HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2009 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992: KENNISGEVING

Vergelijkbare documenten
HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2008 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992

Voorwoord. Ik hoop dat dit naslagwerk met personeelsstatistieken een geschikt hulpmiddel zal zijn bij al uw opzoekingen. B. Van Camp Voorzitter

Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. telling 1 februari 2007

VLIR VLIR VLIR. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. Vlaamse Interuniversitaire Raad

Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. telling 1 februari 2011

Interuniversitaire Raad. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten. VLIR Vlaamse. telling 1 februari 2014

1,7. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten 0, , , , ,45 220,45 0,023 0,5

105 43, , , ,45 220,45 0,023 0,5 25,02 5,39. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten

1,7. Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten 0,001 7,00 3,1 9, ,25 0,023 10,50 4, ,5 25,02 5,39

Aantal uitgereikte diploma's voor het academiejaar ingedeeld per cyclus, studiegebied, nationaliteit en geslacht - per universiteit

Katholieke Universiteit Brussel

Katholieke Universiteit Brussel. Katholieke Universiteit Leuven

Deel 4 PERSONEEL. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Hogescholenonderwijs

DE STRUCTUUR VAN HET HOGER ONDERWIJS

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Personeel. Deel 4. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Hogescholenonderwijs

BASISONDERWIJS Leerlingen. HOGER ONDERWIJS Studenten en cursisten. A Hoger beroepsonderwijs. B Hogescholen/universiteiten

Universiteitsbreed OO Coaching en Diversiteit is probleemloos op te nemen met een diplomacontract (= binnen het curriculum) in volgende opleidingen:

Vrouwen in de academische wereld.

PhD's per Faculteit. Enkele Onderzoeksindicatoren Versie Jan Cornelis, Nadine Rons

PERSCONFERENTIE HOGER ONDERWIJS IN CIJFERS

UNIVERSITAIR ONDERWIJS

V R IJ E U N I V E R S I T E I T B R U S S E L VOORBEREIDINGSPROGRAMMA S VUB

KATHOLIEKE UNIVERSITEIT LEUVEN

TOELATINGSVOORWAARDEN

Je wil studeren aan een hogeschool of universiteit. Op het internet kan je hierover alle informatie vinden die je nodig hebt.

Deel 1 SCHOOLBEVOLKING. Hoofdstuk 5 : Hoger onderwijs Universitair onderwijs

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

De Campus Cup Vlaamse Hogescholen en Universiteiten erkend door het Vlaams Ministerie van Onderwijs

Indeling van opleidingsclusters in het hoger onderwijs naar ISCED-gebieden. Omschrijvingen

Indeling van studierichtingen in het hoger onderwijs naar ISCED gebieden

OVERZICHT. Inleiding... 4 Organisatie van het hoger onderwijs in Vlaanderen... 5 Tabel 1: Aantal inschrijvingen in het hoger onderwijs...

Cultuur en Maatschappij CM

UGent academiejaar

Geef je opleiding een STEM

Besluit van de Vlaamse Regering houdende de vastlegging van de lijst van educatieve masteropleidingen

Verder studeren in het hoger onderwijs

UGENT opleidingen op de Verderstudeerbeurs

Nadere vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs, bij de profielen in het voortgezet onderwijs geldig tot 1 augustus 2007.

INHOUD. Geschiedenis Missie Structuur Onderwijs. Internationaal Netwerk Rankings Personeel Onderzoek

Vooropleidingseisen WO per 1 oktober 2008

VSNU - overzichtlijst bacheloropleidingen concept

VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Toelatingsvoorwaarden tot de masters ACADEMIEJAAR

Eisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs, bij de VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden aangeboden

Toelatingsvoorwaarden academiejaar niet-rechtstreekse instroom tot de master-opleidingen.

ANTWOORD. Vraag nr. 483 van 5 april 2012 van GOEDELE VERMEIREN

Genderverhouding in de Faculteit Ingenieurswetenschappen (FirW): academiejaren en

Toelatingsvoorwaarden Academiejaar Rechtstreekse instroom tot de master-opleidingen

* * * wia of wib Bedrijfskunde 8. B Business Studies * * * wia of wib 9. B Econometrics * wib wib wib 10. B Econometrics and Operations

Vraag nr. 746 van 9 augustus 2013 van PAUL DELVA

Vooropleidingseisen WO

WO-BACHELOR - studentaantallen Economie en Recht

Vooropleidingseisen WO

Vooropleidingseisen van vwo naar wo

Studie & Werk Tabellen WO

Nadere vooropleidingseisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs

Bijlage A behorende bij artikel 2, eerste lid, van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007

BIJLAGE A NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN VOOR OPLEIDINGEN VAN HET WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS

UNIVERSITEITEN IN VLAANDEREN

Bijlage C. ak: aardrijkskunde bi: biologie gr: Grieks. la: Latijn na: natuurkunde nl&t: natuur, leven en technologie

Eisen voor opleidingen van het wetenschappelijk onderwijs, bij de VO-profielen zoals die vanaf 1 augustus 2007 worden aangeboden

HET FWO IN BEELD Een overzicht van de bestedingen in

INHOUD. Geschiedenis Missie Structuur Personeel. Onderwijs Onderzoek Internationaal Netwerk Rankings

BIJLAGE BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Hoeveel bedragen per provincie voor 2012 en 2013 de middelen die het IWT jaarlijks aan alle steunprogramma s besteedt?

