Beleidsvisie Externe Veiligheid gemeente Eijsden-Margraten



Vergelijkbare documenten
Beleidsvisie Externe Veiligheid Eijsden-Margraten

Externe veiligheid. Algemeen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Externe Veiligheid Stationskwartier, deelgebied C

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Externe veiligheid en 20 woningen Noordwolderweg te Bedum

Quickscan externe veiligheid Woningbouw Merellaan te Capelle aan den IJssel

Verantwoording groepsrisico

memo betreft: Quickscan externe veiligheid, Westzijde , Zaandam, ons kenmerk

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 16 maart C. Land

memo betreft: Quickscan externe veiligheid woontoren Bètaplein Leiden (120728)

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

Intern memo. Projectteam Uitwerkingsplan Almere Poort - Duin 1e fase. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Externe veiligheid. in bestemmingsplannen. Door: Hans Boerhof & André Gijsendorffer Hengelo,

Memo. Inleiding. Beleidskader

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Externe Veiligheid beheersverordening Prins Hendrikpark te Baarn

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

Datum Referentie Uw referentie Behandeld door 21 juni L. Gelissen

Memo externe veiligheid

BEOORDELING EXTERNE VEILIGHEID. Plan nieuwbouw school Plein. Gemeente Kerkrade

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID INVLOEDSGEBIEDEN

Verantwoording groepsrisico. Bestemmingsplan VOSKO, Goudse Poort gemeente Gouda

BEOORDELING Exter n e v e i l i g h e i d B e s t e m m i n g s p l a n Z u i d - W e s t, L e i d e r d o r p 2 1 d e c e m b e r

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax

Rapportage quickscan externe veiligheid

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Uitbreiding Feanwâlden De Bosk te Feanwâlden

Opdrachtgever Gemeente Helmond T.a.v. H. Mennen Postbus AZ Helmond

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

ADVIES. 1 Probleembeschrijving. 2 Actoren. 3 Oplossingsrichting. 3.1 Wet en regelgeving

Risicoberekeningen Schoutenstraat te Barneveld. Risicoberekeningen Schoutenstraat Barneveld

RBMII-berekeningen weg en spoor t.b.v. bp Bedrijventerrein Duurkenakker

Memo. memonummer 1 datum 26 februari J. Eskens. Bestemmingsplan Roodeschool Eemshaven projectnr Notitie Externe veiligheid

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

BRANDWEER. Telefoon (050) Fax (050) Telefoon (050) Bijlage(n) Ons kenmerk HV Uw kenmerk n.

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 29 januari 2015

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

BIJLAGE 1 Ligging plangebied

Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen

Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Omgevingsdienst West-Holland

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Bijlage Nota van wijzigingen. Paragraaf Externe veiligheid Herziening Metal Valley

Externe Veiligheid haalbaarheidstoets Stationsstraat short stay appartementen

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp

Quickscan externe veiligheid

Advies Externe Veiligheid inzake bestemmingsplan Buitenpost-Centrum te Buitenpost

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel

Externe Veiligheid 47 extra woningen Vathorst

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp

Opdrachtgever: Contactpersoon: Uitgevoerd door: Contactpersoon: Datum: Rapportnummer: P

Actualisatie beleidsvisie externe veiligheid gemeente Neerijnen

PROVINCIAAL BLAD. Bekendmaking van het besluit van 6 juli 2016 zaaknummer tot vaststelling van een regeling

QUICKSCAN EXTERNE VEILIGHEID LAAGWAALDERWEG TE OUDESCHILD

Advies Externe veiligheid inclusief verantwoording GR ten behoeve van bestemmingsplan Leeuwarden Industrieterreinen Leeuwarden-Oost en De Hemrik

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan Laak 2B en Velden1F. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen. : de heer R. Polman

Bestuurlijke samenvatting Beleidsnota Externe veiligheid

1 Inleiding. 2 Uitgevoerde werkzaamheden

Onderzoek externe veiligheid bestemmingsplan Rivierenbuurt

LPG-tankstation Gildetrom 2 Veenendaal

Herstructurering Biedermeier Mariaberg te Maastricht Quickscan externe veiligheid. Datum 19 december 2012 Referentie

EV rapportage N983 - Rondweg Aduard

Notitie 1. Inleiding

Verantwoording groepsrisico. Esse-Kleinpolder gemeente Zuidplas

Algemeen. Externe Veiligheid

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

1 Artikel 2.2 van de Wet ruimtelijke ordening

Externe Veiligheid bestemmingsplan ABC Liendert

Advies Externe Veiligheid inzake ruimtelijke onderbouwing actualisatie Bestemmingsplan Wijnjewoude-Klein Groningen

Wateringse Veld Noord. Locatie Zonnepit-Populier-Steijnhof-Leyhof Quickscan externe veiligheid

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

SAB. De heer C. Deterink. WINDMILL Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax.

