VLAAMSE OVERHEID BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP WEGEN EN VERKEER ARBEIDSREGLEMENT



Vergelijkbare documenten
SECTORCOMITE XVIII VLAAMSE GEMEENSCHAP EN VLAAMS GEWEST

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie - Arbeidsreglement. Arbeidsreglement Departement Leefmilieu, Natuur en Energie

Dienstorder MVG/AZF/2005/3

VLAAMSE OVERHEID BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP WEGEN EN VERKEER ARBEIDSREGLEMENT

AIJgDiSi$gjGLEMENT. Dep$artement Leefmilieu, Nahiur en Energie

Omzendbrief PEBE/DVR//2003/8 PEBE/VOI/2003/4

ARBEIDSREGLEMENT gewijzigd dd. 1 juli 2011 Agentschap Sociaal-Cultureel Werk voor Jeugd en Volwassenen

VLAAMSE OVERHEID BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN DEPARTEMENT MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN ARBEIDSREGLEMENT

Nummer van neerlegging bij het toezicht op de sociale wetten:

Nummer van neerlegging bij de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten): 36/ /WE

BIJLAGE I : UURREGELING EN REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE TIJDSREGISTRATIE VAN HET OCMW- PERSONEEL (BIJLAGE BIJ ART. 8)

REGLEMENT ARBEIDSONGESCHIKTHEID WEGENS ZIEKTE, PRIVÉONGEVAL EN ARBEIDSONGEVAL

RWO BASISARBEIDSREGLEMENT IVA WONEN-VLAANDEREN

ARBEIDSREGLEMENT 1 augustus 2012 KMSKA

ARBEIDSREGLEMENT AGENTSCHAP VOOR NATUUR EN BOS

Wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde (B.S Ed. 3)

ARBEIDSREGLEMENT. Departement Werk en Sociale Economie. Eénparig gunstig advies van het Entiteitsoverlegcomité DWSE van..

Nummer van neerlegging bij de Inspectie van Sociale Wetten:

VLAAMSE OVERHEID BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN DEPARTEMENT MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN ARBEIDSREGLEMENT

INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP MARITIEME DIENSTVERLENING EN KUST

Nummer van neerlegging bij de Inspectie van Sociale Wetten: 34/ /WE

- 91 HOOFDSTUK XV DADEN DIE PSYCHOSOCIALE RISICO S INHOUDEN, MET INBEGRIP VAN STRESS, GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK

ARBEIDSREGLEMENT. Departement Landbouw en Visserij 1 juli Arbeidsreglement. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

ARBEIDSREGLEMENT. Agentschap voor Landbouw en Visserij 1 oktober Arbeidsreglement. Vlaamse overheid Beleidsdomein Landbouw en Visserij

ARBEIDSREGLEMENT. Strategische Adviesraad Milieu- en Natuurraad van Vlaanderen

Model_arbeidsreglement_

BIJLAGE AAN HET ARBEIDSREGLEMENT

VLAAMSE OVERHEID BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN DEPARTEMENT MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN ARBEIDSREGLEMENT

ARBEIDSREGLEMENT VLAAMS SUBSIDIEAGENTSCHAP WERK EN SOCIALE ECONOMIE

Typeprocedure op te nemen in het arbeidsreglement

Typeprocedure 1. ALGEMENE BEPALINGEN

HOOFDSTUK I. - Algemene bepaling. Artikel 1

ARBEIDSREGLEMENT DIENST VAN DE BESTUURSRECHTSCOLLEGES.

Met ingang van 1 september 2011 wordt het stelsel van VVP/ziekte volledig hervormd onder de modaliteiten die we hierna uiteenzetten.

ARBEIDSOVEREENKOMST - DIENSTENCHEQUES

Circulaire PREVENTIE VAN PSYCHOSOCIALE RISICO S OP HET WERK

Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur... 2

Nummer van neerlegging bij de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten:

Dienstorder MVG/AZF/2005/2

ARBEIDSREGLEMENT AGENTSCHAP VOOR INNOVATIE DOOR WETENSCHAP EN TECHNOLOGIE

Brochure WG V.:23/03/2017. Brochure werkgever

bescherming tegen psychosociale risico s op het werk, met inbegrip van stress, geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk

Arbeidsreglement entiteit e-government en ICT-Beheer

BIJLAGE I : UURREGELING EN REGLEMENT MET BETREKKING TOT DE TIJDSREGISTRATIE VAN HET OCMW- PERSONEEL (BIJLAGE BIJ ART. 8)

/// Arbeidsreglement ARBEIDSREGLEMENT. Informatie Vlaanderen. Versie /// 1.0.

Hoofdstuk VI. Het re-integratietraject van een werknemer die het overeengekomen werk tijdelijk of definitief niet kan uitoefenen

ARBEIDSREGLEMENT AGENTSCHAP JONGERENWELZIJN. Nr. van neerlegging bij de Arbeidsinspectie (Toezicht op de Sociale Wetten):

ZIEKTEVERLOF. Gemeenteraadsbesluit van 27 juni 1966.

Een controlearts aan je deur

Koninklijk besluit van 11 juli 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk (B.S

Een melding ziekteverlof geldt voor alle opdrachten op alle niveaus uitgezonderd voor de opdrachten in het hoger onderwijs en omgekeerd.

NIEUWE REGELS VOOR DE RE-INTEGRATIE VAN ARBEIDS- ONGESCHIKTE WERKNEMERS

WETSONTWERP BETREFFENDE WERKBAAR EN WENDBAAR WERK

ARBEIDSREGLEMENT AGENTSCHAP VOOR INFRASTRUCTUUR IN HET ONDERWIJS. Arbeidsreglement AGIOn aangepaste versie

ARBEIDSREGLEMENT VAN DE VLAAMSE REGULATOR VAN DE ELEKTRICITEITS- EN GASMARKT

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het akkoord van de Vlaamse minister, bevoegd voor de begroting, gegeven op 11 januari 2019;

Addendum arbeidsreglement

Melden van afwezigheid

Regeling Klachtencommissie Ongewenst Gedrag SintLucas

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR BEPAALDE DUUR (ARBEIDER / BEDIENDE )

ARBEIDSREGLEMENT Vlaams Agentschap voor Ondernemersvorming SYNTRA Vlaanderen

REGLEMENT OP DE GENEESKUNDIGE CONTROLE VAN HET PERSONEEL

DIENSTENCHEQUES ARBEIDSOVEREENKOMST - ONBEPAALDE DUUR VOOR ARBEIDERS. onderneming erkend onder n in verband met de dienstencheques

Brochure WN V.:11/12/2017. Brochure werknemer

Circulaire PREVENTIE VAN PSYCHOSOCIALE RISICO S OP HET WERK

Arbeidsreglement. agentschap. Onroerend Erfgoed

Protocol Ongewenste Omgangsvormen. Van. De Banketgroep. en haar dochtervennootschappen

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR STUDENTEN

VR DOC.0862/2

DEEL 2: Re-integratie langdurige zieken: Procedure

Rondzendbrief DVO/BZ/P&0/2009/7

DIENSTENCHEQUES ARBEIDSOVEREENKOMST - ONBEPAALDE DUUR VOOR ARBEIDERS. onderneming erkend onder n in verband met de dienstencheques

De wetgeving in verband met psychosociale risico s op het werk vanaf 1 september 2014

De gemeenteraad. Ontwerpbesluit

Halftijds brugpensioen

12 DECEMBER Wet tot vaststelling van de arbeidsduur. van de geneesheren, de tandartsen, de dierenartsen,

2.1. Geen schorsing van de arbeidsovereenkomst evt. een bijlage te ondertekenen

het werk na langdurige ziekte

ARBEIDSREGLEMENT Versie 1.01 dd 01/01/2019. voor de personeelsleden van het

ARBEIDSREGLEMENT. voor de personeelsleden van het. VLAAMS AGENTSCHAP VOOR INTERNATIONAAL ONDERNEMEN (Flanders Investment & Trade)

Arbeidsongevallen. Steven Van den Broeck Directie TWW Antwerpen FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg

