plaveisel en goede verlichting aangebracht. Verder wordt het autogebruik in de historische kern ontmoedigd.



Vergelijkbare documenten
Speurtocht door Utrecht

Speurtocht door Utrecht

Inhoudsopgave Inhoudsopgave Geschiedenis Interieur Copy...5

en nog andere straten moest nog worden aangelegd.

Gent 14a. St Lievenspoortstr

Bouwhistorisch onderzoek

Bij nummer 12 rechtsaf, 3e Buurkerksteeg. Je loopt tegen een kerk aan.

Tijdwijzer. Het begin. Voor en na Christus

Het Nieuwe Blokhuis van Harderwijk H.A.R. Hovenkamp, 2018

Naam: De Romeinen. Vraag 1. De Romeinen hebben veel gebouwd. Noem vijf verschillende toepassingen. pagina 1 van 6

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

Cultuurhistorische verkenning Zandwijksingel Woerden. Datum 2 mei 2011

L ang geleden zag de Achterhoek er. De geschiedenis van Doetinchem, Wehl en Gaanderen

Naam: VAN WILLIBRORD tot Statenbijbel

De poorten van Jeruzalem

Speurtocht door Utrecht

Geschiedenis kwartet Tijd van jagers en boeren

Cataloniëenstraat St Niklaasstraat, Bennesteeg. Gent 22a. afgebroken. De verdwenen Kromsteeg

Brandaan. Geschiedenis WERKBOEK

germaans volk), een sterke Franse groepering. Ze verkochten haar aan de Engelsen die haar beschuldigden van ketterij (het niet-geloven van de kerk).

De kruistochten. God wil het! Steden en Staten

5,1. Samenvatting door Anoniem 686 woorden 2 maart keer beoordeeld. Geschiedenis. Hoofdstuk 3 De tijd van monniken en ridders.

SPELREGELS START. Loop vanaf het Tongerloplein richting Molenstraat en sla rechtsaf de hoek om.

Foto Adres Gebouw Datum Opmerkingen Hoeve Schelfhout datum onbekend

DIJKHUIS ZWAAGDIJK-OOST

Speurtocht door Utrecht

hij qua positie onderdeel van

Broederenkerk. Ω Bouwjaar: 1772

Het huis had een houten skelet, daartussen fistelstek besmeerd met leem.

D23 K Karelstr Abeelstr Lange Boomgaardstr. Begradostr. Pelicanstr. St Kristoffelstraat

Beknopte historische geografie van Oosterhout en Den Hout

C O N C E P T. ONDERZOEK GEBIEDSTRUCTUREN Almere, september 2012 MIRCK ARCHITECTURE KEIZERSGRACHT CN AMSTERDAM THE NETHERLANDS

STADSWANDELING ZUTPHEN

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

geheimzinnige, waterlopen. Deze deels onbekende waterwegen worden weer zichtbaar en bruikbaar voor de kleinere recreatievaart.

Vogelmarkt. A21 Koestraat Korte Dagsteeg, St Jans-vest, Kleine Vleeshuisstraat

Naam: FLORIS DE VIJFDE

rhenen schets-museumkwartier deel 1

Gent 25c. Goudstr Beersteeg Oudevest, Katelijnenstr Minnemeers Kongobrug Reke Blekersdijk Nieuwland Godshuishammeken Huidevetterken Ham

TU Delft Rmit Afstudeeropdracht 2010/2011 Kasteel Gemert, De nieuwe KMA. Titelblad

Kastelen in Nederland

Naam: DE GOUDEN EEUW en Rembrandt

Over het toneelstuk Gijsbrecht van Amstel

de straat van toen Koningstraat Naaldwijk

23 oktober 2011 Daguitstap regio Oudenaarde

Spreekbeurt en werkstuk over. Ridders. Door: Oscar Zuethoff

Korte geschiedenis van de parochie

Romeinen. Romeinen. Germanen

Routebeschrijving per auto

Stadswandeling. Kruispoort

Inleiding. Monumenten, symbolen en iconen Kindermonumentendag in Midden-Delfland Symbolen in deze tijd

Eigen terrein Het Utrechts Archief/De Rechtbank. Overzijde kerk, voor universiteitsgebouw, parallel aan fietspad 3