Inleiding. Situering. De situering van het geplande asielzoekerscentrum is in onderstaande figuur weergegeven.

Quickscan externe veiligheid t.b.v. bestemmingsplan De Hoven, De Werven en De Gouwen

Notitie Externe veiligheid

Risicoberekening rijksweg A28 Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

Onderzoek externe veiligheid. Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

Het externe veiligheidsbeleid is verankerd in diverse wet- en regelgeving. De volgende besluiten zijn relevant:

Onderzoek externe veiligheid bestemmingsplan Olympisch Stadion e.o.

Kazernelaan te Weert Quickscan externe veiligheid. Datum 2 december 2011 Referentie

RISICOANALYSE SPOOR VOSSENBERG - HELMOND

Bijlagen Bij bestemmingsplan Woningbouw Heiligerweg. Bijlage 3: Externe Veiligheid

Verantwoording groepsrisico Hogedruk aardgastransportleidingen. Bestemmingsplan 'Bedrijventerrein 2013' d.d. 14 november 2012

Externe Veiligheid. bestemmingsplan Helpman

Rapport. Advies Externe veiligheid Plan Tromptuinen Wielwijk. Rapport externe veiligheid ten behoeve van het plan Tromptuinen Wielwijk

Onderzoek externe veiligheid

Transcriptie:

Beleidsvisie Externe Veiligheid gemeente Eijsden-Margraten G e m e e n t e E i j s d e n - M a r g r a t e n v e r s i e : D e f i n i t i e f d a t u m : 9 s e p t e m b e r 2 0 1 3

1 INLEIDING... 3 1.1 EEN BELEIDSVISIE EXTERNE VEILIGHEID... 3 1.2 EXTERNE VEILIGHEIDS BELEID... 4 1.2.1 Landelijk beleid... 4 1.2.2 Provinciaal beleid... 5 1.3 GEMEENTELIJK EXTERNE VEILIGHEIDSBELEID... 6 1.3.1 Inleiding... 6 1.3.2 Uitgangspunten... 6 2 RISICOBRONNEN EXTERNE VEILIGHEID EIJSDEN-MARGRATEN... 8 2.1 INLEIDING... 8 2.1.1 Vervoer over het spoor... 8 2.1.2 Vervoer over de weg... 9 2.1.3 Vervoer per buisleiding... 11 2.1.4 Vervoer over het water... 12 2.1.5 Risicovolle inrichtingen... 12 2.2 KNELPUNTEN EN AANDACHTSPUNTEN... 16 2.3 GRENSOVERSCHRIJDENDE RISICOBRONNEN... 16 2.4 TOEKOMSTIGE ONTWIKKELINGEN... 18 2.5 BESTRIJDBAARHEID RISICOBRONNEN... 19 3 KEUZES MAKEN... 21 3.1 INLEIDING... 21 3.2 LOCATIEKEUZE RISICOBRONNEN... 21 3.2.1 Risicovolle inrichtingen (excl. LPG tankstations)... 21 3.2.2 LPG tankstations... 23 3.3 PLANOLOGISCHE KADERS VOOR INVULLING VAN DE VERANTWOORDINGSPLICHT... 23 3.3.1 Inleiding... 23 3.3.2 Zone indeling... 24 3.3.3 Kwetsbaarheid van objecten... 24 3.3.4 Verantwoordingsniveaus... 25 3.3.5 Planologische kaders... 27 4 SAMENWERKING... 31 4.1 INLEIDING... 31 4.2 ACTOREN EN COÖRDINATIE... 31 4.3 SAMENWERKING TUSSEN GEMEENTE EN BURGERS/BEDRIJVEN... 31 BIJLAGE 1: AFKORTINGENLIJST... 33 BIJLAGE 2: BEGRIPPENLIJST... 34 BIJLAGE 3: LIJST VAN INRICHTINGEN EN ZEER KWETSBARE OBJECTEN... 38 BIJLAGE 4: NADERE TOELICHTING VERANTWOORDINGSNIVEAU S... 40 Pagina 2 van 51

