingvaardigheden van brugklassers Amsterdam: SCO-Kohnstamm Instituut

Wat is dyslexie en wat zijn de gevolgen hiervan voor het volgen van onderwijs?

Dyslexieprotocol Veurs Lyceum

Leesonderwijs en dyslexie in het PO, het SBO en het VO. Betsy Ooms

Thoni Houtveen Congres Stichting Lezen 8 november Lectoraat Geletterdheid

Informatieboekje Voortgezet Onderwijs

Leerjaar 1 en 2 vmbo-b/k. Doelen Leerdoelen technisch lezen eind leerjaar 2

Weak Reader, Weak Speller or Both: What Underliying Skills Predict Reading and Spelling Best in Seventh Grade?

Lees- en dyslexiebeleid

Nieuwe afspraken over de overstap. 1. Basisschooladvies is leidend.! LVS-gegevens groep 6, 7 en 8 Werkhouding en gedrag Aanvullende gegevens

Het systematisch volgen van leerlingen

Wat is begrijpend lezen?

Dyslexieprotocol. Beekdal Lyceum

DYSLEXIEPROTOCOL (wordt op dit moment geupdate!)

Hardop Lezen en Stil Lezen bij Kinderen in Groep vier

Begrijpend Lezen 1 JV is gemaakt voor jongeren en (jong)volwassenen met een laag leesniveau

Zorgbeleid RML

Quickscan taal- en leesonderwijs

Leescoaches in het voortgezet onderwijs

Doorlopende leerlijnen taal: ervaringen met 3 scholen

Resultaten van het eerste gebruikersjaar met Veilig leren lezen-kim overtreffen landelijk gemiddelde en de 2 e maanversie

Onderzoek naar de opbrengsten van de methode Lijn

Dyslexie protocol de Werkschuit

Protocol Doublure. Doublure protocol Basisschool De Zonnewijzer Diepenveen

Mijn kind heeft moeite met lezen en spellen. Is het misschien dyslectisch? En wat nu?

1. Inleiding Definitie dyslexie volgens de Stichting Dyslexie Nederland (SDN) herziene versie 2003:

LEES / EN DYSLEXIEPROTOCOL

Dyslexieprotocol Pallas Athene College

Dyslexiebeleid Zaanlands Lyceum augustus 2014

Protocol. Overstap po-vo

Zorgniveau 2 Zorgniveau 3

De Relatie tussen Vloeiend Lezen en Begrijpend Lezen: De rol van Prosodie. Nathalie Veenendaal

Effectief leesonderwijs

Stichting Cambium College voor Openbaar Voortgezet Onderwijs. Dyslexieprotocol

Samenvatting (Dutch summary)

CPS Onderwijsontwikkeling en advies. Doelgericht en planmatig werken aan leesontwikkeling in groep 1en 2. WAT en HOE in groep 1 en 2

Naar welke opleiding kan mijn kind?

Planmatig werken in groep 1&2 Werken met groepsplannen. Lunteren, maart 2011 Yvonne Leenders & Mariët Förrer

VOORLICHTING vmbo WELKOM

Dyslexie en leesproblemen Achtergronden, aanpak en Station Zuid

Technisch lezen. Wat is technisch lezen?

VMBO Voorbereidend Middelbaar Beroeps Onderwijs

Nationaal congres Taal en Lezen. 15 oktober 2015 Toetsen. Contactgegevens

3. Gevolgen van dyslexie Veel voorkomende belemmeringen die als gevolg van dyslexie kunnen voorkomen zijn:

Stappenplan Dyslexietraject

Transcriptie:

