Archeologisch bureau- en booronderzoek Natuurbegraafplaats Nieuwehorne bij Heerenveen, gemeente Heerenveen (FR)



Vergelijkbare documenten
Archeologisch booronderzoek Burgemeester De la Saussaye Briëtweg, De Wijk, gemeente De Wolden

Archeologisch booronderzoek Ommerweg 65-67, Zuidwolde, gemeente De Wolden (DR)

30 sept OU

Archeologisch booronderzoek Eefselerweg 13a te Lievelde, gemeente Oost Gelre (GLD)

Archeologisch bureau-en booronderzoek Zuiderzeestraatweg te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek

Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen bij Groot Bronswijk, Wagenborgen, gemeente Delfzijl (Gr.)

Archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van bureau- en booronderzoek aan de Heemselerweg te Mariënvelde, gemeente Oost Gelre (Gld)

Archeologisch bureau- en booronderzoek Reestdal nabij de Paardelanden te Dedemsvaart, gemeente Hardenberg (OV)

Archeologisch booronderzoek Winschoterweg 11 te Groningen (GN)

Een archeologisch veldonderzoek door middel van megaboringen in het Natuurvriendenterrein aan de Roeghoornweg te Norg, gemeente Noordenveld (Dr.

Archeologisch bureau- en inventariserend veldonderzoek Vakantiepark Boomhiemke, Jan Roepespad 4 te Hollum, gemeente Ameland (FR)

4 Archeologisch onderzoek

Archeologie Deventer Briefrapport 27. November Controleboringen Cellarius - De Hullu (project 494)

Archeologisch bureau- en booronderzoek Groene Dijk te Assen, gemeente Assen (DR)

Archeologisch bureau- en booronderzoek Joussenwei te Cornjum, gemeente Leeuwarderadeel (FR)

Archeologisch bureau- en booronderzoek ter plaatse van RCN De Potten te Sneek, gemeente Sneek (FR)

Archeologisch bureauonderzoek Vledderhuizen 28 te Onstwedde, gemeente Stadskanaal (GR)

Beulakerweg 127 te Giethoorn, gem. Steenwijkerland (Ov.)

Archeologisch bureau- en booronderzoek aan Kerkenweg 26 te Weiteveen, gemeente Emmen (DR)

Archeologisch bureau- en booronderzoek Muggenhoek 9 te Heeswijk-Dinther, gemeente Bernheze (NB)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch bureau- en booronderzoek Stegingepad - Oranjekanaal NZ te Emmen, gemeente Emmen (DR)

Archeologisch booronderzoek Voorsterbos te Kraggenburg, gemeente Noordoostpolder (FL)

Archeologisch bureaubooronderzoek. (ongenummerd) te Hattemerbroek, gemeente Oldebroek (GLD)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Utrechtseweg 82 te Zeist. K oen Hebinck

Haulerwijk, Sinnehiem II Gemeente Ooststellingwerf (Fr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /05

8 QUICKSCAN 2017 ARCHEOLOGIE KLAVER Gemeente Horst aan de Maas

6500 voor Chr. RAAP-NOTITIE 4478 Plangebied Noorderweg 27 te Noordwijk 3750 voor Chr. Gemeente Marum Archeologisch vooronderzoek: een verkennend veldo

Figuur 1. Resultaten onderzoek geprojecteerd op het Actueel Hoggtebestand Nederland (AHN).

Nieuw Delft veld 3 en 8 (westelijk deel)

Archeologisch bureau- en booronderzoek Hertenkamp Ommen, gemeente Ommen (OV)

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Glanerbruggeweg 75 te Enschede (O) ARC-Rapporten

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Heerenveen, Centrum-West (Fr.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek /12

Archeologisch bureauonderzoek Runde Ruiten Aa 'Het Schot' Ter Apel, gemeente Vlagtwedde (GR)

Wildemanstraat te Elst. rapport 2766

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Burgwerd, De Hemert 13 Gem. Wûnseradiel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /02

Quickscan Archeologie Plangebied Toekomstig Tankstation Hengelosestraat (ong.) te Haaksbergen

Plan van Aanpak. Archeologisch vooronderzoek, bureau- en inventariserend veldonderzoek. gemeente Nieuwkoop

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Adviesdocument 768. Oranjerie landgoed Mattemburgh, gemeente Woensdrecht. Project: Projectcode: HOOM2. Opdrachtgever: Brabants Landschap

Plangebied H.W. Iordensweg te Twello

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Archeologie en cultuurhistorie Strijpsche Kampen

Nieuwehorne, Sterrekamp Gemeente Heerenveen (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /09

Ruimtelijke onderbouwing archeologie Vijf Akkers-Noord, Moordrecht (gemeente Zuidplas). Notitie TML554

Archeologisch bureau- en booronderzoek aan de Lindenstraat te Tynaarlo, gemeente Tynaarlo (DR)

Plangebied Sportterrein te Lippenhuizen

INVENTARISEREND VELDONDERZOEK ARCHEOLOGIE OEKEN EN BRUMMEN

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Bureau voor Archeologie Rapport 273

Plangebied Wytsmastraat te Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Bijlage 11 bij toelichting Bestemmingsplan Verbreding N444 en reconstructie Nagelbrug, Voorhout

Archeologisch bureau- en booronderzoek aan Waterstraat 11 te Diessen, gemeente Hilvarenbeek (NB)

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Grotestraat 55 te Tubbergen, gemeente Tubbergen (Ov.)

Oude Amersfoortseweg 99 te Hilversum rapport 2022

Monumentenhuis Brabant bv

Ede, Roekelse Bos (gem. Ede)

Larenseweg te Holten, gemeente Holten- Rijssen (Ov.)