1 Inleiding 1.1 Een beleidsvisie externe veiligheid Voor u ligt de beleidsvisie externe veiligheid van de gemeente Eijsden-Margraten. Externe veiligheidsbeleid is gericht op het beperken van risico's, die ontstaan door het vervoer, opslag en verwerking van gevaarlijke stoffen. De beperking van de risico s ontstaat door ruimtelijke scheiding van risicobronnen en kwetsbare objecten, zoals bijvoorbeeld woningen. Ruimtelijke scheiding tussen bedrijvigheid en wonen (Zoerbeemden, Eijsden) Waarom een beleidsvisie externe veiligheid? Momenteel zijn er twee aparte beleidsvisies van de voormalige gemeente Margraten en de voormalige gemeente Eijsden, die beiden niet meer actueel zijn als gevolg van gewijzigde wet- en regelgeving. Daarnaast heeft het beleidsveld externe veiligheid een sterke ontwikkeling doorgemaakt met nieuwe technische en juridische inzichten in bestaande externe veiligheidrisico's, ontwikkeling en intensivering van nieuwe risicobronnen en voortschrijdende inzichten in hoe gemeentelijke organisaties hierop moeten anticiperen. Externe veiligheid is een beleidsgebied dat binnen en buiten de gemeenten Eijsden-Margraten niet heel zichtbaar is. Deze beleidsvisie is daarom ook gericht op integratie van het aspect externe veiligheid in de werkprocessen binnen de gemeente en het verbeteren van de zichtbaarheid van het beleidsveld. Deze beleidsvisie moet duidelijkheid bieden over het kader in ruimtelijke plannen en het afgeven van omgevingsvergunningen. Het beleid externe veiligheid heeft een directe relatie met de ruimtelijke inrichting van de gemeente Eijsden-Margraten. Hogere restrictieniveaus op het gebied van externe veiligheid kunnen leiden tot grotere ruimtelijke- en financiële consequenties. De gemeente Eijsden-Margraten stelt zich tot doel externe veiligheid op een juiste manier te vertalen naar een afgewogen ambitieniveau en uitvoerbare beleidregels, zonder dat de gemeente ruimtelijke ontwikkelingen onmogelijk maakt. Uiteraard staat hierbij de veiligheid van de inwoners voorop. De gemeente Eijsden-Margraten is zich er ook van bewust dat een risicoloze maatschappij niet te verwezenlijken is. Veel externe veiligheidsbeleid is vastgelegd in landelijke wet- er regelgeving, maar gemeenten zijn grotendeels verantwoordelijk voor de invulling en uitvoering daarvan. Daarnaast dient de gemeente invulling te geven aan het groepsrisicobeleid. Het groepsrisicobeleid is niet normatief, dit betekent dat de gemeente zelf keuzes kan en moet maken. In deze beleidsvisie staan de keuzes die de gemeente Eijsden-Margraten maakt ten aanzien van de locatie van de risicobronnen en ten aanzien van de invulling van de verantwoordingsplicht. Deze beleidsvisie is tot stand gekomen in nauwe samenwerking tussen medewerkers van de gemeente Eijsden-Margraten en de brandweer Zuid-Limburg. Pagina 3 van 51

Externe veiligheid is een beleidsveld met eigen begrippen en definities. Voor een verklaring hiervan wordt verwezen naar bijlage 2. 1.2 Externe veiligheids beleid 1.2.1 Landelijk beleid De basis van externe veiligheidsbeleid bestaat uit twee onderdelen: het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. Plaatsgebonden risico is "de kans per jaar dat een persoon, die zich continu en onbeschermd op een bepaalde plaats bevindt, overlijdt als direct gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen bij een risicovolle activiteit". Het plaatsgebonden risicobeleid bestaat uit harde afstandseisen tussen risicobron en (beperkt) kwetsbaar object. Het groepsrisico is een maat die aangeeft hoe groot de kans is dat een groep personen tegelijk het slachtoffer wordt van een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het groepsrisico is daarmee een maat voor de maatschappelijke ontwrichting die ontstaat door een ongeval met gevaarlijke stoffen. Het plaatsgebonden risico wordt weergegeven in de vorm van contouren rond een risicobron. Het groepsrisico wordt weergegeven in een grafiek: de fn-curve, waarin het aantal slachtoffers op de x- as is afgezet tegen de kans per jaar op (tegelijk) overlijden op de y-as. Plaatsgebonden risicocontouren en groepsrisicocurve Het landelijk beleid is vastgelegd in verschillende besluiten en circulaires, hieronder is een overzicht opgenomen van het geldende beleid: Risicovolle inrichtingen: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Transportassen: Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRvgs), naar verwachting in 2013 vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Buisleidingen: Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Vliegvelden (excl. Schiphol): Regeling Burgerluchthaven en Militaire Luchthavens (RBML). De exacte invulling van het externe veiligheidsbeleid kan per besluit/circulaire verschillen, zoals hieronder is beschreven. Pagina 4 van 51