Bijlage C behorende bij artikel 2, tweede lid, van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007

VWO WO doorstroomeisen

met de Jon Sneyers 20 februari 2008 Info- en discussieavond, Universiteit Antwerpen Dept. Computerwetenschappen K.U.Leuven

JAARVERSLAG VLIR Vlaamse Interuniversitaire Raad

Master of Science in de revalidatiewetenschappen en de kinesitherapie Master of Science in de lichamelijke opvoeding en de bewegingswetenschappen

Vooropleidingseisen van VWO naar WO

TOELATINGSVOORWAARDEN 'WAT NA JE DIPLOMA'

Bijlage C behorende bij artikel 2, tweede lid, van de Regeling nadere vooropleidingseisen hoger onderwijs 2007

Alle WO studies NT NG EM CM

Bijlage A. Nadere vooropleidingseisen in het Wetenschappelijk Onderwijs

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS April 2012

Senior onderzoekers aan het woord

VR DOC.0438/3

B Milieu-maatschappij-wetenschappen. B Molecular Science and Technology. B Oude Culturen van de Mediterrane Wereld

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Amsterdam, juni 2015 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2015

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

LIJST VAN DE TOELATINGSVOORWAARDEN TOT DE BRUGPROGRAMMA S (HORIZONTALE INSTROOM)

Tweede semester 2012: lessen van bachelorstudenten

VWO (nieuwe) doorstroomlijsten naar WO

2 Motivering voor de ontwikkeling van aangepaste loopbaanmodellen

Van VWO naar WETENSCHAPPELIJK ONDERWIJS

Rapportage Toplijsten havo 4/5 en vwo 5/6

Italiaanse taal en cultuur Talen en Cult. ZO Az+Oceanie (Indonesië) Landschapsarch. en ruimtel. planning

Status februari 2016

Pieter Duisenberg Voorzitter Vereniging van Universiteiten

FACULTEIT GENEESKUNDE EN FARMACIE VRIJE UNIVERSITEIT BRUSSEL Laarbeeklaan Brussel AANVULLEND FACULTAIR DOCTORAATSREGLEMENT

Studie & Werk Tabellen WO

Amsterdam, juni 2016 In opdracht van Elsevier. Studie & Werk 2016

Ondersteuning bij deelname aan KP7

B.S.T. Beperkte statistische telling van de studenten in het hoger onderwijs op 31 oktober Academiejaar

Nadere vooropleidingseisen in het wetenschappelijk onderwijs, bij de profielen in het voortgezet onderwijs geldig vanaf 1 augustus 2007.

BIJLAGE C BEHORENDE BIJ ARTIKEL 2, TWEEDE LID, VAN DE REGELING NADERE VOOROPLEIDINGSEISEN HOGER ONDERWIJS 2007

Vooropleidingseisen wetenschappelijk onderwijs: van vwo naar wo

Transcriptie:

HET PERSONEELSBESTAND AAN DE VLAAMSE UNIVERSITEITEN OP 1 FEBRUARI 2009 EN DE PERSONEELSEVOLUTIE SINDS 1992: KENNISGEVING In oktober 2009 is het jaarlijkse overzicht Statistische gegevens betreffende het personeel aan de Vlaamse universiteiten (telling 01-02-2009) verspreid. De universiteiten willen daarmee inzicht geven in de opbouw en de evolutie van hun personeelsbestand volgens categorie, wetenschappelijke discipline, geslacht, leeftijd, nationaliteit en anciënniteit. De verzameling van de gegevens is tot stand gekomen door een intensieve samenwerking tussen het VLIR-secretariaat en alle Vlaamse universiteiten, de dienst Statistiek van de Universiteit Hasselt en de volgende onderzoeksinstellingen: het Fonds voor Wetenschappelijk Onderzoek (FWO-Vlaanderen), het Instituut voor de aanmoediging van innovatie door Wetenschap & Technologie (IWT), het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB), het Interuniversitair Micro-Elektronica Centrum (IMEC), de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) en het Instituut voor Breedbandtechnologie (IBBT). Hierna volgen ter kennisgeving bijkomende tabellen over het personeelsbestand aan de Vlaamse universiteiten op 1 februari 2009 en de personeelsevolutie over de periode 1992-2009. Het betreft gegevens van het personeel bezoldigd met de werkingsuitkeringen: het zelfstandig academisch personeel (ZAP), het assisterend academisch personeel (AAP), het administratief en technisch personeel (ATPwu); en van het personeel bezoldigd ten laste van andere financieringsbronnen: het wetenschappelijk personeel (WP) en het administratief en technisch personeel (ATPbwu). Het personeelsbestand aan de Vlaamse universiteiten is verder aangegroeid. Aan de zes Vlaamse universiteiten samen zijn op 1 februari 2009 19.697 voltijdse eenheden (vte s) of 24.444 personeelsleden tewerkgesteld, inclusief het onderzoeks- en technisch personeel van de onderzoeksinstellingen FWO, IWT, VIB, IMEC, VITO en IBBT werkzaam aan de universiteiten. Dit is een stijging van 65,7% ten opzichte van 1992. In vergelijking met 2008 is er een toename van 3,6%. Dit kan zoals voorgaande jaren in grote mate worden verklaard door de sterk toegenomen onderzoeksfinanciering. Het onderzoeks- en technisch personeel van de onderzoeksinstellingen opgenomen in de personeelsstatistieken bedraagt in 2009 in totaal 2.752,5 voltijdse eenheden (m.n. FWO (1.419 vte), IWT (774 vte), VIB (433,5 vte), IMEC (62,6 vte), VITO (1,85 vte), IBBT (61,5 vte)). Bij het personeel betaald met de werkingsuitkeringen (ZAP, AAP en ATPwu) is er een lichte stijging waar te nemen in vergelijking met de vorige jaren. Het personeel betaald met andere inkomsten (WP + ATPbwu) is bijna verdrievoudigd in de periode 1992-2009. Het WP maakt momenteel 43,2% uit van het totale personeelsbestand aan de Vlaamse universiteiten, tegenover 18,4% in 1992. Ten opzichte van 2008 is het WP-bestand opnieuw gestegen met 1,7%. Bijna 88 % van het totale personeelsbestand heeft in 2009 de Belgische nationaliteit. Bij het wetenschappelijk personeel is 25% van niet-belgische nationaliteit. De meeste buitenlanders in deze categorie komen uit de buurlanden Nederland, Frankrijk, Duitsland en Italië en uit China, India en Rusland. Het totaal aantal vrouwelijke personeelsleden aan de Vlaamse universiteiten bedraagt in 2009 47%. Bij het AAP is 53% vrouw, bijna 15% meer dan 15 jaar geleden. Bij de ZAP-leden vinden we 19,6% vrouwelijk personeel, bijna 9% meer dan in 1992. VLIR I. Dambre oktober 2009 1

Effectieven Grafiek 1: Bezetting van het universitair personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Personeelsbezetting aan de Vlaamse universiteiten 1992-2009 23000 18000 13000 17.234,6 15.416,5 16.170,3 11.888,0 12.639,9 19.279,0 19.697,1 8000 1992 1996 2000 2002 2004 2008 2009 Tabel 1: Bezetting van het universitair personeel in voltijdse eenheden naar universiteit en personeelscategorie Personeels- Personeelsbezetting per 1.2.2009 categorie ZAP AAP ATP wu WP ATP bwu totaal K.U.Leuven 1.003,8 467,2 1.547,8 3.763,0 1.122,3 7.904,0 UGent 739,1 773,5 1.273,3 2.587,2 890,4 6.263,4 Vrije Universiteit Brussel 317,7 219,8 467,9 915,7 342,9 2.263,9 Universiteit Antwerpen 401,4 244,6 544,8 973,1 392,2 2.556,2 UHasselt 106,0 72,6 109,3 265,5 88,2 641,6 K.U.Brussel 21,2 10,6 19,4 10,7 6,1 68,0 totaal 2.589,2 1.788,2 3.962,5 8.515,2 2.842,0 19.697,0 Tabel 2: Bezetting van het universitair personeel in voltijdse eenheden naar personeelscategorie sinds 1992 Jaar Personeelsbezetting ZAP % AAP % ATPwu % WP % ATP bwu % totaal 1992 2.452,4 20,6% 1.591,3 13,4% 3.886,7 32,7% 2.191,6 18,4% 1.766,0 14,9% 11.888,0 1996 2.347,1 18,6% 1.687,5 13,4% 3.533,1 28,0% 2.909,1 23,0% 2.163,1 17,1% 12.639,9 2000 2.360,5 15,3% 1.755,9 11,4% 3.707,6 24,0% 5.162,7 33,5% 2.429,8 15,8% 15.416,5 2002 2.532,4 15,7% 1.808,0 11,2% 3.809,1 23,6% 5.471,4 33,7% 2.549,5 15,8% 16.170,3 2004 2.516,6 14,6% 1.815,6 10,5% 3.894,1 22,6% 6.465,1 37,5% 2.543,2 14,8% 17.234,6 2008 2.556,6 13,3% 1.730,1 9,0% 3.887,9 20,2% 8.374,9 43,5% 2.722,4 14,8% 19.272,0 2009 2.589,2 13,1% 1.788,2 9,1% 3.962,5 20,1% 8.515,2 43,2% 2.842,0 14,8% 19.697,0 VLIR I. Dambre oktober 2009 2

