WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.



Vergelijkbare documenten
Werkprotocollen Baggeren HDSR. Versie 1.1

Gedragscode Flora- en faunawet voor de Waterschappen

Ecologisch Werkprotocol

Quick scan Ecologie Tunnel Leijenseweg Gemeente De Bilt

In onderstaand schema zijn de mogelijkheden tot vrijstelling van de ontheffingsplicht weergegeven.

Quickscan DWL-De esch

Ecologisch werkprotocol Corio Glana Highlight 9

Beverwijkerstraatweg 44 - Castricum

GEDRAGSCODE RECREATIE

Quickscan natuuronderzoek en aanvullende rapportage verbouwing monumentaalpand Lammerinkweg 102 Enschede

memo mitigatieopgave vleermuizen Stationsweg te Wezep.

Donderdag 28-jan 6:30 8:27 11:54 12:54 15:34 17:23 19:20

Notitie quickscan flora en fauna Wilgenweg 10, Groot- Ammers

(ON)MOGELIJKHEDEN JAARROND BAGGEREN

Quickscan. Een. Projectnummer 018. Opdrachtgever. Opdrachtnemer. Scholtenhagenweg 10

Flora- en faunawet. Gedragscode Bestendig beheer groenvoorziening

Quickscan natuuronderzoek bouwblok Kolenbranderweg Haaksbergen

Deze wet beschermt van ongeveer 500 van de dier- en plantensoorten die in Nederland

1 NATUUR. 1.1 Natuurwetgeving & Planologie

Gedragscode Flora- en faunawet. Gedragscode voor het zorgvuldig handelen bij bestendig beheer en onderhoud

Quickscan natuur Mauritslaan Werkhoven

Werkprotocollen gemeente Buren Werkprotocollen behorende bij de natuurwaardenkaart gemeente Buren

memo INLEIDING GEBIEDSBESCHERMING ZAND/ZON/ c.c.: datum: 22 augustus 2013 Achterweg 48, Lisse

Ecologisch werkprotocol

Plan van Aanpak. Flora & faunawet. Bestemd voor verbouwing/nieuwbouw Loonbedrijf J.P. van Nieuwkoop Goudseweg 172a Haastrecht

Notitie Quickscan flora en fauna

QUICK SCAN FLORA- EN FAUNAWET VOOR HET PERCEEL KAATSWEG 3 RODERESCH

Verkennend natuuronderzoek N237 Soesterberg

Ecologische werkprotocol parkeerplaats Paardenmarkt

Quickscan flora en fauna

Natuurtoets Spoortippe en Punthorst

SCHOOLTUINEN MAHLERLAAN AMSTERDAM

Dolf Moerkens. Hoogheemraadschap van Rijnland

1 Beoordeling mogelijke effecten op flora en fauna

Bomencheck Dorpsstraat 192-A (Lunteren)

Notitie flora en fauna

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

Onderzoek flora en fauna

Notitie. Quickscan natuuronderzoek. Parallelweg 9 in Neede. In het kader van de Flora- en faunawet. oktober rapportnr: 13477

Erasmuslijn Den Haag. Quick scan ecologie en vleermuisonderzoek. Movares Nederland B.V. drs. T.P. Seip Kenmerk MNO-TS Versie 1.

Ecologisch werkprotocol werkzaamheden Harselaar west, Barneveld

Aanvullend onderzoek beschermde soorten Wilhelminastraat e.o. Vianen

Quick scan ecologie. Mientweg 5 & 29 te Lutjewinkel

Gedragscode Flora- en faunawet Havenbedrijf Rotterdam N.V.

Ecologische beoordeling. Quickscan uitbreiding kerk De Westereen

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Soortenonderzoek Julianahof Zeist

Natuurtoets. Fort Oranje 27. Woerden

Quickscan flora en fauna. Deltaweg te Helmond

Briefrapport AANLEIDING EN METHODE. Gemeente Dinkelland t.a.v. dhr. H. Zegeren. datum: 22 juni quick scan flora en fauna

Notitie. 1 Aanleiding

DBI1410.P103/projectnummer Milieuadvies Bodem en Ecologie Buys Ballotweg in De Bilt

Soortenbescherming. Buitenevenementen

Ruimtelijke ontwikkelingen en de Flora- en faunawet

Validatie. faunaonderzoek. Rapportnummer: WRO125-FF-Def01. Kragten, 6 oktober 2016, Herten.

