BIJLAGEN. behorende bij de toelichting

Vergelijkbare documenten
ArcheoPro Archeologisch rapport Nr Koningsweg, Akersloot Gemeente Castricum Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Karterend booronderzoek

ArcheoPro. ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 852. Sluis 11, Someren Gemeente Someren Karterend booronderzoek. November 2009

Oentsjerk, It Aventoer Gem. Tytsjerksteradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /08

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16049

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1036

Archeologisch onderzoek Booronderzoek Bommelerwaard, Gemeente Zaltbommel ArcheoPro Rapport, 17077, Pagina 3. Inhoudsopgave Samenvatting...

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 734

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1090

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 949

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1059

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 8107

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10124

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11072

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 14053

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 823

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 18068

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11191

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 930

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1082

ArcheoPro Archeologische rapporten nr Archeologische bouwbegeleiding Klimmen gemeente Voerendaal. Souterrains Partner of ArcheoPro

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1003

4 Archeologisch onderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 911

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 877

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10123

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11013

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 13067

Archeologische onderzoek Eijkereind, Bergeijk. ArcheoPro Rapport, Pagina 1. ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 13058

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16028

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 17002

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16098

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11126

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 954

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12010

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11076

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 14058

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10157

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 886. Elsenewal, Nieuwstadt Gemeente Echt-Susteren Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Geofysisch onderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 18033

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 18043

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 910

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 1028

Archeologische onderzoek Tongerloseweg ong., Diessen, Gemeente Hilvarenbeek. ArcheoPro Rapport, 17001, Pagina 1

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 14044

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 853

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 15049

Archeologische onderzoek Vijf Akkers Noord, Moordrecht, Gemeente Zuidplas. ArcheoPro Rapport, 12124, Pagina 1

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 15010

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11048

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10130

Someren, Provincialeweg Gem. Someren (NB.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12053

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10147

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 14059

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 879

Archeologische onderzoek Schutboomsestraat ong., Milheeze, Gemeente Gemert-Bakel. ArcheoPro Rapport, 18081, Pagina 1

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr Windpark Agro Wind, Reusel Gemeente Bladel Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 921

Aanvulling: Archeologisch onderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 14021

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 885

ArcheoPro Archeologisch rapport. Morel Uden Gemeente Uden Inventariserend Veldonderzoek Bureauonderzoek en karterend booronderzoek

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heesch - Beellandstraat

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr Austerlitz Gemeente Zeist Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Verkennend en karterend booronderzoek

Klarenbeek, Lokaalweg 10 Gem. Apeldoorn (GL) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /08

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 15035

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12056

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 13045

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11073

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16071

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 18022

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10107

Gorinchem, Spijksedijk 56 Gemeente Gorinchem (ZH) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /13

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 983

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12003

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11049

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Archeologische onderzoek Pastoriestraat, Rosmalen, Gemeente Den Bosch ArcheoPro Rapport, 16013, Pagina 1. ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16013

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10108

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11029

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 9100

Monumentenhuis Brabant bv

Archeologische onderzoek Provincialeweg 32a, Bunnik, Gemeente Bunnik. ArcheoPro Rapport, 14032, Pagina 1. ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 14032

Archeologische onderzoek Industrielaan, Asten, Gemeente Asten. ArcheoPro Rapport, 17027, Pagina 1. ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 17027

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 11070

Archeologische onderzoek Vernieuwd Verbonden, Ter Aar, Gemeente Nieuwkoop. ArcheoPro Rapport, 17030, Pagina 1

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12102

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 12065

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 892

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 760. Voorthuizen, De IJsvogel Gemeente Barneveld Inventariserend Veldonderzoek (IVO); karterend booronderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 16038

Transcriptie:

BIJLAGEN behorende bij de toelichting

Bijlage 1: Verkeer

Bijlage 1: Verkeer Uitgangspunten: Eersel is een niet-stedelijke woonplaats, gebaseerd op het aantal inwoners (9.532 inwoners per 1 januari 2010, www.eersel.nl) en CBR-categorisering (www.statline.nl); Het plangebied ligt in het buitengebied; Verkeersgeneratie is bepaald met CROW publicatie 256 (Verkeersgeneratie woon- en werkgebieden, oktober 2007), met als uitgangspunten woningtype koop, vrijstaand en woonmilieutype landelijk wonen ; Parkeerbehoefte is bepaald met CROW publicatie 182 (Parkeerkencijfers - Basis voor parkeernormering, 3 e druk september 2008): wegens het ontbreken van kengetallen voor ruimtelijke ontwikkelingen in het buitengebied zijn de maximale parkeerkencijfers toegepast (niet-stedelijk, rest bebouwde kom, maximum in de bandbreedte, woning duur).

