Broedvogels van Beuven en Omgeving in 2004

Vergelijkbare documenten
Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Routekaart Natura 2000-gebied en Nationaal Park Lauwersmeer 15 mei Inschrijving Bosschuur Staatsbosbeheer

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

BMP rapport. Gat van Pinte Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut September 2014

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject (broedvogels)

Roel van den Heuvel. Vogels van het Beuven en omgeving 2014

BMP rapport Gat van Pinte 2013

BROEDVOGELS VAN HET LEERSUMSE VELD EN GINKELDUIN IN André van Kleunen

BMP rapport Gat van Pinte 2012

Broedvogel Monitoring Project. Bakelse Plassen inclusief golfbaan Stippelberg. voorjaar 2012

WETLAND TELLINGEN LEPELAARPLASSEN: 2013

BMP rapport. Gat van Pinte 2017

BMP rapport. Gat van Pinte 2018 (1 e Concept) Wakende Holenduif. Bert van Broekhoven VWG De Steltkluut Augustus 2018

Big Days Groot-Amsterdam

Samenvatting broedvogelinventarisatie Witte Veen 2006

Required species Netherlands Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No numbers means not required

Voor die teller die in het broedseizoen boven de 100 soorten in zijn blok uitkomt is er een leuke verrassing (zie hieronder).

Required species Belgium Number 1, 2 and 3 are required for pictures and sounds No number means not required

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Handleiding online invoer Broedvogel Monitoring Project met autoclustering

SOORTEN DIE GEBRUIKT ZIJN VOOR DE BEPALING VAN DE LIVING PLANET INDEX IN NOORD-HOLLAND

Lepelaar vrij schaars klein aantal klein aantal

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Birdwatching: hoofdstuk 1/3 evaluatie van de beheersmaatregelen

BIBLIOTK-EK RIJKS: VOOR OE USSELMttRPOLDcRS WERKDOCUMENT. door. W. Dubbeldam Abw maart. X 7t. ^TJ, 6wo

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Werkgebied VWG-Zutphen Oppervlak: ha

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2014 voor CCWO

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 25ste BROEDVOGELINVENTARISATIE 2002

Soortenlijst vogels Vogel- en Florareis Armenië 29 april t/m 10 mei 2015 Kaukasus Plus Reizen pag. 1

Natuur inventarisaties in de gemeente Arcen en Velden

24ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Broedvogelmonitoring Meijendel F.C. Hooijmans Vogelwerkgroep Meijendel Ametisthorst HJ Den Haag. Inleiding

Op de afgesproken plek langs de Knardijk te Lelystad ontmoette ik Jacobien en Annelies omstreeks uur.

Jaarrapport Beheerswerken Hobokense Polder

Vogels van het Beuven en omgeving 2011

BROEDVOGELMONITORING NAARDERMEER

10 jaar broedvogelonderzoek Grote Geul te Kieldrecht.

KNNV - afdeling Voorne - Vogelwerkgroep. Mededeling nr. 266

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Datum: Woensdag 26 juni Excursie: Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Checklist van de vastgestelde vogelsoorten binnen Blokkersdijk

Een schatting van de werkelijke broedvogelaantallen in Meijendel in 2004

Samenvatting feedback Nationale Vogelweek 2016

broedvogelonderzoek Handleiding Sovon PDF 3: verschillen met vorige handleiding Centraal Bureau voor de Statistiek

Inventarisatieverslag Territoriumkartering Broedvogels in Nationaal Natuurnetwerk De Hilver

Vogelringstation Schiermonnikoog. Verslag activiteiten 2015 voor CCWO

De nieuwe Vogelatlas voor Nederland. Hoe staan de vogels in Drenthe er voor? Door Bert Dijkstra

Donderdag 19 mei 2016: Avondexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Excursie samen met Flevo Bird Watching uitgevoerd door: Ringheuvels Den Treek en Delta Schuitenbeek. Flevo Birdwatching, Rien Jans