ARBEIDSOVEREENKOMST VOOR HET RIJDEND PERSONEEL INGEZET IN DE ONDERNEMINGEN DIE ONGEREGELDE DIENSTEN UITBATEN

PROCEDURE ECONOMISCHE WERKLOOSHEID WEGENS GEBREK AAN WERK ARBEIDERS

De wet voorziet dat het recht op vakantie afhangt van het aantal dagen. werknemers die tijdens het vorige kalenderjaar hebben gewerkt het

Provincieraadsbesluit

Arbeidsovereenkomst voor voltijdse werknemers tewerkgesteld in de ambassades en diplomatieke missies

BEKENDMAKING GEMEENTERAADSBESLUIT Ingevolge artikel 186 van het gemeentedecreet

Koninklijk besluit van 18 juli 2001 betreffende de controleartsen en de artsen-scheidsrechters (B.S )

Wet van 11 juni 2002 betreffende de bescherming tegen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk

School aan de waterkant BuSO Sint-Juliaan Stropkaai Gent Tel. 09/ Fax. 09/

ARBEIDSREGLEMENT Agentschap Innoveren & Ondernemen

Ter beschikking gesteld door ACV-metaal Picanolgroup

B. Geweld op het werk: Elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk.

ARBEIDSREGLEMENT AGENTSCHAP VOOR INFRASTRUCTUUR IN HET ONDERWIJS. Arbeidsreglement AGION aangepaste versie

Afdeling I. - Toepassingsgebied en definities

Wettelijke feestdagen en vervangende feestdagen in UZ Brussel

Verzuim- en re-integratieprotocol AURO

Ouderschapsverlof Rev Juridische dienst

Verzuimprotocol: ziekteverlof aanvragen

Provincieraadsbesluit

Transcriptie:

VLAAMSE OVERHEID BELEIDSDOMEIN MOBILITEIT EN OPENBARE WERKEN INTERN VERZELFSTANDIGD AGENTSCHAP WEGEN EN VERKEER ARBEIDSREGLEMENT Versie 2 29 juni 2011 Bijlagen 23 november 2011 Nr. van neerlegging bij het Toezicht op de Sociale Wetten: Hoofdzetel van de werkgever: 36/00007035/WE Graaf de Ferrarisgebouw Koning Albert II-laan 20 bus 4 1000 Brussel tel: 02/553 79 01 fax: 02/553 79 05 e-mail: wegen.verkeer@vlaanderen.be

2 VOORWOORD Het voorliggende arbeidsreglement bevat naar inhoud niet alleen de wettelijk verplichte vermeldingen en de organisatiebrede afspraken in de schoot van het Sectorcomité XVIII, maar ook specifieke afspraken. Naar toepassingsgebied omvat het de totaliteit van de IVA Wegen en Verkeer. Het resultaat is een document, dat allesomvattend is, geïntegreerd en geactualiseerd ter beschikking staat van al het personeel. Om het overzicht te behouden worden in het algemeen gedeelte van dit reglement de generieke afspraken opgenomen. Specifieke afspraken worden gegroepeerd per afdeling of onderwerp opgenomen in de bijlagen. Ik ben ervan overtuigd dat dit arbeidsreglement een belangrijke verwezenlijking is en een getuige van de goede arbeidsrelaties in ons snel evoluerend werkveld. De inzet en medewerking van elkeen is een noodzaak om onze belangrijke opdracht optimaal te kunnen vervullen. ir. Tom Roelants Administrateur-generaal

3 INHOUD ALGEMEEN GEDEELTE TITEL1. ARBEIDSDUUR EN WERKROOSTERS 5 TITEL 2. RUSTDAGEN 10. TITEL 3. JAARLIJKSE VAKANTIE 10 TITEL 4. LOON 10 TITEL 5. OPZEGTERMIJNEN 10 TITEL 6. DRINGENDE REDENEN CONTRACTUEEL PERSONEEL 11 TITEL 7. RECHTEN EN PLICHTEN TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL 11 TITEL 8. STRAFFEN EN BEROEPSMOGELIJKHEDEN 12 TITEL 9. EHBO 12 TITEL 10. VERBANDKIST 12 TITEL 11. ADRES INSPECTIEDIENSTEN 12 TITEL 12. GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK 12 TITEL 13. ZIEKTECONTROLE EN ARBITRAGEPROCEDURE 16 TITEL 14. VERLOF VOOR ARBEIDSONGEVAL, ONGEVAL OP DE WEG NAAR EN VAN HET WERK OF BEROEPSZIEKTE 20 TITEL 15. AANVRAAGTERMIJNEN, VOORTIJDIGE BEËINDIGING EN OPZEGGINGSTERMIJNEN VOOR VERLOVEN 22 TITEL 16. VEREISTE ATTESTEN VOOR DIENSTVRIJSTELLING 22 TITEL 17. VERPLICHTE MELDINGEN DOOR HET PERSONEEL 22 TITEL 18. ALCOHOL- EN DRUGGEBRUIK 22 TITEL 19. ROOKVRIJE WERKPLEK 23 TITEL 20. VOORSCHRIFTEN ICT-GEBRUIK 23 TITEL 21. WIJZIGINGEN AAN HET ARBEIDSREGLEMENT 23 TITEL 22. PLAATS WAAR HET ARBEIDSREGLEMENT KAN WORDEN GERAADPLEEGD 25

4 BIJLAGEN 1. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING EXPERTISE VERKEER EN TELEMATICA 27 2. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING WEGEN EN VERKEER OOST- VLAANDEREN 29 3. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING WEGEN EN VERKEER VLAAMS- BRABANT 33 4. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING WEGEN EN VERKEER WEST- VLAANDEREN 36 5. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING WEGEN EN VERKEER ANTWERPEN 39 6. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING WEGEN EN VERKEER LIMBURG 43 7. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING ELEKTROMECHANICA EN TELEMATICA 46 8. 9. AANVULLENDE BEPALINGEN STAFDIENST 52 10. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING PLANNING EN COÖRDINATIE 54 11. AANVULLENDE BEPALINGEN AFDELING WEGENBOUWKUNDE 55 12. ADRESSEN VAN FOD WERKGELEGENHEID, ARBEID EN SOCIAAL OVERLEG 59 13. GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK CONTACTPERSONEN 67 14A. DIENSTVRIJSTELLINGEN VERMELD IN HET VPS 69 14B. ANDERE DIENSTVRIJSTELLINGEN 75 15. FORMULIEREN 79 16. VOORBEELDEN VAN MOGELIJKE WERKROOSTERS 89 17. HET WAGENREGLEMENT 92 18. ALGEMENE LIJST HULPVERLENERS 103 19. AANVRAAGTERMIJNEN, VOORTIJDIGE BEËINDIGING EN DE 112 OPZEGGINGSTERMIJNEN VOOR VERLOVEN

5 TITEL 1. ARBEIDSDUUR EN WERKROOSTERS Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen Artikel 1 De arbeidsduur is geregeld door de wet van 14.12.2000 tot vaststelling van sommige aspecten van de organisatie van de arbeidstijd in de openbare sector, zoals deze zal worden gewijzigd. De gemiddelde arbeidsduur voor een voltijds personeelslid bedraagt 38u/week. Artikel 2 Inzake de werktijdregeling wordt een onderscheid gemaakt tussen het personeel met een algemene werktijdregeling en het personeel met een specifieke werktijdregeling. Voorbeelden van mogelijke werkroosters zijn opgenomen in bijlage 16. De specifieke werktijdregeling van bepaalde personeelscategorieën is opgenomen in de bijlage 1 tot en met 11. Hoofdstuk 2. Algemene werktijdregeling Artikel 3 1. De algemene werktijdregeling voor het personeel van niveau A1, B, C en D is variabel. Deze variabele werktijdregeling houdt in dat de werktijd wordt verdeeld in stamtijden, glijtijden en servicetijd. 1.1 De stamtijd is de periode waarin ieder personeelslid aanwezig moet zijn. De afwezigheid tijdens de stamtijd kan alleen gerechtvaardigd worden door een vakantie, een verlof, een ziekte, een opdracht, een zending, een dienstvrijstelling enz. 1.2 De glijtijd is de periode waarin het personeelslid elke dag zijn uur van aankomst of vertrek kiest, rekening houdend met de goede werking van de dienst. 1.3 De servicetijd is de tijdsduur waarin de dienst (en niet elk individueel personeelslid) bereikbaar moet zijn. De lijnmanager of zijn gedelegeerde organiseert de servicetijd. 1.4 Het dagschema wordt ingedeeld in 5 periodes: de morgen : van 7.30 uur tot 9.15 uur = glijtijd de voormiddag : van 9.15 uur tot 11.45 uur = stamtijd de middag : van 11.45 uur tot 13.45 uur = glijtijd de namiddag : van 13.45 uur tot 16.00 uur = stamtijd de avond van 16.00 uur tot 19.00 uur = glijtijd