STREVEN NAAR FUNCTIONELE GELETTERDHEID: ZINVOL EN HAALBAAR 1. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo Marco van de Ven, Esther Steenbeek-Planting, Cindy Teunissen, Ludo Verhoeven In hoeverre vindt er nog ontwikkeling plaats in de technische leesvaardigheid van leerlingen in het vo? En welke vaardigheden dragen bij aan deze ontwikkeling? Zicht hebben op de ontwikkeling van de technische leesvaardigheid in het vo en op welke vaardigheden hierbij een rol spelen is van belang voor het verder ontwikkelen van leesvaardigheidinterventies voor zwakke lezers. Immers, je moet eerst weten hoe deze leesvaardigheid zich normaal ontwikkelt voordat je kunt beoordelen waardoor zwakke lezers een leesachterstand hebben opgelopen en kunt bepalen hoe zwakke lezers geholpen kunnen worden. In dit whitepaper doen we verslag van twee studies die in kaart brengen wat de factoren zijn die van invloed zijn op de ontwikkeling van technische leesvaardigheid in de brugklas van het vo. In de eerste studie kijken we naar de ontwikkeling van technische leesvaardigheid in het Nederlands, in de tweede studie naar de mogelijke invloed van Nederlandse leesvaardigheid op het leren van een tweede (Engels) of een derde (Frans) taal. Naast onderzoeksresultaten worden enkele praktijksuggesties gegeven voor het stimuleren van de technische leesvaardigheid in het vo. In het volgende whitepaper gaan we vervolgens dieper in op hoe de technische leesvaardigheid van zwakke lezers in het vo kan worden gestimuleerd. Het onderzoek waarover in deze whitepaper wordt gerapporteerd, is mogelijk gemaakt door een subsidie van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen, in de regeling Onderwijs Bewijs (zie onderwijsbewijs.nl). Het project, aangevraagd door dr. E. Steenbeek-Planting, dr. R. Kleijne en prof. dr. L. Verhoeven, was getiteld Verbetering van functionele geletterdheid bij zwakke lezers en spellers in het voortgezet onderwijs. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 1

Leesproblemen Veel leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben een achterstand op begrijpend lezen. Ongeveer 33% van de basisschoolleerlingen scoort aan het einde van de basisschool een onvoldoende op dit gebied (Cito, 2008). Bovendien is ongeveer 25% van de leerlingen in de basis- en kaderberoepsgerichte leerweg van het vmbo niet in staat om zelfstandig teksten uit een schoolboek te lezen (Hacquebord e.a. 2004). Deze problemen met leesvaardigheid hebben tot gevolg dat leerlingen niet optimaal gebruik kunnen maken van het aangeboden lesmateriaal. Technisch lezen, ofwel het goed kunnen decoderen, is de basis voor het ontwikkelen van voldoende leessnelheid om teksten vlot te kunnen lezen en begrijpen. Daarom hebben we in deze studie onderzocht in welke mate decodeervaardigheid zich in het voortgezet onderwijs nog ontwikkelt. Voordat we zwakke lezers in het voortgezet onderwijs kunnen helpen met hun leesvaardigheid moeten we inzicht krijgen in de leesvaardigheidontwikkeling (begrijpend lezen, maar in beginsel ook vooral technische leesvaardigheid) bij normale lezers. Daarom richt deze studie zich niet specifiek op leerlingen met leesproblemen, maar op de volle breedte van het voortgezet onderwijs in Nederland. Wanneer we kijken naar technisch lezen in het basisonderwijs dan zien we een sterke ontwikkeling in groep 3 t/m groep 5, daarna neemt deze sterk af (Verhoeven en van Leeuwe, 2003). De leesaccuratesse blijft de laatste jaren van het basisonderwijs ongeveer gelijk, de leessnelheid neemt nog langzaam toe. Het is dan ook onduidelijk of er nog winst te behalen valt wat betreft leessnelheid in het voortgezet onderwijs. Studie 1: leesvaardigheid in het Nederlands 1.1 Onderzoeksvraag In deze studie staan de volgende onderzoeksvragen centraal: 1. Vindt er nog ontwikkeling plaats in leessnelheid voor het Nederlands bij leerlingen in het vo? 2. Welke vaardigheden spelen een rol bij deze ontwikkeling? 1.2 Onderzoeksgroep Dit onderzoek bestrijkt de volle breedte van het reguliere voortgezet onderwijs (vmbo, havo, vwo). In totaal participeerden 956 brugklasleerlingen met een gemiddelde leeftijd van 12 jaar en 10 maanden. Hiervan volgden 119 leerlingen het leerwegondersteunend onderwijs (12,4%), 506 leerlingen het vmbo (52,9%) en 331 de havo of het vwo (34,6%). Deze aantallen zijn representatief voor de verdeling binnen het voortgezet onderwijs in Nederland. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 2

