Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid AAN colleges van Burgemeester en Wethouders i.a.a. Directeuren Sociale Dienst Hoofden Sociale Zaken Hoofden Financiën Directeuren/hoofden I&A Gemeenteraadsleden p/a griffier Postbus 90801 2509 LV Den Haag Anna van Hannoverstraat 4 Telefoon (070) 333 44 44 Telefax (070) 333 40 33 Hoofdkantoor en vestigingen CWI Hoofdkantoor UWV Hoofdkantoor en regiokantoren IWI Uw brief Ons kenmerk Intercom/2003/38036 Doorkiesnummer servicelijn Onderwerp Verzamelbrief mei 2003 Datum 16 mei 2003 Contactpersoon servicelijn Door middel van deze brief informeer ik u over enkele relevante ontwikkelingen op het terrein van werk en inkomen. 1. Wetsvoorstel Werk en Bijstand (WWB) Het voorstel voor de Wet Werk en Bijstand (WWB) is op 12 mei 2003 naar de Tweede Kamer gestuurd. In de bijlage bij deze verzamelbrief vindt u een beschrijving van de hoofdpunten van de WWB. Voor vragen over de WWB: telefoon: 070-3334130. 2. Totaaloverzicht middelen Convenant Gesubsidieerde arbeid In deze verzamelbrief vindt u: 1. Een overzicht van de aanvullende subsidies die in het kader van het regulier maken van IDbanen aan werkgevers kunnen worden verstrekt. 2. Een totaaloverzicht van de inzet van alle in het kader van het Convenant Gesubsidieerde arbeid beschikbaar gestelde middelen. Ik ga ervan uit dat deze overzichten behulpzaam kunnen zijn bij het maken van afspraken met werkgevers over het gebruik van de stimuleringsregeling en het bevorderen van doorstroom van ID-werknemers naar reguliere banen. 3. Extra middelen in 2003 voor langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief Gemeenten dienen thans de langdurigheidstoeslag uit te werken, zelf de begrippen langdurig en zonder arbeidsmarktperspectief in te vullen en op basis daarvan de doelgroep vast te stellen. De
2 rijksoverheid treedt hier niet in. Wel wijs ik er op dat de doelgroep onafhankelijk van de bron van inkomsten dient te worden vastgesteld. De doelgroep kan dus niet uitsluitend bestaan uit bijstandsgerechtigden. Op de het gemeenteloket van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.gemeenteloket.szw.nl) treft u antwoorden aan op door gemeenten gestelde vragen over dit onderwerp. 4. Beleidsregels subsidievaststelling WIW Gebleken is over 2001 dat een aantal gemeenten nog niet premies verstrekken op basis van een verordening, maar enkel op basis van vastgesteld beleid. Aangezien zij daarmee feitelijk wel een normatief kader hanteren leg ik in dergelijke gevallen eenmalig geen maatregel op. Met ingang van 2002 zal ik de wet op dit punt echter strikt toepassen uit het oogpunt van rechtszekerheid voor de burger. Verstrekking van premies zonder gemeentelijke verordening leidt conform de beleidsregels 2002 tot een financiële maatregel. Via de beleidsregels 2003, die naar verwachting in juni in de Staatscourant worden gepubliceerd, zal ik mijn handelswijze bekend maken in geval gemeenten de verplichting tot uitbesteding en de aanbestedingsregels niet nakomen. 5. Vergoeding betaalde omzetbelasting Door verschillende gemeenten is gevraagd op welke wijze de gemeenten de toegezegde aanvullende bijdrage in verband met de hogere kosten van reïntegratietrajecten als gevolg van de hierover verschuldigde omzetbelasting zullen ontvangen. In deze verzamelbrief vindt u hierover nadere informatie. 6. Toepasselijkheid Europees Excecutie-verdrag (EEX-verdrag) bij bijstandverhaal in het buitenland In een arrest van 14 november 2002 heeft het Hof van Justitie EG zich in de zaak gemeente Steenbergen tegen Luc Baten (C-271/00) uitgesproken over de reikwijdte EEX-verdrag bij bijstandverhaal in het buitenland. 7. Bijzondere bijstand ingeval van detentie. Bijzondere bijstandsverlening in geval van detentie is in de praktijk niet geheel uit te sluiten. Het betreft echter steeds uitzonderlijke situaties waarbij steeds een strikt individuele afweging van de omstandigheden noodzakelijk is. 8. Wijziging regeling Persoonsgebonden budgetten Sinds 1 april 2003 ontvangen de AWBZ-verzekerden ('budgethouders') het geld voor hun persoonsgeboden budget (PGB) van het zorgkantoor op hun eigen bankrekening. In contacten met bijstandsgerechtigden is het van belang om te weten dat het PGB geen inkomen is. Voor meer informatie over het PGB: www.pgb.cvz.nl of 0900 46 36 742 Bron: CVZ 9. Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw De Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw is gepubliceerd in de Staatscourant (1 mei 2003, nr.83). Deze is als bijlage bij deze verzamelbrief gevoegd.