Bijlage 2: Archeologisch onderzoek

ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10135 Postelseweg, Eersel Gemeente Eersel Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Versie 23-12-2010 (Zonder opmerkingen zal deze versie na 3 maanden als definitief rapport worden opgeleverd) Tom Deville Joep Orbons December 2010 ArcheoPro

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 2 ArcheoPro Archeologisch rapport Nr 10135 Postelseweg, Eersel Gemeente Eersel Inventariserend Veldonderzoek (IVO-O); Bureauonderzoek en karterend booronderzoek Versie 23-12-2010 (Zonder opmerkingen zal deze versie na 3 maanden als definitief rapport worden opgeleverd) Colofon Opdrachtgever: Aeres Milieu, Zuidhoven 9m, 6042 PB Roermond Status: versie 23-12-2010 Projectcode : 10-347 Bestandsnaam : ArcheoPro, Postelseweg, Eersel, 2010 12 23 Opgesteld conform KNA 3.1 Archis onderzoeksmelding (OM nummer): 43.956 Bevoegd gezag: Gemeente Eersel Opslagplaats documentatie: Provincie Noord-Brabant Auteur: Tom Deville, Joep Orbons Projectleider : Tom Deville Projectmedewerkers: Richard Exaltus, Tom Deville, Joep Orbons Onderaannemers: nvt Autorisatie: Drs. R.P. Exaltus; senior-archeoloog ISSN : 1569-7363 Uitgegeven door ArcheoPro Copyright 2010 ArcheoPro, Maastricht ArcheoPro Holdaal 6 Tel : 0(0 31) 43 3672586 Kamer van Koophandel Limburg: 14117581 NL 6228 GH Maastricht Fax: 0(0 31) 43 3672585 e-mail: info@archeopro.nl Nederland www.archeopro.nl

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 3 Inhoudsopgave: Samenvatting...4 1 Inleiding...5 1.1 Algemeen...5 1.2 Locatiegegevens:...5 1.3 Onderzoek...5 2 Bureauonderzoek...8 2.1 Methode en bronnen...8 2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem...9 2.3 Archeologie...13 2.4 Informatie amateurarcheologen...14 2.5 Historie...16 2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel...18 2.7 Onderzoeksstrategie...20 3 Veldonderzoek...22 3.1 Verrichte werkzaamheden...22 3.2 Resultaten booronderzoek...22 4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies)...25 Verklarende woordenlijst...26 Archeologische tijdschaal...26 Bronnen...26 Literatuur...27 Bijlage 1: Boorbeschrijving...28