Inhoud pagina. 1. Inleiding Gebied Werkwijze Resultaten: 5

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Vogelmonitoring Midden-IJsselmonde N. Godijn

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 26ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 28ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Algemene Broedvogels Vlaanderen (ABV)

Datum: Vrijdag 5 april Excursie: Oostvaardersplassen ochtendexcursie. Gidsen: Taco & Pim

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever

Monitoring Antwerps Havengebied

(Broed-)Vogels van de Brunssummerheide

Euro Birdwatch 2012 Jaarlijkse trekteldag

Datum: Vrijdag 14 juni Excursie: Middagexcursie Oostvaardersplassen. Gids: Pim

Analyse meetnet-gegevens Noord-Holland

BROEDVOGELINVENTARISATIE GOLFBAAN BENTWOUD WIJNAND VAN DEN BOSCH KO KATSMAN

Broedvogels van de Meinweg 2007

Broedvogelinventarisatie Noorlaarderbos 2012 M.Wijnhold

Broedvogelinventarisatie 2006 Deelgebied Grenspark:

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Tabel 1. Geïnventariseerde kavels met tellers in 2007 en 2008.

Vogels van Aersoltweerde in het broedseizoen van 2012 en de winter van 2012/13 Symen Deuzeman & Willem van Mamen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Datum: 13 mei Excursie: Brabantse Biesbosch. Gids: Pim

Broedvogels van de Landschotse Heide in 1993 en Inhoud. Jan Kolsters en Piet Aarts Vogelwerkgroep de Kempen. 1. Inleiding 2. 2.

Broedvogelmonitoring Meijendel F.C. Hooijmans Vogelwerkgroep Meijendel Ametisthorst HJ Den Haag. Inleiding

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2011

Vogels van het Beuven en omgeving 2010

BROEDVOGELS VAN HET DOORTERBOS

Vogelwerkgroep de Kempen. Broedvogelinventarisatie Goorloop

Bijlage 9 - Toetsing typische soorten in Natura 2000 gebieden zonder vogeldoelen

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

NATUURRESERVAAT BLOKKERSDIJK Antwerpen-Linkeroever 27ste BROEDVOGELINVENTARISATIE

Broedvogels van de HAPERTSE HEIDE

NATUURGEBIED HET ROT ANTWERPEN-LINKEROEVER

Broedvogelinventarisatie 2016 Grenspark De Zoom Kalmthoutse Heide Deelgebied:

Broedvogels van de Boswachterij Ruurlo in 2006.

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

1 Inleiding Het inventarisatiegebied Werkwijze Resultaten Samenvatting Tabellen... 7

Inventarisatie natuurwaarden Lelystad Airport

Bijzondere Vogels Strabrechtse Heide 2013

Voorlopige verspreidingskaarten Atlasproject

Transcriptie:

Broedvogels van Beuven en Omgeving in 2004 Jan Timmermans & Willem van Eijk

INHOUD 1 Inleiding 3 2 Het inventarisatiegebied 3 3 Gebruikte methode 3 4 Inventarisatiedata 2004 3 5 Resultaten en evaluatie 4 5.1 Soorten en aantallen 4 5.2 Soortbesprekingen broedvogels 4 t/m 7 6 Bijlagen 6.1 Ligging wetlands (niet in elektronische versie opgenomen) 6.2 Kaartje inventarisatiegebied (niet in elektronische versie opgenomen) 6.3 Aantal broedterritoria Beuven e.o. gedurende de jaren 1988 t/m 2004 8 6.5 Stippenkaarten (niet in elektronische versie opgenomen) Versie zonder Stippenkaarten 2 6-4-2005

