Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6

Vergelijkbare documenten
2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer Thema 3 Hoofdstuk 1-6 en 8

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

Parlementaire democratie!

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Paragraaf 1: Democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 - Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting Maatschappijleer Parlemenataire democratie Hoofdstuk 2

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par. 1 t/m 6 en 9

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie 1 t/m 9

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H1

Vanaf 18 jaar heeft iedereen kiesrecht. Iedereen mag een politieke partij oprichten, vrijheid van meningsuiting

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Politiek (hoofdstuk 1)

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Maatschappijleer par. 1!

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

1. Politiek, staat en dictatuur

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

Samenvatting Maatschappijleer Staatsinrichting

Samenvatting Maatschappijleer 1 Wat is politiek?

Maatschappijleer Parlementaire democratie 5VWO

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie par. 1 t/m 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 3

7,7. Samenvatting door een scholier 5295 woorden 26 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 paragraaf 1 tm 5, 7

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

8.1. Samenvatting door een scholier 2700 woorden 6 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke beluistvorming

Antwoorden Maatschappijleer Politieke besluitvorming H 1 + 2

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

6,9. Samenvatting door een scholier 2567 woorden 24 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke Besluitvorming

6,5. Samenvatting door een scholier 3346 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

1Nederland als democratie

Samenvatting Geschiedenis Staatsinrichting van Nederland

Samenvatting Geschiedenis Module 5

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6 Samenvatting door een scholier 1946 woorden 25 januari 2012 0 keer beoordeeld Vak Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek? Wat is politiek en waarom is het belangrijk dat we ons ermee bemoeien? Keuzes maken Regering en parlement hebben de meeste politieke acht. Politiek: manier waarop een land bestuurd wordt. Algemeen belang Zaken waar besluiten over worden genomen (die invloed hebben op leven van burgers): - openbare orde en veiligheid. - buitenlandse betrekkingen - infrastructuur - welvaart - welzijn - onderwijs Voor al die plannen moeten burgers belasting betalen, tegenover dit staat t recht om invloed uit te oefenen op de politiek. Invloed op de politiek - stemmen - lid worden: kan je verkiezingsprogramma beïnvloeden en verkiesbaar stellen boor bij de 2e kamer of gemeenteraad. - Contact: mailen - verzoek indienen: gemeenteraad verplicht verzoek te bespreken en te beantwoorden. - media: krant, ingezonden brief. - actiegroep: demonstreren/ handtekeningen acties - bezwaarschrift: indienen, naar rechter stappen. - burgerlijke ongehoorzaamheid: het openlijk overtreden van wet om politici te overtuigen dat genomen besluit verkeerd was. Democratie Is staatsvorm waarbij bevolking invloed heeft op de besluitvorming. direct: volksstemmingen. In NL(indirect) beslist volk niet, we hebben gekozen vertegenwoordigers. Parlementaire democrateie, Pagina 1 van 7

parlement neemt belangrijkste beslissingen. In 1919 kwam pas algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht. Kenmerken parlementaire democratie - alle NL vanaf 18 recht kiezen. - iedereen mag politieke partij/ vereniging oprichten - iedereen mag demonstreren/ mening uiten. - leden van Staten-Generaal (parlement) worden gekozen door geheime stemming. - wetten worden vastgesteld door regering en parlement. Dictatuur (of autocratie) Alle macht in handen van 1 persoon of kleine groep mensen (alleenheersmaatschappij). Fascisten: zeer nationalistisch eigen land/volk is belangrijkste. Kenmerken dictatuur Komen meestal tot stand na revolutie. Basiskenmerk: geweld/ onderdrukking. Andere kenmerken: - grondrechten worden niet beschermd - geen vrije meningsuiting(zogenaamde vrije pers moet vooraf door ministerie worden goedgekeurd) - oppositiepartijen zijn verboden (politici die openlijk oneens zijn met regering: gearresteerd). - militairen (verzet volk onderdrukken). - (schijn) verkiezingen 2 politieke stromingen Welke verschillende politieke stromingen zijn er en wat willen ze? Ideologieën Samenhangend geheel aan ideeën over de mens en gewenste inrichting van samenleving. Aanhangers van een ideologie vormen samen een politieke stroming. Meeste ideeën in ideologieën gaan over: - waarden en normen - Sociaaleconomische verhoudingen. (wat is een rechtvaardige verdeling van welvaart) - machtsverdeling in de samenleving 3 grote ideologieën/ stromingen in NL: liberalisme, socialisme en confessionalisme Progressief en conservatief Progressief = vooruitstrevend: maatschappij willen veranderen. Conservatief = behoudend: benadrukken vooral datgene wat al is bereikt en wat ze zo willen houden. Als conservatieven regels van vroeger terug willen heet t: reactionair. Links en rechts Rechts: (VVD/ PVV) nadruk op eigen verantwoordelijkheid/ vrijheid van mensen. Om dit te garanderen moet verheid rust en orde houden. Links: ( PvdA SP GroenLinks): gelijkwaardigheid. Om zwakke te beschermen overheid actief optreden (studiefinanciering studenten). Liberalisme Ontstond tijdens Franse revolutie. Hun ideaal was persoonlijke en economische vrijheid. Volgends liberalen is de vrijemarkteconomie beste voor land. Ze benadrukken ook de eigen verantwoordelijkheid. Vrijheid van Pagina 2 van 7

