Eén van de ergste tuinplagen: TAXUSKEVER HAGENSPECIAL VALSE MEELDAUW in de moestuin VERWELKINGSZIEKTE bij clematis HEERMOES OF PAARDESTAART MIEREN... Help! Als we nu eens de vliegen buiten zouden wegvangen Al deze producten van Edialux zijn verkrijgbaar bij... HAGENSPECIAL Extra hagenspecial binnenin
Eén van de ergste tuinplagen: Taxuskever Weinig tuinliefhebbers ontsnappen aan de schade die veroorzaakt wordt door de gegroefde lapsnuitkever of taxuskever (Otiorhynchus sulcatus). De kever is ongeveer 1 cm groot, grijszwart van kleur met lichtgele vlekjes op de gegroefde dekschilden. Heel typisch is de verlengde snuit, met daarop de 2 antennen of voelsprieten. De kever is lichtschuw en daarom vnl. s nacht actief. Hij kan gemakkelijk per nacht enkele tientallen meters ver kruipen. Vliegen doet hij niet. Hij vreet aan de bladeren van vele sierplanten. Het vraatpatroon van de volwassen kever is duidelijk te onderscheiden van slakken- of rupsenvraat. De kever vreet namelijk heel typische maanvormige hapjes uit de bladranden. 2 Vooral Bergenia, Rododendron en Euonymus zijn zeer geliefd door de volwassen kevers. Wanneer u op die planten maanvormige hapjes ziet, dan is de opmars van de taxuskever in uw tuin begonnen. Mocht de schade zich maar beperken tot deze bladrandvraat! Erger is het gesteld met de schade die veroorzaakt wordt door de larven! F. Goossens Vanaf half juli legt de kever immers zijn eitjes af in de bodem. Begin augustus verschijnen de eerste witte, pootloze larven. Ze worden zowat 1 cm groot, hebben een roodbruine kop en een typische, gekromde C- vorm. Okapi totaal insecticide Zeer krachtig insecticide tegen bladluizen, rupsen en kevers op groenten, fruit en sierplanten. Uitstekend tegen de coloradokever. Samenstelling: 5 g/l lambdacyhalothrin, 100 g/l pirimicarb Erkenningsnummer: 7978/B Formusect Totaal insecticide met dubbele toepassing: tegen mieren in gazons en tegen bladluizen, rupsen, kevers, witte vlieg en spintmijten op rozen, sierplanten, groenten en fruit. Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Erkenningsnummer: 9299/B
De jonge larven vreten aan de wortels van allerlei sierplanten. Gelukkig vreten de larven niet aan de wortels van uw gazon; daar huizen andere belagers, nl. engerlingen of de larven van sallandkevers, junikevers en rozenkevers! Naarmate de larven groeien, richten ze zich meer en meer tot grotere wortels. Deze worden ontschorst en zelfs de wortelhals of stambasis wordt niet gespaard. Bij een erge aantasting wordt het hele wortelgestel gewoon weggevreten en kan men de planten zomaar oplichten. Dit laatste kan men frequent waarnemen bij o.a. Sedum, Heuchera en Tiarella. Na de winter, in de periode half april - half mei, gaan de larven in popstadium. Vanaf eind mei - begin juni sluipen de eerste kevers uit de poppen. Op het moment dat de kever uit de pop sluipt, is hij nog erg week en kwetsbaar. Door inademen van zuurstof verhardt echter de chitinehuid tot een hard pantser. Dadelijk gaat de kever op zoek naar vers blad en verschijnen de eerste maanvormige hapjes aan de bladranden. Ongeveer een maand na ontluiken gebeurt de eerste eiafleg, zowel in de grond als in de aarde van bloempotten. Elke kever legt enkele honderden eitjes af! Vanaf augustus zijn de eerste nieuwe larven te verwachten en is de cyclus rond. De kever is in zijn levenscyclus slechts op één moment zeer kwetsbaar en dit is op het ogenblik dat de kever uit de pop sluipt en zijn chitinehuid nog niet verhard is: dit is vanaf half mei tot half juli. In deze periode wordt de strooikorrel Belfort 1 GR ingezet à rato van 50 gram/m². Tot begin september, om de 4 tot 6 weken de behandeling met Belfort 1 GR herhalen. Op die wijze worden niet alleen alle ontluikende kevers bestreden, maar worden ook de nieuwe larven gedood. Om de larven definitief uit te schakelen, dienen de korreltjes wel 5 tot 10 cm diep in de grond te worden ingewerkt. Beregening of regen na de toepassing komt de werking ten goede! Vergeet ook niet uw bloempotten en kuipplanten mee te behandelen! 3 Om de kevers te bestrijden volstaat het de bladeren om de 14 dagen wanneer het donker wordt te bespuiten met Okapi (15 ml/10 liter water) of Formusect (10 ml/1,5 liter water) en dit vanaf mei - juni tot en met september. Belfort 1 GR Strooikorrel tegen taxuskever, bodeminsecten en maden van groentevliegen. Systemisch en met lange nawerking! Samenstelling: 1 % carbosulfan Erkenningsnummer: 9217/B