Tabel 3: Bezetting van het zelfstandig academisch personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting van het zelfstandig academisch personeel (vte) 1992-2009 1992 1996 2000 2002 2004 2008 2009 92-09 08-09 K.U.Leuven 961,3 913,8 907,4 974,3 952,5 992,1 1003,8 4,4% 1,2% UGent 625,0 580,3 626,2 679,9 699,0 715,8 739,1 18,2% 3,3% Vrije Universiteit Brussel 359,4 330,4 324,1 341,1 326,1 316,5 317,7-11,6% 0,4% Universiteit Antwerpen 399,7 379,3 362,6 397,2 397,8 396,5 401,4 0,4% 1,2% UIA 145,3 142,4 143,1 160,6 - - - - - RUCA 111,0 101,1 94,6 106,9 - - - - - UFSIA 143,4 135,8 124,9 129,8 - - - - - UHasselt 71,8 108,9 105,6 109,8 110,8 105,7 106,0 47,6% 0,3% K.U.Brussel 35,2 34,4 34,8 30,2 30,5 30,2 21,2-39,8% -29,8% totaal 2.452,4 2.347,1 2.360,5 2.532,5 2.516,6 2.556,6 2.589,2 5,6% 1,3% Tabel 4: Bezetting van het assisterend academisch personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting van het assisterend academisch personeel (vte) 1992-2009 1992 1996 2000 2002 2004 2008 2009 92-09 08-09 K.U.Leuven 738,3 733,1 616,1 603,7 585,6 469,6 467,2-36,7% -0,5% UGent 347,6 398,8 575,7 629,7 673,7 724,0 773,5 122,5% 6,8% Vrije Universiteit Brussel 244,3 238,7 232,5 232,5 208,5 215,4 219,8-10,0% 2,0% Universiteit Antwerpen 203,1 223,0 254,7 261,2 266,7 242,3 244,6 20,5% 0,9% UIA 65,2 78,6 89,9 89,1 - - - - - RUCA 36,5 52,6 66,6 70,5 - - - - - UFSIA 101,4 91,8 98,3 101,7 - - - - - UHasselt 42,6 77,6 60,9 65,4 65,0 62,8 72,6 70,6% 15,7% K.U.Brussel 15,5 16,4 16,1 15,6 16,2 16,1 10,6-31,6% -34,2% totaal 1.591,3 1.687,5 1.755,9 1.808,1 1.815,6 1.730,1 1.788,3 12,4% 3,4% VLIR I. Dambre oktober 2009 3

Tabel 5: Bezetting van het administratief en technisch personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting administratief en technisch personeel (vte) 1992-2009 1992 1996 2000 2002 2004 2008 2009 92-09 08-09 K.U.Leuven 1.505,1 1.368,5 1.368,6 1.433,3 1.436,7 1.509,2 1.547,8 2,8% 2,6% UGent 1.229,5 1.068,0 1.240,6 1.308,5 1.303,7 1.265,4 1.273,3 3,6% 0,6% Vrije Universiteit Brussel 498,0 487,5 479,0 451,1 463,1 451,2 467,9-6,0% 3,7% Universiteit Antwerpen 563,7 483,2 495,2 499,7 574,0 537,8 544,8-3,4% 1,3% UIA 222,1 199,8 204,6 196,9 - - - - - RUCA 208,5 176,5 206,4 219,8 - - - - - UFSIA 133,1 106,9 84,3 83,0 - - - - - UHasselt 64,4 99,9 100,1 97,7 97,9 107,3 109,3 69,7% 1,8% K.U.Brussel 26,0 26,0 24,0 18,8 18,8 17,0 19,4-25,4% 14,1% totaal 3.886,7 3.533,1 3.707,6 3.809,1 3.894,1 3.887,9 3.962,5 2,0% 1,9% Tabel 6: Bezetting van het wetenschappelijk personeel in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting wetenschappelijk personeel (vte) 1992-2009 1992 1996 2000 2002 2004 2008 2009 92-09 08-09 K.U.Leuven 956,6 1.330,3 2.400,2 2.384,5 2.805,1 3.783,4 3.763,0 293,4% -0,5% UGent 628,6 780,1 1.452,9 1.633,7 1.974,0 2.485,6 2.587,2 311,6% 4,1% Vrije Universiteit Brussel 282,6 339,7 542,4 592,5 735,7 898,0 915,7 224,0% 2,0% Universiteit Antwerpen 258,5 364,5 611,1 693,1 753,7 937,5 973,1 276,4% 3,8% UIA 163,9 277,1 389,4 415,4 - - - - - RUCA 47,5 40,0 123,7 144,8 - - - - - UFSIA 47,1 47,4 98,0 133,0 - - - - - UHasselt 57,8 85,9 143,3 151,4 186,0 252,0 265,5 359,3% 5,4% K.U.Brussel 7,5 8,7 12,9 16,2 10,5 18,4 10,7 42,7% -41,8% totaal 2.191,6 2.909,1 5.162,7 5.471,4 6.465,0 8.374,9 8.515,2 288,5% 1,7% VLIR I. Dambre oktober 2009 4