Canonvensters Michiel de Ruyter

LANDGOED VILSTEREN - GRANDTOUR

Het Paayenborchsteegje in Utrecht

Traptorens. meestal veel hoger gemaakt dan noodzakelijk. Men

Wandelend langs de kerken en plaatsen van voormalige kerken van Gorredijk

context landschap het landgoed

Vogelmarkt Koepoort Korte Dagsteeg, St Jansvest, Kleine Vleeshuisstraat Gent 20c

Project lj1 Adaptability

Project lj1 Adaptability

2000 jaar Tongeren verkennen in enkele uren

Project lj1 Adaptability

Dagboek Sebastiaan Matte

') G. van Klaveren Pzn.,..De Morgenster en Sterkenburg" in Maandblad Oud- Utrecht 1930, 5e jaargang, blz. 33.

De St. Petrus Canisiusschool en Liduinaschool.

Kaart van 1755 van de Keizersen. Lievenspoort. St lievenspoort. Brusselsepoort. Oud Scheldeken. Heuvelpoort. St Pietersdorp.

Onderzoeksvraag; welke motieven leidden in de middeleeuwen tot de kruistochten?

Kruittoren. Ω Hoogte: ca. 18 m Ω Bouwjaar: ca Ω Muurdikte: ruim 1 m Ω Basisvorm: vierkant

D5 Het begijnhof tot het eind van de Lange Violettestraat en en het Oud Scheldeken

Gent 24b. De Predikherenlei anno 1820 door de Hollandse soldaat Wynantz. Onderbergen. Het pand van de Dominicanen. Predikherenlei

Werkgroep Bouwhistorie Zutphen. Informatiekaart St. Janskerk. St. Janskerk

De Romeinen. Wie waren de Romeinen?

en DE STAATSSECRETARIS VAN VOLKSHUISVESTING EN RUIMTELIJKE ORDENING,

Te Koop. Bijzonder Kerkgebouw. Hooftstraat 254, Alphen aan den Rijn (1906)

Het territorium Urk; van Almere naar Zuiderzee. Een reconstructie van het gebied tussen 800 en (Anne Post versie )

Inhoud. Thema 5.1 Jagers en boeren 3. Thema 5.2 Grieken en Romeinen 6. Thema 5.3 Monniken en ridders 9. Thema 5.4 Steden en staten 12.

Nationale tocht Aangepast Roeien

design Interview met kunsthandelaar Axel Vervoordt, de huizenjacht van schrijfster Franca Treur, zelfbouwhutten van kinderen, een gloednieuwe

Reisverslag Heidelberg 2016 Deel 7 (2 augustus 2016) [1]

De evolutie van de Generaal J.B. van Heutszkazerne vanaf de vroege 19de eeuw. Plattegrond: Gemeentearchief Kampen; Fotobewerking: Ernst Hupkes.

G E M E E N T E A R C H I E F S C H I E D A M INVENTARIS VAN HET ARCHIEF VAN DE STICHTING WOONWAGENWERK

CentreNL. = uitzichtpunt over de Viaanse oversteek = draaiend restaurant en inspiratielocatie

Bouwhistorische waarneming Wegje 1/Apenspel 5, Enkhuizen

Watersnood. op Marken. Versie 3 d.d

ROUTEBESCHRIJVING STADSWANDELING OIRSCHOT

Het. riet- en gevestigd. Wilgenhorst. kopen. Sliebewust. zijn van drie. was

FIETSEN IN SINT ISIDORUSHOEVE

Wandel / fietsroute van Barmhartigheid in Zwolle 18 Juni 2016

Nieuw gebruik Oud gebouw Utrechtse Open Monumentendag zaterdag 10 september 2011

Schokland Werelderfgoed Kijktocht basis onderwijs

Opdrachten bij Architectuurroute Uden

herontwikkeling Sint Jozefschool Peperstraat 29 Gouda november 2011

Monumentenregister Nijmegen. Register van beschermde monumenten krachtens de Nijmeegse Monumentenverordening

Enkele opmerkingen naar aanleiding van een bijschrift over kasteel Crayenstein.