6 1.5 De gewone dagprestatie bedraagt 7.36 uur, een halve dagprestatie 3.48 uur. Deze tijdsduur wordt ook aangerekend bij vakantie, ziekte, enz. 1.6 De maximumduur die voor een dagprestatie wordt aangerekend bedraagt 9.00 uur; de maximum halve dagprestatie bedraagt 9.00 uur - 3.48 uur = 5.12 uur De tijd vóór 7.30 uur en na 19.00 uur kan niet als prestatie worden beschouwd, tenzij de extra uren gepresteerd worden in opdracht van de lijnmanager of zijn gedelegeerde. Behalve in geval van overmacht, moeten deze extra prestaties tijdig gevraagd worden aan het betrokken personeelslid. Ze kunnen alleen bij wijze van uitzondering gevraagd worden (zie punt 1.10). 1.7 Bij de personeelsleden die een halve dag vrij nemen, wordt bij een voltijdse tewerkstelling, 3.48 uur in rekening gebracht. Tijdens de andere daghelft moet het personeelslid de stamtijd respecteren, nl. van 9.15 uur tot 11.45 uur als hij in de namiddag vrij neemt of van 13.45 uur tot 16.00 uur als hij in de voormiddag vrij neemt. 1.8 In de gebouwen met een prikklok moeten de personeelsleden persoonlijk met hun prikkaart de volgende gegevens registreren: - Aankomst s morgens en vertrek s avonds - Tijdens de glijtijd s middags zowel bij het verlaten van het gebouw als bij de terugkeer - Het begin en het einde van een toegestane afwezigheid Het systeem registreert automatisch een middagpauze van 30 minuten die niet als dagprestatie aangerekend wordt, ook als de geregistreerde middagpauze minder dan 30 minuten bedraagt. In de gebouwen zonder prikklok zorgt de lijnmanager of zijn gedelegeerde voor de analoge toepassing van de variabele werktijdregeling. 1.9 Recuperatie en inhalen van werkuren 1.9.1 Op het einde van elke maand wordt het aantal gepresteerde uren verrekend door een vergelijking te maken met de referentietijd die, voor een voltijdse tewerkstelling, 7.36 uur x het aantal arbeidsdagen bedraagt. Voor de personeelsleden met deeltijdse prestaties worden de per dag te verrichten gemiddelde prestaties in verhouding verminderd. De te presteren maandelijkse arbeidstijd wordt verminderd met 60 minuten voor vertragingen op de weg naar het werk. Dat betekent dat de personeelsleden op het einde van de maand automatisch een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend krijgen. Vertragingen op de weg naar het werk worden alleen nog in de volgende gevallen afzonderlijk geregulariseerd: - Bij vertragingen van het openbaar vervoer: wanneer de vertragingen afzonderlijk meer dan 30 minuten bedragen. - Bij andere vertragingen: wanneer de vertragingen afzonderlijk meer dan 60 minuten bedragen.

7 Op kerstavond wordt eveneens een forfait van 1 uur als werktijd aangerekend. Op die dag begint de avondglijtijd bij uitzondering om 15.00 uur. 1.9.2 Op het einde van elke maand heeft het personeelslid meestal een overschot (krediet) of een tekort (debet) aan werkelijk gepresteerde uren. 1.9.2.1 Overschot De maandelijks te veel gepresteerde uren kunnen uitsluitend opgenomen worden tijdens de glijtijd tussen 7.30 uur en 9.15 uur, tussen 11.45 uur en 13.45 uur en tussen 16.00 uur en 19.00 uur. De lijnmanager of zijn gedelegeerde kan hierop een afwijking toestaan en is ervoor verantwoordelijk dat de belangen van de dienst hierbij niet in het gedrang komen. 1.9.2.2 Tekort De debeturen moeten worden ingehaald binnen de variabele werktijdregeling van 7.30 uur tot 19.00 uur. De dagprestatie van 9 uur in geval van de 5-dagenweek mag hierbij niet overschreden worden. De middagpauze telt uiteraard niet mee. Op het einde van iedere maand mag het aantal debeturen maximaal 7.36 uur bedragen bij voltijdse tewerkstelling. Bij deeltijdse prestaties wordt deze grens in verhouding verminderd. Indien het maximum aantal debeturen zonder geldige reden wordt overschreden, wordt onverminderd de toepassing van tuchtstraffen: - In de eerste plaats het jaarlijks vakantieverlof verminderd naar rato van dit tekort. - Bij gebrek aan jaarlijks vakantieverlof het debet boven de maximumgrens als recht op onwettige afwezigheid beschouwd. In dat geval verliest het betrokken personeelslid zijn salaris. 1.10 Overuren De lijnmanager of zijn gedelegeerde kan bij wijze van uitzondering vragen extra uren te presteren. In afwijking van punt 1.9.2.1 kan de lijnmanager of zijn gedelegeerde in uitzonderlijke omstandigheden, inzonderheid in piekperiodes, toestaan om teveel gepresteerde uren om te zetten in verlof. Indien het personeelslid het te veel aan gepresteerde uren binnen de periode van vier maanden niet in verlof kan opnemen, worden deze uren geldelijk gecompenseerd. 1.11 Melden van afwezigheden Voor het melden van een afwezigheid zijn er drie regelingen van toepassing: - Personeelsleden moeten elke afwezigheid tijdens de stamtijd melden aan de lijnmanager of zijn gedelegeerde, hetzij met een regularisatieformulier door de lijnmanager of zijn gedelegeerde te ondertekenen. - Of volgens de door de lijnmanager of zijn gedelegeerde plaatselijk af te spreken modaliteiten - Of indien het personeelssysteem het toelaat, via de werkstromen.

8 1.12 Deeltijdse personeelsleden De personeelsleden die deeltijds werken zijn eveneens aan het systeem van de variabele werktijdregeling onderworpen. 1.13 Controle 1.13.1 De lijnmanager of zijn gedelegeerde is volledig verantwoordelijk voor de optimale dienstverlening en de maximale beschikbaarheid van zijn diensten. De lijnmanager of zijn gedelegeerde draagt de volle verantwoordelijkheid voor de correcte toepassing van de werktijdregeling. 1.13.2 Het systeem van de variabele werktijdregeling biedt belangrijke voordelen. Artikel 4 Om het systeem van werktijdregeling goed te laten functioneren, moet elk personeelslid het loyaal toepassen. Tegenover elk misbruik dient dan ook zeer streng te worden opgetreden, inzonderheid bij herhaling. Het personeelslid dat zonder toestemming of kennisgeving afwezig is, komt in nonactiviteit te staan zonder salaris, tenzij in geval van overmacht. Daarnaast kan aan de ambtenaar een tuchtstraf of een administratieve maatregel worden opgelegd. Indien het contractuele personeelslid ongewettigd afwezig is, ontvangt het geen salaris onverminderd de toepassing van het arbeidsrecht. De registratie voor andere personeelsleden en het klaarblijkelijk bewust nietregistreren tijdens de middagpauze worden als een zware fout beschouwd. Naast een vermelding in het individueel evaluatiedossier door middel van persoonlijke nota s en het toepassen van tuchtstraffen geven ze aanleiding tot het opleggen van een vaste werktijdregeling, zonder enige vorm van recuperatie. De algemene werktijdregeling van het personeel van niveau A2 wordt in onderling overleg met de lijnmanager of zijn gedelegeerde bepaald. De verloven en afwezigheden worden uitgedrukt in dagen van 07u36 of halve dagen van 03u48. Hoofdstuk 3. Specifieke werktijdregeling Artikel 5 Afhankelijk van de behoeften van de dienst kan de lijnmanager of zijn gedelegeerde na overleg en consensus in het bevoegde overlegcomité, aan een aantal personeelsleden een specifieke werktijdregeling opleggen.

