REGLEMENT PETANQUECOMPETITIE 2018 OKRA REGIO KEMPEN 1. Er wordt gespeeld met ploegen van 3 personen. Binnen de petanque van OKRA Kempen zijn er twee reeksen, enerzijds een recreatieve reeks, anderzijds een competitieve reeks die opgedeeld is in twee afdelingen en waarvoor dit van toepassing is. De recreatieve reeks is vrijer, spreekt onderling af met hoeveel tripletten ze spelen, stuurt geen wedstrijdformulier in. De verdere algemene regels blijven wel gelden in deze reeks. We roepen deze recreatieve reeks in het leven omdat steeds meer en meer clubs moeite hebben om aan een voldoende aantal spelers te komen. Er wordt, binnen de competitieve reeksen, steeds gespeeld met zoveel tripletten als mogelijk, men mag een maximum hebben van 2 reserves indien men met 5 tripletten speelt in 1 ste afdeling en 4 tripletten in 2 de afdeling. In eerste afdeling dient men steeds minimum 5 tripletten te hebben, in tweede afdeling minimum 4 tripletten. Verduidelijking: In eerste afdeling: Er kan pas gespeeld worden vanaf dat er 15 spelers aanwezig zijn (minimum 5 tripletten). Een 16 e en 17 e speler zijn reserve spelers, vanaf dat beide ploegen met 18 spelers zijn moet een 6 e triplet gevormd worden. In tweede afdeling: Er kan pas gespeeld worden vanaf dat er 12 spelers aanwezig zijn (minimum 4 tripletten). Een 13 e en 14 e speler zijn reserve spelers, vanaf dat beide ploegen met 15 spelers zijn moet een 5 e triplet gevormd worden. Deze regel wordt steeds toegepast, ook als men zo geen reserve spelers heeft, want men moet steeds met zoveel mogelijk tripletten spelen. Let op: De reserve spelers moeten voor aanvang van de eerste wedstrijd schriftelijk hun namen opgeven aan de tegenpartij. Enkel deze personen mogen in alle tripletten invallen van dat team, telkens bij het begin van een nieuwe ronde. Indien onderling anders wordt afgesproken en beide partijen zijn akkoord is een afwijking van deze regel mogelijk.
Een trefpunt kan méér dan 1 team opstellen: Dit wil bijvoorbeeld zeggen: club trefpunt A - B C Opgelet! Men mag in onze competitie nooit in méérdere teams meespelen, ook niet als deze teams in verschillende afdelingen aantreden! Dit wil zeggen dat de speler enkel in het team mag spelen waar hij/zij de competitie gestart is! Om mogelijke controle te kunnen uitoefenen of eventuele klachten te kunnen behandelen (ook wat lidmaatschap betreft) willen wij u vragen ons een namenlijst terug te willen bezorgen voor de competitie van start gaat. Uiteraard kan je ten allen tijde nieuwe mensen opstellen. Stuur ons die naam gewoon door in voorkomend geval! 2. De ploegen bestaan uit 3 personen. Elke speler heeft 2 boules. Dus maximum 12 boules in het spel. Indien voldoende ploegen in tweede afdeling gevonden worden, kan een reeks gemaakt worden met ploegen van 2 personen die elks 3 boules hebben. Men wint een spel als men eerst 13 partijpunten behaalt. Dit telt dan voor 1 gewonnen partij. Het team wint de wedstrijd als men de meeste partijen gewonnen heeft. Hiervoor krijgt men 2 punten toegekend. De tegenstrever krijgt 0 wedstrijdpunten. Een gelijkspel bestaat niet: Als men evenveel partijen gewonnen heeft, telt het verschil in partijpunten. Indien het dan nog gelijk zou staan, bepaalt een testwedstrijd tussen een aangeduide ploeg van beide clubs (van opnieuw 3 spelers, willekeurig en naar goeddunken door de club opgesteld) het resultaat. Als een ploeg forfait geeft krijgt de tegenstrever 2 wedstrijdpunten toegekend en de forfaitgevende ploeg 0 wedstrijdpunten. Er worden dan geen verschilpunten genoteerd en indien voor de eindstand verschilpunten de doorslag moeten geven wordt voor alle uitslagen met de forfaitgevende ploeg geen rekening gehouden. 