3 Deze regeling vervangt de huidige Stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden. Met de nieuwe regeling wordt de mogelijkheid geboden om subsidie aan te vragen voor: 1. uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van de opsporing en de controle; 2. de totstandkoming of de uitbreiding van een opsporingssamenwerkingsverband. 10. Wijziging bedragen Abw, IOAW, IOAZ en Wik per 1 juli 2003 Per 1 juli 2003 vindt de halfjaarlijkse aanpassing plaats van het wettelijk minimumloon. In verband hiermee zal het netto minimumloon per genoemde datum eveneens wijziging ondergaan. Uiteraard heeft dit gevolgen voor de aan het nettominimumloon gerelateerde bijstandsnormen, grondslagen IOAW en IOAZ en Wik-bedragen. Op het moment van samenstellen van deze brief waren het nieuwe wettelijk minimumloon en de daarvan afgeleide bedragen nog niet bekend. In de verzamelbrief van juni 2003 zullen de genoemde bedragen worden opgenomen. Vooruitlopend daarop zullen de bedragen uiterlijk in week 23 op het gemeenteloket (www.gemeenteloket.szw.nl) worden geplaatst. Voor vragen over (onderwerpen uit) deze brief kunt u elke werkdag van 9.00 tot 12.00 uur telefonisch contact opnemen met de servicelijn van de Inspectie Werk en Inkomen in uw regio. Servicelijn Telefoon Provincie IWI regio-noord 050-599 25 55 Groningen, Friesland en Drenthe IWI regio-oost 026-352 08 99 Overijssel, Gelderland en Flevoland IWI regio-noordwest 020-660 42 50 Noord-Holland en Utrecht IWI regio-zuidwest 078-632 15 22 Zuid-Holland en Zeeland IWI regio-zuid 040-266 88 88 Noord-Brabant en Limburg U kunt voor nadere informatie ook het gemeenteloket raadplegen (www.gemeenteloket.szw.nl). De Staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, (M. Rutte)
4 2. Totaaloverzicht middelen Convenant Gesubsidieerde arbeid ID-banen Op 20 december 2002 heb ik samen met sociale partners en de VNG het convenant gesubsidieerde arbeid 2003 ondertekend. Met mijn brief van 20 december 2002 (kenmerk Intercom/2002/97994) heb ik u op de hoogte gesteld van de inhoud van het convenant en de daarin gemaakte afspraak over een tijdelijke stimuleringsregeling voor het regulier maken van 10.000 ID-banen. Naast de beschikbare 170 miljoen voor deze stimuleringsregeling werden in het convenant tevens aanvullende middelen beschikbaar gesteld voor sectoren met IDwerknemers. Inmiddels zijn afspraken gemaakt over de inzet van deze aanvullende middelen. In de sectoren Zorg, Onderwijs en Kinderopvang zijn deze afspraken vastgelegd in een apart sectorconvenant. In de andere sectoren worden de middelen zonder aanvullend convenant ingezet. Hierbij informeer ik u over de inzet van de in het kader van het convenant gesubsidieerde arbeid 2003 beschikbaar gestelde middelen en de inhoud van de afgesloten sectorconvenanten. Op 24 april jl. stuurde ik u een afschrift een brief aan de Tweede Kamer (kenmerk ABG/GA/03/15593), waarin de voortgang bij de uitvoering van de afspraken uit het Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 ook meer in het algemeen is beschreven. Sectorconvenanten Zorg Op 5 februari jl. is het sectorconvenant voor de sector Zorg ondertekend. In het convenant is afgesproken dat vanaf 2004 jaarlijks 30 mln. ter beschikking wordt gesteld door de minister van VWS. Dit bedrag wordt op twee manieren ingezet. In aanvulling op de stimuleringsregeling keert VWS eenmalig 3.500,-- uit voor elke regulier gemaakte ID-baan in de zorg. Het bedrag wordt in 2004 aan de werkgever betaald. Vanaf 2004 verstrekt het ministerie van VWS een doorstroompremie van 12.000,-- aan werkgevers in de zorg die iemand met een gesubsidieerde arbeidsplaats voor onbepaalde tijd in dienst