Elektromagnetische Compatibiliteit (EMC) Dit product handelt overeenkomstig de overheidsrichtlijnen 89/336/EEC wanneer het geïnstalleerd en gebruikt wordt volgens de passende instructies. Diensten en Technische Ondersteuning NEEM CONTACT OP MET UW RDS LEVERANCIER Wanneer deze onbekend is, fax dan: 44 (0) 1453 733322 Copyright RDS Technology Ltd 2003 Document nummer S/DC/500-10-264: Issue 5b : 29/7/02 \FL264-5b.DOC Gebruiksaanwijzing SAM 100 Snelheid-Areaal Meter Calibratie en Werking Software Reference WZ306-001 1
Inhoud Algemeen 3 De Bediening 4 Kanaal keuze... 4 Oppervlakte Stopzetting 5 Totale Oppervlakte Reset... 5 Controleer Werkbreedte 6 Metrische/Engelse maten Keuze 7 Calibratie 8 Snelheid Sensor Factor... 8 Handmatige Calibratie... 8 Instellen van de Snelheid Sensor Factor... 9 Autocal... 9 Instellen van de Werkbreedte...10 Bedradingen SAM 100 11 Aansluitingen voor Kabel S/CB/327-1-066...12 2
Algemeen De RDS SAM 100 is een zeer gebruiksvriendelijk twee kanaals instrument. Het laat de voorwaartse rijsnelheid in Km/uur of miles/uur en de oppervlakte in hectare of are zien. De display informatie kan in Metrische of Engelse eenheden uitgedrukt worden. De SAM 100 kan door de gebruiker geprogrammeerd worden voor elke werkbreedte en wielomtrek. Het SAM 100 systeem bestaat uit: De Head Unit (monitor) Een rijsnelheid sensor kit Een automatische stopschakelaar (cut-out) om het optellen van de oppervlakte bij het keren op de kopakkers te vermijden Een voedingskit Indien de SAM 100 gebruikt wordt op verschillende voertuigen, dan moet ieder voertuig voorzien zijn van een aansluitkit, zodat de head unit onderling verwisseld kan worden. De SAM 100 kan eveneens gebruikt worden samen met de RDS oppervlakte compensatie interface (ACI) of de RDS werkbreedte compensatie interface (WCI), dit om een nog preciezere oppervlakte bepaling te krijgen. 3
De Bediening Het voorpaneel beschikt over vijf drukknoppen, waarvan bij de SAM 100 in de praktijk enkel de middelste drie gebruikt worden. Kanaal Indicator Kanaal voorwaartse snelheid Oppervlakte Kanaal Geen Functie Geen Functie INGAVE PROGRAMMA MODE Optellen van de bewerkte oppervlakte KANAAL KEUZE Of Reset van totale oppervlakte Het toestel wordt normaal aangezet via de voeding van het voertuig, zodat het toestel aan staat vanaf het moment dat deze op contact staat, de display van het toestel is permanent verlicht. Kanaal Keuze Door een eenvoudige druk op de drukknop, kan de uitlezing op de display op voorwaartse snelheid of oppervlakte gezet worden. 4
Oppervlakte Stopzetting Indien een automatische stopschakelaar voorzien is, zal het optellen van de oppervlakte stoppen als de machine niet werkt. De kanaalindicator zal dan knipperen en wanneer de machine weer werkt, zal dit driehoekje constant te zien zijn. De oppervlakteoptelling kan op ieder moment gestopt worden door op deze knop te drukken. Op de display staat dan knipperend 'held' Fig. 2: Oppervlakte Stopzetting Druk nogmaals om de oppervlakte optelling te hervatten. Totale Oppervlakte Reset Selecteer het oppervlaktekanaal en blijf op deze knop drukken. De display zal beginnen te knipperen. Druk op de knop om de totale oppervlakte te resetten. Fig. 3: Totale oppervlakte Reset 5