Vallis ❿ 61. Prachtige gebouwen en panorama's

2000 jaar Tongeren verkennen in enkele uren

Stedenbouwkundige visie. Plantsoensingel Zuid s-heerenberg

Aanwijzingstekst beschermd stadsgezicht binnenstad Utrecht

Archeologie West-Friesland, Nieuwe Steen 1, 1625 HV Hoorn, Postbus 603, 1620 AR Hoorn

Transcriptie:

Inleiding Stegen bepalen in belangrijke mate de unieke sfeer in Utrecht. Hun aanwezigheid hangt samen met de geografische ligging die bij het ontstaan van de stad het stratenpatroon dicteerde. In de middeleeuwen was Utrecht een belangrijke havenstad. De Oudegracht vormde een handelsader die in verbinding stond met het Europese achterland. Via de Hollandse Ijssel, de Lek, de Vaartse en Kromme Rijn en de Vecht was er druk scheepvaartverkeer, vooral naar Engeland, het Rijnland en Scandinavië. Het deel van de Oudegracht ten noorden van de Bakkerbrug werd omstreeks het jaar 1000 gegraven als verbinding tussen de Rijn, die ter plaatse van de Bakkerstraat naar het westen liep, en de Vecht, die ter plaatse van de noordelijke stadsbuitengracht stroomde. Het deel tussen de Ganzenmarkt en de Bakkerbrug is een stuk van de Rijn. Omstreeks 1125 werd het zuidelijk deel begraven, dat tot ver buiten de stad doorliep tot Vreeswijk (Nieuwegein ). Voor Amsterdam, dat nog in opkomst was, fungeerde Utrecht als een tussenhaven op de route via de rivier de Rijn naar Keulen, de zogenaamde Keulse Vaart. Dit stuk historie is bij de bouw van Hoog Catharijne (1973) en het dempen van de singel verloren gegaan. De meeste stegen zijn in de 12e eeuw ontstaan. Vanaf die tijd was de Oudegracht een belangrijke hoofd- en handelsroute. De van de Oudegracht af lopende stegen vormden de dwarsverbindingen met de aan- en afvoerroutes over het water. Ook toen de stad flink groeide werd gebruik gemaakt van de stegen: zijarmen tussen de Oudegracht en de achterliggende straten, waar ambacht, handel en kroegwezen floreerden. In de middeleeuwen hadden de houten huizen in de stad nog geen dakgoten. De regen druppelde direct naar beneden van de vaak nog rieten daken, die een grote overstek hadden om de balken eronder droog te houden en tegen in rotten te beschermen. Tussen twee buurhuizen bevond zich dus een druipruimte, een ozendrop. Ozing betekent dakrand. Toen stenen huizen de houten huizen gingen vervangen, bleven tussenruimtes bestaan. Op de erven van de grote huizen werden in de loop van de tijd kleine woningen gebouwd. Aanvankelijk waren die huisjes bedoeld voor personeel, later om de toestroom van inwoners van buiten de stad te kunnen opvangen. De voordeuren kwamen uit op de oorspronkelijke tussenruimtes. Zo ontstonden stegen. In de oude kleine huisjes in de stegen woonden vroeger vaak grote gezinnen. Het sanitair was pover, de armoede groot. De huizen waren meestal klein: één kamer met een bedstee en een zolder. Eensteens buitenmuren, halfsteens binnenmuren, vocht, weinig frisse lucht, slecht onderhoud en een slechte hygiëne. In het midden van de 1ge eeuw kwamen liberale gegoede burgers in actie tegen deze wantoestanden. Er werden drie Maatschappijen tot Verbetering der Woningen van Arbeidenden en Minvermogenden te Utrecht opgericht. Zij kochten krotten op, knapten die op of sloopten ze voor nieuwbouw. In het algemeen kregen de woningen een behoorlijke kwaliteit. De Maatschappijen verwachten dat een betere huisvesting zo ongeveer alle maatschappelijke gewenste veranderingen zou bewerkstelligen bij de bewoners. Toch was het ruim honderd jaar later weer slecht gesteld met de stegen. In 1910 werd er een nieuwe rooilijn vastgesteld door de hele stad. Overal moesten twee wagens elkaar kunnen passeren Dat leidde tot algemene verkrotting in de stegen, want vergunningen voor opknappen werden niet gegeven, omdat dat in strijd was met de rooilijn. Tot ver in de 20e eeuw vielen stegen ten prooi aan verkrotting. Dit veranderde eind 1978 met de verschijning van het rapport 'Utrechtse stegen in het slop'. De werkgroep Herstel Leefbaarheid Oude Stadswijken luidde daarin de noodklok over het drama dat zich afspeelde: de driehonderd stegen en steegjes, zo kenmerkend voor de binnenstad, dreigden massaal teloor te gaan. De gemeente, woningbouwverenigingen en andere 'spelers' op de vastgoedmarkt veranderden hun beleid en werden actief om de leefbaarheid in de binnenstad te verbeteren. Door wonen en werken in de historische stadskern weer aantrekkelijk te maken, krijgt de sociale structuur die de afgelopen vijfentwintig jaar verloren ging een nieuwe impuls. Voor voetgangers en fietsers is nieuw