Archeologisch booronderzoek voor het plangebied Ringbaan Noord-Maasstraat te Tilburg. Koen Hebinck

Hoofdweg 39 te Slochteren (gemeente Slochteren) Een Archeologisch Bureauonderzoek

Herstructurerings- en ontwikkelingsplan Burdaard Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een inventariserend veldonderzoek

BODEMINTACTHEIDSONDERZOEK ZWARTE PLAKWEG TE AMERICA GEMEENTE HORST AAN DE MAAS

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Een archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) door middel van een bureauonderzoek en boringen op de locatie Oude Meerdijk te Emmen (Dr.

Quick scan archeologie Vaartstraat Loonsevaert (perceel 2954), Kaatsheuvel gemeente Loon op Zand

Plangebied kapschuur aan de Holte 17 te Onstwedde

-Rapporten. Een archeologisch inventariserend veldonderzoek door middel van boringen aan de Boddenbroek te Oirlo, gemeente Venray (L)

Archeologisch onderzoek De Berghorst te Enter Noord

Bijlage 1: Archeologische perioden

PLAN VAN AANPAK Waarderend booronderzoek

Archeologisch booronderzoek Friesestraatweg 145 te Groningen, gemeente Groningen (GR)

Gageldijk. GAG: Archeologische begeleiding rond de aanleg van een fietsviaduct aan de Gageldijk, gemeente Utrecht. Basisrapportage Archeologie 109

Archeologisch verkennend booronderzoek aan Klokbekerweg 7 te Lelystad, gemeente Lelystad (FL)

Inventariserend Veldonderzoek, karterend booronderzoek

Archeologisch booronderzoek ten behoeve van het plangebied 'ProRail kavel' aan de Ganzenweg te Zeewolde, gemeente Zeewolde (FL)

Verkennend archeologisch booronderzoek voor Koningin Julianalaan 19 te Waalre. Koen Hebinck

Archeologisch karterend veldonderzoek Entinkweg 3 te Varsseveld, gemeente Oude IJsselstreek (GE)

Heenvliet, Steenhoeck-Welleweg Gem. Bernisse (ZH.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /11Z

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

Gemeente Rucphen Plangebied Koekoekstraat ong. te Sprundel

De Moer, plangebied De Hooivork (gemeente Loon op Zand)

RAAP-NOTITIE Plangebied Burloseweg Gemeente Winterswijk Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Quick scan archeologie De Horst Kaatsheuvel, gemeente Loon op Zand

Heesch - Beellandstraat

Tzummarum, Buorren Gem. Franekeradeel (Frl.) Een Inventariserend Archeologisch Veldonderzoek. Steekproefrapport /10

Advies Archeologische Monumentenzorg 2015-nr. 71

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

ArGeoBoor Archeologisch vooronderzoek & advies

RAAP-NOTITIE Plangebied De Botter te Hallum Gemeente Ferwerderadiel Archeologisch vooronderzoek: een bureau- en inventariserend veldonderzoek

Inventariserend veldonderzoek verkennende fase Uitbreiding parkeerplaats Dorpstraat 28 te Harskamp, gem. Ede (Gld.)

Bureau voor Archeologie Rapport De Duynkant, Castricum, gemeente Castricum: booronderzoek

Transcriptie:

Archeologisch bureau- en booronderzoek Natuurbegraafplaats Nieuwehorne bij Heerenveen, gemeente Heerenveen (FR)

Archeologisch bureau- en booronderzoek Natuurbegraafplaats Nieuwehorne bij Heerenveen, gemeente Heerenveen (FR) opdrachtgever Vollmer & partners datum 16 januari 214 projectleider de heer B. van der Vlught projectnummer 93198713 status definitief ISSN-nummer 1875-5313 MUG-publicatie 213-93

16 januari 214 MUG-projectnummer 93198713 Opdrachtgever Vollmer & partners MUG-publicatie 213-93 Bevoegd gezag Gemeente Heerenveen Beheer en plaats documentatie MUG Ingenieursbureau b.v. Onderzoekmeldingsnummer 59211 Tekst Mevrouw T.N. Krol MA Afbeeldingen De heer A. Huygen Status definitief Autorisatie de heer drs. B. Bijl Uitgegeven door MUG Ingenieursbureau b.v. Postbus 136 935 AC Leek Datum 16 januari 214 ISSN 1875-5313

16 januari 214 INHOUDSOPGAVE Samenvatting 1 1 Inleiding 2 1.1 Algemeen 2 1.2 Ligging van het onderzoeksgebied 3 1.3 Doel van het onderzoek 3 1.3.1 Bureauonderzoek 3 1.3.2 Booronderzoek 4 1.4 Werkwijze 4 1.4.1 Bureauonderzoek 4 1.4.2 Booronderzoek 4 2 Resultaten 6 2.1 Bureauonderzoek 6 2.1.1 Huidige situatie en aardwetenschappelijke waarden 6 2.1.2 Bekende archeologische waarden 8 2.1.3 Bewoningsgeschiedenis en historische situatie 9 2.1.4 Bouwhistorische waarden 1 2.1.5 Toekomstige situatie 1 2.1.6 Archeologische verwachting en beleid 1 2.1.7 Conclusie en gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel 11 2.2 Booronderzoek 12 2.2.1 Bodemopbouw 12 2.2.2 Vondsten 12 2.2.3 Conclusie booronderzoek 13 3 Aanbeveling 14 Literatuur 15 BIJLAGEN Bijlage 1 Bijlage 2 Boorstaten Boorpuntenkaart