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 4 Samenvatting Op 16 november 2010 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Postelseweg te Eersel. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Het bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum en een middelhoge verwacht voor resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd worden niet verwacht gezien de ligging in heidegebied. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 6 boringen gezet met behulp van een megaboor. Uit het met de megaboor verrichte onderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied vergraven is tot in de natuurlijke ondergrond. Eventuele archeologische resten uit het paleolithicum tot en met het mesolithicum kunnen daardoor nauwelijks gespaard zijn gebleven. Daarnaast zijn binnen het plangebied geen indicaties aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 5 1 Inleiding 1.1 Algemeen - Opdrachtgever: Aeres Milieu, Zuidhoven 9m, 6042 PB Roermond - Geplande ingrepen: Nieuwbouw van een boerderijwoning met bijgebouw (zie figuur 2) - Datum uitvoering veldwerk: 16-11-2010 - Archis onderzoeksmelding (OM nummer): 43.956 - Opgesteld conform KNA 3.2, met gebruikmaking van de minimumeisen voor archeologisch onderzoek van de provincie Noord-Brabant. - Bevoegd gezag: Gemeente Eersel - Bewaarplaats vondsten: Provincie Noord-Brabant - Bewaarplaats documentatie: Provincie Noord-Brabant 1.2 Locatiegegevens: - Provincie: Noord-Brabant - Gemeente: Eersel - Plaats: Eersel - Toponiem: Postelseweg - Globale ligging: Het plangebied ligt ten zuiden van de bebouwde kom van Eersel ten westen van de verbindingsweg met Postel. - Hoekcoördinaten plangebied: o 148381 / 372374 o 148381 / 372460 o 148462 / 372460 o 148462 / 372374 - Oppervlakte plangebied: 0,3 ha - Eigendom: particulier - Grondgebruik: grasland - Hoogteligging: ± 32 m +NAP - Bepaling locaties: GPS Garmin, meetlinten - Onderzoeksgebied bureauonderzoek: Cirkel met een straal van één kilometer rond het centrum van het plangebied 1.3 Onderzoek Op 16 november 2010 is door ArcheoPro een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) uitgevoerd op een terrein aan de Postelseweg te Eersel. Het archeologisch onderzoek betrof een Inventariserend Veldonderzoek Overig (IVO-O) met bureaustudie. Het bureauonderzoek heeft tot doel om op basis van beschikbare informatie te komen tot een gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel. Het Inventariserend Veldonderzoek heeft vervolgens tot doel om het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel te toetsen door middel van veldwaarnemingen. Hiermee kan de vraagstelling beantwoord worden of binnen het plangebied archeologische waarden aanwezig (kunnen) zijn en of deze vervolgonderzoek en/of planaanpassing vereisen. ArcheoPro voert haar onderzoeken uit conform de hiervoor vastgelegde normen en richtlijnen en is door de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE) vergunning verleend tot het verrichten van bepaalde archeologische werkzaamheden in het kader van het doen van opgravingen, bestaande uit prospectie door middel van booronderzoek.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 6 Het onderzoek is uitgevoerd door drs. R.P. Exaltus (senior-archeoloog), drs. T. Deville (KNA-archeoloog) en ing. P.J. Orbons (senior vakspecialist). Figuur 1: De ligging van het plangebied (rood omlijnd) met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 7 Figuur 2: Situatieschets van het plangebied met daarbinnen de locaties van de te bouwen boerderijwoning met bijgebouw.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 8 2 Bureauonderzoek 2.1 Methode en bronnen Tijdens het bureauonderzoek wordt door de bestudering van beschikbare bronnen, kennis vergaard omtrent de bodem en geologie van het onderzoeksgebied en de hierin bekende en te verwachten archeologische waarden. Aan de hand van de resultaten van het bureauonderzoek kan de beste aanpak voor het veldonderzoek worden bepaald. Hierbij zijn de volgende bronnen geraadpleegd (voor bronvermelding; zie ook literatuurlijst, dit geldt ook voor de kaarten die in de tekst opgenomen zijn): -Archeologische MonumentenKaart (AMK) -ARCHeologisch Informatie Systeem (ARCHIS) -Atlas van topografische kaarten Nederland 1955-1965, 1:50.000 -Bodemkaart 1:50.000 -Geomorfologische kaart 1:50.000 -Geologische kaart 1:50.000 -Grote historische atlas van Nederland 1:50.000 1838-1857 (Deel Zuid) -Grote historische topografische atlas van Nederland, provincie Noord-Brabant 1:25.000 1894-1926 -Historische topografische atlas van Noord-Brabant 1836-1843, 1:25.000 -Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW) -Kadastrale minuutplan met aanwijzende tafels, 1830 -Provincie Noord-Brabant, Cultuurhistorische waardekaart Figuur 3: Luchtfoto met daarop rood omlijnd het plangebied.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 9 2.2 Geo(morfo)logie, aardkunde en bodem Volgens de geologische kaart van Nederland is binnen het plangebied dekzand aanwezig vanaf het maaiveld. Dit dekzand is afgezet tijdens de koudste en droogste periode van het Weichselien (Laat-Pleniglaciaal en het Laat-Glaciaal (26.000-11.755 jaar geleden)). Doordat de vegetatie nagenoeg verdwenen was kon op grote schaal verstuiving optreden en werd dekzand afgezet. Dit zand is kalkloos en fijnkorrelig, goed afgerond en arm aan grind. De afzettingen maken deel uit van het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel. Daarbij werden de oude rivierafzettingen van de Rijn met de Maas als zijrivier, afgedekt. Deze rivierafzettingen bestaan hoofdzakelijk uit matig grof tot uiterst grof grindhoudend zand en grind en worden tot de Formatie van Sterksel gerekend. In het plangebied liggen oude rivierafzettingen vlak onder het maaiveld. Een groot deel van de formatie is door een verwilderd riviersysteem afgezet. De Formatie van Sterksel is afgezet in het laatste deel van het Vroeg-Pleistoceen (circa 1,1 miljoen jaar geleden) tot en met het Midden-Pleistoceen (circa 475.000 jaar geleden). Op de geomorfologische kaart van Nederland (figuur 4) ligt het plangebied op een terrasafzettingswelving (code 3L12). Ten noorden en ten westen van het plangebied liggen twee uitblazingsbekkens, zonder randwal die niet moerassig zijn (codes 3N5 en 4N5). Deze bekkens zijn duidelijk herkenbaar op de uitsnede van het Actueel Hoogtebestand Nederland (figuur 6) en worden op de 19 e eeuwse topografische kaarten aangegeven als vennen (zie figuur 9). Het uitgestoven materiaal van het uitblazingsbekken dat ten westen van het plangebied ligt, is afgezet ten zuiden en zuidoosten hiervan in de vorm van lage landduinen met bijhorende vlakten en laagten (codes 3L8 en 4L8). In het uiterste zuidoosten van het onderzoeksgebied ligt een dalvormige laagte met veen (code 2R1) waarbinnen de Diepreitsche waterloop loopt. Volgens de bodemkaart van Nederland (figuur 5) komen binnen het plangebied veldpodzolgronden in lemig fijn zand voor (code Hn23). Het achtervoegsel g wijst erop dat het om een grindhoudende bodem gaat wat impliceert dat het verwachte dekzand behorende tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel, uiterst dun is of zelfs ontbreekt. De grondwatertafel V wijst op een relatief diepe grondwaterstand. Veldpodzolgronden worden gekenmerkt door een uitspoelingslaag (E-horizont) met daaronder een inspoelingslaag (B-horizont). De B-horizont gaat veelal via een overgangslaag (de BC-horizont) over in het niet door bodemvorming beïnvloede zand (C-horizont). Binnen de dalvormige laagte waarbinnen de Diepreitsche waterloop loopt komen moerige eerdgronden met een zanddek en een moerige tussenlaag op zand voor (code zwz).