plaveisel en goede verlichting aangebracht. Verder wordt het autogebruik in de historische kern ontmoedigd. Routebeschrijving Beginpunt: Neude Verzamelpunt bij de ingang van het Postkantoor [via Oudegracht] Zakkendragerssteeg Tot ver in de 16e eeuw heette deze steeg Catharijnesteeg. De steeg kwam uit op het Catharijneveld, het latere Vredenburg, waar het Catharijneconvent stond. De smalle Zakkendragerssteeg dankt zijn naam aan de zakkendragers, de lossers van de vele kleine vrachtschepen die eens aan de andere zijde in de Oudegracht afgemeerd lagen. Handelswaar, zoals groenten, brandstoffen en bouwmaterialen kwamen in schepen via onder andere de Oudegracht de stad binnen en werden opgeslagen in loodsen. De opslagplaatsen lagen aan de stegen die op de Oudegracht uitkwamen. Het beroep van zakkendrager was zwaar. Meestal hadden deze mensen geen behuizing. Daarom liet Jan van Goch, een kanunnik van het Domkapittel, in 1560 een erfenis na om 31 kameren voor deze vrachtsjouwers te bouwen. Zij behoorden tot het zakkendragersgilde van het Benedeneind. Verder, op Oudegracht 237, bevond zich het gildenhuis van het zakkendragersgilde van het Boveneind. Toen de kameren waren betrokken verrees in 1580 tegenover de kameren aan de noordzijde van de steeg een wachtloods. Daar waren de zakkendragers tussen het sjouwen door beschut. Ze konden er smakkelen, dobbelen wie de eerstvolgende vracht kreeg bij het laden of lossen van de schepen in de Oudegracht. Het Smakkelaarsveld herinnert aan de schepen op de Leidsche Rijn. Ter hoogte van Zakkendragerssteeg 22 is de poort aangepast voor het inrijden van koetsen die hoorden bij een groot huis op de Oudegracht. In het plaveisel van de steeg is een hardstenen zakkendrager aangebracht. Het kunstwerk is gemaakt door de beeldhouwer C. Stokvis de Jong. [via Vredenburg] Drieharingstraat De Drieharingstraat heette tot ver in de 17e eeuw Vroedesteeg, naar het geslacht De Vroede dat op de hoek met de Oudegracht (nr. 115-117) woonde en dat de steeg vermoedelijk had laten aanleggen op eigen terrein. De huidige naam komt waarschijnlijk van het huis (of herberg?) 'De Drie Haringen' dat in 1565 voorkomt. De namen werden lang door elkaar gebruikt. Een poging tot verbreding van de straat in 1637 had slechts bij het Vredenburg enig effect. Bij de bouw van de dwarse huizen Drieharingstraat 5-31, rond 1875, werd eveneens een gedeeltelijke verbreding doorgevoerd. De pui van kantoorboekhandel Mado op de hoek van de OudegrachtiDrieharingstraat en de brievenbus in de Drieharingstraat werd ontworpen door de Utrechtse architect Gerrit Rietveld. Rietveld (1888-1964) was een invloedrijke stijlvernieuwer in de bouwkunst. Hij sloot zich in 1919 aan bij de Stijlgroep, waartoe ook Bart van der Leek, Theo van Doesburg en Piet Mondriaan behoorden. Het Nederlandse tijdschrift De Stijl (1917-1927) gaf zijn naam aan deze beweging die van grote betekenis werd voor de ontwikkeling van de hedendaagse internationale (binnenhuis)architectuur. Rietveld maakte ook naam als meubelontwerper. Zijn ontwerpen en meubels zijn te zien in het Centraal Museum in Utrecht.