3. Elke ploeg speelt 3 partijen per wedstrijddag. De samenstelling van de ploegen bepaalt u zelf. Per wedstrijddag kan deze samenstelling gerust anders liggen, maar op de dag zelf wordt er niet meer onder mekaar verwisseld. Dan blijven de namen per ploeg ongewijzigd. Een ploeg bestaat uit 3 personen, maar bij gebeurlijk overtal aan deelnemers binnen één team, kunnen ploegen van 4 personen gevormd worden. Indien een ploeg dus uit 4 spelers zou bestaan, spelen er uiteraard toch maar 3 in één partij: 1 speler speelt de 3 partijen en de anderen spelen 2 partijen. Nooit wisselen tijdens een partij! Als er zich toch iets onvoorziens zou voordoen, waarbij noodgedwongen de ploeg dient gewijzigd te worden, dan dient eerst het akkoord van de tegenstander gevraagd te worden. De kapitein als hij als vierde man in een triplet niet deelneemt aan een partij - mag toch het triplet leiden. 4. Alle spelers moeten lid van OKRA-Sport+ zijn, en dus een sportsticker hebben. 5. Tijdens het spel mag er aan het speelveld niets gewijzigd worden (harken, sproeien...), maar de eerstvolgende speler mag een oneffenheid door de laatste voorganger gemaakt, terug effen maken. Doet hij/zij dat niet, dan blijft deze toestand tot de partij gespeeld is! Met andere woorden, enkel voor aanvang van de volledige wedstrijd mag geharkt worden daarna niet meer.
6. Het is de bezoekende ploeg die de eerste partij begint. De tweede partij is het de beurt aan de thuisploeg om te beginnen. In de derde en laatste partij begint opnieuw de bezoekende ploeg. Opgelet: Het mikballetje kan nog afgekeurd worden na het gooien van de eerste bal, als het zich niet op de reglementaire afstand bevindt.(zoals beschreven staat in punt 2: het mikballetje in de bijlage van dit reglement). Het is de thuisploeg die beslist hoe er begonnen wordt (al dan niet werpcirkel). Zie hiervoor punt 1 de werpcirkel van de bijlage van dit reglement. Het mikballetje wordt tussen 6 en 10 meter weggegooid, op méér dan 30 cm van eender welke hindernis. Een koord als terreinafbakening is echter geen hindernis (tenzij een boule er niet over kan rollen wegens de dikte van de koord). De voeten van de speler moeten in de kring blijven staan tot dat de boule de grond heeft bereikt. 7. Het partijpunt is verloren voor de speler die al metende het mikballetje of de betwiste boule verplaatst. Dit punt gaat dus naar de tegenstander. In principe is het de speler die het laatst geworpen heeft, die moet meten of de kapitein van het triplet. We dringen erop aan dat bij aanvang van de wedstrijd één speler uit de thuisploeg wordt aangeduid om bij betwisting de definitieve meting te doen. Men kan dit recht - vooraf af te spreken- ook overlaten aan iemand van de bezoekers! 8. Op het einde van een spelbeurt mogen de spelers het mikballetje of de boules niet oprapen vooraleer de punten zijn toegekend. Anders worden deze punten niet meegerekend. 