16 januari 214 pagina 1 van 15 Samenvatting Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen voor de aanleg van een natuurbegraafplaats van de heer Van Middelkoop voor de onderzochte percelen langs de Achtste Wijk bij Nieuwehorne, gemeente Heerenveen. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is er een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. Altenburg en Wymenga heeft namens Vollmer & Partners aan MUG Ingenieursbureau, afdeling Archeologie, opdracht gegeven het IVO uit te voeren. Het onderzoek bestond uit een bureauonderzoek en een verkennend en karterend booronderzoek. Het onderzoeksgebied is in gebruik als productiebos. In het verleden was het eveneens bebost en was een deel ervan in gebruik als bouw- of grasland. Op de historische kaarten is geen bebouwing aanwezig. Het gebied ligt op een rug met podzolbodems en heeft daarom een hoge verwachting voor het aantreffen van resten uit met name de prehistorie. Deze verwachting komt overeen met de verwachting op basis van de Friese archeologische monumentenkaart extra (FAMKE). De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit bosgrond gevolgd door (en in enkele gevallen keizand of keileem). In enkele boringen is sprake van een omgewerkte toplaag en in enkele boringen komt veen voor. Verspreid over het onderzoeksgebied komt in het een podzol B-horizont voor en in één boring tevens een podzol E-horizont. In de overige boringen is de top van het opgenomen in het humeuze pakket bosgrond en is geen sprake meer van een podzolbodem. Aangezien in hetzelfde deel van het onderzoeksgebied wel podzolgronden voorkomen, is het waarschijnlijk dat ook hier oorspronkelijk een podzolbodem aanwezig was. Bij alle boringen met een intacte podzolbodem is de bovenste 25 cm van het bemonsterd. De boormonsters zijn gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. De zeefresiduen zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkscherven, vuursteen, bot, houtskool, fosfaat, verbrand leem en natuursteen. In de boormonsters zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Ook tijdens de oppervlaktekartering zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Op basis van bovenstaande onderzoeksresultaten worden in het onderzoeksgebied geen vindplaatsen verwacht. Wij bevelen daarom geen vervolgonderzoek aan. Bovenstaande betreft een aanbeveling. De resultaten en aanbeveling dienen te worden getoetst en onderschreven door het bevoegd gezag, gemeente Heerenveen, in de vorm van een selectiebesluit. Tenslotte dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Tevens is het raadzaam de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente hiervan in kennis te stellen.

16 januari 214 pagina 2 van 15 1 Inleiding 1.1 Algemeen Aanleiding tot het hier beschreven archeologisch inventariserend veldonderzoek (IVO) zijn de plannen voor de aanleg van een natuurbegraafplaats van de heer Van Middelkoop voor de onderzochte percelen langs de Achtste Wijk bij Nieuwehorne, gemeente Heerenveen. Omdat deze plannen met bodemverstorende ingrepen gepaard gaan, is een archeologisch vooronderzoek noodzakelijk. Dit onderzoek wordt uitgevoerd conform de Wet op de archeologische monumentenzorg. Altenburg en Wymenga heeft namens Vollmer & Partners aan MUG Ingenieursbureau afdeling Archeologie, opdracht gegeven het IVO uit te voeren. Voorafgaand aan het veldwerk is een bureaustudie verricht. Het archeologisch booronderzoek heeft plaatsgevonden op 26 november 213 en stond onder leiding van mevrouw T.N. Krol (medior archeoloog) met ondersteuning van de heer J. Kooistra. Het booronderzoek is uitgevoerd conform de eisen van de Kwaliteitsnorm Nederlandse Archeologie (KNA), versie 3.2, en de richtlijnen van de provincie Friesland (Friese archeologische monumentenkaart extra, FAMKE). Tabel 1.1 Overzicht van de objectgegevens Objectgegevens Provincie Gemeente Plaats Toponiem Kaartblad Coördinaten Grondsoort Geomorfologie Grondwatertrap Friesland Heerenveen Nieuwehorne Achtste Wijk 11D, 11G 199685 / 552973 NW 199688 / 553247 NO 289 / 552615 ZO 199918 / 552518 ZW zand rug V

16 januari 214 pagina 3 van 15 1.2 Ligging van het onderzoeksgebied Het onderzoeksgebied ligt langs de Achtste Wijk te Nieuwehorne (zie afbeelding 1) en bestaat uit een aantal beboste percelen. Het betreft productiebossen. De totale oppervlakte is circa 8,7 ha. Het plangebied is circa 11 ha, namelijk het onderzoeksgebied en het gebied met omgeven met de gele lijn tezamen (zie afbeelding 1). 199/554 21/552 Afbeelding 1. Het onderzoeksgebied op de topografische kaart, binnen het rode kader, met in geel het plangebied (bron: Topografische Dienst Nederland) 1.3 Doel van het onderzoek 1.3.1 Bureauonderzoek Het bureauonderzoek heeft als doel inzicht te krijgen in bekende en te verwachten archeologische waarden van het plangebied. Aan de hand van deze informatie wordt een archeologisch verwachtingsmodel opgesteld. Voor het bureauonderzoek dienen de volgende vragen te worden beantwoord. Vraag 1. Wat is de archeologische verwachting van het gebied buiten de reeds bekende AMK-terreinen (indien mogelijk gespecificeerd naar aard, vindplaatsen en perioden? Vraag 2. Zijn er binnen de verwachtingszones specifieke aandachtslocaties aan te geven (zandkoppen of -ruggen, veentjes, historische bebouwing en infrastructuur)? Vraag 3. Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen in het plan-/onderzoeksgebied? Vraag 4. Welk vervolgonderzoek is nodig om de door het bureauonderzoek in beeld gebrachte specifieke archeologische verwachting te toetsen?