Quicksan flora en fauna

FLORA- EN FAUNASCAN Zoekgebied fietsenstalling Strawinskylaan

Flora en faunatoets. Verkennend Flora en Faunaonderzoek Kanaalweg 93, Utrecht

: QuickScan Flora & Fauna Meijelseweg 60a te Beringe, gemeente Peel en Maas

Notitie inspectie bomen Molenbeek Sittard 2011

Briefrapport. aanleiding en methode. SAB Arnhem B.V. datum: 30 januari betreft: Quick scan Flora en Fauna, Bloksteegweg 1

Nieuwe bedrijfslocaties

Dienst Infrastructuur Verkeer en Vervoer H. van der Meer Postbus HB AMSTERDAM

/ Stadhuisplein, Veghel

memo datum: 22 juli 2011

Gedragscode Flora en Faunawet. Bestendig Beheer Groenvoorzieningen

De kapvergunning en de Flora- en faunawet

Gemeente Heerhugowaard M. Hoosbeek Postbus AJ HEERHUGOWAARD. Datum 22 december 2014 Betreft Beslissing op uw aanvraag Ruimtelijke ingrepen

TOETSING FLORA- EN FAUNAWET VAN EEN BOUWLOCATIE TE ANNERVEENSCHEKANAAL.

Werkprotocollen Flora- en faunawet voor de uitvoering van werken van Rijnland

Saksen Weimar fase 5 en verder Ecologische check

Gemeente Nijmegen T. Martens Postbus HG Nijmegen. Quick scan Flora- en faunawet Mesdagstraat te Nijmegen

Quickscan flora en fauna Vijfheerenlanden Vianen 12 december 2013

QUICKSCAN FLORA EN FAUNA

Leidraad flora en fauna. Gemeente Zaanstad

Ecologische beoordeling. Perceel tussen Tillewei en Landyk te Drogeham

Quickscan natuur Besto terrein Zwartsluis

Notitie. Inleiding. Wettelijk kader. Verbodsbepalingen. Voortplantingsplaatsen en andere vaste rust- en verblijfplaatsen

Verkennend natuuronderzoek locatie tennisvereniging Beukersweide te Wierden

P a r a g r a a f e c o l o g i e N i e u w b o u w w o n i n g S c h a p e n d r i f t t e N o r g

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Danielweg te Horst

Leidraad Flora- en faunawet gemeente Zundert. Het beheer van de openbare ruimte. Mei 2011

Memo. nummer rev 00 datum RvR Limburg C.V. L.E.Dinger kopie project projectnummer Quickscan Flora en Fauna Jacob Poelsweg te America

Bijlage 3: Natuurtoets Westhavendijk (KuiperCompagnons)

Huidige situatie Het plangebied bestaat uit bebouwing, verharding, gazon, weiland, opgaande beplanting en oppervlaktewater.

orpskern, Zoeterwoude

Toets flora en fauna Molenstraat 59c te Gemert

Busbaan langs de Kruisvaart

ACTUALISEREND ONDERZOEK FLORA- EN FAUNAWET KREKENBUURT TE ELST

Aanvullend onderzoek aanleg woonwijk Hazenburg te Arnemuiden AANVULLEND ONDERZOEK AANLEG WOONWIJK HAZENBURG TE ARNEMUIDEN

QUICKSCAN CORDERIUS COLLEGE TE AMERSFOORT

Aanleiding van het onderzoek Wat is een quickscan

Vleermuisonderzoek De Waterwijzer Lelystad

Memo: Datum: 23 juni 2017

Flora- en Fauna onderzoeken - Baerdijk Oisterwijk. Flora en Fauna Onderzoek (2005)

Gedragsregels bestendig beheer. In het kader van de gedragscode Flora- en faunawet Bestendig beheer groenvoorzieningen

Briefrapport. Globale ligging plangebied. AANLEIDING EN METHODE. De heer E.J. Overbeek. datum: 16 september quick scan flora en fauna

Samenstelling Levensloop Platina Fonds in 2015

Ecologisch werkprotocol Gemeente Nieuwkoop. Praktische vertaalslag van de Gedragscode

Verplaatsing houtsingel

Transcriptie:

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD. In onderstaande werkprotocollen geeft de tabel aan waneer de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de tabel wordt met drie kleuren onderscheid gemaakt in de periodes waarin de werkzaamheden kunnen worden uitgevoerd. In de erop volgende beschrijving volgt hoe de werkzaamheden moeten worden uitgevoerd. Achter het kopje Te verwachten soorten worden de te verwachten beschermde soorten opgesomd. Deze opsomming zal niet altijd uitputtend zijn omdat soorten ook op plaatsen voorkomen die ogenschijnlijk minder geschikt zijn. In de tabellen staat worden drie kleueren gebruikt. De betekenis hiervan is als volgt: geel betekent dat de werkzaamheden in deze periode zonder ingrijpende beperkingen mogen worden uitgevoerd, oranje betekent dat de werkzaamheden in deze periode alleen uitgevoerd mogen worden met beperkingen, rood betekent dat de werkzaamheden in deze periode niet mogen worden uitgevoerd. Omdat het Waterschap Vallei & Eem streeft naar een zo optimaal mogelijk ecologisch beheer van wateren en gronden houden de werkprotocollen voor een aantal werkzaamheden houden meer rekening met de aanwezige floraen fauna dan de algemene Gedragscode Flora- en faunawet voor Waterschappen. Deze strengere regels worden per werkprotocol vermeld. 1

Werkprotocol maaien van waterkeringen met een natuurfunctie of grote natuurwaarden. Werkprotocol: Te verwachten soorten: Algemene zorgplicht: Maaien in het kader van regulier beheer en onderhoud op locaties met een natuurfunctie. Waterkeringen in of bij natuurgebied of met natuurfunctie. broedvogels en beschermde planten overige flora en fauna. soortgroep / periode maaiperiode Jan feb mrt Apr mei Jun jul aug sep okt nov dec 1 oktober 15 maart Indien soorten uit lijst 2 en 3 (FFwet) niet voorkomen kunnen de werkzaamheden zonder beperkingen worden uitgevoerd. 1 juni 15 juli Werkzaamheden waarbij broedende vogels en beschermde planten worden ontzien. Maaiactiviteiten niet uitvoeren. Dit werkprotocol houdt op de volgende punten meer rekening met aanwezige natuurwaarden dan de algemene Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen: - Tussen 1 juni en 15 juli maaiwerkzaamheden aangepast uitvoeren i.v.m. broedende vogels en de aanwezigheid van jonge vogels. Het maaien in het kader van regulier beheer en onderhoud wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat schade aan beschermde soorten nihil is, of tot een absoluut minimum wordt beperkt. Het hier beschreven maaiwerkprotocol is alleen van toepassing op waterkeringen met een natuurfunctie, zoogdieren en broedvogels en groeiplaats van planten. De maaiwerkzaamheden worden uitsluitend uitgevoerd met apparatuur die de minste schade aan flora en fauna aanrichten. De werkzaamheden dienen in tijd en ruimte gefaseerd plaats te vinden. De werkzaamheden kunnen in de regel worden uitgevoerd in de periode half juli tot 1 november (aangeduid als maaiseizoen). Alle te nemen maatregelen dienen in het onderhoudsplan met plankaart te worden vastgelegd. Bij een aantal maatregelen, bv. aanwezigheid van nesten, dienen in het veld markeringen te worden aangebracht. Indien deze fasering in tijd en ruimte onvoldoende garanties biedt voor het voorkomen van schade aan beschermde soorten, dan worden vegetaties met beschermde soorten pas maaien na vruchtzetting. Planvorming). 1-2 Werkzaamheden afstemmen op beschermde soorten. 2 Uitvoering maaiwerkzaamheden 2-1 Tijdens de maaiwerkzaamheden wordt gebruik gemaakt van een wildredder. In de praktijk blijkt een wildredder op het materieel niet werkbaar, dit wordt opgelost door iemand vooruit te laten lopen om dieren weg te jagen danwel nesten te markeren. 2-2 In het onderhoudsplan wordt aangegeven welke waterkeringen en welke dijkvakken met welke frequentie worden gemaaid. Per maaibeurt wordt circa 2

10% van de begroeiing behouden. Het te sparen deel wordt per keer gewisseld. In het onderhoudsplan wordt aangegeven welke delen moeten worden gemaaid. In tijd en ruimte wordt gefaseerd gemaaid en/of begraasd om voor de aanwezige flora en fauna de gewenste vegetatie beschikbaar te houden. Maaisel wordt, waar mogelijk, altijd afgevoerd. 3