9. De competitie wordt gespeeld in reeksen, naargelang het aantal deelnemende clubs. Na hun onderlinge confrontaties in heen- en terugwedstrijden wordt een rangschikking opgemaakt. Eerst telt het aantal behaalde punten (telkens 2 of 0 te behalen). Bij gelijke stand zal het resultaat van de onderlinge confrontaties tussen de ploegen met een gelijk aantal behaalde wedstrijdpunten de doorslag geven. a. Wanneer twee teams met hetzelfde wedstrijdpuntenaantal eindigen: meest gewonnen partijen en daarna het grootste positief verschil tussen +/- partijpunten. Wanneer de beide onderlinge wedstrijden met een verschillend aantal tripletten gespeeld worden, dient vooraf evenredigheid toegepast te worden zowel voor de gewonnen partijen als voor het verschil in partijpunten. b. Wanneer méér dan twee clubs met hetzelfde wedstrijdpuntentotaal eindigen: 1) hoogst aantal wedstrijdpunten behaald in onderlinge wedstrijden 2) meest gewonnen partijen na aanbrengen van evenredigheid (zie onder a) 3) partijpunten na aanbrengen evenredigheid (zie onder a)
10. In elke reeks heeft de thuisploeg de verantwoordelijkheid om tijdig contact op te nemen met de tegenpartij en reeds een wedstrijddatum vast te leggen (binnen de speelweek die werd opgegeven door het regiosecretariaat voor eerste afdeling en binnen de periode voor einde mei of voor einde augustus voor de tweede afdeling). Hiervoor heeft men de nodige contactgegevens van de verschillende clubs ontvangen. Men kan er ook voor kiezen om per reeks in tweede afdeling, met de verantwoordelijken samen te komen en onderling de speeldata af te spreken. De kalender per afdeling wordt op deze manier vooraf vastgelegd, het beginuur of zeker het uur van samenkomst wordt duidelijk afgesproken. Deze kalender moet men voor 1 maart van het huidige petanqueseizoen aan de regio bezorgen, zodat zij ook weet hebben van de te spelen wedstrijden. Het is nog steeds de thuisploeg die voorrang heeft bij het bepalen van een wedstrijddag. Na afloop van de wedstrijd stuurt de thuisploeg de uitslag door aan het OKRA-secretariaat, op het daartoe bestemde formulier. Mailen (een origineel met handtekeningen) kan ook naar benny.vancampfort@okra.be Indien in deze opgemaakte kalender alsnog een wijziging zou komen dient men het verschuivingsformulier voor wedstrijden in te vullen en aan de regio te bezorgen, minimum 2 weken voor de originele wedstrijd was ingepland. Dit verschuivingsformulier dient opgestuurd te worden naar de regio door beide teams. 11. Als er omwille van slechte weersomstandigheden niet meer verder kan worden gespeeld na één ronde, wordt de ganse wedstrijd herspeeld op een nieuwe af te spreken datum. Als dit echter gebeurt na 2 spelronden die reeds afgewerkt zijn, wordt de uitslag opgemaakt aan de hand van de twee beurten. Wel dient bekeken te worden of na een onderbreking van een HALF UUR geen verder spelen mogelijk is. Indien er naar een nieuwe datum dient gekozen te worden is het de thuisploeg die (minimum) drie voorstellen aan de tegenpartij doet. Zo heeft de tegenpartij voldoende mogelijkheden om uit te kiezen. 12. Het regiosecretariaat, in samenwerking met de tornooi verantwoordelijke en de ploegen uit de verschillende afdelingen, stelt de reeksen samen. Er wordt voor het seizoen 2018 niet gewerkt met promotie en degradatie. De 1ste afdeling wordt tot 1 geheel gevormd op basis van ploegen die een grote competitie willen spelen. De overige clubs komen in de 2e afdelingen terecht, waarbij een regionale opsplitsing wordt gemaakt in reeksen, afhankelijk van het aantal inschrijvingen. Afdelingen die willen wisselen van reeks - uiteraard 2e A met 2e B of 2de C kunnen dat als ze zelf een andere afdeling hiertoe bereid vinden. Men laat dit dadelijk weten aan het regiosecretariaat en alleszins voor 1 januari.