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 10 Figuur 4: Uitsnede uit de geomorfologische kaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 11 Figuur 5: Uitsnede uit de bodemkaart met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 12 Figuur 6: Uitsnede uit het Actueel Hoogtebestand Nederland met daarin rood omlijnd het plangebied met daaromheen de cirkel die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 13 2.3 Archeologie Volgens de Indicatieve Kaart Archeologische Waarden (IKAW 3.0) ligt het plangebied in een zone met een middelhoge kans op het aantreffen van archeologische waarden. Binnen het onderzoeksgebied liggen 2 monumenten, 9 onderzoeksmeldingen en 6 waarnemingen. Ten noordwesten van het plangebied, tussen de twee uitblazingsbekkens ligt een terrein met sporen van bewoning uit het vroeg-mesolithicum. Hierdoor heeft dit terrein volgens de AMK een zeer hoge archeologische waarde en is het beschermd (monumentnummer 15.591). Het betreft verscheidene individuele kampementjes die op een dekzandrug liggen. De waarde van het terrein is vastgesteld tijdens een systematisch opgezette boorcampagne en een opgraving (onderzoeksmelding 820) van de aangetroffen vondstconcentraties. Zo zijn er honderden vuurstenen artefacten aangetroffen zoals kernen, klingen, afslagen, schrabbers, stekers, enzovoort (waarnemingsnummer 33.705) Verder naar het westen ligt eveneens een beschermd terrein met een zeer hoge archeologische waarde (monumentnummer 644). Bij het ploegen van een brandgang zijn hier scherven en crematieresten aangetroffen (waarnemingsnummer 36.389). Uit onderzoek blijkt dat op een diepte van 30 à 40 cm beneden het maaiveld resten van begravingen uit de ijzertijd kunnen voorkomen. Van de onderzoeksmeldingen zijn er drie waarvan, gezien de recente aard van het onderzoek, nog geen onderzoeksresultaten bekend zijn (onderzoeksmeldingen 41.747, 42.713 en 42.714). Binnen het recreatiepark Ter Spegelt ligt een cluster van onderzoeksmeldingen. Het gaat hier voornamelijk om bureauonderzoeken, eventueel aangevuld met een verkennend of karterend booronderzoek (onderzoeksmeldingen 31.922, 31.925, 34.713 en 37.925). Uit deze onderzoeken blijkt dat de opgestelde verwachting uit het bureauonderzoek naar laag kan worden bijgesteld en dat een verder archeologisch onderzoek niet noodzakelijk is. Ten noordoosten van het plangebied is in het voorjaar van 2010 een bureauonderzoek met een verkennend en deels karterend (nieuwbouwlocaties) booronderzoek uitgevoerd (onderzoeksmelding 39.920). Ter plaatse waar het onderzoek een karterend karakter had, is er geen vervolgonderzoek geadviseerd. Voor de rest van het plangebied is een vervolgonderzoek in de vorm van een karterend booronderzoek geadviseerd. Aan de oostzijde van recreatiepark Ter Spegelt, nabij het beekdal van de Diepreitsche waterloop zijn in de jaren 70 van de 20 e eeuw op twee verschillende locaties tientallen kernen en afslagen van vuursteen aangetroffen (waarnemingsnummers 13.960 en 13.961). Ten noorden en ten noordwesten van het plangebied zijn twee losse vondsten gedaan. Het betreft hier een Flint Ovalbeil (waarnemingsnummer 44.771), waarvan de exacte locatie niet bekend is en een vuurstenen dolk uit het midden neolithicum tot en met de vroege bronstijd (waarnemingsnummer 35.122) die nabij het archeologisch monument aan de Panberg is aangetroffen. Tabel 1 Monumenten en waarnemingen Nummer Coördinaat Periode Vondsten 644 147.557/372.343 Ijzertijd Urnenveld 13.960 149.100/371.900 Mesolithicum neolithicum - vuurstenen kernen - vuurstenen afslagen 13.961 149.160/371.800 Mesolithicum neolithicum - vuurstenen afslagen

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 14 - vuurstenen kernen - vuurstenen schrabber 15.591 147.895/372.687 Vroeg mesolithicum Vuursteenkampementen 33.705 147.975/372.650 Laat paleolithicum vroeg mesolithicum - vuurstenen werktuigen - vuurstenen B-spitsen - vuurstenen Zonhoven-spits - vuurstenen bladspitsen - zandstenen bladspitsen - vuurstenen klingen - vuurstenen A-steker - vuurstenen meervoudige steker - vuurstenen bekstekers - vuurstenen schrabbers - vuurstenen dubbelschrabbers - vuurstenen dubbele klingschrabber - vuurstenen afslagkrabbers - geretoucheerde, afgeknotte, getande en gekerfde afslagen in vuursteen - gekerfde, afgeknotte en dubbel afgeknotte klingen in vuursteen - brokken vuursteen - kernvernieuwingsafslagen in vuursteen 35.122 148.000/372.500 Midden neolithicum Vuurstenen dolk vroege bronstijd 36.389 147.525/372.340 Ijzertijd Urnenveld 44.771 148.300/372.600 Neolithicum Flint Ovalbeil 2.4 Informatie amateurarcheologen ArcheoPro heeft contact opgenomen met de heer Thijssen, lid van de werkgroep archeologie van de heemkundige studiekring De Acht Zaligheden. Hij wees op de aanwezigheid van steentijdvondsten rond de Panberg en het belang van de Postelse weg als oude handelsroute. Alle meegedeelde informatie is reeds bekend binnen ARCHIS.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 15 Figuur 7: Kaart met Archis-gegevens met daarop een cirkel met een straal van één kilometer rond het plangebied die de buitengrens van het onderzoeksgebied aangeeft.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 16 2.5 Historie De kadasterkaart uit 1832 toont dat het plangebied destijds binnen perceel 344 lag. Uit de aanwijzende tafels blijkt dat dit perceel in eigendom was bij de geregtigden in den groten Aard en in gebruik was als heide. Figuur 8: Uitsnede uit de kadastrale kaart uit 1832