HAGENSPECIAL hagenspecial 4 TAXUSHAGEN Hoe ze gezond en mooi houden! Taxussen worden de laatste jaren sterk belaagd door dopluizen. Dopluizen zuigen plantensappen en verzwakken de planten, waardoor de groei wordt vertraagd en de haag zich moeilijk sluit. Dopluizen bij taxus worden, naargelang het stadium, met verschillende insecticiden bestreden. Kort na het uitsluipen van de larven, dit is normaliter vanaf begin juli, kunnen de luizen best aangepakt worden met het contactinsecticide Okapi (15 ml/10 liter water). Men voert bij voorkeur twee behandelingen uit met een interval van 14 dagen. Niet los over de planten heen spuiten, maar doelgericht ook de twijgen binnenin proberen te bevochtigen. Na het ontstaan van het beschermende dopje zijn dopluizen onkwetsbaar geworden en niet meer via rechtstreekse bespuitingen te doden. Daarom schakelen we over naar het speciale insecticide: Gazelle (2,5 g/10 liter water). Gazelle heeft een systemische werking. Dit wil zeggen dat het insecticide door de bladeren wordt opgenomen en in de ganse plant wordt getransporteerd. Wanneer dopluizen plantensappen opzuigen, krijgen ze onmiddellijk de nodige dosis bestrijdingsmiddel mee binnen, waardoor ze worden gedood. Met Gazelle worden de dopluizen dus vanuit de plant bestreden en niet van buiten af. Gazelle heeft een bijzonder lange nawerking. Twee behandelingen per seizoen volstaan dan ook om deze schadelijke insecten zeer goed onder controle te houden. Okapi bladluizen Gazelle Insecticide tegen alle bladluizen op groenten, sierplanten, heesters en hagen. Speciaal aanbevolen voor beukenhagen! Samenstelling: 5 g/l lambdacyhalothrin, 100 g/l pirimicarb Erkenningsnummer: 7978/B Systemisch insecticide ter bestrijding van luizen en witte vlieg op sierplanten. Samenstelling: 20 % acetamiprid Erkenningsnummer: 9374/B
Taxus baccata Een tweede groot probleem... bij taxus is wortelsterfte, waardoor de planten bruin worden en compleet afsterven. Oorzaken kunnen velerlei zijn. In de meeste gevallen liggen echter geen wortelziekten aan de basis, maar wordt de wortelsterfte veroorzaakt door zuurstofgebrek ten gevolge van wateroverlast, zoals bvb. tijdens een tijdelijke hoge grond-waterstand of een kortstondige overstroming. Vooraleer de oorzaak bij bodemschimmels te leggen, daarom eerst nagaan of zuurstofgebrek niet aan de basis ligt van het probleem! Zijn bodemschimmels zoals bvb. Phytophthora toch in het spel, dan dient chemisch ingegrepen te worden met Propeller (zie verder bij coniferenhagen). Dop-, schild- en wolluizen komen op zeer veel planten voor. Niet alleen tuinplanten, maar ook kamer- en terrasplanten kunnen erg te lijden hebben van deze insecten. Hoe te herkennen? Door hun onbeweeglijkheid en de vorming van een verhard dakje boven op hun lichaam gelijken schild- en dopluizen eigenlijk niet echt meer op gewone bladluizen. Dop- en schildluizen zitten bovendien voor het grootste deel van hun leven vastgezogen aan takjes, blaadjes, naalden of andere plantendelen. Bij schildluizen ligt het schildje los over het insect. Jonge larven hebben pootjes waarmee ze zich kunnen verplaatsen. In dit stadium hebben ze nog geen bovenliggend schildje gevormd. Oudere larven en volwassen schildluizen zijn pootloos en bedekt met een verhard, plat schildje. Bij het omdraaien van het schildje, blijft het insect vastzitten op de plant. Schildluizen produceren géén honingdauw. Bij dopluizen daarentegen is het schildje met het insectenlichaam vergroeid. Bij het omdraaien van het kleine dopje wordt aan de onderkant het insect zichtbaar. De voortplanting geschiedt door eieren die, afhankelijk van de soort, al dan niet onder het dopje worden afgelegd. De eieren bij de gewone dopluizen worden door het vrouwtje onder het schildje afgezet. Bij pulvinale dopluizen vormt het vrouwtje met behulp van talrijke kleverige witte wasdraden een eizak, die ver buiten het schild uitsteekt (niet verwarren met het witte pluis van witziekte of echte meeldauw). Dopluizen scheiden wel honingdauw af! Op deze plakkerige massa woekeren roetdauwschimmels, die de planten een vuile, zwarte schijn geven. Wolluizen hebben geen schildje. Hun lichaam is bedekt door witte wasdraden, waardoor ze een wollig uitzicht hebben. Ze komen vooral voor op kamerplanten. Het bestrijdingsschema, vermeld bij taxus, geldt eveneens voor pulvinale dopluizen en schildluizen, maar de toepassingsperiode is iets vroeger: we starten eind mei - begin juni. Wolluizen daarentegen worden op elk moment van hun cyclus het best bestreden met Gazelle. 5 HAGENSPECIAL hagenspecial
