Samenvatting Maatschappijleer Parlemenataire democratie Hoofdstuk 2

Vergelijkbare documenten
2 keer beoordeeld 20 februari 2016

Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer Thema 3 Hoofdstuk 1-6 en 8

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 Politiek

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door M woorden 15 januari keer beoordeeld. Thema's maatschappijleer. Hoofdstuk 1. Algemeen belang:

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting door een scholier 2262 woorden 7 april keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting door E woorden 5 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer: parlementaire democratie.

Democratie = Een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming.

Samenvatting door een scholier 2452 woorden 13 december keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. Inhoud.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par. 1 t/m 6 en 9

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Samenvatting Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer 1 Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie - par 1t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

6,7. Samenvatting door een scholier 1795 woorden 16 november keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Maatschappijleer Parlementaire democratie. 1 wat is politiek

Hoofdstuk 1: Wat is politiek?

Ofwel: parlementaire democratie omdat parlement belangrijkste beslissingen neemt.

Vanaf 18 jaar heeft iedereen kiesrecht. Iedereen mag een politieke partij oprichten, vrijheid van meningsuiting

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 - Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie paragraaf 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie 1 t/m 9

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Parlementaire democratie!

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

wat is politiek? Boekverslag door J woorden 17 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Aantekening Geschiedenis Hoofdstuk 6: Staatsinrichting

Begrippenlijst Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire democratie (H2)

7,1. Samenvatting door een scholier 1863 woorden 25 november keer beoordeeld. Maatschappijleer. Maatschappijleer H4 t/m H6

5.9. Boekverslag door E woorden 23 oktober keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming, paragraaf 1 t/m 6

7,7. Samenvatting door een scholier 5295 woorden 26 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1, Politieke besluitvorming

6,6. Samenvatting door een scholier 1139 woorden 2 mei keer beoordeeld. Maatschappijleer POLITIEK

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming Hoofdstuk 1 t/m 3

1. Politiek, staat en dictatuur

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

NL: Parlementaire democratie met constitutionele vorst.

Samenvatting Maatschappijleer Politiek H3 H4 H5 H6

Samenvatting Maatschappijleer Politiek

Paragraaf 1: Democratie

Begrippenlijst Maatschappijleer, Parlementaire democratie ( werkboek blz: 68 t/m107)

Samenvatting Maatschappijleer 1 Wat is politiek?

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer hoofdstuk 3: parlementaire democratie

7, wat is politiek. Samenvatting door een scholier 2134 woorden 24 november keer beoordeeld. Maatschappijleer

Maatschappijleer par. 1!

Samenvatting Maatschappijleer Maatschappijleer voor jou Hoofdstuk 3 Politiek

Parlementaire democratie

Samenvatting Maatschappijleer politiek module 1

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 (Politieke Besluitvorming)

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2 Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming paragraaf 1 t/m 6

Maatschappijleer Parlementaire Democratie 10 VWO

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

6,6. Samenvatting door een scholier 2067 woorden 5 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2, paragraaf 4 t/m 6

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 t/m 6 Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H1

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming Paragraaf 1 t/m 5

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 7

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 1 + 3

Samenvatting door R woorden 23 maart keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer PAR.1

Samenvatting Maatschappijleer Politiek (hoofdstuk 1)

-De meeste onderwerpen zijn van algemeen belang dat iedereen er direct mee te maken heeft, bijv. de kwaliteit van drinkwater.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 2

Maatschappijleer Parlementaire democratie 5VWO

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 par 2 T/M 5

7,4. Samenvatting door een scholier 2092 woorden 2 april keer beoordeeld. Maatschappijleer. Toets politieke besluitvorming H2

7, Het parlement is baas boven baas. Samenvatting door een scholier 1995 woorden 13 januari keer beoordeeld.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3: politiek

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie H1 tm H7. Maatschappijleer Parlementaire Democratie Samenvatting

Samenvatting Maatschappijleer hoofdstuk 3

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3

6.7. Boekverslag door P woorden 6 juli keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer. 2 Politieke stromingen en partijen.