nemen op een (andere) niet-gesubsidieerde functie (bijvoorbeeld een openstaande vacature). Vanaf 2005 is de 30 mln. structureel voor doorstroomsubsidies beschikbaar. Met de aanvullende afspraken in het sectorconvenant zorg is er voor meer mensen perspectief op een reguliere baan. Tevens wordt beoogd om bij te dragen aan de kwaliteit van de dienstverlening in de sector. Onderwijs Op 22 april jl. is het sectorconvenant Onderwijs ondertekend. In het convenant is afgesproken dat alle scholen waar een of meerdere ID-werknemers werkzaam zijn voor elke ID-werknemer eenmalig een bedrag van 1.750,- zullen ontvangen, als tegemoetkoming in de maatregelen die de scholen zullen nemen om ID-banen regulier te maken of anderszins doorstroom naar regulier werk te bevorderen. Daarnaast ontvangen alle scholen in het primair onderwijs een structureel bedrag als tegemoetkoming in de loonkosten van een onderwijsassistent (4 uur per week), waarmee een (ex)id-werknemer gedeeltelijk kan worden gefinancierd.
5 Met de in het onderwijsconvenant overeengekomen aanvullende maatregelen wordt het in de onderwijssector beter mogelijk om een bijdrage te leveren aan de uitstroom van ID-werknemers naar reguliere banen in het onderwijs. Kinderopvang Op 29 april jl. is het sectorconvenant Kinderopvang ondertekend. In het convenant is een aanvulling op de subsidie uit de Tijdelijke stimuleringsregeling opgenomen van 2.500,- per regulier gemaakte ID-baan in de sector Kinderopvang. Aanvullende stimuleringsregeling In de sectoren Jeugdhulpverlening, Welzijn en Cultuur zijn geen aparte sectorconvenanten afgesloten. Voor deze sectoren zijn wel aanvullende middelen beschikbaar, die worden ingezet als aanvulling op de basissubsidie van maximaal 17.000,- voor het regulier maken van ID-banen. Deze aanvullingen zijn, samen met de bovengenoemde aanvullingen op de Tijdelijke stimuleringsregeling voor de sectoren Zorg en Kinderopvang geregeld in de Aanvullende stimuleringsregeling (Staatscourant, 23 april 2003, nr. 78). Werkgevers die vóór de inwerkingtreding van de aanvullende regeling een baan in een van deze sectoren regulier gemaakt hebben, komen ook in aanmerking voor deze aanvullende subsidie. Werkgevers aan wie een subsidie wordt toegekend in het kader van de Tijdelijke stimuleringsregeling, ontvangen mits zij tot een van de genoemde sectoren behoren automatisch de aanvullende subsidie. Hiervoor hoeft dus geen aparte aanvraag te worden ingediend In aanvulling op bovenstaande toelichting doe ik u twee overzichten toekomen: 3. Een overzicht van de aanvullende subsidies die in het kader van het regulier maken van IDbanen aan werkgevers kunnen worden verstrekt. 4. Een totaaloverzicht van de inzet van alle in het kader van het Convenant Gesubsidieerde arbeid beschikbaar gestelde middelen. Tabel 1: aanvullende subsidies regulier maken ID-banen Ministerie Sector Subsidie - bedrag per regulier gemaakte baan Totaal beschikbaar gesteld budget ( x 1.000) Beoogd aantal banen regulier te maken OCenW Cultuur 9.000,- 3.375 375 VWS Zorg 3.500,- 8.939 2.554 Jeugdhulpverlening 3.500,- 112 32 Welzijn 4.000,- 3.628 907 SZW Kinderopvang 2.500,- 1.800 720 Totaal 17.854 4.588