1. Inleiding. Beuven vormt met de omringende Strabrechtse, Lieropse, Mierlose en Heezense Heide een uitgestrekt natuurgebied : een oppervlakte van 2000 ha. Dit gebied is samen met de bossen van Someren, de bossen van Kasteel Heeze en de Herbertusbossen een van de grootste natuurgebieden van N.Brabant. Beuven is met ongeveer 75 ha open water (in 1987 ná de grote schoonmaak van het ven) het grootste heideven van Nederland. Beuven en de Strabrechtse Heide zijn een vogelrijk gebied. Vanwege de aanwezigheid van allerlei watervogels, moerasvogels en bijvoorbeeld ook van Kraanvogels (in de trektijd) behoort het gebied tot onze nationale wetlands. (Zie bijlage 1). Beuven en omgeving kreeg in 1991 de status van Beschermd Natuurmonument. 2. Het inventarisatiegebied. Het landschap van Beuven e.o. is gevarieerd van samenstelling : er zijn een negental vennen of vennetjes, waarvan Beuven het grootste ven is. Beuven wordt door de Peelrijt (een diepe aanvoersloot) in tweeën gedeeld : het grote Beuven- Noord met veel open water en een vrij brede rietkraag aan met name de zuidzijde, en het kleinere Beuven-Zuid dat tegenwoordig grotendeels tot een rietmoeras is verworden. Aan de westzijde van de Peelrijt ligt een stuwbak die het mogelijk maakt water in te laten naar Beuven-Zuid, om dit na enige weken van bezinking vervolgens via de stuwbak naar Beuven-Noord te laten stromen.de bedoeling hiervan is om door wat meer kalkrijk water binnen te laten de zuurgraad van Beuven-Noord omlaag te halen. De westelijke voortzetting van de Peelrijt ná de stuwbak heet de Witte Loop, die vervolgens door de Strabrechtse Heide meandert. Het tweede grootste ven van het inventarisatiegebied is Starven, dat minder diep is dan het Beuven en dat meer in een open landschap ligt. Behalve vennen bestaat het landschap ook uit natte en droge heide, afgewisseld met grasvlakten van voornamelijk pijpenstrootje, dennenbossen, moerasbos (vooral van wilgen) en uitgebreide gagelpercelen (met name aan de oost-, noord- en westzijde van Beuven-Noord). Een gedeelte van het gebied wordt begraasd door paarden, koeien en schapen. (Zie kaartje, bijlage 2). Het onderzochte gebied omvat ongeveer 170 ha. 3. Gebruikte methode. De lijst met geïnventariseerde soorten komt overeen met het Broedvogel Monitoring Project Bijzondere Soorten, aangevuld met een aantal soorten uit het BMP Niet verplichte bijzondere soorten : Bonte Vliegenvanger, Boompieper, Bosuil, Fuut, Gekraagde Roodstaart, Grasmus, Graspieper, Kneu, Kuifeend, Ransuil, Rietzanger en Veldleeuwerik. Ook enkele Algemene Soorten werden meegenomen, zoals : Grote Bonte Specht, Wilde Eend, Waterhoen, Meerkoet, Koekoek, Bosrietzanger, Kleine Karekiet, Grauwe Vliegenvanger en Rietgors. 4. Inventarisatiedata 2004. In totaal werden 23 bezoekronden afgelegd : 16 Ochtendbezoeken en 7 Avondbezoeken. Beuven e.o. is opgesplitst in 3 deelgebieden. De eerste 4 ochtendbezoeken zijn volledig gebiedsdekkend, de overige bestrijken telkens 1 of 2 deelgebieden. Er is naar gestreefd om in elk deelgebied minimaal 9 volledige ochtendbezoeken te volbrengen. De eerste 3 avondbezoeken zijn gebiedsdekkend (uilen). De overige bezoeken zijn deelgebiedbezoeken (rallen). Ochtend Ochtend Ochtend Ochtend Avond Avond 1. 27 maart 5. 24 april 9. 20 mei 13. 13 juni 1. 25 februari 5. 10 mei 2. 3 april 6. 30 april 10. 22 mei 14. 15 juni 2. 3 maart 6. 11 mei 3. 12 april 7. 5 mei 11. 29 mei 15. 19 juni 3. 17 maart 7. 8 juni 4. 17 april 8. 15 mei 12. 5 juni 16. 26 juni 4. 5 mei Versie zonder Stippenkaarten 3 6-4-2005