HAGENSPECIAL hagenspecial 6 BEUKENHAGEN Fagus sylvatica Beukenhagen worden vooral belaagd door de beukenbladluis en de laatste jaren ook meer en meer door spintmijten. Beukenbladluizen kunnen ernstige groeiremming veroorzaken en vooral bij jonge hagen tot afsterven van de planten leiden. Een uitval van meer dan 30 % is niet abnormaal! Beukenbladluizen zijn reeds aanwezig wanneer nog geen bladeren aan de haag staan! De eitjes overwinteren immers in de omgeving van de bladknoppen. De luizen ontluiken in de eerste helft van april en hoeven zich op die wijze niet ver te verplaatsen, wanneer de bladeren zich ontvouwen (een staaltje vernuft van Moeder Natuur). Onmiddellijk bij het ontluiken van de bladeren dient opgetreden te worden. Wanneer de jonge luizen immers niet tijdig worden bestreden, zal meermaals in de zomer moeten behandeld worden, hetgeen een onnodig en verhoogd gebruik van bestrijdingsmiddelen met zich meebrengt. Het aangewezen middel bij het ontluiken van de beukenbladeren is Okapi (15 ml/10 liter water). De beuken goed en grondig bespuiten, totdat de vloeistof van twijgen en ontluikende blaadjes afdruipt. Later, wanneer de beukenhagen reeds veel blad dragen, kan men beter een bestrijding uitvoeren met een mengsel van Okapi (15 ml/10 liter water) en het systemisch insecticide Gazelle (2,5 g/10 liter water). Okapi zorgt hier voor de onmiddellijke contactwerking, terwijl Gazelle instaat voor de bestrijding van verscholen levende luizen en een langdurige nawerking garandeert. Indien het probleem zich jaarlijks in ernstige mate voordoet, verdient het aanbeveling tijdens de winter de naakte takken en twijgen een grondige winterbehandeling te geven met de paraffineolie Sun spray 7 E (62 ml/10 liter water). Deze olie vormt een ondoordringbare film op de naakte takken en knoppen en verstikt de wintereieren. De laatste jaren hebben beukenhagen meer en meer last van spintmijten. Beukenspintmijten zijn microscopisch kleine organismen, die vnl. onderaan het blad langsheen de hoofdnerf voorkomen. Zij zuigen plantensappen, waardoor de bovenzijde van de bladeren een dof en zilverkleurig uiterlijk krijgen. Bij ernstige gevallen kan dit leiden tot een vervroegd opdrogen en afvallen van de bladeren. Voor de bestrijding van spintmijten heeft Edialux 2 middelen ter beschikking: Formusect (20 ml/1,5 liter water) en Masaï 20 WP (5 g/10 liter water). De beuken goed natzetten en zeker de onderzijde van de bladeren proberen te raken. Om resistentie te voorkomen 2 behandelingen met een interval van 14 dagen met de 2 verschillende middelen uitvoeren. F. Goossens Okapi bladluizen Insecticide tegen alle bladluizen op groenten, sierplanten, heesters en hagen. Speciaal aanbevolen voor beukenhagen! Samenstelling: 5 g/l lambdacyhalothrin, 100 g/l pirimicarb Erkenningsnummer: 7978/B Gazelle Systemisch insecticide ter bestrijding van luizen en witte vlieg op sierplanten. Samenstelling: 20 % acetamiprid Erkenningsnummer: 9374/B
HAAGBEUK- HAGEN (Carpinus betulus) Hoe het verschil zien tussen een beukenhaag en een haag van haagbeuk? BEUK HAAGBEUK s winters met bruine, verdroogde bladeren; s winters bladloos bladknoppen lang en spits toelopend bladeren glanzend, met gave bladrand traag groeiend; 1 x / jaar snoeien bladeren niet glanzend, met dubbel gezaagde bladrand snelgroeiend; 2 x / jaar snoeien Ook haagbeuken worden niet gespaard van plagen. Spint en spanrupsen zijn hier de voornaamste belagers. Vooral spintmijten kunnen ernstige bladschade veroorzaken tijdens de zomermaanden. Het schadebeeld is vergelijkbaar met de spintschade bij beuk: dof en zilverkleurig uiterlijk, verdroging en vervroegde bladval. Voor de bestrijding gebruiken wij dezelfde middelen als bij beukenhagen: Formusect (20 ml/1,5 liter water) en Masaï 20 WP (5 g/10 liter water). Spanrupsen zijn de larven van vlinders. Ze verschillen van gewone rupsen, omdat ze zich op een heel typische manier voortbewegen: als ze lopen bollen ze hun rug, het zgn. spannen. Schade treedt op in april - mei en uit zich door sterke vraat in het midden en aan de rand van de jonge bladeren. Tijdig optreden is hier de boodschap, want er komt slechts 1 generatie per jaar voor. In juni kruipen de rupsen immers in de grond om te verpoppen. Het jaar nadien komen ze terug als vlinder, die in dezelfde omgeving zijn eitjes legt. Een bespuiting na juni heeft dan ook weinig nut. Aanbevolen bestrijdingsmiddelen zijn Formusect (10 ml/1,5 liter water) of Okapi (15 ml/10 liter water). Sun spray 7 E Winterbehandeling tegen de eieren van spintmijten (rode spin), bladluizen, dopluizen, schildluizen, wolluizen en wantsen op pitfruit en sierplanten. Samenstelling: 850 g/l paraffineolie Erkenningsnummer: 6556/B Formusect Totaal insecticide met dubbele toepassing: tegen mieren in gazons en tegen bladluizen, rupsen, kevers, witte vlieg en spintmijten op rozen, sierplanten, groenten en fruit. Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Erkenningsnummer: 9299/B Masaï 20 WP Tegen spintmijten op fruitbomen (appel-, peren- en pruimenbomen), bessen, aardbeien, tomaten, aubergines, augurken, sierplanten en coniferen. Bestrijdt alle stadia: zomereieren, larven en volwassenen! Samenstelling: 20 % tebufenpyrad Erkenningsnummer: 8435/B F. Goossens 7 HAGENSPECIAL hagenspecial