16 januari 214 pagina 4 van 15 1.3.2 Booronderzoek Het veldonderzoek heeft als doel het verwachtingsmodel te toetsen en waar nodig aan te vullen. Daarnaast dienen de volgende vragen te worden beantwoord. Vraag 1. Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit? Vraag 2. Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan? Vraag 3. Zijn er zones met een hoge dan wel lage archeologische verwachting? Vraag 4. Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens? Aan de hand van de gegevens van beide onderzoeken kan worden nagegaan of in het onderzoeksgebied archeologische waarden te verwachten zijn en of de voorgenomen ingrepen een bedreiging vormen voor het archeologische bodemarchief. Indien dit het geval is, wordt geadviseerd hoe hiermee omgegaan dient te worden. 1.4 Werkwijze 1.4.1 Bureauonderzoek In het bureauonderzoek wordt het huidige grondgebruik beschreven, de historische situatie en mogelijke verstoringen alsmede de bekende archeologische en aardwetenschappelijke waarden. Hiertoe worden onder andere topografische kaarten gebruikt, de plannen en gegevens van de opdrachtgever, luchtfoto s en, indien aanwezig, gegevens van milieukundig onderzoek. Een beschrijving van de historische situatie is gebaseerd op historisch topografisch kaartmateriaal, zoals kadastrale kaarten en de website van Wat was waar (http://www.watwaswaar.nl). Voor de bekende bodemkundige en geologische waarden wordt gebruikgemaakt van bodemkaarten en geomorfologische kaarten. De archeologische waarden zijn gebaseerd op de gegevens in Archis (digitale database van de Nederlandse archeologie van de Rijksdienst voor Cultureel Erfgoed (RCE)), waar de archeologische monumentenkaart deel van uitmaakt. Daarnaast is gebruik gemaakt van de Friese Archeologische MonumentenKaart Extra (FAMKE). Hierop zijn de archeologische waarden in de provincie Friesland weergegeven. De FAMKE geeft ook richtlijnen over hoe om te gaan met bedreigingen van het archeologische bodemarchief. (De FAMKE is een aanvulling op de gegevens in Archis.) Indien mogelijk, wordt tevens teruggegrepen op gegevens van eerder in de directe omgeving uitgevoerd onderzoek. Met behulp van deze gegevens wordt een gespecificeerde verwachting voor het onderzoeksgebied opgesteld. 1.4.2 Booronderzoek De FAMKE bevat twee advieskaarten: een voor de periode steentijd-bronstijd en een voor de periode ijzertijd-middeleeuwen. Hierop staat aangegeven wat voor onderzoek dient te worden uitgevoerd. Om het gespecificeerde verwachtingsmodel te toetsen, wordt een inventariserend booronderzoek uitgevoerd dat bestaat uit een boorgrid van 3 boringen per hectare. Om een juiste indruk van de bodemopbouw te kunnen krijgen, worden deze boringen verspreid over het terrein gezet. De boringen worden in raaien gezet waarbij de afstand tussen de boringen 8 m bedraagt en de afstand tussen de raaien 1 m bedraagt. In de naast elkaar liggende raaien verspringen de boorpunten, zodat er een ideale verdeling van de boorpunten over het terrein ontstaat. Bij een intacte bodem wordt verdicht naar een boorgrid van 6 boringen per hectare. Dan is de boorafstand 4 m en de afstand tussen de raaien is 5 m. Voor het boren is gebruikgemaakt van een verlengbare edelmanboor met een diameter van 7 cm. De boringen moeten gezet worden tot tenminste 25 cm diepte in schone C-horizont, met guts of edelman. Bij een intact bodemprofiel dienen de boringen die het zand bereiken te worden gezeefd met een maaswijdte van maximaal,4 centimeter. De boorkernen zijn uitgelegd waarbij de verschillende bodemlagen nauwkeurig zijn beschreven en opgemeten. De boorbeschrijvingen zijn volgens de Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode,

16 januari 214 pagina 5 van 15 die is gebaseerd op NEN 514. Tijdens het verkennend booronderzoek is, aan de hand van het verbrokkelen van de boorkernen, ook gelet op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkscherven, vuursteen, bot, houtskool, fosfaat, verbrand leem en natuursteen. De boorpunten zijn met behulp van een meetlint ingemeten. Naast het boren is een oppervlaktekartering uitgevoerd, waarbij ontsluitingen zoals slootkanten en molshopen zijn geïnspecteerd op het voorkomen van archeologische resten.

16 januari 214 pagina 6 van 15 2 Resultaten 2.1 Bureauonderzoek 2.1.1 Huidige situatie en aardwetenschappelijke waarden Op basis van de geomorfologische kaart (zie afbeelding 2) ligt het onderzoeksgebied op een rug, al dan niet met oud landbouwdek (code 3K14 en 4K14). Hierop liggen laarpodzolen en veldpodzolen (code (c)hn21; zie afbeelding 3). Afbeelding 2. Het onderzoeksgebied op de geomorfologische kaart, aangegeven met het rode kader (bron: Archis2: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed)

16 januari 214 pagina 7 van 15 Afbeelding 3. Het onderzoeksgebied op de bodemkaart kaart, aangegeven met het gele kader (bron: Archis2: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) Als gevolg van het neerslagoverschot spoelen humus en mineralen uit de bovengrond en slaan op grotere diepte neer. In de uitspoelingszone veroorzaakt dit een grijze kleur en in de inspoelingszone een bruine kleur. Deze bodems kunnen alleen ontstaan als de grond lange tijd met rust gelaten is. Een intacte podzolbodem houdt dus in dat de bodem langere tijd ongeroerd is, waardoor eventueel aanwezige sporen van menselijke activiteit uit de prehistorie bewaard kunnen zijn. Een podzolbodem bestaat uit verschillende horizonten, te weten: - A-horizont: humeuze bovenlaag; - E-horizont: uitspoelingshorizont (uitspoeling van humus en mineralen); - B-horizont: inspoelingshorizont (inspoeling van humus en mineralen); - C-horizont: oorspronkelijke moedermateriaal (zand). Afbeelding 4. Schematische weergave van een podzolbodem