9 Dit is onder meer het geval voor: - het schoonmaak- en keukenpersoneel - het ontvangstpersoneel - de onthaalbeambten - de telefonisten - de personeelsleden die werken in diensten die in contact komen met het publiek - de personeelsleden in continudienst - de chauffeurs - het werkliedenpersoneel van de buitendiensten Het bevoegde overlegcomité kan evenwel geen nieuwe voordelen of compensaties opleggen die strijdig zijn met de statutaire bepalingen van het Vlaams personeelsstatuut. Bij deze uitzonderlijke werktijdregeling kunnen onder meer: - Verplichtingen worden opgelegd om sommige vaste uren te presteren binnen de glijtijden - Andere glijtijden worden opgelegd - Vaste dienstroosters worden opgelegd Opmerking: Voor de personeelsleden die zich alleen maar in de lokalen van de werkgever moeten aanbieden om er grondstoffen, materiaal of documenten in verband met het werk te komen afhalen, of de producten van hun werk af te geven, zijn deze lokalen toegankelijk tijdens de kantooruren. Hoofdstuk 4: Deeltijds werken Artikel 6 Het Vlaams personeelsstatuut voorziet in deel X, titel 5 de mogelijkheid voor ambtenaren om een verlof voor deeltijdse prestaties aan te vragen. Contractuele personeelsleden kunnen deeltijds werken op basis van een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse tewerkstelling. De deeltijdse tewerkstelling kan overeengekomen worden bij de indienstneming of door een wijziging van de oorspronkelijke arbeidsovereenkomst. (Naast het werken op basis van een arbeidsovereenkomst voor deeltijdse tewerkstelling, kunnen contractuele personeelsleden ook tewerkgesteld zijn zonder dat dit in een arbeidsovereenkomst vermeld staat vb. halftijdse loopbaanonderbreking). Artikel 7 De keuze van het werkrooster dient in overleg met de leidinggevende te gebeuren. Hierbij wordt benadrukt dat, zelfs in de gevallen waar het deeltijds presteren een recht is, het vaststellen van het werkrooster in overleg met de leidinggevende dient te gebeuren en dat dit dient vastgesteld te worden rekening houdend met het dienstbelang. Indien werkroosters voorgesteld worden die voor de dienst niet haalbaar zijn, heeft de leidinggevende in alle redelijkheid het recht om het personeelslid te vragen een andere verdeling te kiezen.

10 De aanvragen tot deeltijds werken worden via de hiërarchische weg ingediend bij de leidinggevende, tenminste één maand voor de aanvang van het verlof. TITEL 2. RUSTDAGEN Artikel 8 Voor het personeel met een algemene werktijdregeling zijn de gewone dagen van inactiviteit: - de zaterdagen en zondagen; - de feestdagen en de compensatiedagen, zoals geregeld door deel X, titel 2 van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd; - de jaarlijkse vakantiedagen, zoals geregeld door deel X, titel 2 van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd. TITEL 3. JAARLIJKE VAKANTIE Artikel 9 De jaarlijkse vakantie is geregeld door deel X, titel 2 van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, en de bijhorende toelichting, zoals deze zal worden gewijzigd. TITEL 4. LOON Artikel 10 De wijzen van meting en van controle op de arbeid met het oog op het bepalen van het loon zijn geregeld door het geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is. Artikel 11 De wijze, het tijdstip en de plaats van betaling van het loon zijn geregeld door het geldelijk statuut dat overeenkomstig deel VII van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, op het personeelslid van toepassing is. TITEL 5. OPZEGGINGSTERMIJNEN Artikel 12 De duur van de opzegtermijnen en / of de nadere regelen voor het bepalen van de opzegtermijnen zijn vastgesteld: - Wat het contractuele personeel betreft: door de wet van 03.07.1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten, zoals deze zal worden gewijzigd; door de wet van 20.07.1991 houdende sociale en diverse bepalingen, zoals deze zal worden gewijzigd; door de wet van 24.12.1999 ter bevordering van de werkgelegenheid, zoals deze zal worden gewijzigd.

11 - Wat het statutaire personeel betreft: door de delen III en XI van het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd. TITEL 6. DRINGENDE REDENEN CONTRACTUEEL PERSONEEL Artikel 13 Zonder afbreuk te doen aan het soevereine beslissingsrecht van de rechter, worden volgende voorbeelden van tekortkomingen beschouwd als een dringende reden, met onmiddellijk ontslag zonder opzeggingstermijn of verbrekingsvergoeding tot gevolg: - Herhaalde ongerechtvaardigde afwezigheid na verwittigingen - Weigering om toevertrouwde arbeid uit te voeren - Ernstige en vrijwillige onachtzaamheid - Elk feit dat tegenstrijdig is met de goede zeden - Vervalsen van prikkaarten en medische attesten - Voorleggen van valse attesten - Druggebruik, alcoholintoxicatie en dronkenschap - Diefstal - Plegen van geweld - Overtreden van veiligheidsvoorschriften - Opzettelijke schade toebrengen aan de inrichting(en) van de werkgever, met inbegrip ban het bewust binnenbrengen of verspreiden van een virus op de informaticaserver of elke poging om de veiligheidssystemen van de informatica ter schenden - Overbrengen aan derden van gegevens die beschermd zijn door het beroepgeheim - Verspreiden, om op het even welke manier, van beelden of teksten met een racistisch of pornografisch karakter binnen de inrichtingen van de werkgever, met inbegrip van de informaticaserver - Ongewenst seksueel gedrag - Deze tekortkomingen tot staving van de dringende reden moeten echter van voldoende ernstige aard zijn dat zij elke professionele samenwerking tussen de werkgever en het personeelslid onmiddellijk en definitief onmogelijk maken. Dat in dit arbeidsreglement bepaalde tekortkomingen niet als dringende reden worden gekwalificeerd, houdt niet in dat geen ontslag om dringende reden kan worden gegeven om deze tekortkomingen. TITEL 7. RECHTEN EN PLICHTEN TOEZICHTHOUDEND PERSONEEL Artikel 14 De rechten en plichten van het toezichthoudend personeel worden geregeld in het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd, in de deontologische code vastgesteld door de Vlaamse minister, bevoegd voor de bestuurszaken, zoals deze zal worden gewijzigd en in de managementcode, zoals deze zal worden gewijzigd.

12 TITEL 8. STRAFFEN EN BEROEPSMOGELIJKHEDEN Artikel 15 De straffen voor het statutaire personeel zijn geregeld door het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd. De beroepsmogelijkheden tegen deze straffen zijn geregeld door het Vlaams personeelsstatuut, zoals dit zal worden gewijzigd. Voor het contractuele personeel bestaat het sanctioneringsysteem uit de volgende sancties: terechtwijzing, blaam of ontslag. TITEL 9. EHBO Artikel 16 De EHBO-verantwoordelijke is te bereiken op de volgende plaatsen: zie bijlagen 1 tot en met 11. Een algemene lijst van EHBO-verantwoordelijken is terug te vinden in bijlage 18. TITEL 10. VERBANDKIST Artikel 17 De door het ARAB vereiste verbandkist bevindt zich op de volgende plaatsen: zie bijlage 1 tot en met 11. TITEL 11. ADRES INSPECTIEDIENSTEN Artikel 18 De adressen van de FOD Werkgelegenheid, Arbeid, en Sociaal Overleg (Toezicht op de Sociale Wetten en Toezicht op het Welzijn op het Werk) en de Sociale Inspectie gaan als bijlage 12 bij dit reglement. TITEL 12. GEWELD, PESTERIJEN EN ONGEWENST SEKSUEEL GEDRAG OP HET WERK Artikel 19 1. De wet Het statutaire en contractuele personeelslid, alsmede de persoon die onder een andere vorm onder gezag van het Agentschap Wegen en Verkeer wordt tewerkgesteld, is beschermd tegen de psychosociale belasting veroorzaakt door het werk, waaronder geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk overeenkomstig de geldende reglementering, inzonderheid door de Wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werk ( zoals deze wordt gewijzigd of vervangen) en de Codex van het Welzijn op het werk (zoals deze wordt gewijzigd of vervangen).