HAGENSPECIAL hagenspecial CONIFERENHAGEN Onder de vele ziekten en insecten die coniferen belagen, zijn twee aantastingen bijzonder ernstig: takluizen (Cinara spp.) en een wortelziekte (Phytophthora spp.). Deze wortelziekte is verantwoordelijk voor het lelijkste zicht die een tuin maar kan kennen: een schitterende haag met pal in het midden één dood exemplaar Goed begonnen is half gewonnen! De vroege herfst is de beste plantperiode voor coniferen. In die periode kunnen de planten nog nieuwe wortels ontwikkelen zodat ze goed vaststaan voor de winter begint en het volgende jaar ongestoord kunnen doorgroeien. Graaf een ruime plantput en verbeter de grond met een aangepast humusrijk en luchtig substraat zoals bvb de planthumus Vivimus. Plant de coniferen op dezelfde diepte als ze voorheen in de boomkwekerij stonden of voor containerplanten het grondoppervlak op gelijke hoogte met de tuingrond. Neem het beschermgaas van de wortelkluit voorzichtig af. Indien grofmazig mag dit behouden worden, want daar groeien de wortels gemakkelijk door. Na het planten overvloedig water geven en een paar uren daarna aantrappen of goed aandrukken. Zeker wanneer de grond droog is, mag water geven niet uit het oog verloren worden! Let er steeds op dat de coniferen gezond en uniform zijn, geen kleurafwijkingen vertonen en dat de grondkluit fris is, geen harde blok klei en ook geen los pakje zand. 8 Takluizen Cinara spp. Ondanks hun grootte van 3-4 mm, zijn deze peervormige luizen heel moeilijk waar te nemen door hun grijsachtig bruine camouflagekleur. Ze zijn terug te vinden op de naakte takken binnenin de haag (dus niet op de buitenste groene twijgen). Hun aantal is beperkt tot slechts enkele individuen per tak. Het aantal staat nochtans niet in verhouding met de schade die ze kunnen veroorzaken. Ze zuigen immers plantensappen rechtstreeks uit de neerwaartse sapstroom (floeëm). Door deze ernstige zuigschade vergelen de twijgen, die vervolgens bruin worden en verdrogen. Heel typisch is ook de zwarte aanslag op de takjes in de haag, veroorzaakt door roetdauwschimmels. Op termijn krijgt men een haag met her en der dode plekken van afgestorven twijgen. Vooral bij leylandii-hagen van 8 jaar en meer kan men dit beeld regelmatig waarnemen. De aantasting van takluizen wordt vaak ten onrechte verward met schade veroorzaakt door de coniferenspintmijt, die eerder een plaag is van Pinus en Picea en waar Formusect (20 ml/1,5 l water) of Masaï 20 WP (5 g/10 liter water) een oplossing kunnen bieden. De bestrijding van takluizen gebeurt het best vanaf april tot eind september met een mengsel van twee insecticiden: 15 ml Okapi en 2,5 g Gazelle in 10 liter water (+ een weinig bruine zeep als uitvloeier). Takken en twijgjes binnenin de haag proberen goed te bevochtigen, zodat de plaatsen waar de takluizen zich ophouden geraakt worden. Tijdens de rustperiode van de cipressen (in de winter, na strenge vorst, vanaf december tot eind januari) is een behandeling met de minerale olie Sun spray 7 E aan te raden om de wintereitjes zoveel mogelijk te vernietigen. Ook bij deze bespuiting zorgen voor een zeer goede bevochtiging van de twijgen. De beste werking is te verwachten bij dagtemperaturen van ongeveer 7 C en tijdens de volledige winterrust van de cipressen. Niet spuiten bij vriesweer of als er vorst wordt verwacht onmiddellijk na de bespuiting.
Cupressocyparis x leylandii Chamaecyparis spp. - Thuja spp. Okapi bladluizen Insecticide tegen alle bladluizen op groenten, sierplanten, heesters en hagen. Speciaal aanbevolen voor beukenhagen! Samenstelling: 5 g/l lambdacyhalothrin, 100 g/l pirimicarb Erkenningsnummer: 7978/B Gazelle Systemisch insecticide ter bestrijding van luizen en witte vlieg op sierplanten. Samenstelling: 20 % acetamiprid Erkenningsnummer: 9374/B Sun spray 7 E Winterbehandeling tegen de eieren van spintmijten (rode spin), bladluizen, dopluizen, schildluizen, wolluizen en wantsen op pitfruit en sierplanten. Samenstelling: 850 g/l paraffineolie Erkenningsnummer: 6556/B Propeller Systemisch fungicide tegen schimmels die voetrot en wortelrot veroorzaken (Pythium, Phytophthora, enz.) in groenten en sierplanten. Ook tegen valse meeldauw op het blad. Samenstelling: 722 g/l propamocarb Erkenningsnummer: 9418/B wortelziekte Phytophthora spp. komt vooral voor in bodems waar de waterhuishouding niet altijd optimaal is (bvb. sterk schommelende grondwaterstand, slechte afwatering, enz.). De infectie begint in de grond. De stambasis vlak boven de grond vertoont al snel bruine, rottende vlekken. Bij afkrabben van de bast op deze plaats vinden we een bruine, kurkachtige afsterving terug. Krab je de bast hogerop in de plant weg, dan is het weefsel nog steeds gezond. Vervolgens worden de jonge wortels aangetast, waardoor