13. Betwistingen kunnen gesignaleerd worden aan het regiosecretariaat, waar een neutrale jury zal oordelen, al dan niet met het bijeenroepen van de geschillencommissie. Maar de beste oplossingen worden nog altijd gevonden door met mekaar tot een akkoord te komen. Daarom en in eerste instantie is het de thuisploeg die een spelleider aanduidt die beslist. Deze spelleider zal ook een signaal geven zodat alle wedstrijden tezelfdertijd gestart worden. (Dit hoeft uiteraard niet als er niet voldoende terreinen zijn en er dus wachtende tripletten zijn). De handtekening van beide verantwoordelijken onderaan het wedstrijdbriefje moet voortaan enkel bekeken worden als een vorm van kennisneming. Een gebeurlijke klacht kan tot drie weken na de speeldag schriftelijk neergelegd worden bij het regiosecretariaat. Gebeurlijke klachten zullen slechts in één beurt behandeld worden en dit voor het betwisten van de voorlaatste of laatste partij van de competitie. Indien de geschillencommissie dient bij elkaar geroepen te worden bestaande uit 1 afgevaardigde per deelnemende club onder voorzitterschap van de tornooiverantwoordelijke, bijgestaan door een afgevaardigde van OKRA regio Kempen. Deze twee laatsten evenals de betrokken partijen hebben geen stemrecht. De helft plus 1 van het aantal deelnemende ploegen van het tornooi dienen aanwezig te zijn. De meerderheid van de stemmen zal een oplossing geven. 14. Sancties: ( NIEUW sinds 2017) - na een schriftelijk klacht vanwege méér dan 1 club zullen wij (organisatie OKRA Kempen petanque ) een onderzoek instellen volgens de wedstrijdbriefjes enz. Het petanquecomité, bestaande uit de voorzitter petanque en de verantwoordelijke sport van de regio alsook beroepskracht verantwoordelijke sport, zullen hierover oordelen. - indien vastgesteld wordt dat het om een toevallige fout gaat, gaan de partijpunten naar de tegenstrever, vermist die wel de benadeelde is, verder geen sancties. - indien vastgesteld wordt dat het om een opzettelijke en/of herhaaldelijke fout gaat, gaan de VOLLEDIGE PARTIJPUNTEN naar de tegenstrever en kan het petanque comité OKRA Kempen de ploeg die fraudeert uit de competitie verwijderen of restricties opleggen. Voorbeeld: Als een speler van team Club trefpunt X (onbewust) meespeelt in ploeg 1 en 2 (in dezelfde ronde) van Club trefpunt X worden de bewuste partijpunten gemaakt in de verkeerde ploeg toegewezen aan de tegenstander. Men moet nadien altijd terug meespelen in de oorspronkelijke gestarte ploeg van de 1ste spelbeurt. Men kan een minnelijke schikking aanvragen, die dan ook onderzocht zal worden en waar eventueel toegevingen kunnen gedaan worden, maar waar ook restricties kunnen opgelegd worden voor het verdere verloop van de competitie. Indien hier geen akkoord wordt in gevonden beslist het petanque comité OKRA Kempen. Tegen deze uitspraak kan geen verhaal of beroep aangetekend worden.
15. Planning wedstrijden en Wedstrijdverschuivingen: ( NIEUW 2017) Enkel voor afdelingen (één en twee) uit competitieve reeks PLANNING WEDSRTIJDEN - In eerste afdeling krijgen de ploegen voor 1 januari 2018 een weekschema te spelen wedstrijden. - In tweede afdeling zijn de ploegen zelf verantwoordelijk om bijeen te komen of af te spreken en deze kalender tijdig samen te stellen binnen twee vooropgestelde periodes (heenwedstrijden voor 31 mei en terugwedstrijden voor 31 augustus) VERSCHUIVEN VAN GEPLANDE WEDSRTIJDEN - Indien een geplande wedstrijd niet kan doorgaan moet men steeds gebruik maken van het formulier aanvraag wedstrijden om een wijziging van wedstrijddatum aan te vragen. De thuisploeg doet minimum 3 voorstellen aan de tegenpartij om een nieuwe datum te zoeken. Deze formulieren moeten minstens 14 dagen voor aanvang van de originele wedstrijd aan het regiosecretariaat worden overgemaakt. Deze formulieren worden bij voorkeur per mail bezorgd via benny.vancampfort@okra.be (eventueel via de post: Korte Begijnenstraat 22, 2300 Turnhout, of via de witte brievenbus met duidelijke vermelding van OKRA Kempen) Veel succes! Vooral veel sportiviteit en deugddoende uitwisselingscontacten! Namens OKRA-regio Kempen Pierre Coppens, Voorzitter Petanque Benny Vancampfort, Verantwoordelijke petanque