13 De wet erkent drie soorten ontoelaatbaar gedrag. Geweld op het werk: elke feitelijkheid waarbij een persoon psychisch of fysiek wordt bedreigd of aangevallen bij de uitvoering van het werk. Pesten: meerdere gelijkaardige of uiteenlopende onrechtmatige gedragingen, buiten of binnen de dienst: - die plaats hebben gedurende een bepaalde tijd, - die tot doel of gevolg hebben dat de persoonlijkheid, de waardigheid of de fysieke of psychische integriteit van de persoon bij de uitvoering van het werk wordt aangetast, - dat zijn betrekking in gevaar wordt gebracht of - dat een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd dat zich inzonderheid uit in woorden, bedreigingen, handelingen, gebaren of eenzijdige geschriften. Deze gedragingen kunnen inzonderheid verband houden met godsdienst of overtuiging, handicap, leeftijd, seksuele geaardheid, geslacht, ras of etnische afstamming. Ongewenst seksueel gedrag op het werk: elke vorm van ongewenst verbaal, non-verbaal of lichamelijk gedrag met een seksuele connotatie dat als doel of gevolg heeft dat de waardigheid van een persoon wordt aangetast of een bedreigende, vijandige, beledigende, vernederende of kwetsende omgeving wordt gecreëerd. Wat meer concreet wordt verstaan onder de begrippen geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk wordt toegelicht in de rond-zendbrief PEBE/DVR/BZ/P&O/2009/7 ( zoals die zal worden gewijzigd of vervangen). 2. Intentieverklaring De Vlaamse overheid verbindt er zich toe de nodige aandacht te besteden aan het ontwikkelen van arbeidsomstandigheden, waarbinnen noch psychosociale belasting, noch grensoverschrijdend gedrag kunnen veroorzaakt worden. Binnen de Diensten van de Vlaamse overheid is er geen plaats voor ontoelaatbaar gedrag. Elk personeelslid heeft het recht te werken in een aangename en stimulerende werkomgeving. Geen enkel personeelslid mag het voorwerp zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag door geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag. Om dit te bereiken wordt een inspanning gevraagd van zowel het lijnmanagement als van alle personeelsleden: Leidinggevenden engageren zich om evenveel aandacht te besteden aan kwaliteitsvolle en motiverende arbeidsomstandigheden als aan de te behalen resultaten. Ze zullen alert zijn voor wat er leeft binnen hun teams, afdelingen en administraties en kunnen niet tolereren dat de persoonlijke grenzen van hun ondergeschikten ongewenst worden overschreden. Leidinggevenden nemen hierin een voorbeeldfunctie op. Ook alle personeelsleden engageren zich om mee te werken aan het creëren van een positief arbeidsklimaat. Aan elkeen wordt gevraagd niet mee te doen aan pesterijen of

14 ander ongeoorloofd gedrag en waar het kan zelf verantwoordelijkheid op te nemen om tot oplossingen te komen. 3. Materiële en organisatorische maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en OSGW De materiële en organisatorische maatregelen ter voorkoming van geweld, pesterijen en OSGW zijn opgenomen in de rondzendbrief PEBE/DVR/BZ/P&O/2009/7. (zoals die zal worden gewijzigd of vervangen) 4. Recht om klacht in te dienen Iedereen die meent slachtoffer te zijn van ongewenst gedrag, wie de dader ook mag zijn, heeft het recht klacht in te dienen en dit zonder vrees voor represailles of vergelding. De procedures die van toepassing zijn, wanneer er een melding gebeurt van feiten en die betrekking hebben op: het onthaal en adviesverlening aan de personen die verklaren het voorwerp te zijn van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk; de nadere regels volgens welke deze personen een beroep kunnen doen op de preventieadviseur en de vertrouwenspersonen, aangewezen voor de feiten van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk; de snelle en volledig onpartijdige interventie van de vertrouwenspersoon en de preventieadviseur; de wedertewerkstelling van de werknemers die verklaard hebben het voorwerp te zijn geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk en de begeleiding van deze personen naar aanleiding van hun wedertewerkstelling; zijn opgenomen in de rondzendbrief PEBE/DVR/BZ/P&O/2009/7.(zoals die zal worden gewijzigd of vervangen). In deze brief wordt tevens onderstaande informatie nader toegelicht. Wat kan een personeelslid doen indien hij/zij meent slachtoffer te zijn van ongewenst grensoverschrijdend gedrag van collega s, leidinggevenden, ondergeschikten, klanten of leveranciers? Binnen de Vlaamse Overheid bestaan verschillende mogelijkheden: - Erover spreken en advies inwinnen: - met de persoon in kwestie - met de leidinggevende of personeelsverantwoordelijke - met de bedrijfsarts - met de sociaal assistent - bij het telefonisch meldpunt - De informele klachtenprocedure volgen ofwel: - bij de vertrouwenspersoon - bij de interne preventieadviseur psychosociaal welzijn

15 - De formele klachtenprocedure volgen door een met redenen omklede klacht in te dienen ofwel: - bij de vertrouwenspersoon - bij de interne preventieadviseur psychosociaal welzijn - bij de externe preventieadviseur psychosociaal welzijn Andere mogelijkheden die de wet voorziet - een met redenen omklede klacht neerleggen bij de diensten belast met het Toezicht op het Welzijn op het Werk (TWW) - een rechtsvordering instellen bij het arbeidsauditoraat - een strafrechtelijke procedure opstarten bij de correctionele rechtbank 5. Het klachtenregister Indien een personeelslid meent het slachtoffer te zijn van geweld, pesterijen en ongewenst seksueel gedrag op het werk door personen die extern zijn aan de dienst b.v. klanten of leveranciers, dan kan deze zijn/haar verklaring laten noteren in een speciaal register ongewenst gedrag door externen, dat wordt bijgehouden door de vertrouwenspersoon of de preventieadviseur psychosociaal welzijn. Alleen de werkgever, de interne en externe preventieadviseur psychosociaal welzijn, de vertrouwenspersoon en de diensten belast met het Toezicht op het Welzijn op het Werk hebben toegang tot dit register. 6. Psychologische ondersteuning Personeelsleden die, naast de inbreng van de vertrouwenspersoon of preventieadviseur psychosociaal welzijn bijkomende psychologische ondersteuning nodig hebben n.a.v. pijnlijke en traumatische gebeurtenissen in de werkcontext, kunnen door hen verwezen worden naar gespecialiseerde diensten. De kosten worden in dat geval gedragen door de werkgever. 7. Wedertewerkstelling Indien een personeelslid verklaarde het voorwerp te zijn geweest van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag op het werk kan hij/zij de nodige begeleiding naar aanleiding van zijn/haar wedertewerkstelling krijgen; dit na een eventuele periode van afwezigheid, bijvoorbeeld wegens ziekte, schorsing, tijdelijke mutatie, loopbaanonderbreking. Hiertoe kan het personeelslid met zijn/haar leidinggevende de begeleiding bespreken. Ook de bedrijfsarts, de vertrouwenspersoon, de personeelsdienst, de sociale dienst, de preventieadviseur psychosociaal welzijn kunnen hierbij helpen. 8. Bescherming Vanaf het moment dat een met redenen omklede klacht in ontvangst wordt genomen, is het betrokken personeelslid beschermd tegen ontslag. De bescherming geldt voor de 12 maanden vanaf het in ontvangst nemen van de met redenen omklede klacht of het afleggen van de getuigenverklaring. Ook eventuele getuigen genieten dezelfde bescherming. Bij een klacht voor een rechtbank geldt de bescherming tot dat de termijn om in beroep, of verzet tegen het vonnis, te gaan, verstreken is. In dit geval berust de bewijslast bij de werkgever die moet aantonen dat er geen sprake is van pesterijen en de redenen voor het ontslag geen verband houden met de klacht.