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 17 Figuur 9 toont achtereenvolgens topografische kaarten van het onderzoeksgebied uit 1845, 1901, 1963 en 2008. Op deze kaarten is te zien dat het plangebied tot aan het begin van de 20 ste eeuw in onontgonnen heidegebied lag op enkele honderden meters ten westen van de Heestertsche dijk (de huidige Postelseweg). Het plangebied lag op korte afstand ten zuiden van één van de drie vennen die bekend staan als De Rooten. Omstreeks de eeuwwisseling waren deze vennen al deels ontwaterd, maar werden ze nog als moerassige gebieden gekarteerd. Ten westen van het plangebied liep een zandpad. In de loop van de 20 ste eeuw zijn de vennen verder ontwaterd en is de omgeving in cultuur gebracht. In de tweede helft van de 20 ste eeuw zijn pal ten noordoosten van het plangebied stallen gebouwd. Figuur 9: Uitsneden uit de topografische kaarten uit achtereenvolgens: 1845, 1901, 1963 en 2008.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 18 2.6 Gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Specifieke ligging (locatie) Het plangebied ligt op een terrasafzettingswelving waarop verspreid enkele waarnemingen bekend zijn. Ten westen liggen dekzandruggen, waarop nagenoeg alle bekende archeologische vindplaatsen liggen. Ten zuidoosten van het plangebied ligt het beekdal van de Diepreitsche Waterloop, waarlangs enkele vindplaatsen liggen. De flanken van deze droogdalen vormden met name in de prehistorie een aantrekkelijke vestigingslocatie. Ten noorden van het plangebied lag een ven. Verwachte perioden (datering) Op basis van de bekende gegevens omtrent archeologische waarden in het gebied moet worden geconcludeerd dat er een hoge kans is om archeologische vondsten uit het laatpaleolithicum tot en met het mesolithicum aan te treffen. Met uitzondering van een urnenveld uit de ijzertijd en enkele losse vondsten uit het neolithicum zijn er geen nederzettingsresten bekend uit de periode tussen het neolithicum en de vroege middeleeuwen. Verwacht wordt dat deze voorkomen op de hoger gelegen delen in het landschap zoals de dekzandruggen ten westen van het plangebied. Omdat niet kan worden uitgesloten dat resten uit deze perioden binnen het plangebied aanwezig zijn, geldt hiervoor vooralsnog een middelhoge verwachting. Archeologische resten uit de late middeleeuwen en de nieuwe tijd, worden gezien de ligging binnen heidegebied, niet verwacht. Hiervoor geldt dan ook een lage verwachting. Complextypen Eventuele nederzettingsresten uit het paleolithicum, mesolithicum of neolithicum kunnen zowel bestaan uit basisnederzettingen met een oppervlakte tussen 200 en 1.000 m² of van zeer geringe afmetingen zijn en nauwelijks meer beslaan dan de neerslag van een enkele (jacht)activiteit of een kortstondig kamp. De omvang hiervan kan beperkt zijn tot enkele (tientallen) vierkante meters. Resten uit de bronstijd, ijzertijd, Romeinse tijd of vroege middeleeuwen in het gebied zullen vooral nederzettingsresten betreffen van minimaal honderden vierkante meters grootte. Sporen van begraven kunnen eveneens niet worden uitgesloten. Uiterlijke kenmerken Nederzettingsresten uit het paleolithicum of mesolithicum zullen binnen het plangebied uit oppervlakkige vondststrooiingen bestaan met eventuele sporen in de ondergrond. Nederzettingsresten uit latere periodes kunnen aan het oppervlak worden herkend als concentraties van vondstmateriaal met de resten van kuilvullingen, afvalkuilen, paalkuilen, waterputten, e.d., in de ondergrond. Eventuele sporen van begraving kunnen bestaan uit resten van crematie- of inhumatiegraven. Deze komen voor in zowel kleine clusters van enkele graven tot grote grafvelden van vele tientallen graven. Mogelijke verstoringen De bodemkaart van Nederland geeft aan dat binnen het plangebied veldpodzolgronden voorkomen. Hierdoor kunnen archeologische resten vanaf het maaiveld worden verwacht. Iedere vorm van bodembewerking heeft daardoor een destructieve invloed gehad op de eventueel aanwezige archeologische resten. Het plangebied is voor zover bekend altijd onbebouwd gebleven waardoor de verstoringen in het verleden beperkt zullen zijn gebleven tot de gevolgen van landbewerking

