Keurmerk Christelijke Zorg (instellingen)



Vergelijkbare documenten
Keurmerk Christelijke Zorg (instellingen)

Keurmerk Christelijke Zorg voor zzp-ers. 1. Inleiding

Keurmerk Christelijke Zorg voor vrijgevestigde beroepsbeoefenaren in de GGZ-sector

1. Inleiding. 2. Certificeringsschema. Formele kenmerken

Certificeringsschema en bouwstenenrapportage voor instellingen zonder rechtspersoonlijkheid

Certificeringsschema voor vrijgevestigde beroepsbeoefenaren (ZZP-ers) in de zorg- en welzijnssector

Kaders werkwijze certificerende en validerende autoriteiten

Subsidiebeleid Stichting Zorg en Zekerheid

Utrecht, maart Rapport van het inspectiebezoek aan Thuizsorg B.V. in Den Haag op 18 februari 2019

AANVRAAG CERTIFICERING

Bijzonder kenmerk Duurzaam hoger onderwijs

PROCEDURE REGISTRATIE ERKENNINGSREGELING NATIONAAL KEURMERK HULPMIDDELEN

Wet van 18 januari 1996, betreffende de kwaliteit van zorginstellingen

PROCEDURE REGISTRATIE ERKENNINGSREGELING NATIONAAL KEURMERK HULPMIDDELEN

FUNCTIEPROFIEL. Lid Raad van Toezicht

Protocol gecontroleerde experimenteerruimte GGZ Kwaliteitsstatuut 1. Toelichting experimenteerruimte

Visie op besturen en toezicht houden bij Goed Wonen Gemert

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk l / Uw verzoek tot ingrijpen in de markt voor diabeteshulpmiddelen 1 juli 2015

Algemene Voorwaarden GSG plus

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

MEE op Weg. IJsseloevers

Tweede Kamer der Staten-Generaal

AANVRAAG CERTIFICERING

Inkoopbeleid Eerstelijnsverblijf 2018

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Kwaliteit. 1 Inleiding. 2 De wettelijke voorwaarden. 2.1 Jeugdwet

Certificatieproces Kwaliteitsnorm Speciaal Onderwijs

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

ALGEMENE PROFIELSCHETS ADVIESGROEP BESTUURLIJKE VRAAGSTUKKEN

AANVRAAG CERTIFICERING

Bijlage 4 Kwaliteitstoets/beheersmodel audit

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Handleiding Milieuthermometer Zorg

Bijgevoegde documenten Onderstaand geeft u aan of alle voor de toetsing benodigde informatie is bijgevoegd.

Handleiding Branche erkende opleidingen. Voor opleidingsorganisaties over de erkenning branche erkende opleiding(en)

Leerlingtevredenheidsonderzoek

MANDAAT BESCHERMD WONEN

Vragen en antwoorden toezichtondersteunende private kwaliteitssystemen Versiedatum: 13 september 2016

Procesbeschrijving bij de regeling erkende instanties vervoer gevaarlijke stoffen

Inkoopbeleid Medisch Specialistische Zorg 2018

FedEC Certificaat Kwaliteits Borging EPA-U

PROFIELSCHETS & PROCEDURE 3 LEDEN RAAD VAN TOEZICHT STICHTING t GERACK

Klanttevredenheidsonderzoek. Stichting Ons Bedrijf

Inkoopbeleid 2018 Pro Life

normering voor de beoordeling van evc aanbieders BESCHRIJVING VAN DE GEHANTEERDE NORMERING EN DE WERKWIJZE VAN BEOORDELENDE ORGANISATIES

4. De toetsing vindt of individueel (per systeem of schema) plaats of breder (per sector, groep, formule).

AANVRAAG CERTIFICERING

Inkoopbeleid Wijkverpleging 2018

Wijzigingen tekst verordening WMO 2018 t.o.v. verordening WMO 2015

Informatie over het thema-onderzoek Letselschadebehandeling en Kwaliteitscode rechtsbijstand Stichting toetsing verzekeraars