[via Oudegracht] Jodenrijtje In het Jodenrijtje stond sinds het einde van de middeleeuwen een groot aantal dwarse kameren. In het begin werden deze kameren vooral door Joden bewoond. Na 1444 (tot 1795) mochten joden niet in de stad wonen. Er wordt ook wel gezegd dat het steegje zijn naam dankt aan de familie De Joede. In 1976 is alle bebouwing, uitgezonderd Jodenrijtje 1 gesloopt ten behoeve van de nieuwbouw van de HEMA. [via Bakkerstraat, Steenweg, Mariastraat] Mariahoek Naast elkaar liggen twee pleintjes die samen de Mariahoek vormen. De Mariahoek wordt ook wel de Driehoek van Sint Marie genoemd. De oude naam Driehoek dankt dit doolhofachtige geheel aan de drie hoeken die een bezoeker moet omslaan. Het noordelijke pleintje is gegroeid uit het plein voor de westgevel van de voormalige Mariakerk. Het zuidelijke pleinlje, dat ook toegankelijk is door een poortje onder het huis Mariaplaats 29, behoorde tot het claustraal erf nummer 7 van St. Marie. Na de reformatie ontstond hier een katholiek schuilkerkencomplex, waar zich parochianen van de Geertekerk verzamelden. Een soort katholieke begijnen, vrouwen die geen nonnen waren omdat ze geen volledige gelofte hadden afgelegd, vestigden zich in enkele huisjes. Deze vrouwen werden klopjes genoemd. Een van de huisjes draagt nog steeds de naam 'Het Klopje'. In de 18e eeuw kwam een groot deel van de Mariahoek in handen van de Oud Rooms-katholieke kerk. Tussen de twee pleintjes ligt de Aalmoezenierskamer en het Oudeliedenhuis van deze kerk. Achter de huizen Mariahoek 11 en 12 staat de schuilkerk St. Geertrudis. In de tweede helft van de 1ge eeuw werden aan de westzijde, het Willemsplantsoen, grote huizen gebouwd. Mariaplaats Het gebied tussen de Mariaplaats en de Walsteeg behoorde in de middeleeuwen tot de immuniteit van Sint Marie. Tussen 1868-1940 stond op deze plek de Dominicuskerk. Sinds 1940 lage het terrein braak en werd het vooral gebruikt voor parkeerdoeleinden. De plattegrond van de nieuwbouw uit 1998 is gebaseerd op die van de immuniteitshuizen die hier hebben gestaan. In de opdracht was dan ook gesteld dat de historische continuïteit van het gebied niet verbroken mag worden. De architecten Bob van Reeth en Christine de Ruijter maakten een ontwerp voor 54 appartementen en een ondergrondse parkeergarage. De appartementsgebouwen hebben namen van schilders uit de tijd van Abraham Bloemaert (1564-1651). Bloemaert was een van de grootste leermeesters uit zijn tijd. Bijzondere archeologische vondsten zijn opgenomen in het ontwerp. In de garage is bijvoorbeeld een 14 de eeuwse tegelvloer zichtbaar gelaten en over het binnenterrein loopt een middeleeuwse dakgoot. In de parkeergarage aan de Walsteeg is een oud riool te zien. De architecten stellen dat nieuwbouw in de historische stad altijd moet worden ingepast in de bestaande stad, niet door 'imiterend" te zijn, maar door de betreffende stad als thema te nemen. Walsteeg De Walsteeg bestond al in 1346 en is de enige straat van die naam die nog in Utrecht bestaat. De steeg vormde de verbinding van de Springweg naar de steeg achter de