1.3 Procedure Tijdens deze studie hebben we drie soorten toetsen afgenomen: 1. De 2x4 minuten toets (Verhoeven, 2004) is afgenomen om de technische leesvaardigheid op woordniveau te bepalen. Tijdens deze toets leest een leerling vier kaarten met bestaande Nederlandse woorden en vier kaarten met niet bestaande woorden (zgn. pseudowoorden, bijvoorbeeld gluifel). De vier leeskaarten (voor zowel bestaande als pseudowoorden) verschillen van elkaar in moeilijkheidsgraad (woorden met één lettergreep, of twee-, drie- en vierlettergrepige woorden). De leerling leest binnen één minuut zoveel mogelijk woorden hardop voor. Het aantal goed gelezen woorden is de score per kaart. Deze toets meet dus snelheid en accuratesse op woordniveau. 2. De AVI-9 leestoets is afgenomen om de technische leesvaardigheid op tekstniveau te bepalen. Tijdens deze toets leest een leerling een gestandaardiseerde tekst van 232 woorden in 3 minuten zo snel mogelijk hardop voor. De score is het gemiddelde aantal goed gelezen woorden per minuut. Normering: zie Kleijnen e.a. (2008). 3. Voor de tweede onderzoeksvraag onderzoeken we ook de rol van benoemsnelheid bij het ontwikkelen van technische leesvaardigheid, omdat eerder onderzoek laat zien dat deze vaardigheid ook op latere leeftijd een belangrijke voorspeller is van leesvaardigheidontwikkeling (Wimmer and Mayringer, 2002; Georgiou e.a., 2008; Barth e.a., 2009; Felton e.a., 1990). Tijdens de rapid naming toets (Verhoeven, 2004) krijgt een leerling een kaart met letters (7 rijen met 25 letters) of plaatjes (4 rijen met 30 plaatjes) te zien en moet binnen één minuut zoveel mogelijk van deze letters of plaatjes benoemen. De score is het aantal goed benoemde letters of plaatjes binnen één minuut. Alle leerlingen werden getest op twee meetmomenten (aan het begin van de brugklas en zes maanden later). 1.4 Resultaten Allereerst blijkt uit de resultaten dat de leessnelheid in het Nederlands van leerlingen in het voortgezet onderwijs wel degelijk vooruit gaat: leerlingen lazen op het tweede meetmoment op zowel de 2x4 minutentoets als de AVI-9 leestoets ongeveer 6-7% meer woorden goed per minuut op het tweede dan op het eerste meetmoment. Blijkbaar zijn er wel degelijk behoorlijke groeimogelijkheden. Daarnaast hebben we onderzocht wat leerlingen nodig hebben om hun technische leesvaardigheid in het voortgezet onderwijs verder te ontwikkelen. Om dit te onderzoeken hebben we een statistische techniek gebruikt waarmee causale verbanden tussen testscores op verschillende meetmomenten kunnen worden onderzocht. Onze resultaten laten zien dat de ontwikkeling van technische De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 3