16 De werkgever mag, behalve om redenen die vreemd zijn aan de klacht, de rechtsvordering of de getuigenverklaring, de arbeidsverhoudingen van het personeelslid dat een met redenen omklede klacht heeft ingediend of de getuigen, niet beëindigen en hij mag evenmin hun arbeidsvoorwaarden eenzijdig wijzigen. De tuchtprocedure wordt geschorst, wanneer de klacht valt onder bovenvermelde regelgeving. 9. Sancties Ambtenaren die zich schuldig maken aan geweld, pesten of ongewenst seksueel gedrag op het werk worden door de werkgever gesanctioneerd met één van de tuchtstraffen opgenomen in het Vlaams personeelsstatuut, (zoals dit zal worden gewijzigd of vervangen). Contractuele personeelsleden die zich schuldig maken aan feiten van geweld, pesterijen of ongewenst seksueel gedrag worden gesanctioneerd met een terechtwijzing, blaam of ontslag. Ook op het wederrechterlijk gebruik van de klachtenprocedure staan sancties zoals: tuchtstraffen, ontslag om dringende redenen,... 10. Contactpersonen Je kunt gebruik maken van de kanalen en je richten tot de contactpersonen zoals vermeld wordt in bijlage 13. TITEL 13. ZIEKTECONTROLE EN ARBITRAGEPROCEDURE (art. X 18 VPS) Artikel 20 De hierna weergegeven regelingen gelden zowel voor de ambtenaren, als voor de contractuele personeelsleden, ook voor deze die tewerkgesteld zijn en/of verblijf houden in het buitenland. 1. Mededeling van de afwezigheid wegens ziekte Het personeelslid deelt elke afwezigheid wegens ziekte vóór 10 uur s morgens mee aan zijn hiërarchische chef. Hij doet dit persoonlijk of via een tussenpersoon, langs de snelste weg (per telefoon, fax, mailbericht...). Het personeelslid deelt ook mee op welk adres het zich bevindt, indien zijn feitelijke verblijfplaats verschilt van zijn domicilieadres. De personeelsleden die een specifieke werktijdregeling hebben, waarschuwen hun chef zo snel mogelijk en uiterlijk één uur vóór het normale begin van de activiteiten. De personeelsleden in de continudiensten waarschuwen hun chef zo snel mogelijk en uiterlijk één uur voor het normale begin van de activiteiten. Na raadpleging van een arts meldt het personeelslid de vermoedelijke duur van zijn afwezigheid onmiddellijk aan zijn chef, die de personeelsdienst hiervan dadelijk op de hoogte brengt.

17 Het personeelslid stuurt het ziektemeldingsformulier dat ter beschikking gesteld is door de werkgever en dat door de behandelende arts ingevuld en ondertekend is binnen 24 uur, onder gesloten omslag en voldoende gefrankeerd rechtstreeks naar het ziektecontroleorgaan. De personeelsleden die verblijven in Nederland en een Nederlandse arts consulteren, vullen het attest zoveel mogelijk zelf in, wanneer de Nederlandse arts dit zou weigeren te doen. Wanneer men één dag ziek is en geen arts raadpleegt, moet men toch het ziektemeldingsformulier opsturen naar het controleorgaan met vermelding ééndagsziekte. Het personeelslid vult zelf op dit formulier zijn naam, personeelsnummer en adres (of eventuele tijdelijke verblijfplaats) in, alsook de datum van de ééndagsziekte. Als men geen ziektemeldingsformulier opstuurt, is men ongewettigd afwezig. Voor personeelsleden met een specifieke werktijdregeling wordt hier onder één dag ziekte begrepen dat de ziekte niet langer duurt dan één door hen geleverde normale arbeidsprestatie. Het aantal werkdagen ziekteverlof wordt wel pro rata berekend. Iedere afwezigheid wegens ziekte dient dus met het ziektemeldingsformulier te worden gestaafd. Indien het ziektemeldingsformulier niet binnen 24 uur naar het ziektecontroleorgaan gestuurd wordt, kunnen administratieve maatregelen genomen worden zoals het inhouden van wedde of van vakantieverlof. De wegens ziekte afwezige personeelsleden die naar het buitenland wensen te gaan, brengen hun chef hiervan minstens één week op voorhand op de hoogte. De chef stelt het ziektecontroleorgaan in kennis en kan desgewenst een controle aanvragen. 2. Het verloop van de geneeskundige controle Iedere lijnmanager of zijn gedelegeerde kan het geneeskundig controleorgaan verzoeken om over te gaan tot een controle van een personeelslid. Het controleorgaan kan ook in afspraak met betrokken entiteit op eigen initiatief gerichte controles uitvoeren. De medische controle kan op alle werkdagen plaatsvinden, ook op zaterdag, zon- en feestdagen voor de personeelsleden die normaal op die dagen arbeidsprestaties moeten verrichten. De controle gebeurt tussen 8 uur en 19 uur. Voor continudiensten kan de controle gebeuren tussen 5 u en 21 u. De controles mogen enkel worden uitgevoerd door Nederlandstalige artsen. Het onderzoek vindt in regel plaats in de woon- of verblijfplaats van het zieke personeelslid. Het controleorgaan hoeft het onderzoek niet aan te kondigen. De controlerende arts dient zich wel te legitimeren. Als het zieke personeelslid afwezig is, laat de controlerende arts een bericht achter waarin het personeelslid wordt uitgenodigd zich tijdens de vermelde spreekuren aan te melden bij de bevoegde arts.

18 Personeelsleden die hun woon- of verblijfplaats mogen verlaten, kunnen door het controleorgaan schriftelijk opgeroepen worden om zich persoonlijk aan te bieden voor een controleonderzoek. Het personeelslid dat het werk spontaan vervroegd hervat heeft, brengt zelf het controleorganisme daarvan onmiddellijk op de hoogte indien het voor een controlebezoek werd uitgenodigd. De controlearts oordeelt na medisch onderzoek dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is. De controlearts moet hierbij over de nodige achtergrondinformatie beschikken m.b.t. de medische historiek van het te controleren personeelslid. Oordeelt de controlearts dat de afwezigheid wegens ziekte gerechtvaardigd is, dan deelt hij dit, bij middel van een document dat voor ontvangst wordt ondertekend, onmiddellijk mee aan het personeelslid dat dan afwezig kan blijven voor de duur van het toegestane ziekteverlof. Oordeelt de controlearts dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, dan overhandigt hij onmiddellijk, na raadpleging van de behandelende arts, zijn bevindingen schriftelijk aan het personeelslid. Indien het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dit door de controlearts vermeld op het bovenvermelde document. Als de behandelende arts na overleg akkoord gaat met de beslissing van de controlearts, dan dient het personeelslid de dienst te hervatten op de eerstvolgende werkdag na de in kennisstelling of op de (latere) datum bepaald door de controlerende arts. Indien de controlearts tijdens het overleg zijn oordeel zou herzien, dient het personeelslid de dienst te hervatten op de nieuw overeengekomen datum, die nadien schriftelijk aan het personeelslid wordt bevestigd door het controleorgaan. Binnen 2 werkdagen na de overhandiging van de bevindingen door de controlearts, kan de meest belanghebbende partij, mits akkoord van de controlearts en behandelende arts, een arts als scheidsrechter aanwijzen die voldoet aan de bepalingen van de wet van 13 juni 1999 betreffende de controlegeneeskunde Zo spoedig mogelijk na zijn aanstelling onderzoekt deze arbitrerende arts het personeelslid. Hij deelt onmiddellijk zijn beslissing aan de betrokkene mee bij middel van een document dat voor ontvangst wordt ondertekend. Deze beslissing is bindend. Als de arbitrerende arts de afwezigheid niet medisch gerechtvaardigd acht, dan moet het personeelslid de dienst hervatten de eerstvolgende werkdag of op een door de arbitrerende arts vastgestelde latere datum. Betwistingen over een bepaalde ziekteperiode kunnen alleen worden beslecht via een arbitrageprocedure. Een nieuw attest van de behandelende arts over dezelfde periode en met dezelfde diagnose kan de betwisting niet beslechten en is derhalve nietig. De kostprijs van een arbitrage is ten laste van de verliezende partij, hetzij van het personeelslid, hetzij van het controleorgaan, al naargelang het geval. Indien de datum van de arbeidsongeschiktheid voorgesteld door de arbitrerende arts een datum is die ligt