5. Resultaten en evaluatie. 5.1. Soorten en aantallen. Tijdens de inventarisatie van Beuven e.o. werden in 2004 in totaal 55 soorten als broedvogel geregistreerd. (Zie bijlage 4). Wanneer we de resultaten van 2004 vergelijken met die van 2003 dan kunnen we bij een aantal soorten een opvallende toename of afname constateren. Een opvallende toename werd geconstateerd bij : Roerdomp (van 4 naar 5 territoria), Havik (van 1 naar 2 territoria), Nachtzwaluw (van 7 naar 9 territoria), Roodborsttapuit (van 18 naar 21 territoria) en Kleine Karekiet (van 89 naar 101 territoria ; de grote stijger van 2004). Een opvallende afname werd geconstateerd bij : Meerkoet (van 20 naar 16 territoria ; mogelijke oorzaak van deze teruggang is predatie van jonge Meerkoetjes door snoeken), Graspieper (van 15 territoria in 2002, 9 territoria in 2003 naar 5 territoria in 2004) en Blauwborst (van 23 naar 18 territoria). Niet eerder aangetroffen broedvogels sinds 1987 waren : Grote Zilverreiger (op 20 mei, 5 + 13 +26 juni werd 1 paartje aangetroffen), Brandgans, Keep, Baardman (een roepend mannetje werd waargenomen op 6 en 21 maart en 17 april / zie ook 5.2.19). 5.2. Soortenbesprekingen broedvogels. Van de 55 soorten die als broedvogel aangetroffen zijn, behoren er 15 tot de Rode Lijst Soorten. Deze 15 soorten worden hierna uitvoerig besproken. Broedvogels van de nieuwe Rode Lijst waren : Aantal territoria Beuven Landelijke broedparen populatie (jaren 1998 2000) Klassifikatie 1. Roerdomp 5 280 300 Bedreigde soort 2. Woudaap 1 10 Ernstig bedreigde soort 3. Grote Zilverreiger 1 47 Gevoelige soort 4. Wintertaling 1 2000-2500 Kwetsbare soort 5. Zomertaling 2 1600 1900 Kwetsbare soort 6. Slobeend 2 8000 9000 Kwetsbare soort 7. Boomvalk 1 750-1000 Kwetsbare soort 8. Zomertortel 2 10.000 12.000 Kwetsbare soort 9. Koekoek 4 6000 8000 Bedreigde soort 10.Ransuil 1 5000 6000 Bedreigde soort 11.Nachtzwaluw 9 950-1150 Kwetsbare soort 12.Groene Specht 1 4500-5500 Kwetsbare soort 13.Veldleeuwerik 3 50.000 70.000 Gevoelige soort 14.Graspieper 5 70.000 80.000 Gevoelige soort 15.Kneu 6 40.000 50.000 Kwetsbare soort 5.2.1. Roerdomp : 5 territoria. Deze moerasvogel doet het sinds 2002 heel goed op het Beuven. Na 2 territoria in 1988, en gedurende de jaren 1989 t/m 1999 géén of slechts 1 territorium, werden er in 2002 en 2003 vier territoria vastgesteld. Met een toename van nog 1 territorium zijn het in 2004 maar liefst 5 territoria geworden. In 2004 werden 4 territoria op Beuven-Noord (mooi verdeeld over de 4 hoeken van Beuven-Noord) en 1 territorium op Beuven-Zuid vastgesteld. 5.2.2. Woudaap : 1 territorium. Deze lastig te inventariseren vogel werd in 2004 veel minder roepend waargenomen dan in 2002 en 2003. De eerste waarneming op het Beuven was op 8 mei (een roepend mannetje op het eilandje in Beuven-Noord). Op 13 juni weer een roepend mannetje op het eilandje en op 17 juli een roepend mannetje en een vliegend vrouwtje nabij de stuwbak. Het ene territorium bevond zich op bovengenoemd eilandje. Versie zonder Stippenkaarten 4 6-4-2005