Werkprotocol maaien van waterkeringen met weinig of geen natuurwaarden Werkprotocol: Te verwachten soorten: Algemene zorgplicht: Maaien in landbouwgebied in het kader van regulier beheer en onderhoud in gebieden met weinig of geen natuurwaarde. waterkeringen broedvogels en beschermde planten flora en fauna soortgroep / periode jan feb mrt apr mei Jun jul aug Sep okt nov dec Maaiperiode 15 juli - 15 maart. De werkzaamheden kunnen in deze periode zonder beperkingen worden uitgevoerd. 1 juni 15 juli Zodanig werken dat (beschermde) diersoorten kunnen ontsnappen en nesten van vogels worden gespaard. Maaiactiviteiten niet uitvoeren. Het maaien in landbouwgebieden, in het kader van regulier beheer en onderhoud, wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat schade aan flora- en fauna soorten nihil is, of tot een minimum wordt beperkt. De maaiwerkzaamheden worden bij voorkeur uitgevoerd met apparatuur die weinig of geen schade aan flora en fauna toe brengen. De werkzaamheden dienen in tijd en ruimte gefaseerd plaats te vinden. De werkzaamheden worden bij voorkeur uitgevoerd in de periode half juli tot en met 1 november (aangeduid als maaiseizoen). Alle te nemen maatregelen dienen op een plankaart met toelichting te worden vastgelegd. Bij een aantal maatregelen dienen in het veld markeringen te worden aangebracht. Planvorming). 1-2 Werkzaamheden afstemmen op beschermde soorten. 1-3 In het onderhoudsplan worden alle te maaien waterkeringen aangeduid. In het onderhoudsplan wordt aangegeven welke waterkeringen en welke dijkvakken met welke frequentie worden gemaaid. In tijd en ruimte wordt gefaseerd gewerkt om voor de aanwezige flora en fauna de gewenste vegetatie beschikbaar te houden. Maaisel wordt, waar mogelijk, altijd afgevoerd. 2 Uitvoering maaiwerkzaamheden 2-1 Bij het maaien van grasvegetaties wordt gebruik gemaakt van een wildredder. In de praktijk blijkt een wildredder op het materieel niet werkbaar, dit wordt opgelost doordat iemand vooruit loopt om dieren weg te jagen danwel nesten te markeren. 4

Werkprotocol begrazen van waterkeringen Werkprotocol: Te verwachten soorten: Algemene zorgplicht: Werkprotocol begrazen Waterkeringen en bermen broedvogels, beschermde planten flora en fauna soortgroep / periode jan feb mrt apr mei jun jul Aug sep okt nov dec Begrazingsperiode 1 april 1 november Begrazing vindt in deze periode plaats. 15 maart 15 juli In het broedseizoen wordt rekening gehouden met broedvogels. Indien broedvogels aanwezig zijn wordt de graasdruk geextensiveerd. Begrazing niet toepassen in relatie tot de Flora en Faunawet Het begrazen wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat schade aan beschermde soorten nihil is, of tot een absoluut minimum wordt beperkt. Begrazing wordt in principe van 1 april tot 1 november toegepast. Planvorming) 1-2 Werkzaamheden afstemmen op beschermde soorten 1-3 In het onderhoudsplan worden alle te begrazen waterkeringen, danwel dijkvakken, aangeduid. Aan de hand van het onderhoudsplan wordt vooraf bepaald welke waterkeringen, danwel dijkvakken, met welke frequentie worden begraasd. Veel hangt af het na te streven natuurdoeltype. In tijd en ruimte wordt gefaseerd gewerkt om voor de aanwezige flora en fauna de gewenste vegetatie beschikbaar te houden. In het onderhoudsplan wordt aangegeven welke delen worden begraasd. Deze delen worden in het veld gemarkeerd met permanente danwel tijdelijke rasters. 2 Uitvoering begrazing 2-1 Er dient een zorgvuldige afweging met betrekking tot het aantal in te zetten dieren (begrazingseenheden) plaats te vinden, zodanig dat geen overbegrazing plaatsvindt, en geen onnodige schade en verstoring van flora en fauna optreedt. 2-2 In het onderhoudsplan wordt aangegeven welke waterkeringen en welke dijkvakken met welke frequentie worden begraasd. In tijd en ruimte wordt gefaseerd gewerkt om voor de aanwezige flora en fauna de gewenste vegetatie beschikbaar te houden. 5