6 Tabel 2. Totaaloverzicht inzet beschikbare middelen Convenant Gesubsidieerde Arbeid 2003 Sector Middelen Bestemd voor Convenant SZW 170 miljoen in 2003 (deels in 2004) stimuleringsregeling voor 10.000 banen ( 17.000,- per baan) 20 december 2002 VWS Zorg en Jeugdhulpverlening Welzijn Sport OCenW Onderwijs Cultuur SZW Kinderopvang BZK Veiligheid 30 miljoen structureel vanaf 2004 3,63 miljoen in 2004 1,37 miljoen in 2004 14 miljoen in 2003 plus middelen uit CAO 3,375 miljoen in 2003 2 miljoen in 2003 10 miljoen in 2004 Aanvulling SZW-stimuleringsregeling (zie tabel 1) + subsidie van 12.000 voor werkgevers in de zorg die een werknemer vanuit een gesubsidieerde baan aannemen in een reguliere functie. Aanvulling SZW-stimuleringsregeling (zie tabel 1). Nader te bepalen Subsidie van 1.750 per IDwerknemer voor alle scholen met een of meerdere ID-werknemers. Daarnaast budget per school voor onderwijsassistent voor 4 uur per week Aanvulling SZW-stimuleringsregeling (zie tabel 1). Aanvulling SZW-stimuleringsregeling (zie tabel 1.) Wordt ingezet in het kader van het GSB-convenant, binnen de peiler Veiligheid (specifieke inzet wordt nader bepaald). 5 februari 2003 (zorg) Nee (jeugdhulpverlening) Nee Nee 22 april 2003 Nee 29 april 2003 Ik ga ervan uit dat deze overzichten behulpzaam kunnen zijn bij het maken van afspraken met werkgevers over het gebruik van de stimuleringsregeling en het bevorderen van doorstroom van ID-werknemers naar reguliere banen. Nee
7 3. Extra middelen in 2003 voor langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief In de verzamelbrieven van februari en maart zijn de gemeenten geïnformeerd over de extra middelen die zij in 2003 ontvangen voor de financiële ondersteuning van langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief. De verzamelbrief februari bevat het met de VNG overeengekomen kader voor de aanwending van de extra middelen. In aanvulling hierop is in de verzamelbrief maart op basis van een aantal scenario s gemeenten geïllustreerd hoe ze verder invulling kunnen geven aan de financiële ondersteuning. De maartcirculaire van de gemeentefondsbeheerders (d.d. 14 maart 2003) bevat informatie op basis waarvan u kunt berekenen welk bedrag uw gemeente ontvangt van de door het kabinet beschikbaar gestelde 20 miljoen euro. In het verlengde van de hierboven genoemde informatie hecht ik er aan u nog het volgende mee te delen. Mij is gebleken dat er gemeenten zijn die nog niet begonnen zijn aan de uitwerking van de langdurigheidstoeslag omdat zij voor 2003 nadere regels van het rijk verwachten over een langdurigheidstoeslag en/of over de categoriale gemeentelijke inkomensondersteuning. Ik wijs u erop dat deze regels niet zullen komen. De verzamelbrief van februari bevat het kader waarbinnen de gemeenten de besteding van deze extra middelen kunnen vormgeven. Ik wijs er nogmaals op dat er in 2003 geen wijziging optreedt in de gemeentelijke beleidsruimte bij het verstrekken van categoriale inkomensondersteuning. De voornemens met betrekking tot het afschaffen van categoriale inkomensondersteuning, zoals die staan verwoord in het Strategisch Akkoord, zijn in 2003 niet aan de orde. Hetzelfde geldt voor een landelijke regeling voor financiële ondersteuning van langdurige minima zonder arbeidsmarktperspectief. Wellicht ten overvloede merk ik op dat het wetsvoorstel van het vorige kabinet betreffende een lang-laagregeling door het huidige kabinet is ingetrokken en dat een initiatief wetsvoorstel voor een lang-laagregeling door de Tweede Kamer verworpen is. Gemeenten dienen derhalve thans de langdurigheidstoeslag uit te werken, zelf de begrippen langdurig en zonder arbeidsmarktperspectief in te vullen en op basis daarvan de doelgroep vast te stellen. De rijksoverheid treedt hier niet in. Wel wijs ik er op dat ook in het onderhavige geval geldt dat de doelgroep onafhankelijk van de bron van inkomsten dient te worden vastgesteld. De doelgroep kan dus niet uitsluitend bestaan uit bijstandsgerechtigden. Op het gemeenteloket van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (www.gemeenteloket.szw.nl) treft u antwoorden aan op door gemeenten gestelde vragen over dit onderwerp.