stadswal. Het was de grens tussen de immuniteit van St. Marie en het Duitse Huis, het middeleeuwse klooster dat de Ridderlijke Duitsche Orde tussen 1348 en 1359 liet bouwen. De steeg werd daarom ook wel Duitse Huissteeg genoemd. De orde ontstond tijdens de kruistochten in de 12e eeuw. Kruisvaarders, onder wie de Hollandse graaf Floris V en ridders uit Duitstalige streken, trokken naar Jeruzalem om het heilige land van de moslims te bevrijden. Tijdens het beleg van de havenstad Acco, de sleutel tot Palestina, bouwden Duitse kooplieden een provisorisch hospitaal voor zieke en gewonde landgenoten. Vandaar de naam. Toen Acco in 1291 opnieuw in handen van de moslims viel, verplaatste de orde haar hoofdzetel naar Europa. De balije van Utrecht bouwde in de 14e eeuw het Duitse huis aan de Springweg. Van de twaalf afdelingen (balijen) bleven uiteindelijk die in het Oostenrijkse keizerrijk en in Utrecht over. Eeuwenlang was het Duitse Huis een aantrekkelijke verblijfplaats voor vorstelijke en hooggeplaatste personen, zoals Karel V en Willem van Oranje. Sinds 1999 is in het Duitse Huis het vijfsterrenhotel Grand Hotel Karel V gevestigd. [via Springweg] Jacobgasthuissteeg Genoemd naar het in 1375 al bestaande gasthuis aan de Oudegracht 213. Vroeger liep de steeg door naar de Oudegracht. De steeg werd in de 1ge eeuw ook wel Het Donkere Gat genoemd. Aan de steeg stonden enige "Godscameren", waarvan er slechts één over is. Verder zijn in de steeg in 1977 nieuwe woningen gebouwd. Op het binnenterrein staat het beeld "De Pelgrim" van de Utrechtse kunstenaar Amiran Djanashvilli, dat in 2002 werd onthuld. Op deze plek bevond zich vroeger een boomgaard met perenbomen. Toen de laatste perenboom stierf koos de buurt voor een pelgrimsthema, omdat in het verleden duizenden pelgrims op weg naar Santiago de CompostelIa in het Jacobsgasthuis logeerden. Santiago de CompostelIa is sinds de middeleeuwen een beroemde bedevaartplaats in Spanje. Het graf van de apostel Jacobus zou zich er bevinden. Het kerkenpad vanuit het noorden liep in Utrecht langs de Jacobikerk. Het Jacobigasthuisje diende om zieke pelgrims weer op weg te helpen. De muren staan er nog. Nu is het een speeltuintje. Na de reformatie waren er uiteraard geen pelgrimstochten meer en werd het betreffende gasthuisje gebruikt voor de verpleging van oude mannen die aan syfilis leden. [via Zwaansteeg en Oudegracht] Abraham Dolesteeg Hier bevonden zich in de 14e eeuw de kameren waar maagden en weduwen als begijnen woonden. Deze vrouwen wilden tot een kloosterorde toetreden en vroegen hiervoor pauselijke goedkeuring. De abt van de Paulusabdij kreeg de opdracht de vrouwen eerst aan een proef te onderwerpen. Zij moesten zich gedurende een jaar (1412) laten insluiten. De vrouwen doorstonden de proef met glans. Op nummer 9 stond vroeger het pesthuisje dat ook dienst deed bij andere ziektes. Het ziekenverblijf was via een ondergrondse gang verbonden met het klooster. In 1412 schonken de rijke Utrechters Abraham Dole en zijn vrouw Christina het terrein achter zijn eigen huis en een aantal aangrenzende achtertuinen voor de bouw van een klooster. In de steeg bevindt zich de toegang tot de naar hem genoemde Abraham Dolehof. Het klooster bood onderdak aan de Ursulinen. Op de werfkelders van het voormalige Ursulinen klooster is een school gebouwd die nu dienst doet als atelier voor kunstenaars.