deze gaan rotten. Hierdoor vertoont de plant een kwijnende groei, omdat hij onvoldoende voedingsstoffen kan opnemen en transporteren. Tenslotte beginnen de twijgen te verkleuren en sterft de plant geleidelijk af. Bij het minste vermoeden dat deze wortelziekte voorkomt, de plant aangieten met Propeller (15 ml/1-2 liter water /m²). Propeller is een systemisch middel. Het product wordt door de wortels opgenomen en getransporteerd naar de plaats waar de schimmelziekte woekert. Meestal wordt de aantasting pas opgemerkt als het reeds veel te laat is en de transportkanalen in de plant hopeloos verstopt zijn. De enige remedie is de plant verwijderen en de nieuwe aanplant preventief met Propeller behandelen. Vergeet niet de naburige planten eveneens met het product aan te gieten. Een herhaling van de behandeling na 30 dagen kan het succes van uw inspanning nog meer belonen! 9 HAGENSPECIAL hagenspecial
VALSE MEELDAUW in de moestuin Valse meeldauw is de verzamelnaam voor een groep schimmels, die verantwoordelijk zijn voor een hele reeks ernstige bladziekten in de moestuin. Valse meeldauw veroorzaakt aanvankelijk bleke vlekken op de bovenzijde van de bladeren. Bij verdere doorgroei van de ziekte verkleuren de vlekken snel bruinachtig en verschijnt bij vochtig weer een grijsachtig schimmelpluis op de onderzijde van de bladeren. Bladeren en bladstelen verschrompelen, rotten weg of vallen af. Valse meeldauw breidt zich vooral explosief uit bij zwoele weersomstandigheden. Vocht en warmte geeft ze dus de vrije hand, tenzij u tijdig optreedt! Over welke gewassen en valse meeldauwen hebben we het in de moestuin? 10 TOMATEN: tomatenplaag Phytophthora infestans valse meeldauw Deze schimmel tast op dezelfde wijze als bij aardappelplaag alle bovengrondse plantedelen aan: bladeren, stengels en vruchtstelen. De vruchten vertonen donkere vlekjes, die later samenvloeien tot één grote rottende plek. Edialux s oplossing: valse meeldauw vanaf het planten om de 10-12 dagen preventief Bordeauxse Pap (100 g/10 liter water/100 m²) of Dithane WG (21 g/10 liter water /100 m²) toepassen. Ben je te laat, dan kan men proberen de planten te redden door 2 tot 3 bespuitingen kort na elkaar uit te voeren (max. 4 dagen tussentijd). De tomatenplaag wordt nogal eens verward met neusrot, een gebreksziekte die een donkerbruine, ietwat ingezonken vlek veroorzaakt op de top van de vrucht (niet elders!). Bladeren of stengels vertonen bij neusrot nooit vlekken. Neusrot komt vooral voor op zure, kalkarme gronden. Enkele malen kalken kan dit probleem oplossen. neusrot
AARDAPPELEN: aardappelplaag (Phytophthora infestans) Edialux s oplossing: Misschien wel een van de ergste bladziekten! Is oorzaak geweest van grote hongersnood in de 19de eeuw. De ziekte kan zo hevig zijn dat gehele velden ten onder gaan en dat zelfs de knollen besmet worden. Bordeauxse Pap (100-125 g/10 liter water/100 m²), Dithane WG (21-32 g/10 liter water/100 m²) of Unikat Pro (18 g/5-10 liter water/100 m²). Deze middelen werken uitsluitend voorkomend. Zeker bij hoge infectiedruk zal om de 7-10 dagen moeten herbehandeld worden. Wanneer u te laat bent en de infectie reeds bezig is, gebruikt u beter het genezend middel Mixanil (20 ml/5-10 liter water/100 m²) met herbehandelingen om de 5-7 dagen. PREI: papiervlekkenziekte Phytophthora porri De symptomen van deze valse meeldauw zijn grote witte, verdroogde vlekken op de bladeren. De randen van deze vlekken vertonen vaak donkergroene zones. Op de plaats van de grote witte vlek knikt het blad doorgaans om. Vooral bij warm en vochtig weer in de nazomer kan deze ziekte flink uithalen. 11 Edialux s oplossing: preventief Dithane WG (37 g/10 liter water/100 m²) toepassen, tot 6 herhalingen per jaar. Bordeauxse pap Tegen de aardappelziekte, valse meeldauw bij tomaat, valse meeldauw bij druif, krulziekte bij perzik en schurft bij appel en peer. Samenstelling: 20 % kopersulfaat Erkenningsnummer: 8540/B Dithane WG Breedwerkend ziektemiddel met preventieve werking. Aanbevolen voor bladziekten op groenten, aardappelen tomatenplaag, valse meeldauw bij druivelaars, schurft op appel en peer, roestziekten bij bonen en sierplanten. Samenstelling: 75 % mancozeb Erkenningsnummer: 8055/B Mixanil Tegen de aardappelplaag (Phytophthora infestans). Vloeibare formulering! Samenstelling: 50 g/l cymoxanil, 375 g/l chloorthalonil Erkenningsnummer: 9305/B Unikat Pro Tegen de aardappelplaag (Phythophthora infestans). Zeer regenvast en met knolbescherming. Water dispergeerbaar granulaat, m.a.w. stuift niet! Samenstelling: 66,7 % mancozeb, 8,3 % zoxamide Erkenningsnummer: 9258/B