16 januari 214 pagina 8 van 15 De top van het pleistocene pakket (Formatie van Boxtel; De Mulder et al. 23), waarin zich de podzolbodem heeft gevormd, betreft de laag waarin sporen van de prehistorische mens aanwezig kunnen zijn. Bij een intacte of deels intacte podzolbodem kunnen eventueel aanwezige archeologische sporen/vondsten ook (deels) intact zijn. Op het Actueel Hoogtebestand Nederland is te zien dat het onderzoeksgebied in een relatief hoge zone ligt (AHN; zie afbeelding 5, de gele strook). Het betreft de genoemde rug, die van zuidwest naar noordoost loopt. Afbeelding 5. Het onderzoeksgebied op het AHN, bij de ster (bron: http://ahn.geodan.nl/ahn/) 2.1.2 Bekende archeologische waarden In het onderzoeksgebied zijn in Archis geen eerdere onderzoeken bekend (zie afbeelding 6). Ook zijn er geen vondsten, waarnemingen of AMK-terreinen bekend. In de directe omgeving (binnen een straal van 5 m) van het onderzoeksgebied zijn alleen een aantal onderzoeksmeldingen te zien. Onderzoeksmeldingen: 8425 Booronderzoek door Oranjewoud uit 24. Het gebied heeft een lage archeologische verwachting. 17932 Booronderzoek uit 26 door De Steekproef. Er wordt geen vervolgonderzoek geadviseerd 3814 Booronderzoek uit 29 door De Steekproef. De bodem in het plangebied voldoet aan de verwachting van de bodemkaart, maar de verwachte afdekkende veenlaag is voor een groot deel verstoord. Het bodemprofiel is redelijk intact, maar er zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Er wordt geadviseerd om het plangebied vrij te stellen van verder archeologisch onderzoek. 44598 Booronderzoek uit 211 door De Steekproef.

16 januari 214 pagina 9 van 15 Het onderzoek betreft een uitbreiding van onderzoek nr. 2922. In twee van de drie aanvullende boringen is een podzolprofiel waargenomen. In de derde boring was het profiel recent tot in de C-horizont verstoord. Het beeld van de bodem komt overeen met het eerdere onderzoek. Archeologische indicatoren zijn niet aangetroffen. Geadviseerd wordt om het plangebied vrij te stellen van verder archeologisch onderzoek. 4592 Booronderzoek uit 211 door De Steekproef. De oostelijke helft is verstoord. De westelijke helft heeft deels een intacte podzolbodem. Hier zijn enkele verdichtende boringen geplaatst. Er zijn echter geen archeologische indicatoren aangetroffen. Geen nader onderzoek noodzakelijk. 54838 Booronderzoek uit 212 door RAAP. De resultaten van het onderzoek geven geen aanleiding om archeologisch maatregelen (planaanpassing, vervolgonderzoek, etc.) aan te bevelen. Afbeelding 6. Het onderzoeksgebied op een ARCHIS kaart met onderzoeksmeldingen, waarnemingen, vondsten en AMK-terreinen, aangegeven met het rode kader (bron: Archis2: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed) 2.1.3 Bewoningsgeschiedenis en historische situatie Op de Atlas van Schotanus (1718) is geen percelering aangegeven. Er zijn een aantal veenkanalen gegraven met dezelfde oriëntatie als de huidige percelering. Ten zuiden van het onderzoeksgebied is Nieuwehorne aangegeven. Op de kadastrale minuut van 1811-1832 (HisGis; zie afbeelding 7) bestaat het onderzoeksgebied uit bouwland, bos en één perceel is in gebruik als grasland. Op de Atlas van Eekhoff (1849-1859) is de situatie niet veranderd (Tresoar). Enkele percelen zijn later samengevoegd, er is geen bebouwing bekend op de locatie.

16 januari 214 pagina 1 van 15 Afbeelding 7. Het onderzoeksgebied op de kadastrale minuut, aangegeven met het rode kader (bron: HisGis) 2.1.4 Bouwhistorische waarden Om na te gaan of in het onderzoeksgebied ondergrondse bouwhistorische waarden aanwezig zijn, zijn de bestanden met betrekking tot bouwhistorische monumenten van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed geraadpleegd (zie http://www.cultureelerfgoed.nl/node/2198). Hierop zijn geen bouwhistorische waarden aangegeven. 2.1.5 Toekomstige situatie Op de onderzoekslocatie zal een natuurbegraafplaats worden aangelegd. De exacte plannen hiervoor zijn op dit moment nog niet bekend. De voorlopige plannen zijn hieronder weergegeven. 2.1.6 Archeologische verwachting en beleid Op basis van de FAMKE (zie afbeelding 8 en 9) dient er voor de periode steentijd-bronstijd een quickscan te worden uitgevoerd, die bestaat uit een bureau- en booronderzoek met 3 boringen per ha. Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen geldt een karterend onderzoek 3 voor het zuidelijke deel van het onderzoeksgebied. Hiervoor dient een bureauonderzoek te worden uitgevoerd en, indien uit het bureauonderzoek naar voren komt dat dit noodzakelijk is, tevens een booronderzoek. Voor het noorden van het onderzoeksgebied hoeft voor deze periode geen onderzoek te worden verricht.