Tabel 7: Bezetting van het administratief en technisch personeel buiten de werkingstoelage in voltijdse eenheden naar universiteit sinds 1992 Universiteit Bezetting administratief en technisch personeel bwu (vte) 1992-2009 1992 1996 2000 2002 2004 2008 2009 92-09 08-09 K.U.Leuven 684,7 768,7 821,5 904,1 929,6 1.042,2 1.122,3 63,9% 7,7% UGent 456,0 684,3 740,1 744,8 761,8 854,6 890,4 95,3% 4,2% Vrije Universiteit Brussel 284,9 275,0 386,2 358,2 355,0 318,7 342,9 20,4% 7,6% Universiteit Antwerpen 283,3 351,9 373,5 441,2 386,4 411,0 392,2 38,4% -4,6% UIA 179,9 183,3 173,5 219,9 - - - - - RUCA 63,0 59,0 51,9 51,0 - - - - - UFSIA 40,4 109,7 148,1 170,4 - - - - - UHasselt 49,9 69,2 93,8 85,3 95,5 87,9 88,2 76,9% 0,3% K.U.Brussel 7,3 14,1 14,8 15,8 15,1 8,0 6,1-16,4% -23,8% totaal 1.766,0 2.163,1 2.429,8 2.549,4 2.543,2 2.722,4 2.842,1 60,9% 4,4% VLIR I. Dambre oktober 2009 5

Wetenschappelijke discipline Tabel 8: Bezetting van het academisch en wetenschappelijk personeel in voltijdse eenheden naar wetenschappelijke discipline op 1 februari 2009 Discipline ZAP AAP WP Humane Wetenschappen 1.106,90 894,25 2.275,62 Historische wetenschappen 58,00 30,70 142,48 Kunstwetenschappen (incl. Archeologie) 24,05 8,55 56,85 Letteren (incl. informatie-, documentatie-, 245,35 175,32 396,83 bibliotheek- en archiefwetenschappen) Theologie, bijbel- en godsdienstwetenschappen 25,70 2,60 65,12 Wijsbegeerte (incl. moraalwetenschappen) 61,25 20,30 149,24 Rechtswetenschappen (incl. notariaat) 148,90 142,15 198,13 Criminologie 23,70 31,30 47,60 Economie en toegepaste economie 214,30 144,96 370,50 Psychologie 95,70 116,25 227,97 Pedagogische wetenschappen en didactiek 51,50 65,83 133,22 Politieke en sociale wetenschappen 120,70 124,89 407,75 Sociale gezondheidswetenschappen 38,55 31,40 79,93 Exacte en toegepaste wetenschappen 872,70 443,95 4.077,63 Biologie 97,75 66,85 633,19 Scheikunde (incl. biochemie) 95,05 40,45 450,39 Natuurkunde (incl. sterrenkunde) 105,25 32,80 447,49 Wiskunde 72,85 43,90 180,60 Aardwetenschappen en aardrijkskunde 44,85 25,20 125,35 Bouwkunde 33,00 20,60 123,00 Elektronica en elektrotechniek 77,70 23,45 581,14 Werktuigkunde 34,50 15,60 131,50 Materiaaltechnologie 28,35 9,50 165,10 Informatica (incl. toegepaste informatica) 86,05 49,00 352,77 Informatie- en communicatietechnologie 26,40 13,00 218,25 Technische en toegepaste scheikunde 29,90 19,10 116,40 Toegepaste biologische wetenschappen 106,20 55,50 466,15 Architectuur, ruimtelijke ordening en stedenbouw 29,15 25,20 55,40 Overige technische wetenschappen 5,70 3,80 30,90 Medische wetenschappen 586,20 421,55 2.096,47 Geneeskunde 256,95 145,75 909,42 Tandheelkunde 20,80 35,20 22,00 Biomedische wetenschappen (incl. biochemie) 138,70 54,10 834,73 Diergeneeskunde 35,60 58,50 97,95 Farmacie 70,65 56,00 134,83 Lichamelijke opvoeding en kinesitherapie 65,50 72,00 97,54 Algemene en logistieke diensten 23,35 28,45 65,50 Totaal 2.589,15 1.788,20 8.515,22 VLIR I. Dambre oktober 2009 6