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 19 Volgens de ontgrondingenkaart en het bodemloket hebben binnen het plangebied in het verleden geen ontgravingen plaatsgevonden.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 20 2.7 Onderzoeksstrategie Tijdens het veldwerk moet allereerst worden vastgesteld hoe de bodem is opgebouwd, in hoeverre deze intact is en of hierin archeologische indicatoren aanwezig (kunnen) zijn. Om de bodemopbouw zo exact mogelijk te kunnen bestuderen kan het beste gebruik gemaakt worden van een guts. Indien blijkt dat de huidige grondbewerking tot in de natuurlijke bodem reikt en een goede vondstzichtbaarheid heerst, is een oppervlaktekartering het meest geschikt voor het opsporen van archeologische indicatoren. De meeste van de archeologische vondsten in de omgeving van het plangebied zijn immers gedaan als oppervlaktevondsten. Indien een oppervlaktekartering niet mogelijk is of in onvoldoende mate effectief zal zijn, wordt nageboord met een edelmanboor met een diameter van 15 cm. Het hiermee opgeboorde materiaal wordt gezeefd op een zeef met een maaswijdte van vier millimeter. Binnen het plangebied zijn 6 boorpunten verdeeld over een zo gelijkmatig mogelijk netwerk. Hierdoor wordt binnen het plangebied een boordichtheid bereikt van ruim 20 boringen per hectare. Een dergelijke boordichtheid voldoet volgens de Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006), als brede zoekoptie om vindplaatsen uit alle perioden, in zand op te sporen. Tevens voldoet deze boordichtheid aan de door de provincie Noord-Brabant verplicht gestelde boordichtheid van 16 boringen per hectare voor de opsporing van vindplaatsen uit het neolithicum tot en met de nieuwe tijd (Onderzoekseisen Provincie Noord-Brabant t.b.v. archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend en waarderend veldonderzoek). Zelfs met de door ArcheoPro gehanteerde hoge boordichtheid is op basis van booronderzoek nooit te garanderen dat alle typen archeologische resten kunnen worden opgespoord. De kans op het aantreffen van grondsporen is bijvoorbeeld aanmerkelijk groter indien een proefsleuvenonderzoek wordt uitgevoerd. Een dergelijke aanpak zou echter in dit stadium van het onderzoek een te zwaar middel vormen en dient volgens de normen van de provincie Noord-Brabant pas te worden toegepast na vaststelling dat een intact esdek (onverstoord bodemprofiel) aanwezig is (Onderzoekseisen Provincie Noord-Brabant t.b.v. archeologisch vooronderzoek in de vorm van een inventariserend en waarderend veldonderzoek). Van alle boorpunten wordt de NAP-hoogte bepaald door middel van het AHN.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 21 Figuur 10: Het plangebied nabij boring 2, gezien in zuidelijke richting

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 22 3 Veldonderzoek 3.1 Verrichte werkzaamheden - Positie boringen: regelmatige verdeling over het plangebied, zie figuur 12. - Gebruikt boormateriaal: edelmanboor met een diameter van 15 cm. - Totaal aantal boringen: 6 - Boorgrid: verdeling in een gelijkmatig netwerk - Boordichtheid: 20 boringen per hectare - Geboorde diepte: 0,6 1,3 m -Mv - Inmeten boorlocaties: GPS - Boorbeschrijving: Archeologische Standaard Boorbeschrijving (ASB 5.1) - Inspectie bodemontsluitingen en/of oppervlaktekartering: In verband met de begroeiing van het plangebied was geen oppervlaktekartering mogelijk. Evenmin waren bodemontsluitingen aanwezig die geïnspecteerd konden worden op de aanwezigheid van archeologische indicatoren. 3.2 Resultaten booronderzoek Verspreid over het plangebied zijn zes boringen geplaatst in twee raaien van drie boringen. Het noordelijke deel van het plangebied is in gebruik als sleufsilo die circa een halve meter dieper ligt dan het omliggende maaiveld. De ligging van de boorpunten is weergegeven op de boorpuntenkaart. De resultaten van het booronderzoek zijn opgesomd in bijlage 1. Binnen het plangebied bestaat de natuurlijke ondergrond uit slecht gesorteerd, grindig grof zand. Het betreft alluviale afzettingen die behoren tot de Formatie van Sterksel. Een eventueel dun pakket dekzand, behorend tot het Laagpakket van Wierden van de Formatie van Boxtel is niet aangetroffen. Gezien de verstoringsdiepte kan niet worden uitgemaakt of deze is opgenomen in de vergraven toplaag, of nooit aanwezig is geweest. Uit het onderzoek blijkt dat in vier boringen (boringen 1, 4, 5 en 6) de top van de bodem vergraven is vanaf het maaiveld tot diep in de C-horizont. Het betreft één of meerdere lagen die matig tot sterk gevlekt zijn. De kleuren van deze menglagen variëren sterk van boring tot boring en van laag tot laag. In nagenoeg iedere vergraven laag zijn baksteenfragmenten aangetroffen die gezien de harde bakking en de helrode kleur van betrekkelijk recente oorsprong zijn. De vergraving is vastgesteld tot op een diepte van 60 cm in boring 6 en 105 cm in boring 1. Hieronder is meteen de niet door bodemvorming beïnvloede natuurlijke ondergrond aangetroffen (de C-horizont). In boring 2 zijn onder een dunne (10 cm), bruine bouwvoor, twee vergraven lagen aangetroffen. De bovenste vergraven laag bestaat uit een menglaag van materiaal uit de bouwvoor en uit materiaal uit de C-horizont, waarbij het materiaal uit de bouwvoor domineert. In de onderliggende vergraven laag verandert de samenstelling van de menglaag en domineert het materiaal uit de C-horizont. De verstoring is vastgesteld tot op een diepte van 40 cm beneden het maaiveld. Hieronder is de C-horizont aangetroffen. In boring 3 is een 35 cm dikke bruine bouwvoor vastgesteld waarin enkele fragmenten recente baksteen zijn aangetroffen. Onder de bouwvoor is, via een scherpe overgang meteen de C- horizont aangetroffen.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 23 Figuur 11: Boorprofielen