Controleer Werkbreedte Als u een ACI of WCI geïnstalleerd heeft, kunt u de geselecteerde sectie breedte (met een WCI) of het aantal aangeschakelde spuitdoppen (met een ACI) zien. Met willekeurig welk kanaal geselecteerd, 1. Blijf de knop ingedrukt houden. Na een paar seconden, zal het display één van de volgende mogelijkheden laten zien; (i) Als een standaard aan-uit stopschakelaar gemonteerd is, zal de display n 01 laten zien, wanneer de machine in het werk is en n 00 wanneer de machine uit het werk is (of wanneer de hold knop ingedrukt is). (ii) Als een Werkbreedte Compensatie Interface (WCI) geïnstalleerd is zal op de display staan 1, 0.75 (¾ breedte), 0.5 (½ breedte), of 0.25 (¼ breedte) afhankelijk van de stand van de schakelaar op de WCI. 6 (iii) Wanneer een Oppervlakte Compensatie Interface (ACI) geïnstalleerd is op een spuitmachine, Bijvoorbeeld: De ACI is in gebruik met een 24 meter spuitmachine met 5 secties. De afstand tussen de doppen is 0,5 meter en er staan resp. 10, 10, 8, 10 en 10 doppen op de secties, dus in totaal 48 doppen. Het instrument zou ingesteld moeten worden met een tussenafstand van 0,5 meter. Wanneer alle secties in gebruik zijn zal de ACI dit doorgeven aan de SAM zodat deze de niet-gebruikte doppen kan doorgeven, in dit geval zal er n 48 op het scherm staan (48 x 0,5m = 24 volle werkbreedte). Fig. 3b : Werkbreedte Compensatie Interface
Metrische/Engelse eenheden Keuze 1. Druk en blijf drukken op, na enkele seconden, zal een indicator lijn verschijnen aan de rechter kant van de display, bij de momenteel ingestelde eenheden (fig. 4). Fig. 4: Controleer de ingestelde eenheden. 2. Terwijl u ingedrukt houdt, houdt u tevens de CAL knop ingedrukt. De indicator lijn zal verspringen van "MET" voor metrische eenheden naar "IMP" voor Engelse eenheden. Metrisch Km/uur Hectare Engels (IMP) Mijlen/uur Acres Fig. 5: Veranderen van de eenheden 7
Calibratie Snelheid Sensor Factor De rijsnelheid wordt aangegeven in mijlen/uur of in km/uur, afhankelijk van de ingestelde eenheden. Voor een nauwkeurige weergave van de rijsnelheid en aantal hectare, is het essentieel dat de correcte Snelheid Sensor Factor (SSF) geprogrammeerd is. Dit is de afgelegde afstand tussen drie ontvangen pulsen door de sensor. Standaard Instelling = 2.000m (78.78 inches) De S.S.F. kan theoretisch uitgerekend worden en vervolgens handmatig geprogrammeerd worden, of het instrument kan deze automatisch uitrekenen met de zgn. Autocal functie. Voer deze test bij veranderende grondcondities of wielmaten opnieuw uit! NB: Een Autocal is eenvoudiger uit te voeren en nauwkeuriger in het veld. Handmatige Calibratie (i) (ii) De berekening gaat als volgt; Indien een conventionele wielsensor met twee magneten geïnstalleerd is, is deze afstand de effectieve omtrek van het wiel. Om deze omtrek te bepalen, rijdt u het voertuig met werktuig gemonteerd over het veld totdat het wiel met de sensor precies 10 omwentelingen gemaakt heeft. Meet deze afstand (meters) en deel deze door tien om de Snelheid Sensor Factor uit te rekenen. Voer deze test opnieuw uit, wanneer de grondcondities of de wielmaten zijn veranderd. Indien er gebruik gemaakt wordt van één sensor op een aandrijfas, moet de afgelegde weg opgemeten worden tussen twee omwentelingen van de aandrijfas. Om deze afstand te bepalen rijdt u het voertuig vooruit voor exact 20 omwentelingen van de aandrijfas. Meet deze afstand (meters) en deel deze door tien, om de Snelheid Sensor Factor uit te rekenen. 8