BIJLAGE PETANQUEREGLEMENT 2018 Deze bijlagen zijn bedoeld om bij gebeurlijke betwistingen uitsluitsel te kunnen geven. We gaan hier in detail in op een aantal spelfases die zich kunnen voordoen en waar dan discussie kan ontstaan. 1. DE WERPCIRKEL Omdat het afbakenen van een werpcirkel, om het spel telkens te starten, tot een wezenlijk kenmerk van het petanquespel zelf behoort, blijft dit onze voorkeur genieten, maar op de evaluatie van 27 oktober 2011 te Retie werd beslist (en bevestigd op de evaluatie van 30 oktober 2012 te Gierle), met meerderheid van stemmen, om voortaan de thuisploeg te laten beslissen hoe men het spel wil aanvangen. Opgelet! Eens gekozen voor een bepaalde spelformule blijft dit gelden voor alle spellen van die namiddag! De verschillende vertrekformules kunnen dus zijn: -vanuit een vast punt vóór de basislijn. -vanuit een cirkel in het midden vanaf de basislijn getrokken - vanuit een niet vastomlijnde werpcirkel (zie beschrijving hierna) Warme aanbeveling aan alle clubverantwoordelijken: oefen onderstaande manier van trekken van de cirkel toch in, zodat uw spelers-bezoekers er vertrouwd mee geraken, wanneer de thuisploeg beslist tot onderstaande vorm van spelen. De cirkel zal een diameter hebben van minimum 30 en maximum 50 cm. De ploeg die mag beginnen (1ste partij = bezoekers, 2de partij = thuisploeg, 3de partij = bezoekers) kiest het vertrekpunt en trekt aldaar de gebruikelijke cirkel. Voor het volgend spel wordt de cirkel getrokken waar het mikballetje zich bevond bij het einde van het vorig spel. Maar vermits het mikballetje minstens 6 en maximum 10 meter moet worden weggegooid, zal het voorkomen dat de cirkel in het verlengde van de baan moet getrokken worden, waar het mikballetje zich bevond bij het einde van het vorig spel. Men mag gebruik maken van een ring in kunststof op voorwaarde dat deze geen hinder vormt voor de spelers. In dat geval mag er zich slechts 1 ring binnen de afbakening van het terrein bevinden en dat is deze van waaruit gespeeld wordt. Zo het mikballetje buiten gespeeld wordt, wordt de cirkel getrokken in het verlengde van de plaats waar het zich bevond voor het buiten gespeeld is. 2. HET MIKBALLETJE Het mikballetje wordt geworpen op minimum 6 en maximum 10 meter te rekenen vanaf de voorkant van de startplaats of cirkel. Het mikballetje mag na het werpen ervan niet op een andere plaats gelegd worden. Bij een foute worp (te kort, te ver of buiten) moet opnieuw geworpen worden en mag het balletje dus NIET op een willekeurige plaats GELEGD worden.
Wanneer na 3 opeenvolgende worpen door éénzelfde ploeg het balletje niet in de reglementaire voorwaarden is terechtgekomen, wordt het overhandigd aan de tegenstrever die eveneens 3 pogingen heeft. In alle geval zal de ploeg welke het doel verloren heeft na de eerste drie worpen de voorrang behouden om de eerste bal te spelen. Het werpen van het doel door een speler van een ploeg, verplicht deze niet als eerste te spelen. De meest voorkomende terreinen zijn afgebakend door middel van een koord. In de meeste gevallen is deze koord geplaatst op plusminus 10 cm. van een harde, verhoogde boord. Voor deze banen is het mikballetje nog steeds geldig als het zich à cheval (te paard op de lijn) bevindt met de koord, wat wil zeggen dat het zich nog voor de helft op de afbakeningskoord bevindt. Zo het mikballetje tijdens het spel onzichtbaar wordt (bv.: bedekt met zand), is het spel ongeldig en wordt hernomen zonder dat er punten gescoord zijn. Dit is uiteraard niet het geval wanneer het mikballetje achter een speelbal verstopt ligt. Opgelet: de toestand van sommige banen kunnen u noodzaken om toch andere afspraken te maken (veiligheid). Dit gebeurt dan wel voor de wedstrijd begint. Ontbreekt de koord en is er enkel een harde, verhoogde boord, dan is het mikballetje ONGELDIG als het zich op minder dan 30 cm van de boord bevindt. Indien het mikballetje plots zou wegwaaien geldt het volgende: Enkel als de ligging vooraf niet is afgetekend, wordt de nieuwe plaats geldig! De situatie kan daardoor fel wijzigen. Je kan dat voorkomen door telkens de plaats te markeren waar het mikballetje terecht komt (niet verplicht). In alle geval MOET het mikballetje op minimum 50 cm van de eindboord verwijderd blijven bij het inwerpen. Wanneer het mikballetje tijdens het spel op minder dan 3 meter van de voorkant van de cirkel terecht komt, dan wordt het beschouwd als buiten. 3. TIJDENS HET SPEL Wanneer bij aanvang van het spel de eerste bal nietig is, is het de beurt aan de tegenpartij en zo zal het afwisselend gaan tot één der ballen geldig op het speelveld ligt. Een ploeg die de speelbeurt heeft zal zolang de beurt behouden tot wanneer zij het partijpunt genomen heeft of tot wanneer alle ballen geworpen zijn. Als twee ballen, één van elke ploeg, even ver van het doel verwijderd liggen, betekent dit dat het partijpunt NIET is afgenomen en dat de laatste speler opnieuw werpt, daarna de tegenstrever (om beurten dus) tot het partijpunt genomen is. Blijft tijdens het spel het mikballetje nog alleen geldig binnen het afgebakend terrein, dan zal de ploeg die het laatst geworpen heeft, verder spelen omdat het partijpunt NIET is afgenomen. Het weze gezegd dat tijdens het spel, met uitzondering van de speler die gaat werpen, er slechts EEN speler van dezelfde ploeg zich binnen de terreinafbakening mag bevinden, zodanig dat hij de werper niet hindert. Beter is in feite dat er zich niemand behalve de werper op het terrein bevindt.