6,5. Samenvatting door een scholier 3346 woorden 16 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

VAK: MAATSCHAPPIJLEER 2 METHODE: Examenkaternen uitgeverij Essener druk 4

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3: Politiek

5,9. Samenvatting door een scholier 1292 woorden 15 februari keer beoordeeld. Maatschappijleer

Samenvatting Maatschappijleer Politieke Besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie par. 1 t/m 3

MEERKEUZEVRAGEN 1. KEUZES MAKEN

Samenvatting door M woorden 15 november keer beoordeeld. Maatschappijwetenschappen. H3: De vertegenwoordigende lichamen en Trias Politica

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming H9 en H10

Samenvatting Geschiedenis Hoofdstuk 2

Samenvatting Maatschappijleer Politieke besluitvorming

Samenvatting Maatschappijleer Parlementaire Democratie

Samenvatting door een scholier 2432 woorden 18 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer. Politieke besluitvorming.

Samenvatting Maatschappijleer Hoofdstuk 3 paragraaf 1 tm 5, 7

Transcriptie:

Samenvatting Maatschappijleer Parlemenataire democratie Hoofdstuk 2 Samenvatting door N. 3193 woorden 23 juni 2014 0 keer beoordeeld Vak Methode Maatschappijleer Thema's maatschappijleer 1: Wat is politiek? Algemeen belang Politiek is de manier waarop een land bestuurd wordt. Dit gebeurt door politici die voor ons de besluiten nemen. Deze besluiten hebben veel invloed op het leven van de burgers omdat de zaken van algemeen belang zijn en jij er nu of later mee te maken krijgt. Voorbeelden: Openbare orde en veiligheid: het inzetten van meer politiemensen Buitenlandse betrekkingen: het uitzenden van militairen voor een vredesmissie Infrastructuur: de aanleg van spoor-, auto- en waterwegen Welvaart: de zorg voor voldoende werkgelegenheid voor jongeren Welzijn: het wegwerken van de wachtlijsten in de ziekenhuizen Onderwijs: het veranderen van de exameneisen voor havo en vwo Om plannen te kunnen uitvoeren betalen burgers belasting. Hiervoor krijgen zij het recht om te mogen stemmen voor terug. Of krijgen we een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of werkloosheid. Democratie Een democratie is een staatsvorm waarbij de bevolking direct of indirect invloed uitoefent op de politieke besluitvorming. Twee soorten: 1. Directe democratie: Zoals vroeger bij de Griekse oudheid. Het volk had hier directe zeggenschap en werden belangrijke beslissingen genomen in de vorm van volksstemmingen. 2. Indirecte democratie: Nederland heeft net als vele andere landen een indirecte democratie, waarin het volk niet zelf beslissingen neemt, maar dit over laat aan gekozen vertegenwoordigers. We noemen dit ook wel een parlementaire democratie omdat het parlement de belangrijkste beslissingen neemt. Nederland is niet altijd een democratie geweest. Dit veranderde pas in 1948 door de grondwetswijziging waarin de macht van de koning werd beperkt en waarna later in 1919 het algemeen mannen- en vrouwenkiesrecht werd ingevoerd. Kenmerken parlementaire democratie Pagina 1 van 11

Voor een goed functionerende democratie zijn regels nodig, deze regels zijn in Nederland vastgelegd in de grondwet. Kenmerken van een parlementaire democratie: Politieke rechten: Burgers hebben politieke rechten. - Alle Nederlanders van 18+ hebben het recht om te kiezen en verkozen te worden - Iedereen mag een politieke partij of vereniging oprichten - Iemand mag demonstreren of zijn mening op een andere manier uiten Politieke besluitvorming: Ook de regels voor de politieke besluitvorming zijn grondwettelijk vastgelegd. - De leden van de Staten-Generaal worden gekozen door een geheime stemming - De wetten worden vastgelegd door de regering en de Staten-Generaal samen Vrije media: Er zijn vrije media. Hier ligt achter dat van mensen wordt verwacht dat zij betrokken zijn bij de politiek en zij dus ook goed geïnformeerd moeten worden over politieke en maatschappelijke onderwerpen. - De media hebben geen toestemming nodig voor publicaties of uitzendingen - De overheid moet zelf zorgen dat de media de juiste informatie heeft Dictatuur Een dictatuur of een autocratie is een land waarin alle macht in handen is van één persoon of een kleine groep mensen. Soorten en voorbeelden: Dictaturen op basis van een ideologie: - In landen als China, Cuba, Noord-Korea of vroeger de Sovjet-Unie had/heeft een communistische partij alle macht. Het doel was/is een samenleving waarin mensen op basis van gelijkheid leven. - Vroeger in landen als Duitsland, Italie, Spanje en Zuid-Amerika had je de fascistische partijen. Fascisten zijn zeer nationalistisch en wijzen de democratie af en kiezen liever voor een sterke lijder. Een religieuze dictatuur: Iran is een voorbeeld van een religieuze dictatuur, een dictatuur gebaseerd op de islamitische wetgeving. Een militaire dictatuur: Een dictatuur waarin de macht in handen ligt van het leger. Kenmerken dictatuur Dictaturen komen vaak tot stond na een revolutie of een staatsgreep. Kenmerken van een dictatuur: De gehele politieke macht is in handen van een kleine groep. Grondrechten worden niet beschermd. Er bestaat geen vrije pers en er bestaat censuur. Oppositiepartijen zijn verboden. Er is een grote rol voor de militairen. Er is vaak sprake van verkiezingsfraude. 2: Politieke stromingen Ideologieën Bijna alle politieke partijen ontstaan vanuit een politieke stroming of ideologie. Dit is een samenhangend geheel van ideeën over de mens en de gewenste inrichting van de samenleving. Iedere ideologie heeft opvattingen op het gebied van: Pagina 2 van 11