5.2.3. Grote Zilverreiger : 1 territorium. Een nieuwe soort voor Beuven e.o. als broedvogel. Als wintergast werd de Grote Zilverreiger op het Beuven voor het eerst in december 1988 waargenomen (1 ex.). In januari, maart en oktober 1989 werd ook steeds 1 exemplaar aangetroffen. Vervolgens enkele waarnemingen in 1992, 1994, 1995 (mei, juli, augustus en oktober). Maar vanaf 1997 zijn ze steeds vaker en jaarlijks op het Beuven te bewonderen. Vanaf 2001 zitten ze er een groot deel van het jaar : slechts vanaf de 2 e helft van april t/m ergens in juni zijn ze ofwel afwezig ofwel met slechts 1 exemplaar of 2 exemplaren aanwezig. In 2003 werd de Grote Zilverreiger elke maand aangetroffen en nu in 2004 kon het eerste territorium vastgesteld worden op het eilandje in Beuven-Noord. 5.2.4. Wintertaling : 1 territorium. Gedurende de inventarisatiejaren vanaf 1988 werden nooit veel territoria aangetroffen. Er waren slechts 3 topjaren : 1988 met 11 territoria, 1996 met maar liefst 19 territoria en 1999 met 8 territoria. Gedurende de jaren 1992 t/m 1995, 1997 en 1998 varieerde het aantal territoria tussen de 3 en 5. Vanaf 2002 konden we elk jaar slechts één territorium vaststellen. Dus inderdaad ook op Beuven een kwetsbare soort. 5.2.5 Zomertaling : 2 territoria. Deze broedvogel met zijn onopvallend gedrag en dus gemakkelijk over het hoofd te zien, werd met 2 territoria, ter hoogte van de stuwbak op zowel Beuven-Noord als Beuven-Zuid,aangetroffen. 5,2.6. Slobeend : 2 territoria. Vergeleken met de 2 topjaren (11 territoria in 1995 en 14 territoria in 1996) moeten we het in 2003 en 2004 met respectievelijk slechts 1 territorium en 2 territoria doen. 5.2.7. Boomvalk : 1 territorium. Deze mooie roofvogel werd als zekere broedvogel vastgesteld in de jaren 1988, 1995, 1997, 1999, 2002, 2003 en 2004. Behalve in 2003 toen er 2 territoria vastgesteld konden worden, steeds slechts met 1 territorium. Het territorium van 2004 bevond zich in de Zuidoost hoek van Beuven-Noord. 5.2.8. Zomertortel : 2 territoria. Vanaf 1988 werd slechts 3 maal een territorium van de Zomertortel geconstateerd. Liefst 5 territoria in 1998, 1 territorium in 1999 en ook in 2004 weer territoria (2 stuks). 5.2.9. Koekoek : 4 territoria. De Koekoek blijft vanaf 1996 constant met 3 of 4 territoria aanwezig. Meestal zijn de territoria te vinden aan de randen van het grote Beuven-Noord. 5.2.10. Ransuil : 1 territorium. Hoewel er in 2002 maar liefst 3 territoria aangetroffen werden, mag je tegenwoordig al blij zijn als je 1 territorium vindt. Het exemplaar, dat in het bosje op de Strabrechtse Heide langs het fietspad tussen Beuven en het Grafven zit, is plaatsgetrouw. Hier werd gedurende de laatste 3 inventarisatiejaren (2002 t/m 2004) steeds een territorium gevonden. 5.2.11. Nachtzwaluw : 9 territoria. Ondanks dat we er in 2003 nog vanuit gegaan waren dat het inventarisatiegebied met 7 territoria gewoon vol zat, mochten we in 2004 er nog eens 2 territoria aan het reeds hoge aantal van 7 toevoegen. De Nachtzwaluwen van ons werkgebied lijken misschien een uitzondering op de landelijke trend te zijn? De 2 nieuwe territoria van 2004 lagen halfweg de westoever van Beuven-Noord en nabij het bosje langs het fietspad naar het Grafven waar ook de Ransuil z n territorium had. Versie zonder Stippenkaarten 5 6-4-2005