8 4. Beleidsregels subsidievaststelling Wiw Bij de vaststelling van de WIW-subsidie worden sedert 2002 beleidsregels gehanteerd. Over twee onderwerpen met betrekking tot de beleidsregels wil ik u nu informeren. Het eerste punt betreft de verstrekking van subsidies uit het scholings- en activeringsbudget aan personen, de premies. Hiervoor dienen conform artikel 3, tweede lid, WIW bij gemeentelijke verordening regels gesteld te worden. Aan het ontbreken van deze verordening is in de beginjaren van de WIW geen financiële maatregel verbonden. Met ingang van het toetsingskader 2001 wel. Gebleken is over 2001 dat een aantal gemeenten nog niet premies verstrekken op basis van een verordening, maar enkel op basis van vastgesteld beleid. Aangezien zij daarmee feitelijk wel een normatief kader hanteren leg ik in dergelijke gevallen eenmalig geen maatregel op. Met ingang van 2002 zal ik de wet op dit punt echter strikt toepassen uit het oogpunt van rechtszekerheid voor de burger. Verstrekking van premies zonder gemeentelijke verordening leidt conform de beleidsregels 2002 tot een financiële maatregel. In de tweede plaats zal ik via de beleidsregels 2003, die naar verwachting in juni in de Staatscourant worden gepubliceerd, mijn handelswijze bekend maken in geval gemeenten de verplichting tot uitbesteding en de aanbestedingsregels niet nakomen.
9 5. Vergoeding betaalde omzetbelasting Door verschillende gemeenten is gevraagd op welke wijze de gemeenten de toegezegde aanvullende bijdrage in verband met de hogere kosten van reïntegratietrajecten als gevolg van de hierover verschuldigde omzetbelasting zullen ontvangen. Voor het jaar 2003 werd aanvankelijk gedacht aan het treffen van een specifieke regeling op grond waarvan gemeenten de over de ingekochte reïntegratievoorzieningen betaalde omzetbelasting bij het ministerie zouden kunnen declareren. Een dergelijke specifieke regeling bleek echter niet mogelijk zonder strijd op te leveren met artikel 4 van de Wet op het BTW-compensatiefonds en moet daarom achterwege blijven. Als gevolg hiervan kan de betaalde BTW niet afzonderlijk worden gedeclareerd. Hierdoor vervalt de code 229 op het declaratieformulier en vervallen de codes 923 (pagina 1) en 317 (pagina 4) van de kostenopgave 2003. De betreffende formulieren zullen niet worden aangepast. Over de wijze waarop met de hogere kosten rekening zal worden gehouden vindt binnenkort nadere besluitvorming plaats. Wellicht ten overvloede wijs ik er in dit verband op dat geen vergoeding wordt toegekend voor de omzetbelasting die wordt betaald over leveringen en diensten die verband houden met de uitvoering van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz). Alle maximumbedragen die opgenomen zijn in artikel 5, tweede lid van de Regeling financiering en verantwoording Abw, IOAW en IOAZ (Rfa) zijn inclusief het bedrag dat overeenkomt met de af te dragen BTW. De maximumbedragen zijn indertijd, per 1 januari 2001, verhoogd omdat - onder meer - de BTW per 1 januari 2001 is verhoogd van 17,5 naar 19% (BZ/ACT/00/85398). Geen vergoeding wordt verstrekt voor zover de kosten hoger zijn dan de in de Rfa opgenomen maximumbedragen voor onderzoek of begeleiding (artikel 15 Wet financiering Abw, IOAW en IOAZ). Dat betekent dat geen vergoeding wordt verstrekt voor zover de kosten van begeleiding als bedoeld in artikel 8, lid 2 Abw hoger zijn dan 1.530,- inclusief BTW.