Waarden en normen De ideale sociaaleconomische verhoudingen De ideale machtsverdeling in de samenleving De drie grootste ideologieën in Nederland zijn het liberalisme, het socialisme en het confessionalisme. Progressief en conservatief Progressief: Progressief betekent in de politiek vooruitstrevend, de maatschappij willen veranderen. Het benadrukken van tekortkomingen in de samenleving. Conservatief: Conservatief betekent behoudend, benadrukken van vooral datgene wat al is bereikt en alles graag bij het oude houden. Als conservatieven nog verder terug willen naar de regels van vroeger noemen we dat reactionair. Links en rechts We kunnen de politiek ook indelen in links en rechts. Hier gaat het dan vooral om visies op de rol van de overheid binnen de sociaaleconomische verhoudingen. Links: Links gaat uit van gelijkwaardigheid en wil dat iedereen gelijke kansen heeft op onderwijs, inkomen en werk. De overheid moet daarom actief optreden om de zwakkeren te beschermen. Voorbeelden van linkse partijen: De PvdA, de SP en GroenLinks Rechts: Rechts benadrukt de eigen verantwoordelijkheid en de vrijheid van mensen. De overheid moet zich passief opstellen en alleen optreden wanneer het echt nodig is. Voorbeelden van rechtse partijen: De VVD en de PVV Politiek midden: Links en rechts denken niet over alles verschillend. Sommige partijen hebben zelfs zoveel linkse én rechtse standpunten dat ze tot het politiek midden behoren. Voorbeelden van middenpartijen: CDA, de ChristenUnie en D66 Liberalisme De liberale stroming ontstond eind 18 e eeuw tijdens de Franse Revolutie. Hun ideaal was persoonlijke en economische vrijheid. Liberalen nu zijn voor de vrijemarkteconomie en moet de overheid volgens hen op sociaal economisch gebied een kleine rol spelen en zich beperken tot kerntaken. De liberalen accepteren de verzorgingsstaat wanneer: de vrijemarkteconomie niet in gevaar komt mensen zelf verantwoordelijkheid dragen voor hun situaties de uitkeringen zo laag mogelijk blijven Socialisme Het socialisme ontstond in de 19 e eeuw als reactie op de slechte werkomstandigheden van de arbeiders. De socialisten wilden een einde maken aan de armoede en ongelijkheid, maar verschilden over de manier waarop dit bereikt moest worden: Communisten of Marxisten: door een revolutie Sociaaldemocraten: meedoen aan verkiezingen en zorgen voor goede sociale wetgeving Pagina 3 van 11