19 tussen de door de behandelende arts en de controlerend arts voorgestelde data, worden de kosten evenredig verdeeld tussen beide partijen. Wanneer men één dag ziek is en geen arts heeft geraadpleegd, en de controlearts oordeelt na medisch onderzoek dat de afwezigheid wegens ziekte niet gerechtvaardigd is, dan bevindt het personeelslid zich van rechtswege in de administratieve toestand nonactiviteit, tenzij het personeelslid nog dezelfde werkdag de dienst hervat (toepassing van artikel X 4 van het VPS). Het controleorgaan licht steeds binnen 24 uur na de definitieve beslissing, de hiërarchische meerdere van het personeelslid en de Managementondersteunende Dienst/personeelsdienst schriftelijk in over het al dan niet gerechtvaardigd zijn van de afwezigheid. Bij afwezigheid van het personeelslid licht het controleorgaan eveneens binnen de 24 uur de hiërarchische meerdere van het personeelslid en de personeelsdienst schriftelijk in dat het personeelslid zal opgeroepen worden om zich voor een controle aan te melden. De hiërarchische chef stuurt dit attest onmiddellijk door naar de personeelsdienst. De ambtenaren die zonder gegronde reden weigeren zich aan een controle te onderwerpen, kunnen worden bestraft met een tuchtstraf. De contractuele personeelsleden lopen het risico hun recht op gewaarborgd loon te verliezen. De personeelsleden die de dienst niet tijdig hervatten zonder geldige reden, zijn ongewettigd afwezig. Zij hebben geen recht op salaris gedurende hun ongewettigde afwezigheid. Voor het ziektemeldingsformulier en eventuele vragen of klachten over de ziektecontrole kan het personeelslid terecht bij de bevoegde personeelsfunctie. 3. Deeltijdse prestaties wegens ziekte of ongeval van gemeen recht 3.1 Statutaire personeelsleden Als de controlearts van oordeel is, na raadpleging van de behandelende arts, dat een zieke ambtenaar geschikt is om zijn ambt met deeltijdse prestaties op te nemen of als een ambtenaar die wegens ziekte afwezig is, vraagt om zijn ambt weer te mogen opnemen met deeltijdse prestaties, legt de ambtenaar aan het geneeskundig controleorgaan een geneeskundig attest van zijn behandelende arts voor. Als de controlearts oordeelt dat de lichamelijke toestand van de ambtenaar dat toelaat, brengt het geneeskundig controleorgaan de personeelsdienst waaronder de ambtenaar ressorteert en de ambtenaar zelf daarvan schriftelijk op de hoogte. Indien de controlearts oordeelt dat de aanvraag tot deeltijdse prestaties wegens ziekte niet gerechtvaardigd is of als een personeelslid niet akkoord kan gaan met het oordeel van de controlearts tot deeltijdse prestaties wegens ziekte, dan overhandigt hij onmiddellijk, na raadpleging van de behandelende arts, zijn bevindingen schriftelijk aan het personeelslid. Indien het personeelslid op dat ogenblik kenbaar maakt dat hij niet akkoord gaat met de bevindingen van de controlearts, wordt dit door de controlearts vermeld op het bovenvermelde document. Het personeelslid kan dan via zijn behandelende arts aandringen op de hierboven reeds eerder vermelde arbitrageprocedure. Het geneeskundig controleorgaan staat, met het oog op reïntegratie, deeltijdse prestaties toe voor minimum 50% voor een periode van ten hoogste drie maanden. Nochtans worden voor ten hoogste dezelfde periode, verlengingen toegestaan op voorwaarde dat het geneeskundig controleorgaan bij een nieuw onderzoek oordeelt dat de lichamelijke toestand van de ambtenaar dat wettigt. Dit nieuw medisch onderzoek gebeurt volgens

20 dezelfde procedure als hierboven beschreven. De deeltijdse prestaties wegens ziekte moeten de ambtenaar toelaten om na een periode van zware of langdurige ziekte opnieuw zijn volledige dagtaak op te nemen. Bedoeling van het verlof voor deeltijdse prestaties wegens ziekte is de ambtenaar die afwezig geweest is wegens ziekte de mogelijkheid te geven om zich opnieuw aan te passen aan het normale arbeidsritme en hem opnieuw te re-integreren in zijn functie. Dit betekent dat een ambtenaar niet onbeperkt gebruik kan maken van deeltijdse prestaties wegens ziekte. Indien een personeelslid niet opteert voor een ander verlof voor deeltijdse prestaties of loopbaanonderbreking en uit het medisch onderzoek van de controlearts zou blijken dat de ambtenaar nooit meer zijn functie aan 100% kan uitoefenen, zal de ambtenaar volledig arbeidsongeschikt verklaard worden in zijn functie. Deze regeling belet niet dat de ambtenaar die deeltijds werkt wegens ziekte mag proberen om voltijds te hervatten. Indien hij dan tot de vaststelling komt dat hij dit toch niet aankan, mag hij terug overschakelen op deeltijdse prestaties wegens ziekte voor de duur van de oorspronkelijk toegestane periode, zonder opnieuw hiertoe een aanvraag te moeten indienen. De ambtenaar dient wel zijn personeelsdienst hiervan in kennis te stellen. 3.2 Contractuele personeelsleden Het contractuele personeelslid dat arbeidsongeschikt is, kan aan de adviserende geneesheer van de mutualiteit vragen om het werk gedurende zijn arbeidsongeschiktheid deeltijds te hervatten. Bij deze procedure komt het geneeskundig controleorgaan niet tussen. Voorwaarde is wel dat het contractuele personeelslid door de adviserende geneesheer nog voor minstens 50% arbeidsongeschikt wordt bevonden. In geval van toestemming bepaalt de adviserende geneesheer zelf het deeltijds arbeidsregime waartegen mag gewerkt worden. De werkgever kan de werkhervatting met het door de adviserende arts bepaalde arbeidsregime, al dan niet toestaan. De ziekteverzekeringswet en haar uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing. TITEL 14. VERLOF VOOR ARBEIDSONGEVAL, ONGEVAL OP DE WEG NAAR EN VAN HET WERK OF BEROEPSZIEKTE Artikel 21 De ambtenaar en het contractuele personeelslid hebben recht op ziekte- of gebrekkigheidsverlof bij een arbeidsongeval, ongeval op de weg van en naar het werk of een beroepsziekte en dit volgens de federale bepalingen terzake. Het personeelslid dat het slachtoffer wordt van een arbeidsongeval, mag zich wenden tot een arts van zijn keuze. In dringende gevallen zal de nodige geneeskundige, farmaceutische en verpleegkundige hulp verstrekt worden door het dichtstbijzijnde ziekenhuis. 1. De te volgen procedure Bij een arbeidsongeval, een ongeval op weg naar en van het werk, of een beroepsziekte volgt het personeelslid (statutair en contractueel) dezelfde procedure als bij ziekte.