Versie 1.0 REGLEMENT PLUS AUDIT FYSIOTHERAPIE 2014

AANVRAAG CERTIFICERING

Beloningsbeleid Januari 2012

Algemene Voorwaarden PIM

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

VERORDENING ALGEMENE VOORZIENINGEN MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE HENDRIK-IDO-AMBACHT 2015

Klachtenregeling cliënten De Hoven

Free Time Flies en een persoonsgebonden budget

Inkoopbeleid Verpleging & Verzorging 2019

SBK Nationale Milieudatabase

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Het certificeringstraject

VISIE OP TOEZICHT LAVERHOF

Certificatieschema. Examinatorcertificatie Start Veilig. Opgesteld door Goedkeuring en Actuele versie. Document. Pagina code

AANVRAAG CERTIFICERING

PDL Keurmerk voor producten en diensten. Inhoudsopgave. Algemene informatie over het collectief merk PDL... 2

Document Visitatiesystematiek en afspraken ten aanzien van het NKDkeurmerk

Assurancerapport importeurs ten behoeve van het aanleveren van CvO-gegevens

Inkoopbeleid Medisch Specialistische Zorg 2019

Tweede Kamer der Staten-Generaal

ATA-wegwijzer in vijf stappen

BEOORDELINGSKADER EN -PROCEDURE VOOR DE CERTIFICERING VAN BEDRIJFSOPLEIDINGEN TOURMANAGER

Toetsingskader WMO toezicht Gemeente Steenwijkerland. Januari 2018

b. raad van bestuur : de raad van bestuur van de zorgaanbieder; c. klachtencommissie : de commissie zoals bedoeld in artikel 5 van deze regeling;

Inleiding In het certificatieschema van VastgoedCert is in paragraaf 8.5 een hardheidsclausule opgenomen. Deze luidt als volgt:

Vertrouwenspersoon Wmo Sociaal domein

Follow-up rapport van het inspectiebezoek aan Gezinshuis Ruveyda op 5 november Utrecht Januari 2016

REGLEMENT PLUS AUDIT 2015

Opleidingsstatuut Bacheloropleiding Automotive Studiejaar Regeling Externe toezichthouders bij examens

TOP-audit Auditreglement

Controle protocol. 1 Doelstelling. 2 Eisen en aanwijzingen. 3 Toleranties en gewenste zekerheid

Klachtreglement Wkkgz

Beleid werving en selectie Van Lanschot Groep (RvC, RvB Van Lanschot en Directie Kempen & Co)

Auditstatuut. Systeemtoezicht Wegvervoer

Kwaliteitskader Complementaire Zorg Utrecht, 19 juni 2014

Geschreven door OVL donderdag 12 november :00 - Laatst aangepast donderdag 12 november :01

REGLEMENT PLUS AUDIT 2016

Handleiding Training Ontwikkeladvies Leidinggevenden

Integriteitscode. Integriteitscode van de Stichting voor PC Voortgezet Onderwijs in de Noordoostpolder e.o

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 22 mei 2013 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

1. Hoe stap ik het (her)indicatiegesprek in bij een cliënt met een gerichte PGB-vraag?

ACCREDITATIEREGLEMENT SKJ, versie 1.2 d.d. 29 februari 2016

Klachtenreglement cliënten Zorgboerderij de Rietstulp

Inkoopbeleid Farmaceutische Zorg 2019

Regeling impuls beroepsonderwijs voor landelijke organen 2000

bewegelijke tegenkracht Visie op toezicht Raad van Toezicht WZC Humanitas november 2018

GEMEENTELIJKE TELECOMMUNICATIE MOBIELE COMMUNICATIE. Bijlage 04 Kwaliteitsborging en auditing

Richtlijn 4401 Opdrachten tot het verrichten van overeengekomen specifieke werkzaamheden met betrekking tot informatietechnologie

De eenmanszaak R+S+ Onderwijsadvies vertegenwoordigd door: JJHR (René) Rensen, van Aldenburglaan 7, 6994 AV De Steeg t.h.o.d.n R+S+ Onderwijsadvies.