De socialisten noemen we nu de sociaal democraten. Zij willen dat de overheid actief de zwakkeren in de samenleving beschermt. Zij zijn daarom ook voor de verzorgingsstaat. Confessionelen Het confessionalisme als politieke stroming baseert zich op het geloof en worden nu de Christendemocraten genoemd. De Christendemocraten staan voor: Harmonie: organisaties, burgers en overheid moeten samenwerken Gespreide verantwoordelijkheid: mensen zijn verantwoordelijk voor elkaars welzijn Naastenliefde: we moeten zorgen voor de kwetsbaren in de samenleving Rentmeesterschap: de mensen moeten goed voor de aarde zorgen Christendemocraten streven naar een zorgzame samenleving waarin de overheid zo veel mogelijk overlaat aan het maatschappelijk middenveld, zoals welzijnsinstellingen en schoonbesturen. De overheid zorgt alleen voor datgene wat het maatschappelijk middenveld niet kan bereiken. 3: Politieke partijen Wat is een politieke partij? Een politieke partij bestaat uit een groep mensen met dezelfde ideeën over de manier waarop onze samenleving het beste bestuurd kan worden. Je hebt actiegroepen en belangengroepen: Actiegroepen: houden zich bezig met één bepaalde doelstelling en voeren actie als zij dat nodig vinden. (Bijv. Milieudefensie) Belangengroepen: behartigen de belangen van één bepaalde groep mensen. (Bijv. de ANWB) Soorten partijen Vijf soorten politieke partijen: 1. Partijen op basis van een ideologie. 2. One-issuepartijen die zich richten op één aspect van de samenleving en daar een duidelijk standpunt over hebben. 3. Protestpartijen die ontstaat uit onvrede met de bestaande politiek. 4. Populistische partijen die deels ontstaan uit protest, maar vooral als doel hebben om op te komen voor de zwijgende massa. 5. Niet-democratische partijen als de fascistische of rechts-extremistische partijen die niet of nauwelijks meedoen aan verkiezen Functies politieke partijen Verschillende taken van politieke partijen: Integratiefunctie: mensen verbinden waardoor een partij langer kan blijven bestaan Informatiefunctie: kiezers informeren over hun standpunten ten aanzien van verschillende kwesties Participatiefunctie: burgers stimuleren actief deel te nemen aan de politiek Selectiefunctie: om in de politiek te komen moet je eerst deelnemen of lid zijn van een bestaande partij of er zelf eentje oprichten SP GROENLINKS PVDD PVDA D66 CHRISTENUNIE CDA VVD SGP PVV 4: Verkiezingen Pagina 4 van 11

Kiesrecht Alle Nederlanders van 18+ hebben actief kiesrecht en mogen hun stem uitbrengen. Ook heeft iedere Nederlander van 18+ het recht om zichzelf kiesbaar te stellen, het passief kiesrecht. Verkiezingsprogramma Partijen hebben een verkiezingsprogramma met daarin de standpunten van de partij. De bekendste kandidaat van de partij staat op nummer 1 van de kieslijst en wordt de lijsttrekker genoemd. Welke partij? Redenen om op een politieke partij te stemmen: De standpunten komen overeen met jouw ideeën De partij let goed op jouw belangen Je stemt strategisch en kijkt dus welke partij kans maakt om in de regering te komen Aantrekkingskracht van de lijsttrekker Zetelverdeling Verkiezingen worden gehouden volgens het stelsel van evenredige vertegenwoordiging en wil zeggen dat elke partij het aantal zetels krijgt dat in verhouding is met het totaal aantal geldig uitgebrachte stemmen. Er wordt uitgegaan van de kiesdeler: de hoeveelheid stemmen die nodig zijn voor 1 zetel. Voorkeursstemmen Als je gaat stemmen, stem je niet op een partij, maar op een persoon. Deze persoon wordt vaak door eigen voorkeur gekozen en kan verschillende redenen hebben. De verkiezingscampagne Ruim voor de verkiezingen stellen de partijen een campagneteam samen. Hierin zitten de partijleiders gesteund door zogenaamde spindoctors. Dit zijn communicatiedeskundigen die de partij en de lijsttrekker adviseren. Tijdens de verkiezingscampagne worden er opiniepeilingen gehouden. Deze zouden invloed kunnen hebben op de uitslag. De avond voor de verkiezingen wordt er een groot tv-debat georganiseerd om de zogenaamde zwevende kiezers te winnen. Dit zijn kiezers die niet bij elke verkiezing op dezelfde partij stemmen. Door de grote rol van de media tijdens de verkiezingen wordt er ook wel gesproken van een tv- en internetdemocratie. De uitslag Op de avond na de verkiezingen is het meestal bekend hoeveel zetels elke partij krijgt. Deze uitslag bepaalt welke partijen samen het nieuwe kabinet kunnen vormen. 5: De regering De regering bestaat uit de Koning en de ministers. Pagina 5 van 11