Het klooster werd later uitgebreid met een dubbelkapel. De Ursulinen bleven ook nadien van de wereld afgezonderd. Daartoe lieten zij het hele terrein ommuren. Via dezelfde kelders en werven, die nog altijd intact zijn, hadden toegang tot de Oudegracht. In het water van de Oudegracht konden zij hun kleding wassen. In de 15e eeuw stonden daar nog weinig huizen. De Ursulinen namen een bijzondere plaats in de stad Utrecht in en waren zeer geliefd bij de bevolking wegens hun werken van barmhartigheid. Ook de Ursula Orde werd na de reformatie ontbonden. De orde ontleent haar naam aan de heilige Ursula, een Engelse koningsdochter die rond 300 leefde en christen wilde worden. Met haar verloofde maakte zij een pelgrimage naar Rome, ontving de Heilige Doop, trouwde en keerde terug naar huis. Over die pelgrimage doen de wildste verhalen de ronde. Ursula zou op de heenweg met haar gevolg, onder wie elfduizend maagden, de zee zijn overgestoken. Via de Rijn trok zij Europa in tot de stad Basel. Vandaar ging men te voet verder. Op de terugweg werd het gezelschap buiten de muren van Keulen door de barbaarse Hunnen overvallen en met pijlen doorboord. Dit voorval maakte zoon indruk dat het verhaal steeds fantastische werd. Volgens de legende doodde een leger engelen daarop de bloeddorstige barbaren. Het aantal van elfduizend maagden berust op een fout. In de tekst stond XIMV. De vertaling luidt 11 M(artyres) V(irgines). Het werd echter gelezen als 11 M(ille) V(irgines', dus 11.00 maagden. [via Lange Nieuwstraat] Catharijnesteeg Genoemd naar het Catharijeconvent en -hospitaal van de Johannieters die zich daar in 1529 vestigden. Voordien heette het Karmelieten- of Vrouwenbroedersteeg naar het klooster van die orde, dat daar in 1465 werd gesticht. Daarvóór had het de naam Helmichsteegje, vermoedelijk naar een familie van die naam. Vanaf het jaar 1200 is de naam van de heilige Catharina van Alexandrië uit de 3e eeuw verweven met de stad Utrecht. Zij is de tweede beschermvrouw van de Orde der Johannieters. De eerste is Johannes de Doper. De Johannieters vestigden zich omstreeks 1200 in Utrecht en bouwden er hun eerst klooster en kerk met een gasthuis. Daardoor kreeg de naam en geschiedenis van hun beschermvrouw hier grote bekendheid. De grond rondom de vestiging van de Johannieters werd Catharijneveld genoemd en de stadspoort ernaast Catharijnepoort. Keizer Karel V liet in 1529 kasteel Vredenburg bouwen op het vroegere Catharijneveld. Het klooster van de Johannieters moest daarvoor wijken en zij namen hun intrek in het klooster van de Karmelieten. De Karmelieten kregen geld van de Johannieters om een nieuw klooster te bouwen. Het stond ongeveer op de plek waar zich nu de parkeerplaats van de Nicolaaskerk bevindt. Het werd gesloopt in verband met de reformatie. De Catharijnekerk is van 1529 tot 1565 door architect Mardelis Keldermans in laatgotische stijl vergroot en voltooid. De voorgevel en de torens zijn een ontwerp van de neogotische architect A. Tepe. In 1815 kreeg de kerk de bestemming van katholieke garnizoenskerk en in 1853 volgde de definitieve overdracht aan de rooms/katholieke kerk. Sinds 1853 is de Catharijnekerk een rooms/katholieke kathedraal en zetel van het aartsbisdom Utrecht. In Utrecht kennen we ook de Catharijnesingel, de Catharijnekaden, de Catharijnebaan, winkelcentrum Hoog Catharijne en de Katreinetoren. [via Nieuwegracht] Hofpoort De Hofpoort is deels ontstaan na de afbraak van de kerk van de Paulusabdij vanaf 1704 tot in het begin van de 1ge eeuw. Van deze kerk is nog muurwerk te zien in de achtergevel

van het gebouw waarin nu het Utrechts Archief is gevestigd. AI in de 17e eeuw was het een achteruitgang van het sinds 1596 in de voormalige Paulusabdij gevestigde Hof Provinciaal en huizen aan de Korte Nieuwstraat, Trans en Nieuwegracht. De hardstenen poort aan de Nieuwegracht dateert uit het tweede kwart van de 17e eeuw. [via pandhof, Servetstraat, Vismarkt] Hanengeschrei Deze verbinding tussen de Choorstraat en de Kalisbrug was oorspronkelijk niet meer dan het verlengde van de Steenweg. Na de sloop van het koor van de Buurkerk in 1587 en de aanleg van de Choorstraat kreeg het een meer zelfstandig karakter. In 1594 lag hier een huis met de naam 'Hanentredt. Omdat de naam echter vaker voorkomt bij zeer korte straatjes kan het ook 'de schrede van een haan', dat is een zeer korte afstand betekenen, verwant met ons 'kippeneindje'. [via Choorstraat, Buurkerkhof] 3e Buurkerksteeg De bouwer van het grote huis aan de Donkerstraat 15-17, Evert Zoudenbalch, legde in 1459-1460 deze steeg aan als verbinding met het Buurkerkhof tegenover zijn bezittingen in de Donkerstraat. De steeg werd daarom ook wel Zoudenbalchstraat genoemd. [via Steenweg] Lauwersteeg Deze smalle steeg bestond als rond 1300. Waarschijnlijk is de Lauwersteeg genoemd naar het geslacht Louwrens en niet naar de leerlooiers, zoals de Lange Lauwerstraat. Slechts aan de oostzijde staat nog enige oudere bebouwing. De westzijde is in 1976-1977 geheel vernieuwd. Oudegracht Eindpunt: Muntkelder