5.2.12. Groene Specht : 1 territorium. Deze miereneter komt veel minder voor dan de Zwarte Specht en de Grote Bonte Specht. Vergrassing en verruiging zijn mogelijke oorzaken van de afname van het aantal Groene Spechten in Hoog-Nederland. Het ene territorium van Beuven was te vinden nabij de Zuidoost hoek van Beuven-Noord, langs de Peelrijt. 5.2.13. Veldleeuwerik : 3 territoria. Het aantal territoria in het inventarisatiegebied schommelde gedurende de jaren 1997 t/m 2004 tussen de 2 en 4 stuks. De 3 territoria van 2004 lagen aan de westzijde van het gebied. Landelijk is de soort sinds de jaren 70 met 90 % afgenomen. 5.2.14. Graspieper : 5 territoria. Deze grondbroeder nam in het inventarisatiegebied de laatste 3 jaren af van respectievelijk 15 naar 9 naar 5 territoria. 5.2.15. Kneu : 6 territoria. Verruiging van de heide en het dichtgroeien van natuurgebieden hebben in Nederland geleid tot een afname van deze soort. Rond Beuven zien we (nog) geen afname. Integendeel, het aantal territoria nam de laatste 2 jaren toe van respectievelijk 2 naar 6 territoria. Niet tot de Rode Lijst behorend, maar wel de moeite waard om apart besproken te worden, zijn de Waterral, Kleine Karekiet, Klein Waterhoen, Baardman en Zwarte Zwaan. Versie zonder Stippenkaarten 6 6-4-2005

5.2.16. Waterral : 20 territoria. Dit jaar werden minder territoria gevonden dan in 2003 (van 27 in 2003 naar 20 in 2004). De meeste territoria werden weer aan de randen van Beuven-Noord (9 stuks) en Beuven-Zuid (6 stuks) gevonden. 5.2. 17. Kleine Karekiet : 101 territoria. Deze broedvogel van het moeras nam vanaf 2002 gestadig toe : 65 territoria in 2002, 89 territoria in 2003 en maar liefst 101 territoria in 2004. Toename van de hoeveelheid overjarige rietvegetaties zou de oorzaak van deze toename kunnen zijn. 5.2.18. Klein Waterhoen : 1 territorium. Evenals in 2003 slechts 1 territorium. Het roepende mannetje werd van 20 mei t/m 15 juni waargenomen in Beuven- Zuid. 5.2. 19. Baardman :1 territorium. De eerste waarneming van een Baardman op Beuven was 4 december 1965. Het 1 e broedgeval vond 2 jaar later plaats, in 1967. Daarna werden nog gedurende 4 opeenvolgende jaren broedgevallen geconstateerd, namelijk van 1972 t/m 1975. In 2004 werden tussen 6 maart en 17 april minimaal 1 tot 8 exemplaren gezien. Het ene territorium van 2004 bevond zich even ten noorden van de stuwbak. 5.2.20. Zwarte Zwaan : 1 territorium. Vanaf 10 maart 2002 heeft er vrijwel constant n paar Zwarte Zwanen op Beuven-Noord gezeten. In 2003 meenden we dat het paar een broedpoging heeft gedaan nabij het eiland in Beuven-Noord, maar we hebben nooit jongen gezien. In 2004 had het Zwarte Zwanen-paar haar nest in de Zuidoost hoek van Beuven-Noord en jawel tussen 6 en 9 mei werd 1 jong gezien, dat echter niet lang geleefd heeft want de ouders werden daarna niet meer in gezelschap van het jong gezien. Was het jong gepredeerd? Het zeer aan het Beuven verknochte ouderpaar had in het najaar nogmaals een broedsel. Tussen 1 en 7 november werden 3 jongen gezien. Daarna werden de 3 jonge Zwarte Zwaantjes niet meer gezien. Ook ditmaal mogelijk gepredeerd! Waren de snoeken ook hier de rovers? De van de nieuwe Rode Lijst van 2004 afgevoerde soorten die ook rond het Beuven broeden, zoals Dodaars, Geoorde Fuut, Roodborsttapuit, Rietzanger en Geelgors zijn in het inventarisatiegebied gedurende de laatste 3 jaren constant gebleven of zijn zelfs licht toegenomen. Behoud van het aanzienlijke areaal overjarige rietvegetatie en tegengaan van de verruiging en vergrassing van de heide zijn belangrijke factoren voor het instandhouden van de broedpopulatie van de Rode Lijst soorten. Darnaast is rust en dus het voorkomen van verstoring door zogenaamde recreanten evenzeer van groot belang voor de broedvogels, wintergasten en trekvogels die het Beuven uitkiezen als korte tussenstop op weg naar hun overwinterings- en/of broedgebieden. Februari 2005 Willem van Eijk Floreffestraat 35 5711 AA Someren Vogelwerkgroep De Peel Versie zonder Stippenkaarten 7 6-4-2005