VERWELKINGSZIEKTE bij clematis Clematis is van nature uit een klimpant van de bosrand: bloemen en bladeren houden van zon, maar hun basis en wortelkroon van lommer. De bodem is bij voorkeur humusrijk, vochthoudend en toch goed waterdoorlatend. Bij het planten dient men hiermee rekening te houden. Is de basis van de plant niet voldoende beschaduwd, dan kan door intens zonlicht op de naakte stengelvoet het onderliggende weefsel afsterven. Dit is niet verwonderlijk, let maar eens op de geringe dikte van de stengels. Hierdoor verwelkt de plant plotseling en sterft af. Dit plotse verwelken staat bekend onder de naam apoplexie. Het treft gelukkig vooral oudere, alleenstaande planten en kan gemakkelijk voorkomen worden door de voet te beschaduwen door bvb. een schuine dakpan of begeleidende kleine heesters. 12 Het verwelken kan echter ook veroorzaakt worden door schimmels. Vooral de schimmels Phoma clematidina, Fusarium of Verticillium kunnen hiervoor verantwoordelijk zijn. Deze schimmels groeien met hun schimmeldraden in de vaatbundels, vaak tot hoog in de stengels. Deze schimmelgroei verstopt de vaten, waardoor het watertransport naar de bladeren wordt geblokkeerd. Aangetaste planten gaan hierdoor verwelken. Bij vochtige lucht worden ze schijnbaar weer gezond. Uiteindelijk vergelen de bladeren en sterven de planten volledig af. Deze gevreesde ziekte treedt vooral op de eerste 3 jaren na aanplant en treft vooral grootbloemige variëteiten. Hoe gaan we onze clematis redden? 1. De plant volledig tot op de grond afsnoeien. Het snoeiafval zeker niet composteren om verdere verspreiding van de ziekte in de tuin te voorkomen. 2. De plant aangieten met Sporgon (20 g/10 liter water - 6 tot 8 liter oplossing/m²). Hoe proberen we de ziekte te voorkomen? 1. Steeds diep planten. De bovenkant van de kluit mag vlot 10 cm diep onder de grond. Dit bevordert het heruitlopen van nieuwe scheuten na het afsnoeien. 2. Kleinbloemige variëteiten (o.a. viticella-groep) planten, want deze zijn minder gevoelig voor de verwelkingsziekte. 3. Wanneer de plaag in de tuin aanwezig is, grootbloemige variëteiten na aanplant preventief behandelen met Sporgon (10 g/10 liter water - 6 tot 8 liter oplossing/m²). Sporgon Breedwerkend fungicide tegen de meeste bodemschimmels (bvb. Fusarium en Verticillium) en schimmels die bladvlekkenziekten veroorzaken. Speciaal aanbevolen voor de problemen bij Clematis (verwelkingsziekte), Catalpa (verwelkingsziekte), coniferen (taksterfte en insnoeringsziekte) en Buxus (taksterfte)! Samenstelling: 46 % prochloraz Erkenningsnummer: 7444/B
PAARDESTAART of HEERMOES een lastig onkruid uit de oertijd! Heermoes (Equisetum arvense) of paardestaart stamt inderdaad uit de oertijd. Dat een plant het reeds zolang uithoudt, zegt wel iets over z n overlevingskracht. Heermoes is zeer gemakkelijk te herkennen, maar wist u dat deze plant 2 soorten stengels heeft? Groene steriele stengels en daarnaast lichtbruine vruchtbare stengels met een knotsvormige top. Deze top bevat sporenkapsels gevuld met sporen. In het voorjaar (april - mei) vormt de heermoes vanuit de wortelstok eerst deze vruchtbare stengels. Hun aantal is evenwel veel geringer dan de groene stengels. Pas als de sporenaren aan het afrijpen zijn, verschijnen de gevreesde groene stengels zoals wij die kennen. Het is een goede praktijk de lichtbruine, vruchtbare stengels te verwijderen, zodat de sporen zich niet met de wind in de tuin kunnen verspreiden. Waarom is heermoes zo moeilijk te bestrijden? Heermoes heeft een lange, diepe en snel woekerende wortelstok, waaruit continu stengels loodrecht omhoog groeien. Op deze zwarte wortelstokken zitten knolvormige verdikkingen, die wanneer ze zich afscheiden weer nieuwe planten vormen. De plant heeft een zeer sterk regeneratievermogen. Na elke hakbeurt komt de plant opnieuw, maar iets verzwakt terug. Hiermee is het principe van een succesvolle bestrijding aangegeven: de aanhouder wint! Bestrijding bestaat er dus in om de plant continu uit te putten. Als de stengels bovengronds komen om energie op te doen, moeten ze worden bestreden door afhakken of doodspuiten. Zo kan de plant geen nieuwe ondergrondse voedselreserves in de wortelstok opslaan en zal hij na verloop van tijd (2-3 jaar) volledig verdwijnen. 