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 24 Figuur 12: Boorpunten met verstoringsdiepten.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 25 4 Conclusies en aanbevelingen (beleidsadvies) Volgens het gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel geldt voor het plangebied een hoge verwachting voor wat betreft de aanwezigheid van archeologische resten daterend vanaf het laat-paleolithicum tot en met het mesolithicum en een middelhoge verwacht voor resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. Resten uit de late middeleeuwen en nieuwe tijd worden niet verwacht gezien de ligging in heidegebied. Om de kans op het aantreffen van archeologische indicatoren zo groot mogelijk te maken zijn binnen het plangebied 6 boringen gezet met behulp van een megaboor. Uit het met de megaboor verrichte onderzoek blijkt dat de bodem binnen het plangebied vergraven is tot in de natuurlijke ondergrond. Eventuele archeologische resten uit het paleolithicum tot en met het mesolithicum kunnen daardoor nauwelijks gespaard zijn gebleven. Daarnaast zijn binnen het plangebied geen indicaties aangetroffen die wijzen op de aanwezigheid van archeologische resten uit het neolithicum tot en met de vroege middeleeuwen. In verband met het volledig ontbreken van archeologische indicatoren binnen het plangebied, zijn de KNAonderdelen Waardestelling en Beleidsadvies, in dit rapport niet nader uitgewerkt. Gezien de verstoring van de bodem en het ontbreken van archeologische indicatoren geven de resultaten van het onderzoek geen aanleiding om archeologisch vervolgonderzoek te adviseren. Evenmin zijn tijdens het onderzoek archeologische resten aangetroffen waarmee tijdens de verdere planvorming of bij de uitvoering van de geplande werkzaamheden rekening zou moeten worden gehouden. In alle gevallen geldt dat indien archeologische materialen en/of sporen aangetroffen worden, deze gemeld dienen te worden bij de gemeente Eersel, conform Monumentenwet 1988, laatste wijzing van 1 september 2007, paragraaf 7, artikel 53 en verder.

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 26 Verklarende woordenlijst: BP: Before Present (present = 1950) GPS: Global Positioning System IVO: Inventariserend VeldOnderzoek NAP: Normaal Amsterdams Peil. RCE: Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed SIKB: Stichting Infrastructuur Kwaliteitsborging Bodembeheer Archeologische tijdschaal Periode Datering Midden- en Laat Paleolithicum (oude steentijd) 250.000-9000 Mesolithicum (midden steentijd) 9000-4500 Neolithicum (nieuwe steentijd) 4500-2000 Bronstijd 2000-800 IJzertijd 800-12 v. chr. Romeinse tijd 12 v chr. - 500 n. chr. Vroege middeleeuwen 500-1000 Volle middeleeuwen 1000-1250 Late middeleeuwen 1250-1500 Nieuwe tijd 1500 - heden Bronnen Grote historische Provincie Atlas van Nederland; deel 4 Zuid-Nederland 1838-1857 1:50.000. Topografische dienst Wolters Noordhoff Groningen 1990 Grote historische topografische Provincie Atlas Noord-Brabant; 1905 1:25.000. Nieuwland Tilburg 2006 Grote topografische atlas van Nederland 1:50.000 Deel 4 Zuid-Nederland. Topografische dienst. Wolters Noordhoff Groningen 1997 Kadastrale minuut 1830 met aanwijzende tafels, (www.watwaswaar.nl) Kadaster Topografische Dienst, Top25Raster, Top10Vector, GBKN kaarten, Emmen 2008 Luchtfoto, http://maps.google.nl Provincie Noord-Brabant, Cultuurhistorische waardekaart (http://www.noordbrabant.nl/chw) Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, IKAW 2 (Indicatieve kaart Archeologische Waarden), Amersfoort. Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, AMK (Archeologische monumentenkaart), Amersfoort. Rijksdienst voor archeologie, cultuurlandschap en monumenten, ARCHIS II (Archeologisch Informatie Systeem), http://archis2.archis.nl/