De ministers en hun staatssecretarissen samen noem je het kabinet. De kabinetsformatie Direct na de verkiezingen begint de kabinetsformatie met als doel een kabinet te vormen van bekwame ministers en staatssecretarissen die: het samen globaal eens zijn over het toekomstige beleid samen de steun hebben van de meerderheid van de Tweede Kamer Verloop van de kabinetsformatie 1. Adviezen: Na de uitslag ontvangt de Koning de vicepresident van de Raad van State, de voorzitters van de Eerste en Tweede Kamer en de fractievoorzitters van de politieke partijen. Zij adviseren welke partijen het beste samen kunnen werken. De Koning benoemt hierna een informateur. 2. De informateur begint: De informateur onderzoekt welke combinatie het meeste kans van slagen heeft. Omdat alle partijen verschillende standpunten hebben, laat de informateur compromissen sluiten. Als dit lukt is er een coalitie mogelijk, een samenwerkingsverband van twee of meer partijen. Samen sluiten zij hierna een regeerakkoord op waarin de hoofdlijnen staan van het beleid voor de komende jaren. 3. De formateur maakt het af: Na het regeerakkoord gaat de informateur naar de Koning die daarna een formateur aanwijst die geschikte ministers en staatssecretarissen bij elkaar moet gaan zoeken. 4. Op het bordes: Nadat de formateur klaar is, benoemt de Koning de ministers en staatssecretarissen. De regering We spreken in Nederland van een constitutionele monarchie, een staatsvorm waarin de taken en bevoegdheden van het staatshoofd wettelijk zijn vastgelegd. Taken van de Koning: handtekening plaatsen onder wetten troonrede voorlezen ministers en (in)formateur benoemen overleg voeren met de minister-president Taken van de ministers: voorbereiding en uitvoering van het overheidsbeleid opstellen van wetsvoorstellen uitvoeren van wetten opstellen van de rijksbegroting In de troonrede staan de plannen van het kabinet voor het komende jaar. In de miljoenennota staat een samenvatting van de Rijksbegroting. Ministeriele verantwoordelijkheid De Koning hoort bij de regering, maar de ministers zijn verantwoordelijk. De Koning zelf is onschendbaar. Dit noemen we ministeriele verantwoordelijkheid. Ministers zijn ook politiek verantwoordelijk voor hun ambtenaren. Pagina 6 van 11

Ministers en staatssecretarissen Elke minister heeft een eigen beleidsterrein, ook wel portefeuille genoemd, en een eigen ministerie waar veel ambtenaren voor hem of haar werken. Ministers zonder ministerie worden een minister zonder portefeuille genoemd. Een minister heeft 1 of 2 staatssecretarissen onder zich. Zij zijn verantwoordelijk voor een deel van zijn beleidsterrein. Kabinetscrisis Normaal gesproken is het de bedoeling dat een kabinet 4 jaar aanblijft. Wanneer dit door oplopende problemen niet gebeurt spreken we van een kabinetscrisis. Dit kan ontstaan door: ministers die het onderling niet eens worden de meerderheid van de Tweede Kamer het kabinet niet meer steunt Wanneer een kabinet ontslag neemt volgen en vervroegde verkiezingen. De oude minister blijft tot er een nieuw kabinet is gevormd. Dit noem je een demissionair kabinet. 6: Het parlement De manier waarop de regering en het parlement samenwerken wordt deels bepaald door tradities en gewoonten. Dit noemen we de politieke cultuur, de manier waarop de regering en het parlement met elkaar omgaan. Het poldermodel is een kenmerk voor de Nederlandse politieke cultuur en is de bereidheid tot overleg en het sluiten van compromissen. Het parlement wordt gekozen Het parlement bestaat uit de 1 e en 2 e Kamer en wordt ook wel de Staten Generaal genoemd. De 1 e Kamer wordt indirect gekozen door de leden van de Provinciale Staten. In dit geval spreken we van getrapte verkiezingen. Eerste en Tweede Kamer De 2 e Kamer bestaat uit 150 leden en behandeld als eerste een wetsvoorstel en mag een voorstel veranderen of afwijzen. In de 1 e Kamer, Senaat, zitten 75 leden. Zij mogen een wetsvoorstel alleen in zijn geheel goed- of afkeuren. Fracties Alle Kamerleden worden namens een bepaalde partij gekozen en behoren tot een fractie onder leiding van een fractievoorzitter. Een fractie is een groep vertegenwoordigers van een politieke partij in een gekozen orgaan. De politieke partijen in de 1 e en 2 e Kamer zijn verdeeld in regerings- en oppositiepartijen: Regeringsfracties: Dit zijn de partijen die ook ministers in de regering hebben. Oppositiepartijen: Dit samen alle partijen die niet in de regering zitten. Verhouding regering en parlement Pagina 7 van 11