6.3 Aantal broedterritoria Beuven e.o. gedurende de jaren 1988 t/m 2004 Euring Soorten 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2002 2003 2004 70 Dodaars 5 4 2 1 2 4 2 3 2 0 2 3 5 10 8 90 Fuut 2 5 4 0 3 6 10 5 2 0 0 9 9 13 14 120 Geoorde Fuut 0 0 0 0 3 6 2 3 0 0 0 0 0 1 2 950 Roerdomp 2 1 0 0 0 1 1 1 1 1 4 4 5 980 Wouwaap 0 0 0 0 0 1 0 0 0 2 2 1 1210 Grote Zilverreiger 0 0 1 1220 Blauwe reiger 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 1520 Knobbelzwaan 1 1 1 1 0 0 0 0 0 1610 Grauwe Gans 0 0 0 0 0 1 1 4 4 6 12 15 1660 Canadese Gans 1 2 2 1670 Brandgans 0 0 1 1700 Nijlgans 0 0 1 1 1 0 3 4 2 1730 Bergeend 0 0 1 0 0 0 0 1820 Krakeend 7 4 0 2 5 3 2 3 0 0 0 3 0 4 2 1840 Wintertaling 11 0 0 5 4 3 4 19 4 3 8 1 1 1 1860 Wilde Eend 19 21 17 1910 Zomertaling 1 2 1 0 3 3 2 4 1 1 0 5 3 5 2 1940 Slobeend 4 0 0 4 5 3 11 14 2 0 7 7 1 2 1980 Tafeleend 7 0 0 6 7 10 7 0 0 0 6 2 3 2 2020 Witoogeend 0 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 2030 Kuifeend 11 0 0 5 7 13 9 0 0 0 10 7 6 5 2310 Wespendief 1 0 1 2600 Bruine Kiekendief 0 0 0 0 1 0-1 0 0-1 0 0 0 0 1 1 1 2670 Havik 1 0 0 2 2 0 1 1 2 2690 Sperwer 0 1 0 0 0 0 2870 Buizerd 0 0 0-1 1 0 2 0 1 1 1 3040 Torenvalk 0 0 0-1 1 1 0 0 0 1 0 3100 Boomvalk 1 0 0-1 0-1 1 0 1 1 1 2 1 3700 Kwartel 1 0 0 0 0 0 0 0 0 1 5 4070 Waterral 5 5 5 6 9 7 6 11 10 5 12 8 17 27 20 4080 Porseleinhoen 2 0 0 0 1 1 0 1 0 4 0 2 0 4100 Klein Waterhoen 0 1 1 4240 Waterhoen 5 7 4 17 13 16 4290 Meerkoet 30 21 23 26 20 16 4690 Kleine Plevier 0 0 6 4 0 0 0 0 0 4930 Kievit 0 4 0 0 0 0 0 5290 Houtsnip 0 0 0 5410 Wulp 2 1 1 1-2 1 0 0 0 1 1 0 5460 Tureluur 1 1 0 0 0 0 5820 Kokmeeuw 8 833 514 173 0 0 0 0 0 0 0 6270 Zwarte Stern 1 0 0 6870 Zomertortel 5 1 0 0 2 7240 Koekoek 2 4 3 4 3 4 4 7610 Bosuil 1 1 3 2 2-3 0 0 0 1 2 1 2 7670 Ransuil 1 0 1 0-1 1 0 1 1 0 3 1 1 7780 Nachtzwaluw 0 0 1 1 0-1 0-1 0-1 0 3 2 3 7 7 9 8560 Groene Specht 0 0 2 0 2 1 1 0 0 1 8630 Zwarte Specht 2 0 1 3 5 3 0 4 3 8760 Gr. Bonte Specht 0 8 7 8870 Kl. Bonte Specht 0 1 0 9740 Boomleeuwerik 1 1 3 1 2 4 4 7 1 10 11 10 6 6 6 9760 Veldleeuwerik 4 3 2 2 2 4 3 10090 Boompieper 42 37 38 39 24 29 33 10110 Graspieper 10 12 10 14 15 9 5 11040 Nachtegaal 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 11060 Blauwborst 14 14 18 12 20 17 15 14 22 26 22 18 20 23 18 11220 Gekraagde 5 4 4 4 8 5 6 14 10 0 22 18 Roodstaart 11370 Paap 0 1 0 0 0 11390 Roodborsttapuit 4 4 3 3 5 10 9 5 5 11 11 11 11 18 21 11460 Tapuit 0 0 0 0 1 1 0 0 0 0 0 11980 Kramsvogel 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 12200 Cetti's Zanger 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 12360 Sprinkhaanzanger 2 1 2 1 0 1 2 2 4 2 2 9 7 6 12380 Snor 0 0 0 0 0-1 0 0 0 0 0 0 0 12430 Rietzanger 1 1 0 0 0 1 0 1 1 0 1 1 2 Versie zonder Stippenkaarten 8 6-4-2005