democratie VVD grootste liberale partij. Progressieve liberalen: D66 Democraten 66 Socialisme Doel is einde maken aan armoede en ongelijkheid. Om gelijkheid best te bereiken raakten de socialisten verdeeld. Communisten (marxisten) ( wilde dat arbeiders door revolutie macht zouden overnemen) Sociaaldemocraten (wilde meedoen met verkiezingen om voor goede sociale wetgeving te zorgen). Socialisten nu zijn niet tegen markteconomie met vrije ondernemingen maar vinden wel dat overheid zwakken moet beschermen. Socialistische partijen: PvdA, GroenLinks en SP Confessionalisme Mensen baseren hun politieke opvattingen op geloofsovertuiging (confessie = geloofsovertuiging) christendemocraten streven naar samenleving - Rentmeesterschap: taak goed voor aarde zorgen. - Solidariteit: zorgen voor kwetsbaren. - gespreide verantwoordelijkheid: Mensen verantwoordelijk voor elkaar. Overheid moet zo veel mogelijk overlaten aan maatschappelijk middenveld (welzijninstellingen en schoolbesturen). Overheid verricht alleen taken die niet door andere instituten in samenleving kunnen worden verricht. Partijen Christen Democratisch Appel (CDA), ChristenUnie en Gereformeerde Partij (SGP) 3 politieke partijen Welke partijen zijn er en wat zijn hun standpunten? Wat is een politieke partij Bestaat uit groep mensen met dezelfde ideeën over een ideale samenleving. Belangenorganisaties behartigen belangen van een bepaalde groep mensen. Politieke partijen zijn geen belangenorganisaties omdat het niet draait om belangen een groep maar algemeen belang. Soorten partijen - Partij op basis van ideologie. - one-issuepartijen: een aspect uit samenleving met duidelijk standpunt (partij van dieren). - protestpartijen: ontstaan uit onvrede met bestaande politiek. - Niet-democratische partijen. Zijn erg nationalistisch gericht. Vaak sterk racistisch. Functies politieke partijen - integratiefunctie: ze maken vanuit eigen ideologie en logisch samenhangend geheel - programmapunten die in beleid gezet kunnen worden. - informatiefunctie: informeren keizers over hun standpunten. - participatiefunctie: burgers stimuleren om actief deel te neme aan politiek. - selectiefunctie: vaak worden mensen eerst gemeenteraadslid en worden langzamerhand Kamerlid fractievoorzitter of minister. Lees info partijen in boek blz. 81 4 verkiezingen Hoe worden verkiezingen georganiseerd? Pagina 3 van 7