10 6. Toepasselijkheid Europees Excecutie-verdrag (EEX-verdrag) bij bijstandverhaal in het buitenland Uit een arrest van 14 november 2002 van het Hof van Justitie EG in de zaak gemeente Steenbergen tegen Luc Baten (C-271/00) blijkt dat een vordering tot verhaal van bijstand in het algemeen is te kwalificeren als een burgerlijke zaak waarop het EEX-verdrag (hierna: EEX) van toepassing is. Dit betekent dat een rechterlijke uitspraak met betrekking tot een dergelijke vordering ook in andere EU-landen ten uitvoer kan worden gelegd. Een uitzondering geldt echter, als het een vordering tot verhaal betreft in een situatie waarin tussen de ex-echtgenoten afgesproken is dat na de scheiding geen of slechts beperkte onderhoudsverplichtingen bestaan. Verder geeft het arrest meer duidelijkheid over wat in het kader van het EEX onder sociale zekerheid moet worden verstaan: geschillen over rechten en verplichtingen met betrekking tot wettelijke regelingen op de terreinen die in artikel 4 van EEG-Verordening 1408/71 zijn genoemd. Beide interpretaties zijn ook toepasbaar op artikel 1 van Verordening (EG) 44/2001, de opvolger van het EEX.
11 7. Bijzondere bijstand ingeval van detentie. Artikel 9 lid 1 onder a Abw bepaalt dat geen recht op bijstand heeft degene aan wie rechtens zijn vrijheid is ontnomen. Artikel 11 Abw bepaalt dat alleen ingeval van zeer dringende redenen en gelet op alle omstandigheden, hiervan kan worden afgeweken. In de verzamelbrief d.d. 17 februari 2003 aan de gemeenten, heb ik aangegeven, dat er bij de beoordeling of er sprake is van zeer dringende redenen een strikt individuele beoordeling van het voorliggende geval moet plaatsvinden, en dat er dan sprake moet zijn van acute levensbedreigende omstandigheden. In genoemde verzamelbrief heb ik tevens opgemerkt dat hiervan in situaties van detentie geen sprake zal zijn, zodat in de praktijk de verlening van bijstand in geval van detentie is uitgesloten. Dit standpunt heb ik gelet op de bestaande jurisprudentie op dit punt - inmiddels genuanceerd. Ook de situatie dat er sprake is van ernstige consequenties voor de psychische gezondheidstoestand van de belanghebbende, kan onder het begrip acute noodsituatie vallen. Bijzondere bijstandsverlening in geval van detentie is in de praktijk dan ook niet geheel uit te sluiten. Het betreft echter steeds uitzonderlijke situaties waarbij steeds een strikt individuele afweging van de omstandigheden noodzakelijk is. Het was uitdrukkelijk niet de bedoeling van de wetgever om in artikel 11 Abw een algemene ontsnappingsclausule te formuleren voor de uitsluiting van het recht op bijstand. Ook de jurisprudentie laat er geen misverstand over bestaan dat er bij de toepassing van de bijzondere bijstand in geval van detentie geen sprake is van gemeentelijke beleidsvrijheid. De reclassering en de bureau s sociale dienstverlening binnen het gevangeniswezen moeten in staat worden geacht om in overleg met de gedetineerde, de gemeente, de betreffende energieleverancier en de woningverhuurder naar oplossingen te zoeken voor deze problematiek. Met betrekking tot dit onderwerp vindt overleg plaats tussen Justitie en SZW, om te bezien of zich hierbij knelpunten voordoen.