Toezichtvisie, toezichtkader, toetsingskader Riederborgh. 1. Inleiding. 2. Toezichtvisie

Transcriptie:

Keurmerk Christelijke Zorg (instellingen) 1. Inleiding Ontstaan Voor iedereen die zijn leven wil richten naar de Bijbel als Gods woord is het van belang dat, indien gewenst, zijn hulpverlener diezelfde waarde erkent en herkent. Daarnaast is het belangrijk dat bij organisaties die zich christelijk noemen, de christelijke identiteit in woord en daad zichtbaar is. Tegen deze achtergrond hebben Stichting Ik Zoek Christelijke Hulp (IZCH) en zorgverzekeraar Pro Life Zorgverzekeringen het initiatief genomen voor het keurmerk christelijke zorg. Het keurmerk is ontwikkeld in samenwerking met christelijke zorginstellingen en belangenbehartigers. Doel Doel van het keurmerk is zorgvragers te garanderen dat christelijke hulp beschikbaar is en blijft. Daarnaast wil het keurmerk een selectiemiddel zijn, dat hen houvast biedt in het woud van christelijke zorginstellingen wanneer ze op zoek zijn naar een passende zorginstelling. Nut Een keurmerk voor christelijke zorg is zowel voor de zorgvrager (afnemer) als de zorgaanbieder (leverancier) van belang. Het keurmerk helpt de zorgvrager bij de beslissing over het afnemen van zorg. Naast het feit dat het keurmerk garant staat voor een christelijke identiteit in woord en daad van de zorginstelling (er wordt getoetst of profilering en met elkaar overeenkomen), zijn er nog andere voordelen voor de instelling die het keurmerk heeft verworven: Het keurmerk helpt de beschikbaarheid van christelijke zorg te waarborgen. Het keurmerk is een instrument dat bijdraagt aan de verdere ontwikkeling van de (christelijke) identiteit van de instelling. Het keurmerk functioneert als een toetsingsinstrument voor het toezichthoudend orgaan (in de meeste gevallen de Raad van Toezicht) en de cliëntenraad van een instelling. Om voor vergoeding in aanmerking te komen kan het bezit van het keurmerk door Pro Life Zorgverzekeringen als randvoorwaarde worden gesteld. Instellingen met het keurmerk kunnen (gezamenlijk) in aanmerking komen voor innovatiegelden die Pro Life Zorgverzekeringen beschikbaar stelt. Marketingtechnisch is het keurmerk interessant vanwege de hogere ranking op de websites www.ikzoekchristelijkehulp.nl en www.mijnzorg.nl. Beide websites kennen hoge bezoekersaantallen. Een hogere ranking kan positieve sturing geven aan de keuze van zoekende/potentiële cliënten. Financiers als overheid, verzekeraars en verstrekkers van derde geldstromen staan positief tegenover keurmerken. Het streven is dat zowel zorgvragers als financiers zo veel vertrouwen hebben in organisaties die het keurmerk dragen dat zij graag zorg afnemen bij of financiering geven aan partijen die het keurmerk mogen dragen. Het keurmerk kan worden ingezet als benchmark. Dit draagt bij aan de onderlinge vergelijkbaarheid tussen instellingen. Pagina 1 van 8