16 januari 214 pagina 11 van 15 Afbeelding 8. Advieskaart steentijd-bronstijd (bron: FAMKE) Afbeelding 9. Advieskaart ijzertijd-midelleeuwen (bron: FAMKE) 2.1.7 Conclusie en gespecificeerd archeologisch verwachtingsmodel Het onderzoeksgebied is in gebruik als productiebos. In het verleden was het eveneens bebost en was een deel ervan in gebruik als bouw- of grasland. Op de historische kaarten is geen bebouwing aanwezig. Het gebied ligt op een rug met podzolbodems en heeft daarom een hoge verwachting voor het aantreffen van resten uit met name de prehistorie. Deze verwachting komt overeen met de verwachting op basis van de FAMKE. De vragen uit de inleiding kunnen als volgt worden beantwoord: Vraag 1. Wat is de archeologische verwachting van het gebied buiten de reeds bekende AMK-terreinen (indien mogelijk gespecificeerd naar aard, vindplaatsen en perioden? In de omgeving zijn geen vondsten in Archis bekend. Er kunnen met name resten uit de periode steentijd tot bronstijd worden verwacht, dit op basis van de FAMKE en het voorkomen van podzolbodems. Eventuele resten zijn in de top van het ter verwachten. Het gaat met name om resten van tijdelijke kampementen en, vanaf het neolithicum, permanente nederzettingen. Vraag 2. Zijn er binnen de verwachtingszones specifieke aandachtslocaties aan te geven (zandkoppen of -ruggen, veentjes, historische bebouwing en infrastructuur)? De verwachting is voor het hele onderzoeksgebied hetzelfde voor de periode steentijd-bronstijd, daarvoor is de verwachting hoog. Voor de periode ijzertijd-middeleeuwen is de verwachting minder hoog, met name voor het noorden van het onderzoeksgebied. Vraag 3. Wat is er bekend over bodemverstorende ingrepen in het plan-/onderzoeksgebied?

16 januari 214 pagina 12 van 15 Het gebruik als bos kan de bodem verstoord hebben. Het agrarisch gebruik zal slechts beperkt tot bodemverstoringen hebben geleid. Er is geen bebouwing bekend op de onderzoekslocatie die tot bodemverstoringen kan leiden. Vraag 4. Welk vervolgonderzoek is nodig om de door het bureauonderzoek in beeld gebrachte specifieke archeologische verwachting te toetsen? Hiervoor is een booronderzoek conform de richtlijnen van de FAMKE noodzakelijk. 2.2 Booronderzoek Tijdens het booronderzoek is gewerkt met een boorgrid van 3 boringen per hectare, dat werd verdicht naar 6 boringen per hectare, wanneer een intacte bodem werd aangetroffen. Er zouden minimaal 26 en maximaal 53 boringen gezet worden. In een groot deel van het onderzoeksgebied was een intacte bodem met podzolbodem aanwezig, waardoor in het grootste deel van het onderzoeksgebied het boorgrid verdicht moest worden en uiteindelijk in totaal 49 boringen zijn gezet. Om in het veld volgens het benodigde boorgrid te kunnen werken was vooraf een boorgrid van 53 karterende boringen opgesteld. Boring 18 en 32, rond verkennende boring 1, boring 23 en 24 rond verkennende boring 5 en boring 48 bij verkennende boring 11 zijn niet uitgevoerd omdat er in de verkennende boringen geen podzolbodem werd aangetroffen. Van de boringen met podzolbodem is de top van het bemonsterd. De boringen zijn beschreven in de boorstaten, bijlage 1. De verdeling van de boringen over het onderzoeksgebied en het voorkomen van podzolbodems en verstoorde bodems binnen het onderzoeksgebied is weergegeven op de boorpuntenkaart, bijlage 2. 2.2.1 Bodemopbouw In het grootste deel van het onderzoeksgebied bestaat de bodemopbouw uit bosgrond (een humeus zandpakket met wortels) gevolgd door (zwak siltig, matig fijn zand) waarin veelal een podzolbodem voorkomt. In de meeste gevallen gaat het om een podzol B-horizont. In boring 28 is tevens een podzol E-horizont aangetroffen. Het pakket bosgrond heeft veelal een dikte van,6 m, variërend van,4 tot 1,1 m. In een deel van de boringen komt in de top van het geen podzolbodem voor. Wegens het voorkomen van een podzolbodem in veel van de boringen in hetzelfde gebied is het waarschijnlijk dat deze oorspronkelijk wel aanwezig is geweest, maar in het humeuze pakket is opgenomen. In een deel van het gebied is sprake van een verstoorde bovenlaag. Ook dit is een humemeus pakket, maar hier is het pakket niet egaal van kleur, maar bevat zandbrokken. Veelal gaat het om brokken (van de C- of B-horizont), waaruit blijkt dat de top van het vermengd is met het omgewerkte pakket. In enkele boringen bestaat de C-horizont niet uit maar uit keizand (grindig en lemig zand) of keileem (zandige leem). Net als het behoren deze tot de pleistocene afzettingen. Deze boringen bevinden zich verspreid over het hele onderzoeksgebied. In enkele boringen in het zuidwesten van het onderzoeksgebied is sprake van een dun veenpakket (boring 14, 43, 51 en 52). Hier overheen is zand opgebracht. Het veen is niet intact. Hieronder volgt bosgrond. 2.2.2 Vondsten Alle boringen met een intacte podzolbodem zijn bemonsterd. De bovenste 25 cm van het is bemonsterd. De boormonsters zijn gezeefd over een zeef met een maaswijdte van 4 mm. De zeefresiduen zijn gecontroleerd op de aanwezigheid van archeologische indicatoren zoals aardewerkscherven, vuursteen, bot, houtskool, fosfaat, verbrand leem en natuursteen. In de boormonsters zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Tijdens het onderzoek is tevens een oppervlaktekartering uitgevoerd. Ook hierbij zijn geen indicatoren aangetroffen.