(iii) SAM 100 SNELHEID-AREAAL METER Indien een Radar is geïnstalleerd, is de Snelheid Sensor Factor 0.016m (0.613in) (iv) Indien een Inductieve sensor geïnstalleerd is, welke op de wielbouten gericht is, kan de in te toetsen waarde als in volgend voorbeeld worden berekend: Wielomtrek = 4 meter Aantal wielbouten = 10 Formule: 4 m. 5 = 0,8 m. Toets 0,8 meter in. Instellen van de Snelheid Sensor Factor Wanneer u de Snelheid Sensor Factor bepaald heeft, kunt deze als volgt in het kanaal instellen. 1. Selecteer het rijsnelheidkanaal. 2. Houdt de CAL knop ingedrukt. Op de display verschijnt de huidige calibratiefactor (Fig. 6). Standaard Instelling = 2.000m (78.74in). Het linker cijfer zal knipperen. 3 Terwijl u de CAL knopt ingedrukt houdt, DRUKT u kort op de knop om een ander cijfer (of punt) te laten knipperen. 1.000, 1.000, 1.000, 1.000 4. HOUDT de knop ingedrukt om dat cijfer te veranderen van 0 t/m 9 (fig. 7). 1.100, 1.200, 1.300, 1.400 HOUDT Fig. 6: Controleer de Snelheid Sensor Factor 5. Laat de knop los en het volgende getal (of punt) zal beginnen te knipperen. 6. Herhaal stap 4 voor de overige karakters (of als u een fout wilt herstellen). HOUDT Fig. 7: Instellen Snelheid Sensor Factor 9
Autocal Voor maximum nauwkeurigheid, voer onder veldcondities een auto-calibratie uit. 1. Zet twee markeringen op 100 meter (328 voet) van elkaar in het veld. Kies een geschikt referentiepunt op het voertuig en plaats dit punt naast de eerste markering. 2. Selecteer het kanaal. 3. HOUDT de CAL knop en de knop voor 5 seconden ingedrukt totdat op de display Auto knippert, laat de knoppen dan los. 4. Rijdt het voertuig, totdat het referentiepunt op het voertuig naast de tweede markeringen is. Het instrument laat tijdens het rijden het aantal pulsen zien welke door de sensor worden ontvangen. 100m (328ft) Fig. 7b: Autocal afstand 5. Druk nogmaals op de knop om de Autocal procedure af te maken. De calibratiefactor wordt automatisch uitgerekend en in het geheugen bewaard. Instellen van de Werkbreedte De geprogrammeerde factor is de volle, effectieve werkbreedte van het werktuig. Als een ACI is aangesloten op een spuitmachine, is de werkbreedte gelijk aan de afstand tussen de doppen, bijv. 0,5 meter. De ACI is al geprogrammeerd voor het aantal boomsecties en aantal doppen per sectie. Controleer of de metrische- of Engelse eenheid geselecteerd is. 1. Selecteer het Hectare kanaal. 2. Programmeer op dezelfde manier als de Snelheid Sensor Factor (blz. 9) de werkbreedte in meters (of inches bij Engelse eenheden). HOUDT Fig. 8: Controleer de Werkbreedte HOUDT Fig. 9: Instellen Werkbreedte 10
Aansluitingen SAM 100 Uw instrument is geleverd met één van de volgende types interconnection kabels, om de sensoren, voeding, etc., op aan te sluiten. Vroeger Type:- Later Type: Pt No. S/CB/327-1-053 (8-way AMP) zie Work Measurement Installation handleiding voor aansluiten. Pt No. S/CB/327-1-066 (11-way AMP) 11-way AMP Connector 0V Stroomtoevoer 11 30V 3A Zekering Wij verwijzen u door naar Work measurement Installation handleiding S/DC/500-10-261 voor details voor de stroomtoevoer, aansluiten sensors / stopschakelaars, enz. 11
Aansluitingen voor Kabel S/CB/327-1-066 11-WAY AMP CONNECTOR TERMINAL KEY KLEUR FUNCTIE 11 +V ROOD +V IN 10 0V ZWART 0V IN (+ 3 x ALGEMEEN 0V VOOR SENSORS) 9 IP1 GROEN ½ BREEDTE WCI* (BRUINE DRAAD) +V 7 IP2 GEEL ¾ BREEDTE WCI* (BLAUWE DRAAD) +V 3 IP5 BLAUW HECTARE STOPSCHAKELAAR / ACI +V 6 IP6 WIT RIJSNELHEID +V 4 OP2 VIOLET GEEN FUNCTIE 1 OP1 BRUIN EXTERN GELUIDSALARM +V Voor een TGSS Radar Sensor, voeding (24V max.), voeg verbinding toe aan terminal 11. *IP1 + IP2 bij 0V signalen ¼ breedte. IP1 + IP2 bij +V signalen volle breedte. De AMP connector kabel label is Pt No. S/DC/500-10-360 12
Issue 1 12/3/01 Original Issue Issue 2 21/5/01 p.8, corrected TGSS Cal Factor Issue 3 : 17/7/01 Correction to page 3, p.7 Issue 4 : 3/4/02 Correction to SSF p.8, p.9 Issue 5 18/7/02 AutoCal added, New AMP wiring regime Issue 5b 29/7/02 ref. p.9,10 :- Press CAL + HOLD/RESET to start Autocal. 13