2. Context/Uitgangspunten Het keurmerk heeft de volgende uitgangspunten: 1. Doel versus middel: Het keurmerk is een middel om christelijke hulp te garanderen, te stimuleren en te behouden. Het middel mag nooit een doel op zich worden. 2. Focus op cliënt: De christelijke identiteit wordt met name bekeken vanuit het perspectief van de cliënt. Dit betekent dat de verwachtingen en ervaringen van de cliënt leidend zijn in het oordeel over de instelling. 3. Basis en ontwikkeling: Het huidige keurmerk vormt een basis om zorginstellingen te toetsen. Het keurmerk is echter geen vaststaand gegeven. De wens is om door kritische en regelmatige evaluaties het keurmerk in de komende jaren verder te ontwikkelen. Veranderingen worden weloverwogen en op gezette tijden doorgevoerd. 4. Algemeen en specifiek: Het huidige keurmerk is algemeen van aard. Dit betekent dat het van toepassing kan zijn op alle organisaties in de sectoren zorg en welzijn. Na verloop van tijd kan het keurmerk worden uitgebreid met sectorspecifieke eisen. 5. Borgen en beschermen: Het keurmerk wil het aanbod van christelijke zorg in Nederland borgen. Ook wil het een betrouwbaar kenmerk zijn voor mensen die op zoek zijn naar christelijke zorg. Daarom behoudt Stichting IZCH (Stichting Ik Zoek Christelijke Hulp) zich het recht voor om het keurmerk per direct in te trekken als er sprake is van grove misstanden bij een zorginstelling. Pagina 2 van 8

3. Criteria Er zijn drie manieren om de criteria voor het toekennen van het keurmerk te toetsen: vastgelegd, gedreven of aandachtig besproken. In het certificeringsschema is dit per criterium verder uitgewerkt. 1. Een instelling moet minimaal aan bepaalde formele kenmerken voldoen. Formele kenmerken dienen door documenten onderbouwd te worden en zijn een hard criterium. 2. Praktijkkenmerken geven de instelling de mogelijkheid op eigen wijze aan te tonen dat aan een eis wordt voldaan. Veelal zal sprake zijn van een bepaald type bewijs, voorzien van een oordeel van het auditteam. Praktijkkenmerken worden gehanteerd in die gevallen waarin zaken niet zwart of wit zijn. 3. Overige contextuele kenmerken zijn zaken die niet gemakkelijk vanuit documenten alleen zijn te onderbouwen, maar die aandachtig dienen te worden besproken. Het auditteam velt zijn oordeel op basis van de inhoud en sfeer van de gesprekken. De instelling is vrij in de manier waarop zij aan de vereisten tegemoetkomt. Bij beoordeling van de uitwerking van het criterium staat het beoogde doel centraal. Onderstaand schema geeft inzicht in de diverse toetsingscriteria en hun onderbouwing. Bouwstenen Onderbouwing 3.1 Organisatie a. De instelling is in het bezit van een WTZi-toelating of is lid van een brancheorganisatie die de regels uit de Zorgbrede Governancecode (of een daarmee vergelijkbare code) onderschrijft. Daarnaast is er sprake van een werkend kwaliteitssysteem, wat blijkt uit een kwaliteitscertificaat (indien van toepassing). b. De instelling opereert binnen een netwerk van andere organisaties en/of personen. Zij kan aantonen dat er samenwerking plaatsvindt met het netwerk rondom een cliënt. c. De christelijke identiteit van de instelling ligt verankerd in de grondslag zoals opgenomen in de statuten van de instelling, doordat hierin verwezen wordt naar de Bijbel als gezaghebbend Woord van God. d. De toezichthouders, bestuurder(s) en leidinggevenden van de organisatie hebben goede kennis van de christelijke sociale kaart. Tevens onderschrijven zij de christelijke grondslag en leven deze voor. e. Minimaal één keer per jaar wordt de identiteit van de instelling besproken en geëvalueerd in een gesprek tussen bestuurder(s) en toezichthouders, tussen bestuurder(s) en leidinggevenden en tussen leidinggevenden en medewerkers. overig contextueel Pagina 3 van 8