Ministers hebben wetgevende en uitvoerde macht. De wetgevende macht is ook in handen van het parlement. De scheiding tussen de wetgevende, uitvoerende en de rechtsprekende macht staat beschreven als de trias politica. Macht van het parlement is terug te vinden in: (mede)wetgeving controle van ministers Wetgevende taak De 1 e en 2 e Kamer hebben de wetgevende macht: Stemrecht bij wetsontwerpen Het budgetrecht Rechten die de 2 e WEL heeft en de 1 e Kamer NIET: Recht van initiatief Recht van amendement Controlerende taak Om te controleren of ministers hun werk goed doen hebben de 1 e en 2 e Kamer een aantal rechten: Het recht om schriftelijke vragen te stellen Het recht van interpellatie Het recht op een parlementaire enquête Het recht om een motie in te dienen Een motie van afkeuring zorgt ervoor dat het beleid van een minister wordt afgekeurd. Een motie van wantrouwen geeft aan dat het vertrouwen in de minister wordt opgezegd. 7: Gemeente en provincie Decentralisatie We noemen Nederland ook wel een decentraliseerde eenheidsstaat omdat veel wordt overgelaten aan lagere overheden. De gedachte hierachter is: lagere overheden zijn beter op de hoogte van de situatie lagere overheden staan dichter bij de burger De provincie Pagina 8 van 11

De belangrijkste taken van provincie liggen op de terreinen ruimtelijke ordening en milieu. De provincie stelt een structuurvisie op waarin precies staat aangegeven welke activiteiten in een gebied passen. De gekozen vertegenwoordigers van de provincie vormen de Provinciale Staten. De gedeputeerden worden voortgedragen door de partijen in de Provinciale Staten die samen een coalitie hebben gevormd. De voorzitter van de Gedeputeerde Staten en de Provinciale Staten is de Commissaris van de Koning. Deze wordt benoemd door de minister van Binnenlandse Zaken nadat een vertrouwenscommissie gesprekken voert met een aantal geschikte kandidaten. De gemeente De gemeente staat het dichtst bij de burger. Het gemeentebestuur moet zorgen dat het openbare leven in een gemeente goed verloopt. De gemeente vult de streekplannen gedetailleerd in door middel van een bestemmingsplan. Decentralisatie heeft voor gemeenten het doel om de gemeente meer maatwerk te kunnen leveren en financieel belang te hebben. De belangrijkste besluiten in de gemeente worden genomen door de gemeenteraad. Het dagelijks bestuur van de gemeente is in handen van het College van Burgemeester en Wethouders. 8: Politiek in de praktijk Systeemtheorie Volgens de systeemtheorie verloopt de politieke besluitvorming in 4 fasen: 1. Invoer: Burgers en organisaties brengen hun eisen en wensen naar voren. Als politici de kwestie oppakken komt deze op de politieke agenda. 2. Omzetting: Wanneer een kwestie op de politieke agenda staat gaan de politieke partijen kijken naar de belangen van verschillende groepen en maken vervolgens keuzes. Na deze beleidsvoorbereiding komt de minister met een wetsvoorstel waar het parlement over stemt. 3. Uitvoer: Ambtenaren zorgen voor de uitvoering van het aangenomen wetsvoorstel. 4. Terugkoppeling: Door reacties zien politici het effect van hun maatregelen. Niet alleen politici hebben invloed op de besluitvorming, maar ook andere politieke actoren: alle burgers, pressiegroepen, media, ambtenaren, bestuursorganen en adviesinstanties tezamen die betrokken zijn bij het politieke besluitvormingsproces. Burgers Burgers kunnen invloed uitoefenen op de politiek door: Stemmen Lid worden van een politieke partij Contact opnemen met politici Een verzoek indienen De media benaderen Je aansluiten bij een actiegroep Een bezwaarschrift indienen of naar de rechter stappen Overgaan tot burgerlijke ongehoorzaamheid, het openlijk overtreden van de wet om politici te overtuigen Pagina 9 van 11