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 27 Rijkswaterstaat, Servicedesk Data, AHN (Actueel Hoogtebestand Nederland), Delft. Stichting voor Bodemkartering, Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Stichting voor Bodemkartering: Geomorfologische kaart van Nederland 1:50.000, Staring Centrum, Wageningen, 1989 Stichting voor Bodemkartering, Geologische kaart van Nederland 1:50.000. Wageningen, 1968. Twaalf provinciën 2007. Atlas van topografische kaarten. Nederland 1955-1965. Uitgeverij twaalf provinciën. Landsmeer. Literatuur Cate, J. A. M. ten. A. F. van Holst, H. Kleijer en J. Stolp, 1995. Handleiding bodemgeografisch onderzoek; richtlijnen en voorschriften. Deel A: Bodem. Wageningen, DLO-Staring Centrum. Technisch Document 19A. Es. Van W.A., Sarfatij, H. & P.J. Woltering (red.) 1988. Archeologie in Nederland; De rijkdom van het bodemarchief. Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek. Amersfoort. Kuiper, M. 2006/2007. Atlas van topografische kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën, Landsmeer. Leidraad inventariserend veldonderzoek; Deel: karterend booronderzoek (SIKB, 2006)

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 28 Bijlage 1: Boorbeschrijving Algemene kopgegevens Soort boring BAR Projectnummer 10-347 Projectnaam Postelseweg, Eersel Deelgebied Nvt Organisatie ArcheoPro OM-nummer 43.956 coördinaatsysteem RD2000 Coördinaatsysteemdatum ETRS89 Locatiebepaling GPS Referentievlak NAP Bepaling maaiveldhoogte AHN Boormethode Edelman Boordiameter 15 cm Opdrachtgever Aeres Milieu Posities van de boringen (boorlocaties) Boornummer XCO YCO MA, M s tov NAP 1 148415.6 372437.2 32.68 2 148427.9 372425.1 32.58 3 148441.7 372412.1 32.55 4 148425.9 372385.2 32.37 5 148412.6 372398.5 32.28 6 148400.3 372411.1 32.63

Archeologische onderzoek Postelseweg, Eersel. ArcheoPro Rapport, 10135, Pagina 29 Boorbeschrijving volgens ASB 5.1 Boor LDO Lithologie Kleur Overige kenmerken AIS Nr GD B K BS BZ B G BH HK TK IK VLK PLH NVS BHN BI GI 1 30 Z2 2 BR VGE1 VRG BST1 75 Z3 2 1 BR GR VRG 105 Z4 1 1 BR GE DO VRG 130 Z4 3 2 GE BHC ALL 2 10 Z3 2 1 2 BR PL2 BHA BOV BST1 25 Z3 2 1 1 BR VGE1 PL1 BHAC 40 Z4 1 2 1 GE GR VBR1 BHCA BST1 65 Z4 1 3 GE BHC ALL 3 35 Z3 2 1 BR BHA BOV BST1 60 Z4 1 3 GE VOR1 ROV1 BHC ALL 4 45 Z2 2 2 BR DO VRG 55 Z2 2 1 1 BR VRG 65 Z3 2 2 1 GE BR VOR1 ROV1 VRG 90 Z4 1 3 GE DO VOR1 ROV1 BHC ALL 5 40 Z3 2 2 1 WI GR VBR2 VRG 70 Z3 2 1 1 BR VGR1 VRG 100 Z4 1 3 GE VOR1 ROV1 BHC ALL 6 60 Z3 2 1 1 BR VGR1 VRG BST1, OER1 100 Z4 1 3 GE VOR1 ROV1 BHC ALL Betekenis van de afkortingen: LDO Onderzijde boortraject Lithologie: GD Onverharde sedimenten: G = grind, K = klei, L = leem, V = veen en Z = zand Bijmengsels: BK = bijmengsel klei, BS = bijmengsel silt, BZ =bijmengsel zand, BG= bijmengsel grind, BH = bijmengsel humus. Betekenis toegevoegde cijfers: 1 = zwak, 2 = matig, 3 = sterk en 4 = uiterst. Kleur: HK = hoofdkleur, BL = blauw, BR = bruin, GE = geel, GN = groen, GR = grijs, OL = olijf, OR =oranje, PA = paars, RO = rood, RZ = roze, WI = wit, ZW = zwart. TK = Tweede kleur (kleurafkortingen als boven). IK = Intensiteit kleur: LI = licht en DO = donker VLK = Vlekken (V): 2 e en 3 e letter is kleurafkorting als boven, 1 = weinig, 2 = matig, 3= veel Overige kenmerken: CO = Consistentie (C ): ZSL-zeer slap, SLA-slap, MSL-matig slap, MST-matig stevig, STV-stevig PLH = plantenresten (PL0 = geen, PL1 = spoor, PL2 = weinig, PL3 = veel) NVS = nieuwvormingen; ROV = roestvlekken SST = Sedimentaire structuren BHN = Bodemhorizont; BHA = A-horizont, BHAC = AC-horizont, BHC = C-horizont BI = Bodemkundige interpretaties; BOV = bouwvoor, VRG = vergraven GI = Geologische interpretaties; ALL = alluvium AIS = Archeologische indicatoren; BST = baksteenfragmenten, OER = ijzeroer