Nationaliteit van het personeel Tabel 9: Nationaliteit van het personeel per personeelscategorie in 2004 en 2009 2004 2009 Aantal Belgen % Andere EU % Niet EU % Aantal Belgen % Andere EU % Niet EU % ZAP 3617 95,0% 170 4,4% 21 0,6% 3892 92,4% 279 6,6% 41 1,0% AAP 2524 95,6% 80 3,0% 37 1,4% 2613 95,1% 97 3,5% 38 1,4% ATP 7491 98,2% 90 1,2% 47 0,6% 7975 97,4% 137 1,7% 75 0,9% WP Doctoraal 4946 88,3% 308 5,5% 347 6,2% 5102 76,5% 731 11,0% 838 12,5% WP Postdoctoraal 1139 75,3% 157 10,4% 217 14,3% 1846 70,3% 427 16,3% 353 13,4% Leeftijd van het personeel Tabel 10: Leeftijdsstructuur van het zelfstandig academisch personeel in voltijdse eenheden naar personeelscategorie sinds 1992 1992 cum % 1996 cum % 2000 cum % 2002 cum % 2004 cum % 2008 cum % 2009 cum % <30 15 0,4 15 0,5 13 0,36 33 0,88 22 0,58 29 0,71 27 0,64 30-34 201 6,3 174 5,8 177 5,31 227 6,93 195 5,70 250 6,88 293 7,60 35-39 389 17,6 381 17,4 424 17,17 526 20,95 489 18,54 527 19,87 569 21,11 40-44 559 33,9 451 31,2 575 33,26 616 37,38 602 34,35 675 36,50 665 36,89 45-49 803 57,2 652 51,1 536 48,25 564 52,41 640 51,16 694 53,61 724 54,08 50-54 660 76,4 677 71,7 733 68,76 723 71,69 583 66,47 633 69,21 697 70,63 55-59 478 90,3 592 89,8 659 87,19 669 89,52 757 86,34 637 84,91 606 85,02 60-64 323 99,7 327 99,8 445 99,64 390 99,92 498 99,42 588 99,41 595 99,15 65 en + 10 100,0 7 100,0 13 100,00 3 100,00 22 100,00 24 100,00 36 100,00 Tabel 11A: Leeftijdsstructuur van het assisterend academisch personeel 1992 cum % 1996 cum% 2000 cum% 2002 cum% 2004 cum% 2008 cum% 2009 cum% < 24 307 15,9 362 15,9 419 16,77 583 22,63 301 11,40 291 10,82 283 10,30 25-29 1.000 67,7 1.043 61,7 1.013 57,33 925 58,54 1.017 49,91 965 46,69 983 46,07 30-34 378 87,3 445 81,3 428 74,46 411 74,50 563 71,22 576 68,10 617 68,52 35 en + 246 100,0 426 100,0 638 100,00 657 100,00 760 100,00 858 100,00 865 100,00 VLIR I. Dambre oktober 2009 7

Tabel 11B: Leeftijdsstructuur van het assisterend academisch personeel sinds 2000 met de leeftijdscategorieën ouder dan 35 inbegrepen 2000 cum % 2004 cum % 2008 cum % 2009 cum % < 24 419 16,8 301 11,4 291 10,8 283 10,3 25-29 1.013 57,3 1.017 49,9 965 46,7 983 46,1 30-34 428 74,5 563 71,2 576 68,1 617 68,5 35-39 232 83,7 245 80,5 261 77,8 277 78,6 40-44 163 90,3 187 87,6 168 84,1 170 84,8 45-49 133 95,6 158 93,6 171 90,4 162 90,7 50-54 72 98,5 107 97,6 137 95,5 135 95,6 55-59 28 99,6 50 99,5 91 98,9 90 98,9 60-64 10 100,0 13 100,0 29 100,0 31 100,0 65 en + - 100,0-100,0 1 100,0 0 100,0 Tabel 12: Leeftijdsstructuur van het administratief en technisch personeel 1992 cum % 1996 cum % 2000 cum % 2002 cum % 2004 cum % 2008 cum % 2009 cum % < 24 92 2,3 25 0,7 120 2,90 191 4,42 118 2,66 88 1,95 85 1,84 25-29 234 8,1 162 5,1 274 9,51 326 11,95 335 10,23 381 10,37 387 10,21 30-34 340 16,6 295 13,1 373 18,51 447 22,28 425 19,82 499 21,41 565 22,43 35-39 564 30,6 346 22,5 436 29,03 504 33,93 538 31,96 588 34,42 613 35,69 40-44 940 54,0 655 40,2 484 40,71 497 45,42 559 44,58 643 48,64 673 50,25 45-49 844 75,0 928 65,4 801 60,04 751 62,78 581 57,70 649 62,99 661 64,55 50-54 585 89,6 733 85,2 965 83,33 940 84,51 868 77,29 653 77,44 601 77,55 55-59 362 98,6 506 99,0 607 97,97 598 98,34 877 97,09 803 95,20 797 94,79 60-64 56 100,0 38 100,0 84 100,00 72 100,00 129 100,00 217 100,00 241 100,00 65 en + - - - - - - - Tabel 13: Leeftijdsstructuur van het wetenschappelijk personeel 2000 cum % 2004 cum % 2008 cum % 2009 cum % <30 3508 61,99 4.693 66,0 5.910 64,51 5.766 62,02 30-34 969 79,11 1.193 82,7 1.791 84,06 1.987 83,39 35-39 538 88,62 559 90,6 697 91,67 745 91,41 40-44 296 93,85 301 94,8 331 95,28 342 95,08 45-49 166 96,78 171 97,2 192 97,38 208 97,32 50-54 104 98,62 103 98,7 106 98,54 119 98,60 55-59 49 99,49 56 99,5 90 99,52 81 99,47 60-64 24 99,91 30 99,9 36 99,91 40 99,90 65 en + 5 100,00 8 100,0 8 100,00 9 100,00 VLIR I. Dambre oktober 2009 8