16 januari 214 pagina 13 van 15 2.2.3 Conclusie booronderzoek De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit bosgrond gevolgd door (en in enkele gevallen keizand of keileem). In enkele boringen is sprake van een omgewerkte toplaag en in enkele boringen komt veen voor. Verspreid over het onderzoeksgebied komt in het een podzol B-horizont voor en in één boring tevens een podzol E-horizont. In de overige boringen is de top van het opgenomen in het humeuze pakket bosgrond en is geen sprake meer van een podzolbodem. Aangezien in hetzelfde deel van het onderzoeksgebied wel podzolgronden voorkomen, is het waarschijnlijk dat ook hier oorspronkelijk een podzolbodem aanwezig was. De vragen uit de inleiding kunnen als volgt worden beantwoord: Vraag 1. Is de bodemopbouw intact en hoe ziet die eruit? In een groot deel van het onderzoeksgebied is de bodemopbouw intact. De bodemopbouw bestaat globaal uit bosgrond met hieronder met veelal een podzol B-horizont. De podzol B-horizont komt verspreid over het onderzoeksgebied voor. In dezelfde delen van het onderzoeksgebied komen ook boringen voor waarin de top van het in het humeuze pakket is opgenomen. Vraag 2. Zijn er archeologische indicatoren aanwezig en zo ja, wat is de aard, datering en horizontale en verticale spreiding hiervan? De boringen met podzolbodem zijn bemonsterd. In de monsters zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Ook tijdens de oppervlaktekartering zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Vraag 3. Zijn er zones met een hoge dan wel lage archeologische verwachting? De boringen met een podzolbodem hebben in eerste instantie een hoge archeologische verwachting. Deze komen verspreid voor over het onderzoeksgebied. Het gebied is uitgekarteerd en de boringen zijn bemonsterd. Hierin zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen. Daarom moet de archeologische verwachting worden bijgesteld naar een lage verwachting. Vraag 4. Komt het verwachtingsmodel overeen met de veldgegevens? Op basis van het bureauonderzoek werden podzolbodems verwacht. Deze zijn ook aangetroffen. Het booronderzoek laat echter zien dat geen vindplaatsen zijn te verwachten, aangezien bij het uitkarteren geen archeologische indicatoren zijn aangetroffen.

16 januari 214 pagina 14 van 15 3 Aanbeveling Op basis van bovenstaande onderzoeksresultaten worden in het onderzoeksgebied geen vindplaatsen verwacht. Wij bevelen daarom geen vervolgonderzoek aan. Bovenstaande betreft een aanbeveling. De resultaten en aanbeveling dienen te worden getoetst en onderschreven door het bevoegd gezag, gemeente Heerenveen, in de vorm van een selectiebesluit. Tenslotte dient te allen tijde bij het afgeven van een omgevingsvergunning de wettelijke meldingsplicht (ex artikel 53 Monumentenwet 1988) kenbaar te worden gemaakt, om het documenteren van toevalsvondsten te garanderen: Degene die anders dan bij het doen van opgravingen een zaak vindt waarvan hij weet dan wel redelijkerwijs moet vermoeden dat het een monument is (in roerende of onroerende zin), meldt die zaak zo spoedig mogelijk bij onze minister. Deze aangifte dient te gebeuren bij de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed in Amersfoort. Tevens is het raadzaam de verantwoordelijk ambtenaar van de gemeente hiervan in kennis te stellen.

16 januari 214 pagina 15 van 15 Literatuur Geraadpleegde literatuur: Mulder, E.F.J. de, et al.23. De ondergrond van Nederland. Groningen. Overige bronnen: Friese Archeologische Monumentenkaart Extra (FAMKE; http://www.fryslan.nl/famke) Topografische Dienst Nederland Archis2: Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed Watwaswaar (http://www.watwaswaar.nl) Tresoar (http://www2.tresoar.nl/kaarten/atlassen.php) HisGis (http://www.hisgis.nl/) Vollmer & Partners (concept inrichtingsplannen) Actueel Hoogtebestand Nederland (AHN; http://ahn.geodan.nl/ahn/)

Bijlage 1 Boorstaten

Boring: 1 Boring: 2 Boring: 3 humeus, scherp Zand, zwak siltig, matig humeus, zwak wortelhoudend, donkergrijs, scherp 5 5 5-55 1-7 -1 1-7 -8-11 B-brokken, scherp, omgewerkte grond -9 donkergeel,, roestvlekken Boring: 4 Boring: 5 Boring: 6-4 -4 5 1-6 -65-85 -11 bruin, scherp, B-horizont, bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, 5-6 -9 bruingeel, scherp, BC-horizont, 5 1-7 -1 bruin, B-horizont, Boring: 7 Boring: 8 Boring: 9 humeus, matig wortelhoudend, donkergrijs, geleidelijk -4-4 -4 5-55 -75 bruin, geleidelijk, B-horizont, 5-6 bruin, geleidelijk, B-horizont, bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, 5 zwak humeus, donkergrijs, C-brokken, scherp, omgewerkte grond -9-9 1 Zand, matig fijn, matig siltig, geel, C-horizont, keizand 1-12 -12