Werkprotocol kleinschalig onderhoud waterkeringen Werkprotocol: Te verwachten soorten: Algemene zorgplicht: Werkprotocol onderhoud aan waterkeringen in het kader van regulier onderhoud alle waterkeringen broedvogels, beschermde planten overige flora en fauna soortgroep / periode jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec Werkzaamheden uitvoeren conform gedragscode Werkzaamheden uitvoeren met beperkingen 15 juli 15 oktober De werkzaamheden kunnen in deze periode zonder beperkingen worden uitgevoerd. 15 maart 15 juli Werkzaamheden alleen uitvoeren als er geen broedvogels aanwezig zijn. De gedragscode heeft uitsluitend betrekking op kleinschalig onderhoud aan bestaande waterkeringen in het kader van regulier onderhoud. Aanleg van nieuwe waterkeringen valt onder nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Het onderhoud wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat schade aan beschermde soorten nihil is, of tot een absoluut minimum wordt beperkt door middel van mitigerende maatregelen. Alle te nemen maatregelen dienen, als zij wijzigingen voor het onderhoud opleveren, in het onderhoudsplan te worden verwerkt. Als gevolg van de Wet op de Waterkeringen is in de periode 1 november tot 1 april geen werkzaamheden waarbij schade ontstaat aan de grasbekleding van het hele dijkprofiel. Planvorming). Dit geldt voor de waterkering zelf, alsook voor werkstroken en depotlocaties. 1-2 Werkzaamheden afstemmen op beschermde soorten. Groeiplaatsen van beschermde planten worden gemarkeerd en ontzien in de werkzaamheden. Indien dit niet mogelijk is worden de werkzaamheden uitgevoerd na de zaadzetting van de beschermde planten. Eventueel worden beschermde soorten in depot gezet en na voltooiing van de werkzaamheden terug geplaatst 1-3 In het werkplan wordt het werkgebied aangeduid. Tevens worden nauwkeurig de locaties van eventuele materiaaldepots aangegeven. 1-4 Indien houtige beplantingen moeten worden verwijderd, geschiedt dit volgens het werkprotocol Kappen en snoeien opgaande beplantingen. 1-5 Indien gebruik wordt gemaakt van materiaaldepots gelden de volgende richtlijnen: - De depots liggen bij voorkeur in terreinen met een kale bodem of met een korte grazige vegetatie. - Bij het uitzetten van de depotlocaties wordt gecontroleerd op de aanwezigheid van beschermde flora en fauna. Daar waar deze soorten voorkomen, wordt een alternatieve locatie voor het depot gezocht. - De depots worden in het veld duidelijk gemarkeerd. Mogelijk kunnen vaak gebruikte locaties in het onderhoudsplan worden aangegeven. 1-6 Indien de werkzaamheden in het broedseizoen moeten worden uitgevoerd worden vóór het broedseizoen vegetaties zeer kort gemaaid om vestiging van broedvogels tegen te gaan. 6

2 Uitvoering onderhoud aan waterkeringen 2-1 Materieel, welk materieel dan ook, moet zorgvuldig worden gebruikt, zodat geen schade aan oevers wordt veroorzaakt of onnodige schade en verstoring van flora en fauna optreedt. 2-2 Indien de werkzaamheden om dringende waterschapsbelangen moeten worden verricht tussen 1 maart en 15 juli dienen de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te worden genomen: - Alleen als er geen alternatief is - Alleen als er geen broedvogels (meer) aanwezig zijn - Indien er nesten van vogel worden aangetroffen, worden deze gemarkeerd en wordt er ter plaatse niet gemaaid. 7