leesvaardigheid vooral afhankelijk is van decodeervaardigheid, ofwel van de vaardigheid van leerlingen om letters om te zetten naar klanken. Dit blijkt uit het feit dat pseudowoord-decoderen, ofwel het uitspreken van woorden die niet in het mentale lexicon (mentale woordenboek) liggen opgeslagen, de belangrijkste voorspeller was voor de ontwikkeling van technische leesvaardigheid in onze studie. Dus leerlingen die goed in staat zijn letters in klanken om te zetten, zonder dat ze gebruik kunnen maken van woordbeeldherkenning, laten de meeste vooruitgang in leessnelheid zien. Pseudowoorddecoderen speelt niet alleen een rol bij de ontwikkeling van technische leesvaardigheid op woordniveau, maar ook op tekstniveau. Dus leerlingen die over een goede decodeervaardigheid beschikken, lezen niet alleen woorden sneller maar hebben daar ook profijt van bij het lezen van teksten. Verder blijkt de benoemsnelheid, een basisvaardigheid die weergeeft hoe snel iemand letters kan uitspreken en woorden uit het mentale woordenboek kan ophalen, een rol te spelen bij het ontwikkelen van technisch lezen. Benoemsnelheid beïnvloedt zowel de ontwikkeling van het lezen van losse woorden als van teksten. Blijkbaar spelen deze basale leesvaardigheden ook op latere leeftijd nog een significante rol bij de verdere leesontwikkeling. 1.5 Implicaties voor de praktijk De resultaten van studie 1 laten zien dat ook leerlingen in het vo nog groeien in leessnelheid, dus de aanname dat de ontwikkeling van basisvaardigheden van het lezen volledig voltooid is na het primair onderwijs is hiermee weerlegd. Het loont zeker de moeite om te werken aan technische leesvaardigheid om de groei hiervan (verder) te stimuleren. Leerlingen zullen dan beter in staat zijn de aangeboden lesmaterialen in technisch opzicht goed te lezen waardoor tekstbegrip en daadwerkelijk kennis opdoen gemakkelijker wordt. Aandacht voor leesvaardigheid in het vo is van belang voor alle leerlingen. Maar op welke manier kunt u dit als docent realiseren binnen uw lessen? We geven u hier alvast een aanzet, in whitepaper 2 vindt u meer concrete suggesties. Een bewezen effectieve methodiek om de techniek en leessnelheid van het lezen te verbeteren is herhaald lezen, een methodiek afgeleid van de RALFI methodiek (Smits en Braams, 2006). Bij deze methodiek wordt een tekst meerdere keren, op verschillende manieren, gelezen. Mogelijke leesmanieren zijn voorlezen, duolezen (waarbij leerlingen in tweetallen een tekst lezen en elkaar corrigeren bij fouten/haperingen) en stillezen. U kunt ervoor kiezen dit met alle leerlingen te doen of leerlingen te selecteren waarvan (op basis van testresultaten) gebleken is dat hun leestechniek zwak is. Voor meer suggesties om deze methodiek te implementeren in uw les is de publicatie Interactief leesen schrijfonderwijs (Punt en de Krosse, 2012) een goed startpunt. Overigens kan herhaald lezen als methodiek ook goed ingezet worden in remedial teaching of als pre-teaching. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 4

Studie 2: leesvaardigheid in een vreemde taal Naast het Nederlands krijgen leerlingen in het vo vaak ook les in één of meerdere vreemde talen, zoals het Engels of Frans. Deze talen verschillen qua schrijfwijze in meerdere of mindere mate van het Nederlands. Vooral de schrijfwijze van het Engels vormt vaak een struikelblok voor leerlingen, omdat de uitspraak van veel woorden in het Engels minder voorspelbaar is dan in het Nederlands (de Engelse schrijfwijze komt minder overeen met de uitspraak, denk aan de laatste medeklinkers in enough). In studie 2 is onderzocht in hoeverre de technische leesvaardigheid in het Nederlands invloed heeft op de ontwikkeling van technische leesvaardigheid van leerlingen in een vreemde taal (Engels of Frans). Daarnaast is er gekeken of Engelse leesvaardigheid (de tweede taal) de ontwikkeling van Franse taalvaardigheid (de derde taal) beïnvloedt. Dit onderzoek geeft inzicht in de factoren die een rol spelen bij het technisch leren lezen in een vreemde taal. 2.1 Onderzoeksvraag In deze studie staan de volgende drie onderzoeksvragen centraal: 1. In hoeverre beïnvloedt de Nederlandse technische leesvaardigheid van een leerling diens technische leesvaardigheidontwikkeling in het Engels? 2. In hoeverre beïnvloedt de Nederlandse technische leesvaardigheid van een leerling diens technische leesvaardigheidontwikkeling in het Frans? 3. Heeft Engelse technische leesvaardigheid nog een extra invloed op de technische leesvaardigheidontwikkeling in het Frans? 2.2 Onderzoeksgroep Dit onderzoek richt zich alleen op havo en vwo brugklasleerlingen, aangezien de leerlingen in het leerwegondersteunend onderwijs en het vmbo op de scholen die wij bezochten pas in de tweede helft van het eerste jaar Franse les kregen of helemaal niet. 2.3 Procedure Naast de drie toetsen genormeerd voor de brugklas die in studie 1 zijn beschreven hebben we de volgende twee toetsen afgenomen: 1. De leestoets Engels (Steenbeek-Planting, Kleijnen en Verhoeven, 2008a) is afgenomen om de technische leesvaardigheid voor Engels op woordniveau te bepalen. Hierbij zijn aan het Nederlands verwante woorden vermeden. Tijdens deze toets krijgt de leerling een leeskaart met 108 Engelse woorden (4 rijen met 27 woorden) in oplopende moeilijkheidsgraad. De leerling leest binnen één minuut zoveel mogelijk woorden hardop voor. De score is het aantal goed gelezen woorden per minuut. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 5