21 Er dienen geen AGD1B-formulieren meer te worden ingevuld en opgestuurd naar MEDEX. Bovendien doet het personeelslid zo spoedig mogelijk aangifte van het arbeidsongeval of de beroepsziekte bij de personeelsdienst van zijn departement (of provinciale personeelsdienst of bij de personeelsverantwoordelijke van de wetenschappelijke instelling). Een arbeidsongeval of een ongeval op weg naar en van het werk wordt aangegeven door middel van een in tweevoud opgemaakt formulier "aangifte van een ongeval" (model A). Als het ongeval een arbeidsongeschiktheid van meer dan één dag tot gevolg heeft of kan hebben, moet daarbij een doktersattest (model B) worden gevoegd. In geval van een beroepsziekte gebeurt de aangifte door middel van een in tweevoud opgemaakt formulier BZ1 en het geneeskundig getuigschrift (formulier BZ2). Het staat de behandelend arts evenwel vrij zijn getuigschrift op een afzonderlijk blad op te stellen, voor zover dit getuigschrift antwoordt op al de vragen gesteld in de verschillende rubrieken van vermeld formulier BZ2. Hij voegt dit dan bij dit formulier. Het geneeskundig getuigschrift dient altijd te worden overgelegd onder gesloten enveloppe; deze enveloppe vermeldt duidelijk: "medisch getuigschrift BZ2 betreffende... (naam van het slachtoffer)". Alle formulieren zijn beschikbaar bij de lokale personeelsverantwoordelijke of kunnen gedownload worden van de website van de Afdeling Personeel en Logistiek. Ingevolge de wet van 19 oktober 1998 is de werkgever waarbij het arbeidsongeval van een contractueel personeelslid wordt aangegeven, verplicht om binnen de dertig dagen na ontvangst van de aangifte het ziekenfonds of de Hulpkas van het personeelslid te verwittigen indien er twijfel bestaat over de erkenning van het arbeidsongeval. Toch wordt aan contractuele personeelsleden aangeraden om, in afwachting van de erkenning van het arbeidsongeval of de beroepsziekte, steeds ook zelf aangifte te doen bij hun ziekenfonds. Zij vullen daartoe het "Inlichtingenblad uitkeringen" in dat door het ziekenfonds wordt verstrekt. Tevens wordt zowel aan de contractuele als aan de statutaire personeelsleden aangeraden hun dokters- en apothekerskosten aan te bieden bij hun ziekenfonds zolang er geen erkenning heeft plaatsgevonden van het arbeidsongeval of de beroepsziekte. Het slachtoffer heeft er alle belang bij om alle formulieren nauwkeurig en volledig in te vullen of te laten invullen. 2. De erkenning van arbeidsongevallen en beroepsziekten en de toekenning van schadevergoeding. De lijnmanager of zijn gedelegeerde neemt de juridische beslissing met betrekking tot de erkenning van arbeidsongevallen (inclusief ongevallen op weg naar en van het werk) en de toekenning van schadevergoeding voor arbeidsongevallen, ongevallen op weg naar en van het werk en voor beroepsziekten. Het Fonds voor Beroepsziekten neemt de juridische beslissing met betrekking tot de erkenning van beroepsziekten. MEDEX doet uitspraak over de medische aspecten van arbeidsongevallen en beroepsziekten (in samenwerking met het Fonds voor Beroepsziekten).

22 Voor nadere inlichtingen en de nodige formulieren en attesten kan het personeelslid terecht bij de bevoegde personeelsfunctie. TITEL 15. AANVRAAGTERMIJNEN, VOORTIJDIGE BEEINDIGING EN DE OPZEGGINGSTERMIJNEN VOOR VERLOVEN Artikel 22 Een personeelslid kan een aangevraagd, respectievelijk begonnen verlofstelsel enkel opzeggen om echt dwingende redenen en na overleg met de lijnmanager of zijn gedelegeerde Onverminderd de hogervermelde regel, gelden voor de aanvraag en de opzegging van verloven, de volgende termijnen die in bijlage 19 van dit arbeidsreglement worden bepaald TITEL 16. VERREISTE ATTESTEN VOOR DIENSTVRIJSTELLING Artikel 23 De dienstvrijstellingen vermeld in het VPS, zijn opgenomen in bijlage 14 A. De andere dienstvrijstellingen zijn opgenomen in bijlage 14 B. TITEL 17. VERPLICHTE MELDINGEN DOOR HET PERSONEEL Artikel 24 De werknemer moet de werkgever onverwijld alle inlichtingen verschaffen die noodzakelijk zijn voor de actualisering van het personeelssysteem. Aldus moeten onder meer worden meegedeeld: - Wijziging in de burgerlijke staat van de werknemer of in de samenstelling van het feitelijke huishouden (inclusief wijziging personen ten laste en kinderbijslaggegevens). - Adreswijziging (huisadres en postadres). - Wijziging bankrekening. TITEL 18. ALCOHOL EN DRUGGEBRUIK Artikel 25 1. Personeelsleden die onder invloed zijn van alcohol of drugs mogen de dienst niet aanvatten. 2. Het gebruik van alle alcoholische dranken of drugs tijdens de diensturen zijn verboden. 3. Alcoholhoudende dranken zijn enkel toegelaten bij de maaltijden. De hoeveelheid drank mag geenszins de uitoefening van taken belemmeren.

23 4. Geen alcoholische dranken in de dienstlokalen. Dit is alleen toegelaten in cafetaria of restaurant. Indien deze faciliteiten niet ter beschikking zijn, mag er alleen een beperkte voorraad gehouden worden in een speciale ruimte die daartoe door de lijnmanager of zijn gedelegeerde is aangeduid. 5. Een beperkt gebruik van alcoholische dranken is toegelaten bij feesten en sociale aangelegenheden (verjaardagen, huwelijk, pensionering, ) onder strikte voorwaarden: - Het tijdstip moet duidelijk afgesproken worden, voor een gelimiteerde tijdsduur (bijv. vanaf 16u00). - Er moeten steeds ook niet-alcoholische dranken aangeboden worden. - De lijnmanager of zijn gedelegeerde moet altijd toestemming geven en is dus ook voor de goede gang van zaken verantwoordelijk. 6. Bij het besturen van voertuigen houdt iedereen uiteraard rekening met het geldende verkeersreglement. TITEL 19. ROOKVRIJE WERKPLEK Artikel 26 Alle gebouwen en dienstvoertuigen zijn rookvrij. Er mag alleen nog in de daartoe voorziene zones gerookt worden, en met dien verstande dat voor alle personeelsleden een rookvrije werkplek gegarandeerd wordt. Het rookverbod geldt ook voor de bezoekers. De personeelsleden die werken in gebouwen of met voertuigen van buitenstaanders moeten zich houden aan de rookvoorschriften die daar van kracht zijn. TITEL 20. VOORSCHRIFTEN ICT-GEBRUIK Artikel 27 De personeelsleden werken in overeenstemming met de voorschriften die werden opgesteld voor het gebruik van ICT bij de Vlaamse Overheid. De omzendbrief Gedragscode voor het gebruik van internet, e-mail en prikborden kan worden geraadpleegd op het intranet. TITEL 21. WIJZIGINGEN AAN HET ARBEIDSREGLEMENT Artikel 28 Onverminderd de Arbeidsreglementenwet van 8 april 1965 en het syndicaal statuut, wordt over wijzigingen aan dit arbeidsreglement in beginsel overlegd in de volgende organen: - Wijzigingen aan het algemeen gedeelte: [EOC] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Expertise Verkeer en Telematica (bijlage 1): [ EOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Wegen en Verkeer Oost-

24 Vlaanderen (bijlage 2): [ SEOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Wegen en Verkeer Vlaams-Brabant (bijlage 3): [ SEOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Wegen en Verkeer West- Vlaanderen (bijlage 4): [ SEOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Wegen en Verkeer Antwerpen (bijlage 5): [ SEOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Wegen en Verkeer Limburg (bijlage 6): [ SEOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Elektromechanica en Telematica (bijlage 7): [ SEOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de Stafdienst (bijlage 9): [ EOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Planning en Coördinatie (bijlage 10): [ EOC ] - Wijzigingen aan de aanvullende bepalingen voor de afdeling Wegenbouwkunde (bijlage 11): [ EOC ] Dit uitgangspunt doet geen afbreuk aan het initiatiefrecht van de overheid of van een representatieve vakorganisatie om een aangelegenheid op een hoger overlegorgaan te agenderen. Over de volgende wijzigingen aan het arbeidsreglement moet evenwel niet voorafgaand overlegd worden: - Toepassing van een aanbeveling uitgaande van een toezichthoudende overheid waarover een met redenen omkleed advies is uitgebracht in een hoger overlegorgaan en voor zover die aanbeveling zonder wijzigingen of afwijkingen wordt toegepast. - Aangelegenheden die krachtens het syndicaal statuut geen onderhandelings- of overlegmaterie zijn (bijvoorbeeld adres inspectiediensten).