13 Aanbevolen product bij Edialux is Silvanet (100-150 ml/5 liter water/100 m²). Silvanet is een systemische onkruidbestrijder, d.w.z. dat het middel door de plant wordt opgenomen en naar alle groeiende delen getransporteerd, inclusief de wortelstokken. Hierdoor gaat de plant nog iets sneller uitputten dan met de hak. Pas Silvanet steeds toe op frisgroen heermoes in volle groei en niet op oude onkruidstengels. Silvanet mag bij de bespuiting de sierplanten niet raken. Werk dus met een spuitkap of pas het product toe met een spons of een borstel. Op permanent onbeteelde gronden kan men naast Silvanet ook het product Casoron GR inzetten. Casoron GR is een strooikorrel en behoeft geen speciale apparatuur voor de toepassing. Tegen heermoes dient wel de maximale dosering van 1,8-2,1 kg/100 m² aangewend te worden. Deze hoge dosering mag NOOIT toegepast worden in beplantingen. Casoron GR heeft het voordeel van een lange nawerking en behoeft geen speciale toepassingsvoorwaarden, tenzij wat regen na het uitstrooien. Silvanet Tegen de hardnekkigste onkruiden zoals distels, netels, paardestaart, winde, bramen en houtachtigen. Silvanet spaart de grassen. Samenstelling: 60 g/l triclopyr, 20 g/l fluroxypyr Erkenningsnummer: 8629/B Casoron GR Tegen onkruid onder sierstruiken en hagen. Ook voor totale onkruidbestrijding. Met lange nawerking! Samenstelling: 6,75 % dichlobenil Erkenningsnummer: 5312/B
MIEREN... Help! In ons land komen er een 60-tal soorten mieren voor, waarvan enkele soorten, zoals de bruine wegmier en de grasmier, voor overlast kunnen zorgen. 14 Mieren zijn insecten die in grote groepen samenleven. Een geheel mierenvolkje kan tot zowat een miljoen leden tellen. De samenleving wordt gekenmerkt door een strikte arbeidsverdeling. De koningin legt uitsluitend eitjes. De kleine werksters (onvruchtbare wijfjes) verrichten alle werkzaamheden in het nest: het bouwen van het nest, het verzorgen en voeden van de koningin en de larven, het zorgen voor een constante temperatuur in het nest, enz. De oudere werksters daarentegen zijn gespecialiseerd in het verzamelen van voedsel buiten het nest. Dit voedsel wordt opgeslagen in een deel van hun darmkanaal. Zodra ze een bedelende mier tegenkomen geven ze deze wat voedsel uit die voorraadkamer. Op bepaalde tijdstippen in de zomer komen uit de poppen gevleugelde mannetjes en wijfjes; deze paren tijdens de zgn. bruidsvlucht. Na de paring sterven de mannetjes snel af; de bevruchte wijfjes werpen hun vleugels af en stichten als koningin een nieuw nest. Mieren beschikken over een goede communicatie via geursporen. Ze bezitten immers klieren die geurstoffen aanmaken en die ze uitsmeren op de grond. Op deze manier vinden ze bijvoorbeeld perfect hun weg terug naar het nest of zetten ze andere mieren op pad naar ontdekt voedsel (vlees, suikerhoudende producten, plantensappen, vruchten, enz.). Een rijke voedselbron voor mieren is honingdauw, die door bladluizen wordt uitgescheiden. Vandaar dat we mieren vaak terug vinden op en rond planten die aangetast zijn door bladluizen. Ze melken de bladluizen door met hun voelsprieten te trommelen op het achterlijf van de luizen. Hun aanwezigheid in en rond woningen wordt als zeer hinderlijk ervaren. Weinigen onder ons ontsnappen aan het mierenprobleem. Ook in de tuin veroorzaken ze heel wat ongemak. Door hun graafvermogen worden graswortels blootgelegd. Het gazon heeft hierdoor vlugger te lijden van droogte en gaat erop achteruit. De zandhoopjes maken de wekelijkse maaibeurt nog lastiger. Kinderen kunnen amper op het gazon spelen om nog maar te zwijgen van hun beten! Hoe gaan we een mierenprobleem aanpakken? De aanpak verschilt naargelang het probleem zich binnenshuis of buiten op het terras en in het gazon voordoet. Bestrijding binnen in de woning Vroeg in het seizoen of bij kleine kolonies gebruiken wij bij voorkeur de mierenlokdoos Formu. Het lokaas in de doosjes wordt door de werksters naar het nest gebracht, waar het gevoederd wordt aan de koningin, larven en binnenwerksters. Na enkele dagen is de hele kolonie uitgeroeid. Bijkomend voordeel van deze lokaasdoosjes is de veiligheid voor kinderen en huisdieren. Wanneer men geconfronteerd wordt met een plotse uitbraak (bvb. uitzwermende of vliegende mieren) het
ongedierte zo vlug mogelijk benevelen met Topscore Pal (gebruiksklare trigger) of Topscore spray mieren (spuitbus). Beide middelen werken uiterst snel. Ze bevatten bovendien beide een werkzame stof met lange nawerking; behandelde oppervlakken dus niet afwassen! Met behulp van het blaaspijpje kan Topscore Spray mieren bovendien rechtstreeks in de nesten of schuilplaatsen verstoven worden, hetgeen de werking nog verbetert. Is het probleem zeer groot, dan schakelt men best over naar Permas 100 EC. Dit is een geconcentreerd insecticide dat wordt opgelost in water (25 ml/liter water) en toegepast met een hand- of tuinsproeier. Bestrijding rond de woning: voegen en spleten in muren en terrassen Hiervoor maken we gebruik van de gebruiksklare trigger Topscore Pal of, voor de behandeling van grotere oppervlakken, van het geconcentreerde middel Fendona 60 SC (5 ml/liter water/20 m²). Fendona 60 SC veroorzaakt geen schade aan beplantingen of gazon bij afvloei of bij het raken. Ook het mierenpoeder Permas D is zeer geschikt. Het zomaar uitstrooien van mierenpoeder bovenop de verharding is niet altijd mogelijk. Denk maar even aan spelende kinderen en