Tabel 14: Leeftijdsstructuur van het administratief en technisch personeel ten laste van andere bronnen 2000 cum % 2004 cum % 2008 cum % 2009 cum % < 24 380 12,61 343 10,7 356 10,40 348 9,76 25-29 613 32,95 593 29,3 635 28,95 688 29,07 30-34 520 50,20 531 45,9 505 43,70 510 43,38 35-39 482 66,19 476 60,8 499 58,28 501 57,44 40-44 374 78,60 455 75,0 443 71,22 474 70,74 45-49 282 87,96 338 85,6 407 83,11 422 82,58 50-54 217 95,16 258 93,6 308 92,11 328 91,78 55-59 123 99,24 153 98,4 193 97,75 215 97,81 60-64 20 99,90 48 99,9 68 99,74 68 99,72 65 en + 3 100,00 3 100,0 9 100,00 10 100,00 Vrouwen aan de universiteit Tabel 15: Bezetting van het zelfstandig academisch personeel in voltijdse eenheden naar graad en geslacht sinds 1994 bezetting ZAP in 1994 bezetting ZAP in 1996 (buiten)gewoon hoogleraar 744,9 95,3% 36,4 4,7% 716,3 94,9% 38,9 5,1% hoogleraar 362,7 93,8% 23,9 6,2% 398,9 92,0% 34,7 8,0% hoofddocent 493,5 88,7% 63,1 11,3% 496,8 87,6% 70,2 12,4% docent 412,7 79,7% 105,0 20,3% 387,7 77,7% 111,3 22,3% bezetting ZAP in 2000 bezetting ZAP in 2004 buitengewoon hoogleraar 30,9 95,4% 1,5 4,6% 32,8 96,6% 1,2 3,4% gewoon hoogleraar 674,7 93,7% 45,0 6,3% 730,3 92,5% 59,2 7,5% hoogleraar 440,9 89,9% 49,3 10,1% 450,4 87,4% 64,7 12,6% hoofddocent 479,6 85,0% 84,5 15,0% 539,4 82,0% 118,3 18,0% docent 379,9 77,3% 111,3 22,7% 350,6 73,4% 127,4 26,6% vroeger vast wetenschappelijk personeel 37,7 59,7% 25,5 40,3% 23,9 55,9% 18,8 44,1% bezetting ZAP in 2008 bezetting ZAP in 2009 buitengewoon hoogleraar 43,9 89,4% 5,2 10,6% 47,0 90,8% 4,8 9,2% gewoon hoogleraar 728,8 90,3% 78,5 9,7% 711,5 89,7% 81,8 10,3% hoogleraar 434,3 85,2% 75,6 14,8% 441,1 84,1% 83,6 15,9% hoofddocent 486,2 77,0% 145,4 23,0% 475,2 76,2% 148,1 23,8% docent 364,3 68,4% 168,2 31,6% 397,9 69,4% 175,2 30,6% vroeger vast wetenschappelijk personeel 10,9 41,2% 15,5 58,8% 9,9 42,2% 13,5 57,8% VLIR I. Dambre oktober 2009 9