12 8. Wijziging regeling Persoonsgebonden budgetten 50.000 Nederlanders kopen op dit moment zelf hun zorg in dankzij een persoonsgebonden budget (PGB). Tot 1 april stuurden zij declaraties naar de Sociale Verzekeringsbank. De SVB betaalde dan de zorgverlener uit. Dit is sinds 1 april 2003 anders. De AWBZ-verzekerden ('budgethouders') ontvangen het geld van het zorgkantoor op hun eigen bankrekening en betalen zelf hun hulpverlener. Het geld dat niet aan zorg wordt besteed moet de budgethouder terugbetalen aan het zorgkantoor. Het PGB is dan ook geen inkomen, tenzij het wordt uitbetaald aan een gezinslid dat de verzorging op zich genomen heeft. Tot 1 januari 2006 zullen er iedere maand ca. 2000 budgethouders overstappen van de 'oude' regeling naar 'PGB nieuwe stijl'. Bij de PGB-regeling nieuwe stijl wordt het budget door het zorgkantoor bij wijze van voorschot uitbetaald aan de budgethouder. Een PGB van maximaal 2500 per kalenderjaar wordt in één keer uitbetaald. Een PGB van meer dan 25.000 per kalenderjaar wordt maandelijks bevoorschot. Een PGB kan oplopen tot 100.000 per jaar. In contacten met bijstandsgerechtigden is het van belang om te weten dat het PGB geen inkomen is. Voor meer informatie over het PGB: www.pgb.cvz.nl of 0900 46 36 742 Bron: CVZ
13 9. Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw De Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle Abw is gepubliceerd in de Staatscourant (1 mei 2003, nr. 83, p. 13). Deze regeling vervangt de huidige Stimuleringsregeling opsporingssamenwerkingsverbanden. Met de nieuwe regeling wordt de mogelijkheid geboden om subsidie aan te vragen voor: 1. uitbreiding van de gemeentelijke personele formatie op het gebied van de opsporing en de controle; 2. de totstandkoming of de uitbreiding van een opsporingssamenwerkingsverband. ad 1. Per gemeente/samenwerkingsverband kan voor subsidie in aanmerking worden gebracht maximaal 1 fte opsporing en maximaal 5 fte s controle. Dit aantal is afhankelijk van het aantal uitkeringen Abw, Ioaw, Ioaz en Wik. De subsidie voor opsporing bedraagt maximaal 55.000,-- voor de brutojaarsalariskosten voor de extra fte; voor de fte( s) op het gebied van controle bedraagt de subsidie maximaal 45.000,-- per extra fte. In concreto gaat het hierbij om werkzaamheden zoals het afleggen van huisbezoeken om bijvoorbeeld mogelijke partnerfraude te onderzoeken. De extra inzet van personele capaciteit kan ook worden gebruikt om deel te nemen aan multidisciplinaire fraudeteams om gezamenlijke controles met de Belastingdienst, het UWV en de Arbeidsinspectie uit te voeren bij bedrijven. De aanvragen voor uitbreiding van de formatie op het gebied van de opsporing en de controle kunnen worden ingediend tot uiterlijk 1 juli 2006. Om te kunnen vaststellen dat daadwerkelijk sprake is van een uitbreiding moeten bij de aanvraag gegevens worden overgelegd m.b.t. de omvang van de formatie op het gebied van de opsporing en/of controle op het moment van de subsidieaanvraag. Verder moet rekening gehouden worden met het in de regeling genoemde subsidieplafond. Subsidieaanvragen worden in volgorde van binnenkomst behandeld. ad 2. Dit onderdeel van de regeling heeft als doel het tot stand brengen van samenwerkingsverbanden van 5 fte s of meer opsporingscapaciteit. Voorts kunnen samenwerkingsverbanden, die al uit 5 fte s opsporingscapaciteit bestaan, maar door intergemeentelijke samenwerking uitbreiden naar 10 fte s of meer, ook subsidie verkrijgen. De stimuleringsregeling biedt de mogelijkheid om tot uiterlijk 1 augustus 2003 middels het overleggen van een intentieverklaring subsidie aan te vragen voor het opstellen van een plan van aanpak om samenwerking tot stand te brengen. Uiterlijk 4 maanden na indiening van het subsidieverzoek wordt een vervolgverzoek ingediend voor implementatiekosten voor het daadwerkelijk tot stand brengen/uitbreiden van het samenwerkingsverband. Voor meerdere details verwijs ik u naar de subsidieregeling zelf die als bijlage bij deze verzamelbrief is bijgevoegd. De aanvragen voor subsidie voor beide onderdelen van de subsidieregeling kunnen worden ingediend bij StimulanSZ. Hiervoor moet gebruik gemaakt worden van het aanvraagformulier, dat als bijlage 1 is opgenomen bij deze tijdelijke stimuleringsregeling (op te vragen bij StimulanSZ, zie ook www.stimulansz.nl). StimulanSZ faciliteert gemeenten bij het indienen van hun subsidieverzoek. Dit betekent dat StimulanSZ de aanvraag beoordeelt en controleert of de ingediende aanvragen volledig zijn, waarna deze met een advies doorgezonden worden naar het
14 Bureau Opsporingsbeleid van het ministerie van SZW. De directeur van dit bureau neemt namens de Minister een beslissing op het ingediende verzoek. Wilt u meer weten over de Tijdelijke stimuleringsregeling intensivering opsporing en controle, bel dan met Chris Tax, adviseur van StimulanSZ, telefoon 06 22 40 27 10.