Pressiegroepen Pressiegroepen zijn groepen die proberen invloed uit te oefenen op de politieke besluitvorming. Dit doen zij door te lobbyen, persoonlijk contact zoeken met politici. Ambtenaren Ministers zijn verantwoordelijk voor het dagelijks bestuur, maar het eigenlijke werk wordt gedaan door ambtenaren die zich bezig houden met beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering. Ambtenaren werken vaak langer op een ministerie en hebben daardoor meer kennis en ervaring op hun vakgebied. Zij worden ook wel de Vierde Macht genoemd. Media Politieke functies van de media: Informatieve functie Onderzoekende of agendafunctie Commentaarfunctie Spreekbuisfunctie Controlerende functie Er is goed functionerende media omdat er persvrijheid is. De politieke functies van de media dragen bij aan de meningsvorming. Hiervoor moet wel een pluriform aanbod zijn van de media. Een goede democratie Politieke besluitvorming is een wisselwerking tussen politici en burgers. Door te luisteren naar burgers en pressiegroepen legitimeren politici hun macht. De betrokkenheid van de burgers vergroot de wisselwerking. 9: Internationale politiek Sommige problemen kunnen niet op nationaal niveau worden opgelost en is samenwerking met andere landen dus steeds meer nodig. Internationale samenwerking Nederland neemt deel uit van verschillende internationale samenwerkingsverbanden als de EU, de VN, de NAVO etc. De Europese Unie Samenwerking betekent meestal dat de soevereiniteit van een land, het recht om zelf te bepalen welke regels worden vastgelegd, wordt ingeperkt. De Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal (EGKS) werd opgericht in 1951 en bestond uit Duitsland, Frankrijk, Italië en de Benelux. Gericht op een gemeenschappelijke markt voor kolen en staal. Maar ook op de Economische economie. Pagina 10 van 11

1992: Verdrag van Maastricht: EU met een gezamenlijke munt 1997: Verdrag van Amsterdam: afspraken over gemeenschappelijk buitenland- en veiligheidsbeleid Ruim de helft van de EU-landen behoort tot de Eurozone. De gezamenlijke munt zorgt voor prijsstabiliteit en onderlinge afhankelijkheid. Bestuur van de EU Het dagelijks bestuur van de EU wordt gevormd door de Europese Commissie. Uitvoerende macht. 27 Eurocommissarissen, 1 uit elke lidstaat. In de Raad van Ministers/Raad van de EU zijn de regeringen van alle 27 EU-landen vertegenwoordigd. Het Europees Parlement vertegenwoordigd de Europese burgers. De rechtsprekende macht in de EU berust bij het Hof van Justitie van de EU. De Europese Centrale Bank moet zorgen voor stabiliteit op financieel gebied. - De Europese Commissie kan wetsvoorstellen indienen. - Het Europees Parlement mag een wetsvoorstel wijzigen. - De Raad van Ministers stemt elke wetsvoorstel goed of niet. - De Europese Commissie voert de nieuwe wet uit en kijkt of de lidstaten de wet wel goed naleven. - Het Europees Parlement controleert de Europese Commissie. - Het Hof van Justitie is de onafhankelijke rechterlijke macht. Nationale wetgeving wordt steeds vaker Europese wetgeving. Deze nationale soevereiniteit wordt voor veel burgers te veel. Door de wetgevende macht van het Europees Parlement uit te breiden zou de EU democratischer worden en steeds meer gaan lijken op een Verenigde Staten van Europa. De Verenigde Naties De 193 onafhankelijke staten in de wereld zijn bijna allemaal lid van de Verenigde Naties (VN). We spreken van een onafhankelijke staat als er sprake is van een eigen grondgebied, een bevolking en een overheid die het land bestuurt. De secretaris-generaal is de hoogste ambtenaar van de VN en geeft leiding aan de VN en is de voorzitter van de Algemene Vergadering. Dit is een vergadering van alle VN landen. De Algemene Vergadering kan bij meerderheidsbesluit resoluties en verklaringen aannemen: Resoluties zijn uitspraken waarin bepaald gedrag van een land veroordeeld wordt. In een verklaring nemen de VN een bepaald standpunt in over een omstreden onderwerp. De VN heeft verschillende organisaties. Een belangrijk orgaan is de Veiligheidsraad die verantwoordelijk is voor internationale veiligheid en vrede. In de Veiligheidsraad zitten 15 landen waarvan 5 permanent. Deze 5 permanente landen hebben het vetorecht, het recht om de uitvoering van een resolutie te verbieden. Pagina 11 van 11