Inspectierapport De Stadstuin (KDV) Coehoornsingel 3 7201 AA ZUTPHEN Registratienummer 163974445 Toezichthouder: GGD Noord en Oost Gelderland In opdracht van gemeente: Zutphen Datum inspectie: 26-05-2015 Type onderzoek : Jaarlijks onderzoek Status: Definitief Datum vaststelling inspectierapport: 04-06-2015
Inhoudsopgave Het onderzoek... 3 Observaties en bevindingen... 4 Pedagogisch klimaat... 4 Personeel en groepen... 6 Veiligheid en gezondheid... 7 Inspectie-items... 8 Gegevens voorziening... 10 Gegevens toezicht... 10 Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum... 11 2 van 11
Het onderzoek Onderzoeksopzet Dit onderzoek is uitgevoerd op grond van artikel 1.62 lid 2 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Het betreft een onaangekondigd jaarlijks onderzoek. Op 26 mei 2015 is De Stadstuin van Kindernet BV in opdracht van gemeente Zutphen bezocht voor een jaarlijks onderzoek op basis van risico-gestuurd toezicht. Het onderzoek heeft zich met name gericht op de kwaliteit van de dagelijkse praktijk. De volgende voorwaarden zijn onderzocht: Pedagogische praktijk Verklaringen Omtrent Gedrag en diploma s Groepsgrootte Beroepskracht-kind-ratio Beschouwing Kinderdagverblijf De Stadstuin maakt onderdeel uit van kinderopvang-organisatie Kindernet BV. De Stadstuin is gevestigd in het gebouw de Lunetten in Zutphen. Deze locatie beschikt over 2 groepen en een tuin op de binnenplaats. De locatiemanager en de beroepskrachten zijn verantwoordelijk voor de dagelijkse gang van zaken op deze locatie. Inspectiegeschiedenis: -De locatie is op 17 september 2013 bezocht voor een onderzoek na registratie in verband met de overname van deze locatie door een andere houder. -Tijdens de inspectie van augustus 2014 zijn geen tekortkomingen geconstateerd. Advies aan College van B&W Geen handhaving. 3 van 11
Observaties en bevindingen Pedagogisch klimaat Binnen dit domein zijn de volgende competenties geobserveerd en beoordeeld: waarborging emotionele veiligheid ontwikkeling van persoonlijke competentie ontwikkeling van sociale competentie overdracht van normen en waarden Pedagogische praktijk Aan deze voorwaarden wordt voldaan. Tijdens de observatie op dinsdagmorgen zijn de kinderen vrij aan het spelen, daarna een tafelmoment. Er is een babygroep met 4 kinderen en 1 beroepskracht en er is een peutergroep met 12 kinderen, 2 beroepskrachten en een stagiaire. Emotionele veiligheid. De beroepskrachten gedragen zich sensitief en responsief. Ze verwoorden hun gedrag en gaan gesprekjes aan met de kinderen. Als een kind, dat aan het wennen is, huilt om haar speen, wordt de speen door de beroepskracht terug gegeven. ''Het lukt toch nog niet zonder speen''. Door naar de kinderen te kijken volgt hierop een handeling welke past bij de situatie. De sfeer is gemoedelijk, er wordt op rustige toon met de kinderen gesproken. Een kind dat een feestje heeft en ''een kroon'' mag dragen, wil dit niet. Het is prima, dat hoeft ook niet. ''Zal ik jouw kroon op tafel zetten.'' Het kind knikt. Er is respect voor de kinderen, er wordt gekeken naar de kinderen en op juiste wijze geïnterpreteerd. Als de beroepskracht bij het aanrecht het fruit schilt blijft ze met de kinderen in contact staan, door met hen te praten en het gesprek aan te gaan. Persoonlijke competentie. De beroepskrachten geven de kinderen passende uitleg. Oh, wat kan je dat goed''. De beroepskracht helpt mee opruimen; ''Wat goed van jou''. Kinderen kennen het programma en gaan na het opruimen aan tafel zitten om het fruit te eten. Voor verzorgingsmomenten wordt tijd ingebouwd om de interactie met het kind aan te gaan. Het spelmateriaal is voldoende aanwezig en bevindt zich in kieskasten. Tevens zijn er verschillende speelhoeken aanwezig. Sociale competentie. De groepen zijn een geheel. De kinderen ontmoeten elkaar aan tafel, vriendinnetjes zoeken elkaar op en gaan naast elkaar zitten. Aan tafel worden momenten met elkaar gedeeld, kinderen vertellen en dat wat ze vertellen wordt gedeeld met de groep. De kinderen zoeken de beroepskrachten op en gaan een gesprekje aan. Kinderen worden uitgedaagd om mee te doen. De beroepskrachten sluiten aan op de persoonlijke eigenheid van de kinderen. Ze kennen de kinderen en hun ''ondeugendheden''. Een beroepskracht geeft aan dat kinderen worden gekoppeld aan een leidster en het kind wordt op die manier gevolgd. 4 van 11
Normen en waarden. De beroepskrachten zijn vriendelijk, luisteren, leven mee en werken samen. De interacties zijn vriendelijk en hartelijk. Er worden grapjes gemaakt. De beroepskrachten verwoorden wat ze gaan doen, zodat kinderen voorbereidt worden op dat wat er gaat gebeuren. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties Pedagogisch beleidsplan 5 van 11