Politici van verschillende niveaus: - het Europees parlement - 2e kamer - provinciale staten. Een partij oprichten Iedereen 18 jaar en ouder mag zich verkiesbaar stellen. Partij die wil meedoen moet: - officieel laten registreren bij kiesraad. - in kiesdistricten een kandidatenlijst en een ondertekende steunbetuiging van 30 personen inlveren. - borgsom van 11.250 euro betalen partij krijgt bedrag terug als 75 procent van stemmen haalt die nodig is om 1 zetel te krijgen. (45.000 stemmen) Kiesrecht Actief kiesrecht is dat alle NL vanaf 18 mogen stemmen. Recht om je verkiesbaar te stellen is het passief kiesrecht. Mensen buitenlands paspoort die langer dan 5 jaar in NL wonen hebben alleen kiesrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Rechter kan kiesrecht ontnemen vanwege geestelijke stoornis. Verkiezingsprogramma Bekendste kandidaat van elke partij staat nummer 1 op kandidatenlijst: lijsttrekker genoemd. Welke partij Redenen om te stemmen: - standpunten - jouw belang - strategisch: kiest partij die meeste kans maakt in regering die toch nog standpunten hebt waarmee je eens bent. - lijsttrekker. Zetelverdeling Stelsel van evenredige vertegenwoordigers: alle zetels worden eerlijk verdeeld op basis van alle geldige uitgebrachte stemmen. Bij berekening uitgegaan van kiesdeler: hoeveelheid stemmen partij nodig heeft voor een zetel. Als je stemt stem je niet op partij maar persoon. Voorkeurstemmen: stemmen op diegene bijv. omdat t een vrouw is. Rol van de media Avond voor verkiezing is: tv-debat tussen lijsttrekkers van verschillende partijen. Doel is zwevende kiezers te winnen: kiezers die makkelijk van partij wisselen. Door grote rol van media tijdens verkiezingen spreken we over tv- en internetdemocratie. Na de verkiezingen Verkiezingen bepalen ook welke partijen samen nieuwe kabinet vormen. Kabinet: alle ministers en staatssecretarissen samen. Bijna geen enkele partij heeft 50 procent van zetels daarom altijd meer partijen nodig om meerderheidskabinet te vormen. 5 De regering Hoe wordt een kabinet gevormd, wat doen ministers en wat doet de koning? Regering: koningin en ministers. Ministers en staatsecretarissen: kabinet. De kabinetsformatie Pagina 4 van 7

Ministers en staatsecretarissen moeten samen: -samen eens zijn over toekomstige beleid. - samen steun hebben 2e kamer (76 leden). Hoe verloopt de kabinetsformatie Vicepresident van raad van State, de voorzitters van 1e en 2e kamer en de fractievoorzitters van politieke partijen in 2e kamer adviseren koningin welke partijen beste regering kunnen vormen. Koningin benoemt een informateur. Formateur vormt de coalitie (samenwerkingsverband 2 partijen, de coalitie partijen maken een regeerakkoord waarin hoofdlijnen in staan komende jaren. Dan benoemt koningin formateur die geschikte ministers en staatssecretarissen bij elkaar zoekt. Overige posten worden evenwichtig mogelijk verdeel over 2 partijen. Dan benoemt koningin de ministers en staatssecretarissen: foto op koninklijk bordes. Kabinetscrisis. Kabinet blijft 4 jaar zelfde tot nieuwe 2e kamer verkiezingen. Kabinetscrisis veroorzaakt door: - Ministers niet eens met elkaar. - meerderheid 2e kamer steunt kabinet niet meer. Als kabinet ontslag neemt komt er vervroegde verkiezingen. Demissionair kabinet: ministers blijven nog regeren tot nieuwe kabinet is gevormd. De regering Constitutionele monarchie: staatvorm waarin taken en bevoegdheden van staatshoofd grondwettelijk zijn vastgelegd. In grondwet staat niet dat koningin maar ministers verantwoordelijk zijn voor bestuur land. Belangrijkste taken koningin: - Handtekening onder wetten. - Troonrede voorlezen Prinsjesdag - Ministers (in)formateurs benoemen - Regelmatig overleg voeren ministerpresident Belangrijkste taken van regering - voorbereiden en uitvoeren overheidsbeleid. Dit gebeurt door: - Opstellen van wetsvoorstellen - Uitvoeren van eenmaal aangenomen wetten - Jaarlijks opstellen rijksbegroting (aanbieden aan parlement) Derde dinsdag september prinsjesdag, plannen voor het komende jaar worden bekend gemaakt (troonreden). Minister van financiën biedt rijksbegroting aan in vorm van samenvatting (miljoenennota). Ministeriele verantwoordelijkheid Koningin is onschendbaar. Als er iets fout gaat dan is de minister-president van de Tweede kamer verantwoordelijk. Mening van koningin blijft geheim. Minister neemt ook politieke verantwoording voor zijn ambtenaren. Ministers en staatssecretarissen Elke minister heft beleidsterrein: portefeuille, en eigen ministerie met ambtenaren. Ambtenaren bereiden wetvoorstellen voor/geven advies. Minister zonder portefeuille: minister zonder eigen ministerie. Minister heeft een of twee staatssecretarissen, zitten niet in ministerraad. Voeren wel woord in 2e kamer Pagina 5 van 7