Een speler/speelster die ten onrechte een bal speelt (zijn/haar ploeg had reeds het partijpunt), moet deze bal laten liggen, zelfs als hij/zij daardoor een bal van de tegenstrever heeft weggeschoten. 4. NIETIGE BALLEN Een speelbal is nietig wanneer hij meer dan de helft over de afbakeningskoord is terechtgekomen (al dan niet met de koord in aanraking). Wanneer een speelbal buiten de afbakening komt en in zijn loop terug binnen de speelruimte komt te liggen, blijft hij ONGELDIG en zal uit het speelveld verwijderd worden. Alle gespeelde ballen die buiten de afbakening van het terrein terechtkomen (en mogelijk weer binnen) moeten onmiddellijk weggelegd worden om te voorkomen dat achteraf een andere bal (of het mikballetje) erdoor geremd wordt. Zo wordt voorkomen dat de nietige bal beschouwd wordt als een dood voorwerp en bijgevolg invloed kan hebben op het spelverloop. (NB: dood voorwerp kan ook een speelbal zijn, op de grens van twee aanpalende terreinen). 5. TOEKENNEN VAN HET PARTIJPUNT Het is eveneens aan te raden, bij het einde van het spel, dat alle gespeelde ballen die zich binnen de afbakening van het terrein bevinden, BLIJVEN LIGGEN tot wanneer de beide ploegen het eens zijn over het totaal behaalde punten van dat spel. Op deze manier kan veel betwisting voorkomen worden. Indien één triplet nog slechts speelballen heeft en reeds het dichtst bij het speelballetje ligt, dan kan men het punt nemen zonder de overige ballen nog te gooien. 6. SPECIALE GEVALLEN ( NIEUW 2017 ) 1) Petanqueballen die van een ander terrein komen aanrollen en op uw terrein in aanraking komen met uw petanqueballen of het mikballetje op uw veld, moeten eerst tot stilstand gekomen zijn, dan kunnen ze verwijderd worden. Uw petanqueballen op uw terrein moeten dan blijven liggen als deze niet zijn gemarkeerd werden. Gemarkeerde ballen kunnen terug op hun plaats gelegd worden. 2) Petanqueballen die tegen de verharde afbakeningsboord van het terrein komen en terug binnen het afgebakende terrein terecht komen, moeten worden verwijderd. Indien ze andere, niet-gemarkeerde, ballen raken blijven deze liggen waar ze terecht komen. Gemarkeerde ballen kunnen terug op hun plaats gelegd worden. 3) Petanqueballen die tijdens het spel niet buiten kunnen rollen door een niet te bepalen obstakel, moeten blijven liggen waar ze tot stilstand zijn gekomen op uw terrein, en worden dan manueel verwijderd zodat ze geen hinder vormen voor de volgende spelers. Met andere woorden, WAT NIET GEMARKEERD IS, MOET BLIJVEN LIGGEN WAAR HET TOT STILSTAND IS GEKOMEN. WAT NIET GEMARKEERD IS KAN NOOIT OP DEZELFDE PLAATS TERUG GELEGD WORDEN. WAT RUZIES MEEBRENGT ALS MOET GEMETEN WORDEN.