Personeel en groepen Dit domein controleert de verklaringen omtrent gedrag, de beroepskwalificaties, de opvang in groepen en de beroepskracht-kindratio Verklaring omtrent het gedrag Aan deze voorwaarde is voldaan. De toezichthouder heeft de verklaringen omtrent gedrag ingezien op de locatie. Passende beroepskwalificatie Aan deze voorwaarde is voldaan. De toezichthouder heeft de beroepskwalificaties ingezien op de locatie. Opvang in groepen Aan deze voorwaarden wordt voldaan. Er vindt opvang plaats in stamgroepen. Er zijn 2 groepen; een babygroep en een peutergroep. Opmerking: Kinderen hebben een schriftelijke toestemming van de ouders, om te verblijven in nog een stamgroep, echter deze overeenkomsten zijn niet voorzien van een overeengekomen periode/datum. Beroepskracht-kindratio Aan deze voorwaarde is voldaan. De toezichthouder heeft de lijsten ingezien op de locatie. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Verklaringen omtrent het gedrag Diploma's beroepskrachten Presentielijsten Personeelsrooster 6 van 11
Veiligheid en gezondheid Dit domein controleert het vierogenprincipe. Vierogenprincipe Aan deze voorwaarde wordt voldaan. De 2 groepen starten met elkaar de dag en eindigen met elkaar de dag. Op die manier kunnen medewerkers elkaar zien en horen. De verschoonruimte bevindt zich tussen de 2 groepen in en is voorzien van ramen. Ook de slaapkamertjes zijn voorzien van ramen en de medewerkers maken gebruik van babyfoons. Afspraak is dat collega's onaangekondigd bij elkaar op de groep binnen kunnen komen lopen. Gebruikte bronnen: Interview anderen (beroepskrachten) Observaties 7 van 11
Inspectie-items Pedagogisch klimaat Pedagogische praktijk De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 2, 3 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 7 lid 1 sub a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Personeel en groepen Verklaring omtrent het gedrag Een verklaring omtrent het gedrag van een stagiaire, uitzendkracht of vrijwilliger werkzaam bij de onderneming is niet ouder dan twee jaar. (art 1.50 lid 4, 8 en 9 en art 3.8g lid 3 en 4 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen) Passende beroepskwalificatie Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen. (art 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 3 lid 1 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 4 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Opvang in groepen De opvang vindt plaats in stamgroepen. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 5 lid 1 en 4 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) OF De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 1 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 1 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 8 van 11
Beroepskracht-kindratio De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste: - 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar; - 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar; - 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar. Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 4 lid 2 en 3 Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5 lid 7 en 8 Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) Veiligheid en gezondheid Vierogenprincipe De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene. (art 1.49 lid 1 en 1.50 lid 1 en 2 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen; art 2 lid 2 sub b Besluit kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen; art 5a Regeling kwaliteit kinderopvang en peuterspeelzalen) 9 van 11
Gegevens voorziening Opvanggegevens Naam voorziening : De Stadstuin Website : http://www.stichtingkindernet.nl Aantal kindplaatsen : 32 Gesubsidieerde voorschoolse educatie : Ja Gegevens houder Naam houder : Kindernet B.V. Adres houder : Marspoortstraat 7 Postcode en plaats : 7201 JA ZUTPHEN KvK nummer : 57177104 Gegevens toezicht Gegevens toezichthouder (GGD) Naam GGD : GGD Noord en Oost Gelderland Adres : Postbus 51 Postcode en plaats : 7300 AB APELDOORN Telefoonnummer : 088-4433000 Onderzoek uitgevoerd door : Mevr. C. Stijnman Gegevens opdrachtgever (gemeente) Naam gemeente : Zutphen Adres : Postbus 41 Postcode en plaats : 7200 AA ZUTPHEN Planning Datum inspectie : 26-05-2015 Opstellen concept inspectierapport : 27-05-2015 Zienswijze houder : Niet van toepassing Vaststelling inspectierapport : 04-06-2015 Verzenden inspectierapport naar houder : 05-06-2015 en oudercommissie Verzenden inspectierapport naar : 05-06-2015 gemeente Openbaar maken inspectierapport : 10-06-2015 10 van 11
Bijlage: Zienswijze houder kindercentrum De zienswijze betreft een reactie van de houder op de inhoud van het inspectierapport. De houder heeft geen gebruik gemaakt van de gelegenheid een zienswijze in te dienen. 11 van 11