over beleid. Ministerraad elke vrijdag bijeen onder leiding van minister-president (premier). 6 het parlement Wat doet het parlement en hoe is de taakverdeling met de ministers? Politieke cultuur: manier waarop regering en parlement met elkaar omgaan. Bereidheid tot overleg/ sluiten van compromis = poldermodel. Het parlement (1e en 2e kamer) Parlementsleden zijn volksvertegenwoordigers (worden door bevolking gekozen). 2e kamer direct gekozen. 1e Kamer indirect gekozen doorleden Provinciale Staten. Eerste en tweede kamer 2e kamer 150 leden (voor 4 jaar) behandeld als eerste wetvoorstel mag afwijzen of veranderen. Daarna bespreekt 1e kamer (senaat) wetvoorstel, mag alleen goed of afkeuren. 2e kamer heeft meer macht dan 1e. Fracties Kamerleden namens bepaalde partij gekozen, behoren tot een fractie, onder leiding van fractievoorzitter. Fractie: groep vertegenwoordigers van politieke partij in gekozen orgaan. Politieke partijen in 1e en 2e kamer worden verdeeld in regeringsfracties en oppositiepartijen. Regeringsfractie partijen die ook ministers in regering hebben. Oppositie partijen: alle partijen die niet in regering zitten. Verhouding regering en parlement (regering)ministers: wetgevende/ uitvoerende macht Parlement: wetgevende macht/ controle van ministers. Meeste wetvoorstellen gedaan door ministers, maar parlement stemt erover. (geen echte trias politica). Hoe komt wet tot stand 1. Maatschappelijk probleem 2. Minister of 2e Kamerlid doet wetvoorstel. 3. 2e kamer debatteert over wetvoorstel 4. 2e Kamerleden dienen amendementen in. 5. 2e kamer stemt over amendementen en definitieve wetvoorstel. 6. 1e kamer stemt over wetsvoorstel 7. Koningin en verantwoordelijke minister ondertekenen wetvoorstel. 8. Wet wordt gepubliceerd in staatsblad. Hiermee is wet automatisch van kracht. Wetgevende taak Stemrecht bij wetsontwerpen: ieder wetsvoorstel moet worden over gestemd door 1e en 2e kamer. Budgetrecht: rijksbegroting wordt elk najaar door regering aan beide kamers aangeboden en bevat plannen voor komend jaar. Recht van initiatief: mogelijkheid voor 2e kamer om wetsontwerpen in te dienen. Recht van amendement: geeft 2e kamer mogelijkheid om wetvoorstel te wijzigen (Kamermeerderheid voor nodig). Controlerende taak Kijken of ministers hun werk goed doen 1e en 2e kamer rechten om informatie te krijgen: Pagina 6 van 7

- schriftelijke vragen stellen (aan ministers en staatsecretarissen). - recht van interpellatie: minister ter verantwoording roepen. - parlementaire enquête: mogelijkheid gedetailleerd onderzoek naar onderdeel van regeringsbeleid. - recht motie indienen: verzoek aan minister om iets te doen of niet. Als diegene dit weigert word er een motie van afkeuring ingediend: strategie(beleid) van minister wordt afgekeurd. Motie van wantrouwen: Voorstel van de Kamer(s) om het beleid van een bewindspersoon af te keuren, die daarop meestal ontslag neemt. Partijen van links naar rechts SP: Socialistische partij Progressief. GroenLinks: Meer milieuvriendelijke duurzame energie. Armoede bestrijden PvdD: Dieren PvdA:(partij van de arbeid).:beschermen Eerlijke verdeling macht, kennis en inkomen d66 Invoering van referendum en gekozen burgemeester. ChristenUnie: Christelijke sociale partij. CDA: Confessioneel. Politiek midden. VVD (volkspartij voor vrijheid en democratie): Het beste voor de Samenleving is dat als het individu het best is ontwikkeld. SGP (staatkundig gereformeerde partij): God behoort alle eer toe, conservatief. PVV: (partij voor de vrijheid). Nationalistische partij Pagina 7 van 7