huisdieren. Daarom heeft Edialux een unieke stuifkoer ontwikkeld, waarmee het poeder rechtstreeks en diep in de nesten kan verstoven worden. Bij de bestrijding is het immers heel belangrijk dat het product ook in de nestplaats terecht-komt, omdat een groot gedeelte van het mierenvolkje continu in het nest blijft en nooit naar buiten komt. Bestrijding in de tuin: mieren in het gazon Hiervoor maken wij gebruik van het tuininsecticide Formusect (15 ml/1,5 liter water). Bij het gieten worden de rondlopende mieren onmiddellijk gedood. Het product veroorzaakt geen enkele schade aan het gazon. Het wordt immers ook gebruikt tegen allerlei schadelijke insecten op planten! Het gazon mag bovendien na de behandeling door kinderen en huisdieren betreden worden! Het verdient aanbeveling om ook de ondergronds levende mieren in hun nesten te bestrijden. Dit doen we opnieuw met de succesvolle stuifkoker Permas D. Het mierenprobleem in uw gazon is met deze bijkomende behandeling op langere termijn opgelost. Bij regenweer de behandeling wel herhalen! Formu mierenlokdoos Lokdoos ter bestrijding van mieren in en rond gebouwen. Samenstelling: 2,9 % natrium dimethylarsenaat Toelatingsnummer: 4501/B Topscore Pal Ready-to-use tegen mieren, pissebedden, kakkerlakken, vlooien, vliegen, wespen, enz. in en rond woningen. Met lange nawerking. Samenstelling: 2 g/l permethrin 25/75 cis - trans, 0,2 g/l bioresmethrin, 15 g/l piperonyl butoxide Toelatingsnummer: 2890/B Topscore Spray mieren Spuitbus met lange nawerking ter bestrijding van mieren en andere kruipende insecten. Voorzien van een blaaspijpje om rechtstreeks in de nesten of schuilplaatsen te kunnen spuiten. Samenstelling: 0,3 % permethrin 25/75 cis - trans, 0,2 % tetramethrin, 1 % piperonyl butoxide Toelatingsnummer: 896/B Permas 100 EC Vloeibaar geconcentreerd insecticide tegen kruipende insecten. Speciaal aanbevolen tegen mieren, vlooien en wespen! Samenstelling: 100 g/l permethrin 25/75 cis - trans Toelatingsnummer: 4381/B Fendona 60 SC Professioneel insecticide tegen alle insecten in en rond de woning. Veroorzaakt geen vlekken, is geurloos en werkt bijzonder lang na! Samenstelling: 60 g/l alfa-cypermethrin Toelatingsnummer: 4798/B Permas D Het succesrijkste strooipoeder tegen mieren, wespen en ander kruipend ongedierte! Samenstelling: 0,75 % permethrin 25/75 cis - trans Toelatingsnummer: 2683/B Formusect Totaal insecticide met dubbele toepassing: tegen mieren in gazons en tegen bladluizen, rupsen, kevers, witte vlieg en spintmijten op rozen, sierplanten, groenten en fruit. Samenstelling: 3 g/l bifenthrin Erkenningsnummer: 9299/B 15
Als we nu eens de vliegen buiten zouden wegvangen...... om binnenshuis veel minder last te hebben! Een gek idee? NIEUW Helemaal niet! Maar een dergelijke val moet wel wat in zijn mars hebben. Hij moet niet alleen onweerstaanbaar lokken. Hij moet ook voldoende capaciteit hebben. Een valletje om pakweg een paar honderd vliegen te vangen, voldoet helemaal niet. Geen nood, met de vliegenval Rescue terrace brengt Edialux deze totaal nieuwe benadering in vliegenbestrijding: buiten massaal vliegen vangen om binnen minder overlast te hebben! Rescue terrace vliegenval Gifvrije, professionele val voor vliegen. Vangt en verteert tot 20.000 vliegen, zonder te moeten ledigen. Ideaal voor rond de woning, dierenhokken, afvalcontainers, enz. Samenstelling: Rescue lokstof Het geheim van de vliegenval Rescue terrace is dat deze val zowel vangt als verteert! De vliegenval Rescue terrace bevat geen enkel chemisch bestrijdingsmiddel, enkel de superlokstof «Rescue» en een speciale gist! De biologische lokstof «Rescue» bevindt zich in een wateroplosbaar zakje dat, na toevoeging van water, binnen enkele uren volop begint te werken. Alle soorten vliegen, met uitzondering van deze die steken zoals bijvoorbeeld dazen, worden onweerstaanbaar gelokt: huisvliegen, kamervliegen, vleesvliegen, enz. Eenmaal gevangen, is er geen ontsnappen meer mogelijk. Een speciale gist verteert vervolgens onherroepelijk alle gevangen vliegen. Door het verteren neemt de capaciteit van de val enorm toe: tot 20.000 vliegen, zonder de val te moeten ledigen! De vliegenval Rescue terrace is uitstekend geschikt voor gebruik op alle plaatsen waar vliegen overlast veroorzaken: in hondenkennels, rond dierenhokken, stallen en maneges, bij afvalopslagplaatsen en composthopen, in de tuin, enz. De val kan moeilijk binnenshuis gebruikt worden. De onweerstaanbare lokstof heeft een geurtje dat niet zo appetijtelijk is maar in de tuin doet hij wonderen! Verantwoordelijke uitgever: ir. Koen Linskens HOME GARDEN PET DOELGERICHT BESTRIJDEN N.V. EDIALUX S.A. Rijksweg 28 B-2880 Bornem TEL. +32 (0)3 886 22 11 FAX +32 (0)3 886 24 60 E-MAIL edialux@edialux.be WEBSITE www.edialux.com