Het ontstaan van ijs of sneeuwkristallen in een notendop. Zoals je weet bestaat onze aarde voor twee derde uit water. Water verdampt. In de lucht zweven vele stofdeeltjes. De waterdamp gaat om die stofdeeltjes zitten. Een heleboel van die samengeklonterde vochtige stofdeeltjes vormen wolken. Als het echter heel koud is hoog in de lucht dan bevriezen die deeltjes en worden kristallen. De ijskristallen zweven door de lucht en plakken aan elkaar vast. Die klontjes kristallen komen dan als sneeuw naar beneden. Als je de kristallen heel erg zou vergroten zie je dat ze prachtige vormen hebben. Ieder kristal heeft echter een uniek voorkomen. Dat wil zeggen er zijn geen twee kristallen die exact precies hetzelfde zijn. Er bestaan dus oneindig veel vormen. Er zijn echter een paar eigenschappen die alle ijskristallen gemeen hebben: 1. Ze zijn allemaal zeszijdig, ofwel hebben ze allemaal zes takken. 2. Ze zijn allemaal spiegel (of lijn ) symmetrisch Dat wil zeggen: Als je een middellijn (maakt niet uit waar) trekt en je vouwt het figuur op die lijn, komen de helften precies op elkaar. Ze zijn dus elkaars spiegelbeeld.. Ze zijn allemaal draai symmetrisch Dat wil zeggen: Als je het figuur op z n kant legt of ondersteboven ziet het er nog steeds hetzelfde uit. Je ziet dus niet of het figuur is gedraaid. Een hartje bijvoorbeeld is wel spiegel symmetrisch, maar niet draai symmetrisch. Je ziet dus dat het hartje ondersteboven ligt. Dus niet draai symmetrisch.
IJskristallen knippen Om een mooie ijskristal te knippen moeten we een eerst een vierkant blaadje in een basisvorm vouwen zodat we ook een mooie zesarmige vorm krijgen. Basisvorm 1 2 1 Verkeerde kant van het papier boven. Vouw dubbel over de diagonaal en vouw weer terug 2 Vouw ook de andere diagonaal Leg je blaadje neer als boven. Vouw de rechter driehoek op 2/ (stippellijn) naar de hulplijn op 1/ van de linker driehoek. Gebruik hierbij je geodriehoek. Let goed op de docent die het voordoet. 4 Na ziet het er zo uit. Keer het werk om. 5 Vouw over de stippellijn. Trek desnoods een heel dun hulplijntje met je geodriehoek in het verlengde van het uitstekende puntje 6 Zo ziet het er nu uit. Vouw netjes en zorgvuldig dubbel.
7 Teken een mooi figuur. Waarbij je ervoor moet zorgen dat dat je van de een deel van de vouwranden aan de zijkanten in tact laat. 8 Knip het figuur uit 9 En vouw open. Voila, een ijskristal Nog een voorbeeld
En nog een voorbeeld Dit zijn slechts drie voorbeeldjes Maar je kunt natuurlijk geheel je eigen fantasie er op los laten. Belangrijk is dat je heel zorgvuldig vouwt en heel netjes knipt. Veel plezier. Platte platen Kristal Sectoren Kristal Takken Kristal Varen Kristal
STER 1 (eenvoudig) Het knippen van een perfecte 5 puntige ster. Vouw heel zorgvuldig en maak goede scherpe vouwen 1 Vouw het blaadje dubbel 2 Dichte kant onder. Vouw de rechter onderhoek naar de boven zijkant Vouw terug Vouw de rechter bovenhoek naar de onder zijkant. Vouw terug. 4 Vouw de linker onderhoek naar het kruispunt van de net gemaakte vouwen. Let op de sterretjes 5 Vouw het bovenste flapje terug naar de linker zijkant volgens bovenstaand voorbeeld. 6 Vouw rechter onderhoek langs de middelste lijn. 7 Vouw rechterkant naar achteren 8 Knip onderkant af op ongeveer 2/. Zie bovenstaand voorbeeld. 9 Vouw het afgeknipte deel open.
10, 11, 12 Je hebt nu een perfecte ster. Je kunt de vouwen nog eens goed benadrukken. De dalvouwen en de bergvouwen om de ster een beetje dimensioneel te maken. Stevig papier, haakje eraan en kan in de boom. Of je strijkt hem plat om op een kaart te plakken.
STER 2 (lastig) Heel precies vouwen is vooral hier erg belangrijk 1 Maak twee rechte vouwen als voorbeeld 2 Draai het blaadje om Maak twee diagonale vouwen. 4 Duw de rechte vouwen naar elkaar toe. Al je mooie zorgvuldige scherpe vouwen hebt gemaakt gaat het bijna vanzelf. 5 Dan ziet het er zo uit Vouw de flapjes naar de middellijn en weer terug. Draai het werk om en doe hetzelfde aan de andere kant. 6 Let op lastig. Vouw rechterzijde langs de eerste vouw aan de linkerkant. Vouw terug in de eerst gemaakte vouw. Doe dit ook van links naar rechts. Draai het werk om en herhaal. 7 Vouw de twee voorste punten naar voren.
8 Probeer de achterkant nu voorzichtig plat te drukken. Geef als het niet lukt hier en daar een klein knipje. Het is immers toch de achterkant. Maar het is wel even priegelen. Draai het werk om. 9 De ster. Plak indien nodig hier en daar een puntje vast. Kleurplaatje