2. De leestoets Frans (Steenbeek-Planting, Kleijnen en Verhoeven, 2008b) is afgenomen om de technische leesvaardigheid voor Frans op woordniveau te bepalen. De toets is op een vergelijkbare manier opgezet en afgenomen als de leestoets Engels. 2.4 Resultaten Als eerste werd onderzocht hoe de technische leesvaardigheid in het Nederlands bijdraagt aan de ontwikkeling van technische leesvaardigheid in het Engels. De resultaten laten zien dat leerlingen vooral woordbeeldherkenning nodig hebben om technische leesvaardigheid in het Engels te kunnen ontwikkelen. Decodeervaardigheden in het Nederlands blijken leerlingen vooral nodig te hebben om technische leesvaardigheid in het Frans te ontwikkelen. Deze resultaten zijn te verklaren door exposure en verschillen in schrijfwijze tussen het Engels en het Frans. Aangezien brugklasleerlingen meer zijn blootgesteld aan het Engels dan aan het Frans (op school, maar ook bijvoorbeeld in de media) verwachten we dat veel Engelse woorden al sterker opgeslagen liggen in het brein van Nederlandse leerlingen, terwijl dit voor het Frans vaak nog niet het geval is. Bovendien is de uitspraak van het Engels gemiddeld minder voorspelbaar dan die van het Frans. Dit verklaart waarom woordbeeldherkenning vooral een rol speelt bij het ontwikkelen van technische leesvaardigheid in het Engels en decodeervaardigheden bij het ontwikkelen van technische leesvaardigheid in het Frans. Tot slot werd onderzocht in hoeverre daarnaast de technische leesvaardigheid van het Engels de ontwikkeling van de leesvaardigheid van het Frans beïnvloedt. De resultaten laten een duidelijke transfer zien van de technische leesvaardigheidontwikkeling in het Engels naar het Frans: leerlingen met een betere Engelse technische leesvaardigheid tijdens de eerste meting lieten een snellere technische leesvaardigheidontwikkeling zien voor het Frans tussen de twee metingen. Hiervoor zijn verschillende verklaringen denkbaar. Ten eerste hebben leerlingen voor het ontwikkelen van technische leesvaardigheid in het Engels en het Frans algemene taalvaardigheden nodig die bij beide talen van pas komen. Hierdoor zullen leerlingen die goed presteren voor het Engels ook relatief goed presteren voor het Frans. Daarnaast zou het kunnen dat het makkelijker wordt om een nieuwe vreemde taal te leren als je al een vreemde taal kent. Deze hypothesen sluiten elkaar niet uit. Vervolgonderzoek moet aantonen in welke mate deze factoren een rol spelen. Verder wordt op dit moment nog onderzocht of deze bevindingen generaliseren naar alle onderwijsniveaus binnen het voortgezet onderwijs. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 6