Werkprotocol kappen en snoeien van opgaande beplanting Werkprotocol: Kappen, snoeien en dunnen van opgaande beplanting in het kader van regulier beheer en onderhoud geïsoleerde bosjes bomenrijen, solitairen. Te verwachten soorten: flora, broedvogels, vleermuizen Algemene zorgplicht: overige flora en fauna soortgroep / periode jan feb mrt apr mei jun jul aug sep Okt nov dec Uitvoeringsperiode werkzaamheden Uitvoeren werkzaamheden met beperkingen. Werkzaamheden niet uitvoeren 15 juli 1 december De werkzaamheden kunnen zonder beperkingen worden uitgevoerd, mits 1-8 1 december 15 maart Werkzaamheden niet uitvoeren indien opgaande beplanting als slaapplaats door vogels wordt gebruikt of er vroege vogelsoorten (roek, uilen e.d.) broeden. 1 augustus 1 september Werkzaamheden worden niet uitvoeren als broedvogels op de locatie aanwezig zijn. 15 maart 15 juli broedseizoen: werkzaamheden niet uitvoeren Dit werkprotocol houdt op de volgende punten meer rekening met aanwezige natuurwaarden dan de algemene Gedragscode Flora- en Faunawet voor waterschappen: - Verlenging van het broedseizoen van 15 februari 1 5 maart en 15 juli tot 1 augustus Het kappen, snoeien en dunnen van opgaande beplanting wordt op zodanige wijze uitgevoerd dat schade aan beschermde soorten nihil is, of tot een absoluut minimum wordt beperkt. Het hier beschreven werkprotocol is van toepassing op alle houtige beplanting, zowel natuurlijk als aangeplant. De werkzaamheden worden uitsluitend uitgevoerd met apparatuur die de minste schade aan flora en fauna aanrichten. Bij groter onderhoud kan dit op een plankaart met toelichting worden vastgelegd. Bij een aantal maatregelen dienen in het veld markeringen te worden aangebracht. Planvorming). 1-2 Werkzaamheden afstemmen op beschermde soorten. 1-3 In het onderhoudsplan worden alle te kappen, snoeien of dunnen houtopstanden aangeduid. De houtopstanden worden gefaseerd over meerdere jaren gedund, gesnoeid en gekapt. Indien de veiligheid danwel stabiliteit van de dijk dit niet toestaat, dan wordt eventueelndien mogelijk wordt er over meerdere jaren gefaseerd gesnoeid of gekapt. 1-4 Alle kap-, snoei- en dunwerkzaamheden worden uitgevoerd buiten het broedseizoen dat loopt van 15 februari tot 1 augustus. Alleen indien door onderzoek is vastgesteld dat zich in het plangebied geen nesten van vogels bevinden, mag in het broedseizoen worden gewerkt. 1-5 Indien in de houtopstanden holenbroeders zijn aangetroffen mogen de werkzaamheden niet in de periode 1 februari en 1 augustus worden uitgevoerd. Buiten deze periode is een ontheffing op de Flora- en Faunawet nodig. 8

1-6 Horsten van broedvogels en roestplaatsen van uilen blijven het hele jaar gespaard. Indien dit om zwaarwegende redenen niet mogelijk is, worden werkzaamheden aan deze bomen, of in de directe omgeving ervan uitsluitend buiten het broedseizoen (15 februari en 1 augustus) uitgevoerd. 1-7 Bomen waarin zich winterslaapplaatsen van vogels bevinden worden niet gekapt in de periode 1 december 15 maart. 1-8 Indien beschermde plantensoorten zijn aangetroffen binnen het werkterrein, dan worden deze ontzien bij de werkzaamheden en bij de ligging van tijdelijke aan- en afvoerwegen. 1-9 Indien verblijfplaatsen van vleermuizen zijn aangetroffen gelden de volgende aanvullende maatregelen/voorwaarden: - werkzaamheden aan deze bomen worden zoveel mogelijk vermeden. - indien dit om zwaarwegende redenen niet mogelijk is, dan vinden werkzaamheden als snoeien en dunnen plaats tussen 15 september en 15 oktober. - Indien de bomen om zwaarwegende redenen in een ongunstige periode gekapt moeten worden, is een ontheffing van de Floraen faunawet noodzakelijk. 1-10 Indien beschermde plantensoorten zijn aangetroffen binnen het werkterrein, dan worden deze ontzien bij de werkzaamheden en de ligging van tijdelijke aan- en afvoerwegen. 2 Uitvoering werkzaamheden 2-1 De strooisel- en kruidlaag onder de houtopstanden wordt zoveel mogelijk gespaard. In deze laag kunnen kleine dieren schuilen of overwinteren, zoals amfibieën en kleine zoogdieren. 2-2 In gebieden waar ringslangen mogelijk voorkomen worden bladhopen zoveel mogelijk met rust gelaten. Bladhopen die langer dan een jaar liggen worden, indien nodig, verwijderd in september. 9