Boring: 1 Boring: 11 Boring: 12 humeus, humeus, matig wortelhoudend, 5 5 5-5 donkergrijs, B-brokken, scherp, omgewerkte grond -9 1-11 1-1 -125 onderin veel roest, C-horizont, 1-12 -135 Boring: 13 Boring: 14 Boring: 15 humeus, matig wortelhoudend, grijszwart, scherp humeus, matig wortelhoudend, grijsbruin, scherp -3 5 1-5 -7-9 -12 wortelhoudend, lichtgrijs, scherp humeus, matig wortelhoudend, bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, 5 1-55 -7-1 bruin, scherp, B-horizont, 5 1-4 -6-8 -1-125 Veen, bruinzwart, scherp zwak bruingrijs, scherp bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, Boring: 16 Boring: 17 Boring: 19 humeus, grijs humeus, donker bruingrijs, scherp, roestvlekken 5 1-5 -7-75 -1 humeus, sterk wortelhoudend, bruinzwart bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, 5-6 -7-95 bruin, scherp, B-horizont, 5-5 -6-9 bruin, geleidelijk, B-horizont, oranjegeel,, roestvlekken: veel

Boring: 2 Boring: 21 Boring: 22-4 5 1-55 -85-11 bruin, scherp, B-horizont, geelbruin, scherp, BC-horizont, 5-55 -65-9 bruin, scherp, B-horizont, oranjegeel,, roestvlekken 5 1-65 -75-1 oranjegeel, geleidelijk, C-horizont,, roestvlekken: veel Boring: 25 Boring: 26 Boring: 27 donkergrijs, E-brokken, scherp -2 5-4 -65-9 bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, zwak grindig, geel, C-horizont, keizand 5-6 -75 bruin, scherp, B-horizont, Zand, matig fijn, matig siltig, zwak grindig, C-horizont, keizand 5-6 -9 oranje, scherp, veel vlekken, grijs, omgewerkte grond, roestvlekken: veel 1-1 Boring: 28 Boring: 29 Boring: 3 humeus, scherp humeus, -4-4 5-45 lichtgrijs, E-horizont, 5 5 bruin, B-horizont, 1-7 -85-11 bruin, scherp, B-horizont, bruingeel, B, roestvlekken zwak grindig, C-horizont, keizand 1-7 -9-12 bruin, scherp, veel vlekken, groen, omgewerkte grond punt keileem, 1-7 -1 Zand, zwak siltig, geeloranje, in de punt keileem,, roestvlekken

Boring: 31 Boring: 33 Boring: 34 humeus, scherp 5 1-7 -1 5 1-55 -65-85 -11 bruin, geleidelijk, B-horizont, geelbruin, geleidelijk, C-horizont, 5 1-6 -7-85 -11 bruin, scherp, B-horizont, geelbruin, scherp, BC-horizont, Boring: 35 Boring: 36 Boring: 37 humeus, onderin C-brokken, scherp 5-45 -55-8 humeus, donkergrijs, B-brokken, omgewerkte grond 5 1-6 -75-85 -11 bruin, geleidelijk, B-horizont, bruingeel, scherp, BC-horizont, 5 1-7 -1 oranjegeel,, roestvlekken: veel Boring: 38 Boring: 39 Boring: 4 5-3 -6 humeus, matig wortelhoudend,, veel vlekken, geel, omgewerkte grond, weinig gevlekt, geel, omgewerkte grond 5-6, roestvlekken 5-6 humeus, diffuus donkergrijs, B- en C-brokken, scherp, omgewerkte grond 1-11 1-1 1-115 -14-14

Boring: 41 Boring: 42 Boring: 43 donkergrijs, onderin veenbrokken, scherp -4 5-8 Oranjegeel,, roestvlekken: veel 5 1-5 -8 bruin, scherp, B-horizont, donkergeel,, roestvlekken: veel 5 1-6 -1 geeloranje,, roestvlekken: veel -12 Boring: 44 Boring: 45 Boring: 46 donkergrijs, onderin lichter, scherp humeus, donkergrijs, wo1, scherp 5 1-7 -75-1 geelbruin, geleidelijk, BC-horizont, 5 1-5 -8-11 bruin, scherp, B-horizont, 5 1-55 -65-85 -11 bruin, geleidelijk, B-horizont, geelbruin, geleidelijk, C-horizont, Boring: 47 Boring: 49 Boring: 5 humeus, matig wortelhoudend, humeus, matig wortelhoudend, 5-5 donkergrijs, C-brokken 5-55 -75 bruingeel, geleidelijk, BC-horizont, 5-6 bruin, scherp, B-horizont, 1-9 1-1, roestvlekken 1-85 -1-12

Boring: 51 Boring: 52 Boring: 53-2 zwak humeus, matig wortelhoudend, grijs, scherp -2 zwak humeus, matig wortelhoudend, humeus, matig wortelhoudend, donker bruingrijs, scherp 5 1-5 -8-95 -11 Veen, zwak wortelhoudend, bruinzwart, scherp humeus, matig wortelhoudend, bruin, scherp, B-horizont, 5 1-4 -7-75 -1 Veen, matig zandig, zwak wortelhoudend, scherp, omgewerkte grond humeus, bruin, scherp, B-horizont, 5 1-7 -75-1 scherp, B-horizont,, roestvlekken

Bijlage 2 Boorpuntenkaart

N Z KKo TKr Eerste uitgave 2-12-213 Wijz. Get. Gec. Omschrijving Datum Infra Milieu Geo-ICT Archeologie Geo-informatie Project: Opdrachtgever: Onderdeel: Projectnummer: Natuurbegraafplaats Heerenveen Heerenveen Vollmer & Partners Onderzoekslocatie, boorpuntenkaart 93198713 Schaal: 1:2 Formaat: A2 Tekeningnummer: 2 Zernikelaan 8 Postbus 136 935 AC LEEK Tel. (594) 55 24 2 Fax. (594) 55 24 99 info@mug.nl www.mug.nl DEFINITIEF