2.5 Implicaties voor de praktijk Studie 2 laat zien dat vaardigheid in woordbeeldherkenning van belang is voor ontwikkeling in de Engelse leesvaardigheid. Vaardigheid in woordbeeldherkenning kunt u stimuleren door flitsoefeningen met de leerlingen te doen (Scheltinga, Gijsel, van Druenen en Verhoeven, 2011). Bij flitsoefeningen worden woorden met een bepaalde leesmoeilijkheid (bijvoorbeeld enough) snel getoond (op een kaartje of een digibord) en moet de leerling het woord zo snel mogelijk hardop voorlezen. Zo wordt het herkennen van deze leesmoeilijkheden getraind en zullen leerlingen ze gemakkelijker en sneller herkennen bij het lezen van teksten. Studie 2 laat ook zien dat voor ontwikkeling van Franse leesvaardigheid niet woordbeeldherkenning, maar decodeervaardigheid van belang is. Binnen het onderwijs in Frans is het daarom van belang aandacht te besteden aan het correct decoderen van (lastige) klankgroepen in Franse woorden. Door de klankgroepen aandachtig te bestuderen (decoderen), zullen leerlingen ze gemakkelijker herkennen in woorden en teksten. Het Protocol Dyslexie Voortgezet Onderwijs (Henneman, Bekebrede, Cox en de Krosse, 2013) raadt voor zwakke lezers het koorlezen van een tekst aan binnen het vreemde talenonderwijs. Ook lezen van een Engelse of Franse tekst voordat de tekst in de les behandeld wordt (preteaching) wordt aanbevolen door Henneman e.a. Dit kan bijvoorbeeld als huiswerk opgegeven worden en is niet alleen goed voor de zwakke lezers, maar voor alle leerlingen. Conclusie De resultaten van de hierboven beschreven studies laten zien dat aandacht voor zowel decoderen als voor leessnelheid van belang is. Deze vaardigheden dienen voldoende aanwezig te zijn bij leerlingen om hun Nederlandse technische leesvaardigheid tijdens het voortgezet onderwijs verder te kunnen ontwikkelen. Nederlandse technische leesvaardigheid is vervolgens het fundament voor het succesvol ontwikkelen van technische leesvaardigheid in een vreemde taal. Deze bevindingen dienen als basis voor het volgende whitepaper, dat verder in gaat op hoe leerlingen met leesproblemen in het vo middels interventies geholpen kunnen worden. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 7

Literatuur Barth, A., Catts, H., Anthony, J., 2009. The component skills underlying reading fluency in adolescent readers: A latent variable analysis. Reading and Writing, 22, 567-590. Cito (2008), Terugblik en resultaten 2008 Eindtoets Basisonderwijs groep 8, Arnhem: Citogroep De Krosse, H. & Punt, L. (2012). Interactief lees- en schrijfonderwijs. Werken met tussendoelen in de onderbouw van het vo. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands Felton, R. H., Naylor, C. E., Wood, F. B., 1990. Neuropsychological profile of adult dyslexics. Brain and Language, 39, 485-497. Georgiou, G., Parrila, R., Liao, C., 2008. Rapid naming speed and reading across languages that vary in orthographic consistency. Reading and Writing, 21, 885-903. Gijsel, M., Scheltinga, F., van Druenen, M. & Verhoeven, L.T.W. (2011b). Protocol leesproblemen en dyslexie groep 5-8. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands Henneman, K., Bekebrede, J., Cox, A., & de Krosse, H. (2013). Protocol dyslexie voortgezet onderwijs. Den Bosch: KPC Groep Smits, A., & Braams, T. (2006). Dyslectische kinderen leren lezen. Amsterdam: Uitgeverij Boom Steenbeek-Planting, E., Kleijnen, R., & Verhoeven, L. (2008a). Woordleestoets Engels. In R. Kleijnen, E. Steenbeek-Planting, & L. Verhoeven (Eds.), Toetsen en interventies bij dyslexie in het voortgezet onderwijs: Nederlands en de moderne vreemde talen. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands. Steenbeek-Planting, E., Kleijnen, R., & Verhoeven, L. (2008b). Woordleestoets Frans. In R. Kleijnen, E. Steenbeek-Planting, & L. Verhoeven (Eds.), Toetsen en interventies bij dyslexie in het voortgezet onderwijs: Nederlands en de moderne vreemde talen. Nijmegen: Expertisecentrum Nederlands. Van de Ven, M., Steenbeek-Planting, E., De Krosse, H., & Verhoeven, L. (2014). Streven naar functionele geletterdheid: zinvol en haalbaar. 2 Streven naar functionele geletterdheid: zinvol en haalbaar. 2 Het verbeteren van Nederlandse leesvaardigheid bij zwakke lezers in het vo. Nijmegen, Expertisecentrum Nederlands (whitepaper) Verhoeven, L. & van Leeuwe, J. (2003). Ontwikkeling van decodeervaardigheid in het basisonderwijs. Pedagogische Studiën, 80, 257-271. Verhoeven, L. T. W., 2004. Screeningstest voor Taal- en Leesproblemen (ESM). Instituut voor Orthopedagogiek RU / Citogroep, Nijmegen / Arnhem. Wimmer, H., Mayringer, H. H., 2002. Dysfluent reading in the absence of spelling difficulties: A specific disability in regular orthographies. Journal of Educational Psychology, 94, 272-277. De ontwikkeling van leesvaardigheid in het vo 8