Tabel 16: Bezetting van het assisterend academisch personeel in voltijdse eenheden naar graad en geslacht sinds 1994 bezetting AAP in 1994 bezetting AAP in 1996 assistent (uitgezonderd praktijkassistent) 818,0 58,5% 580,4 41,5% 783,7 55,4% 631,8 44,6% praktijkassistent 45,6 65,0% 24,5 35,0% 64,4 61,9% 39,6 38,1% doctor-assistent 57,9 76,0% 18,3 24,0% 75,6 73,6% 27,1 26,4% bezetting AAP in 2000 bezetting AAP in 2004 assistent (uitgezonderd praktijkassistent) 719,8 54,5% 600,9 45,5% 621,0 52,9% 553,6 47,1% praktijkassistent 114,2 51,3% 108,6 48,7% 179,8 49,4% 184,2 50,6% doctor-assistent 68,9 70,6% 28,7 29,4% 121,9 62,9% 72,1 37,1% tijdelijk pedagogisch en 56,9 49,5% 58,1 50,5% 40,6 49,0% 42,6 51,0% wetenschappelijk medewerker bezetting AAP in 2008 bezetting AAP in 2009 assistent (uitgezonderd praktijkassistent) 493,7 48,6% 521,3 51,4% 486 48,0% 526,5 52,0% praktijkassistent 187,69 41,9% 259,8 58,1% 192,59 39,2% 298,4 60,8% doctor-assistent 127,15 56,4% 98,4 43,6% 148,25 58,2% 106,7 41,8% tijdelijk pedagogisch en 23 54,9% 18,9 45,1% 13,6 45,6% 16,2 54,4% wetenschappelijk medewerker Tabel 17: Bezetting van het administratief en technisch personeel in voltijdse eenheden naar graad en geslacht sinds 2000 bezetting ATP in 2000 bezetting ATP in 2004 beheerder 3,0 100,0% - 0,0% 2,0 100,0% - 0,0% graden 17,16,15,13,12,11,10 102,9 80,9% 24,3 19,1% 101,5 74,8% 34,2 25,2% graden 14,9,8,7 397,2 72,4% 151,3 27,6% 447,7 65,3% 237,6 34,7% graden 6,5 401,3 50,1% 399,6 49,9% 479,1 46,0% 561,7 54,0% graad 4 556,8 46,5% 639,7 53,5% 467,5 39,9% 704,7 60,1% graad 3 370,4 47,8% 404,8 52,2% 312,2 47,9% 339,8 52,1% graad 2 130,6 58,3% 93,4 41,7% 119,0 62,6% 71,2 37,4% graad 1 14,5 40,4% 21,4 59,6% 2,5 15,6% 13,6 84,4% bezetting ATP in 2008 bezetting ATP in 2009 beheerder 2 66,7% 1,0 33,3% 2 66,7% 1,0 33,3% graden 17,16,15,13,12,11,10 98,45 71,3% 39,7 28,7% 100 71,4% 40,0 28,6% graden 14,9,8,7 470,87 57,1% 354,2 42,9% 491,5 53,1% 433,6 46,9% graden 6,5 440,57 44,1% 559,1 55,9% 432,39 43,3% 567,3 56,7% graad 4 427 36,0% 760,7 64,0% 403,95 34,4% 771,4 65,6% graad 3 298,3 51,0% 287,0 49,0% 306,85 52,8% 273,8 47,2% graad 2 96,2 64,5% 52,9 35,5% 89 64,2% 49,6 35,8% graad 1 0 0,0% 0 0,0% 0 0,0% - 0,0% VLIR I. Dambre oktober 2009 10

Tabel 18: Verhouding man/vrouw in voltijdse eenheden naar personeelscategorie sinds 1992 1992 1996 2000 man % vrouw % ZAP 2.190,9 89,3% 261,5 10,7% 2.056,1 87,6% 291,1 12,4% 2.058,4 86,4% 322,7 13,6% AAP 965,7 60,7% 625,6 39,3% 960,2 56,9% 727,2 43,1% 959,7 54,7% 796,2 45,3% ATP wu 2.240,1 57,6% 1.646,6 42,4% 2.004,3 56,7% 1.528,8 43,3% 1.976,8 53,3% 1.730,8 46,7% WP 1.452,2 66,3% 739,5 33,7% 1.864,2 64,1% 1.044,9 35,9% 3.214,0 62,3% 1.948,7 37,7% ATP bwu 694,9 39,3% 1.071,1 60,7% 783,9 36,2% 1.379,2 63,8% 845,1 34,8% 1.584,8 65,2% totaal 7.543,8 63,5% 4.344,3 36,5% 7.668,7 60,7% 4.971,2 39,3% 9.054,0 58,7% 6.383,0 41,3% 2004 2008 2009 man % vrouw % ZAP 2.127,2 84,5% 389,4 15,5% 2.068,2 80,9% 488,4 19,1% 2.082,3 80,4% 506,9 19,6% AAP 963,2 53,1% 852,4 46,9% 831,5 48,1% 898,4 51,9% 840,4 47,0% 947,8 53,0% ATP wu 1.931,5 49,6% 1.962,6 50,4% 1.833,4 47,2% 2.054,6 52,8% 1.825,7 46,1% 2.136,8 53,9% WP 3.731,4 57,7% 2.733,6 42,3% 4.655,8 55,6% 3.718,8 44,4% 4.759,0 55,9% 3.756,2 44,1% ATP bwu 848,9 33,4% 1.694,3 66,6% 853,6 31,4% 1.868,9 68,6% 918,4 32,3% 1.923,7 67,7% totaal 9.602,3 55,7% 7.632,3 44,3% 10.242,5 53,1% 9.029,1 46,9% 10.425,8 52,9% 9.271,3 47,1% VLIR I. Dambre oktober 2009 11