Euring Soorten 1988 1989 1990 1991 1992 1993 1994 1995 1996 1997 1998 1999 2002 2003 2004 12500 Bosrietzanger 3 1 2 0 4 1 2 4 4 3 12510 Kleine Karekiet 37 44 38 20 27 65 89 101 12590 Spotvogel 1 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 12740 Braamsluiper 1 0 0 0 12750 Grasmus 5 0-1 7 5 3 4 0 5 5 13080 Fluiter 1 3 0 2 0 1 0 0 0 2 1 13150 Vuurgoudhaan 0 0 0 0 0 0 0 1 0 0 0 0 13350 Grauwe 0 2 0 Vliegenvanger 13490 Bonte 0 1 1 Vliegenvanger 13640 Baardmannetje 0 0 1 14900 Buidelmees 1 0 0 15080 Wielewaal 1 0 1 0 1 0 0 16380 Keep 0 0 0 0 1 16600 Kneu 1 3 2 5 6 16660 Kruisbek 7 0 2 0 0 18570 Geelgors 14 12 18 13 16 11 12 3 12 8 10 8 8 7 18770 Rietgors 18 35 31 24 37 28 27 33 20040 Zwarte Zwaan 1 1 1 Totaal waargenomen soorten Totaal waargenomen territoria 44 13 9 9 21 21 21 23 30 32 36 36 44 53 55 279 44 50 45 927 627 103 289 198 235 251 299 351 449 447 Opmerkingen: Tellingen vanaf 2002 door Jan Timmermans en Willem van Eijk; Tellingen van 1988-1999 door o.a. G Stooker, Martien Vinken, Piet Vinken, Rinie v.d. Voort, Carel van Dijk en Jan- Erik Kikkert; 0 betekend dat de soort in het betrokken jaar niet is waargenomen; Een leeg veld betekend dat de soort in het betrokken jaar niet is geteld (maar mogelijk wel aanwezig was). Versie zonder Stippenkaarten 9 6-4-2005