3.2 Beleid a. Het beleid van de instelling bevat concrete richtlijnen voor de invulling van de christelijke identiteit. b. De instelling betrekt haar netwerk (zie 3.1b) bij het ontwikkelen van haar dienstverlening. Ze kan aantonen dat ze o.a. kerken, cliëntvertegenwoordigers en anderen betrekt bij de ontwikkeling en invulling van de christelijke identiteit van de zorgverlening. 3.3 Cultuur a. Binnen de instelling wordt de christelijke identiteit in woord en daad gestimuleerd. b. Binnen de instelling is sprake van een open cultuur, waarin medewerkers onderling de manier van bejegening van de cliënt met elkaar durven te bespreken. Bijbelse waarden rondom het omgaan met elkaar vormen hierbij het uitgangspunt, zowel voor de inhoud die besproken wordt als de manier waarop met elkaar gesproken wordt. c. De instelling werkt actief aan de invulling van de christelijke identiteit. overig contextueel overig contextueel 3.4 Medewerkers a. De instelling rust haar medewerkers toe om in het contact met de cliënt inhoud te geven aan de christelijke identiteit van de organisatie. b. Het personeelsbeleid besteedt aantoonbaar aandacht aan het onderdeel christelijke identiteit. Dit komt bijvoorbeeld naar voren in wervingstekst of sollicitatieverslag. c. Er vindt jaarlijks een individueel gesprek plaats waarbij het onderwerp christelijke identiteit met de medewerker wordt besproken. 3.5 Zorginhoud a. De instelling draagt zorg voor een transparante communicatie over haar grondslag en identiteit en de daarop gebaseerde werkwijze. Dit is minimaal terug te vinden op de website van de instelling en klantendocumentatie (indien van toepassing). b. In het zorgdossier is duidelijk vastgelegd wat de wensen van de cliënt en de concreet overeengekomen afspraken zijn ten aanzien van het christelijke aspect van de zorg. Het is duidelijk dat dienovereenkomstig wordt gehandeld. Pagina 4 van 8

3.6 Cliënt De instelling levert een inspanningsverplichting om de ervaring en het oordeel van de cliënt over de geleverde christelijke zorg te meten en te registreren op www.ikzoekchristelijkehulp.nl. De volgende vragen worden beantwoord op een 5-puntsschaal: 1. Identiteit: Ik vind dat de christelijke identiteit van de instelling zichtbaar is in de werkwijze van de instelling en de manier waarop medewerkers van de instelling met mij omgaan/omgingen. 2. Vertrouwen: Ik voelde mij op mijn gemak bij mijn hulpverlener. 3. Deskundigheid: Ik ben deskundig geholpen. 4. Resultaat: Ik ben tevreden over het bereikte resultaat. 5. Tevredenheid: Ik kan de instelling van harte aanbevelen bij mensen die op zoek zijn naar christelijke hulp. Voor een meer gedetailleerde uitwerking van bovenstaand schema wordt verwezen naar het document certificeringschema en de bouwstenenrapportage Pagina 5 van 8

4. Procedure rondom uitgifte certificaten Een instelling die naar eigen inzicht aan de criteria voldoet, kan toetsing aanvragen. De toetsing kan zich uitstrekken tot de gehele instelling, maar kan zich ook beperken tot specifieke onderdelen dan wel locaties. Het begrip instelling wordt als volgt gedefinieerd: een als zelfstandige eenheid optredend organisatorisch verband waarin: a. zorg wordt verleend als omschreven bij of krachtens de Zorgverzekeringswet, Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en/of de Wet op de Jeugdzorg; en/of b. ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie en/of maatschappelijke opvang wordt geboden in de zin van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Audit De audit vindt plaats door middel van een geprotocolleerde intercollegiale toetsing. Het auditteam bestaat uit twee vertegenwoordigers van collega-instellingen en wordt geleid door een onafhankelijke derde. Uitgangspunt is dat een organisatie die eenmaal in het bezit is van het keurmerk ook kandidaten voordraagt voor het uitvoeren van audits bij collegainstellingen. Er geldt daarbij de volgende inspanningsverplichting: één keer getoetst worden = twee keer meetoetsen bij collega-instellingen. De audit zal deels op afstand kunnen plaatsvinden (documentonderzoek). Aangezien de beoordeling mede op basis van gesprekken tot stand komt, is doorgaans een bezoek op één, en afhankelijk van de omvang van de instelling, meerdere locaties noodzakelijk. Tijdens een bezoek op locatie gaan de auditors in gesprek met van te voren geselecteerde personen. Voor het beoordelen van de formele kenmerken moet de informatie voorafgaand aan het locatiebezoek worden aangeleverd. Tijdens het bezoek overlegt de instelling relevante documenten voor zover deze niet vooraf zijn toegestuurd. Het kan zich voordoen dat een organisatie aan een of meer criteria niet of niet volledig voldoet en het auditteam een of meer verbeterpunten heeft aangereikt. Een verbeterpunt hoeft afgifte van het certificaat niet tegen te houden, tenzij het er meer dan drie zijn. In de bouwstenenrapportage wordt weergegeven hoe de score is op de verschillende criteria. De rapportage gaat in op de wijze waarop en de kwaliteit waarmee het criterium is onderbouwd volgens de indeling formele kenmerken, kenmerken en overige contextuele kenmerken. Afgifte certificaat Nadat de audit heeft plaatsgevonden bepaalt de beoordelingscommissie (zijnde het bestuur van de Stichting Ik Zoek Christelijke Hulp) aan de hand van de rapportage van het auditteam of de instelling aan de vereisten voldoet en het keurmerk kan worden afgegeven. Voordat de rapportage naar de beoordelingscommissie wordt gestuurd, krijgt de aanvrager inzage in het auditrapport en de daarin opgenomen aanbeveling om de kans op een onjuiste weergave zo klein mogelijk te houden. Na ontvangst van de terugkoppeling van de aanvrager gaat het volledige rapport naar de beoordelingscommissie. De commissie beoordeelt de rapportage en besluit of de aanbeveling van de auditteam al dan niet wordt overgenomen. Tevens bepaalt zij de termijn van geldigheid van het certificaat (zie hieronder Geldigheidsduur ). Pagina 6 van 8

Geldigheidsduur Indien het certificaat wordt afgegeven is dit in principe geldig voor een periode van drie jaar, waarna het traject van hercertificering in werking treedt. Eventueel kan worden besloten een organisatie voor één jaar te certificeren. Dit kan het geval zijn wanneer er sprake is van een aantal verbeterpunten of wanneer er bijzondere omstandigheden zijn die voor het bestuur aanleiding vormen om een kortere periode te hanteren (zie voor de uitzondering de toelichting onder punt 2.5 borgen en beschermen). Als tot afwijzing wordt besloten ontvangt de instelling een rapport met de gronden voor afwijzing. Mocht de instelling van mening zijn dat de gronden van afwijzing binnen een termijn van zes maanden zijn verholpen, kan het certificeringstraject op deelpunten opnieuw worden uitgevoerd en afgerond. Hercertificering vindt plaats volgend op de periode van geldigheid van het certificaat, in principe 3 jaar. Pagina 7 van 8

5. Organisatie rondom het keurmerk Organen Het keurmerk is eigendom van Stichting IZCH (Stichting Ik Zoek Christelijke Hulp). De huidige samenstelling van het bestuur bestaat uit de heren J. van der Meiden, G. van der Heiden en A. Luteijn. Voor de verdere ontwikkeling van het keurmerk christelijke zorg wordt een adviesraad ingesteld met een afvaardiging vanuit diverse kennisgebieden, waaronder de onderwijs- /academische wereld, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen, enz. De adviesraad volgt de ontwikkelingen van het keurmerk, neemt de opmerkingen en gewenste wijzigingen ter harte en adviseert het bestuur van Stichting IZCH over noodzakelijke aanpassingen en verbeteringen. Kosten van het keurmerk In dit stadium worden vooralsnog alleen de begeleidingskosten van de onafhankelijke derde in rekening gebracht. Dit impliceert dat de (tijds)inzet en kosten van de medewerkers van collega-instellingen die de toetsing uitvoeren niet in rekening worden gebracht of onderling verrekend. De kosten (gestart wordt bij 1.500,- excl. BTW en reis- en verblijfkosten) worden vooraf voorgelegd door middel van een offerte en zijn afhankelijk van de omvang van de instelling. Pagina 8 van 8