Risicovolle inrichtingen: Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi). Binnen PR 10-6 contour zijn geen kwetsbare objecten toegestaan. Binnen PR 10-6 contour zijn beperkt kwetsbare objecten alleen toegestaan onder zwaarwegende belangen. Binnen invloedsgebied groepsrisicoverantwoording verplicht bij ieder ruimtelijk besluit. Transportassen: Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen (CRvgs), naar verwachting in 2013 vervangen door het Besluit transportroutes externe veiligheid (Btev). Binnen PR 10-6 contour/veiligheidszone zijn geen kwetsbare objecten toegestaan. Binnen PR 10-6 contour/veiligheidszone zijn beperkt kwetsbare objecten alleen toegestaan onder zwaarwegende belangen. Binnen invloedsgebied groepsrisicoverantwoording verplicht bij toename van het groepsrisico of overschrijding van de oriëntatie waarde. Binnen het toekomstige plasbrandaandachtsgebied worden extra bouwkundige eisen gesteld. Buisleidingen: Besluit externe veiligheid buisleidingen (Bevb). Binnen belemmeringen strook geen bebouwing toegestaan. Binnen PR 10-6 contour geen kwetsbare objecten toegestaan. Binnen PR 10-6 contour beperkt kwetsbare objecten alleen toegestaan onder zwaarwegende belangen. Binnen invloedsgebied groepsrisicoverantwoording verplicht bij ieder ruimtelijk besluit. Wanneer het groepsrisico lager is dan 0,1 keer de oriëntatiewaarde of de toename minder is dan 10%, kan volstaan worden met een beperkte verantwoording. Vliegvelden (excl. Schiphol): Regeling Burgerluchthaven en Militaire Luchthavens (RBML). Binnen PR 10-6 contour geen bebouwing toegestaan, tenzij een verklaring van geen bezwaar wordt verkregen. Er is geen actief groepsrisicobeleid. 1.2.2 Provinciaal beleid Door een projectgroep van 10 gemeenten, de provincie, hulpverleningsdiensten en de VROMinspectie is de Gezamenlijke beleidsvisie externe veiligheid Limburg (GBEV-L) opgesteld. De beleidsvisie formuleert een gezamenlijke ambitie van Limburgse overheden en geeft aan hoe gemeenten en provincie bij besluiten over situaties met een extern veiligheidsrisico met hun beleidsvrijheid zouden kunnen omgaan. Ook worden specifieke onderwerpen, zogenaamde bouwstenen, aangereikt die als basis kunnen dienen voor de uitwerking van specifiek gemeentelijk beleid op dit onderwerp. Het uiteindelijk doel van deze beleidsvisie is een goede afweging te bevorderen van externe veiligheidsrisico s, mede in het licht van andere belangen, zodat Limburg veiliger wordt. De beleidsvisie geeft aan hoe instanties effectief kunnen samenwerken. Bij de formulering van deze doelstelling moet de kanttekening geplaatst worden dat een veiliger Limburg opgevat moet worden als een verantwoorde veiligheid op basis van het zo beperkt mogelijk houden van de toename van de risico s (groepsrisico) die onvermijdelijk bij veel ontwikkelingen zullen ontstaan. De uitgangspunten, zoals deze voor deze beleidsvisie zijn geformuleerd in de volgende paragraaf, zijn in lijn met de algemene ambities van de GBEV-L. Dit houdt in dat de uitwerking van het beleid en de daarmee samenhangende ambities zoveel mogelijk het GBEV-L volgen. Pagina 5 van 51

1.3 Gemeentelijk externe veiligheidsbeleid 1.3.1 Inleiding Er zijn met betrekking tot het beleidsveld drie probleemstellingen te onderscheiden, welke doorwerken in deze beleidsvisie. Complex onderwerp Externe veiligheid is een complex, pluriform en dynamisch beleidsveld. Het beleidsveld heeft veel raakvlakken met andere beleidsvelden, maar is door haar complexiteit lastig te bevatten voor nietinsiders. Keuzes Een risicoloze maatschappij bestaat niet, dat betekent dat een bepaald (rest)risiconiveau geaccepteerd moet worden. Omgaan met externe veiligheid betekent het maken van keuzes. Samenwerking Extern veiligheidsbeleid werkt door op legio andere beleidsvelden en actoren zoals milieu, ruimtelijke ordening en openbare veiligheid, economische zaken enz. Naast de gemeente hebben ook de provincie en de Veiligheidsregio een rol. Daarnaast speelt er in de regio grensoverschrijdende externe veiligheidsproblematiek, welke aan de orde komt in overleg op provinciaal en rijksniveau. 1.3.2 Uitgangspunten Er is een werkgroep geformeerd met vertegenwoordigers van diverse disciplines om tot formulering van uitgangspunten voor deze beleidsvisie te komen. De volgende uitgangspunten zijn geformuleerd, en vinden hun doorwerking in de beleidsvisie. Ambitieniveau In de beleidsvisie worden niet alleen de risicobronnen opgenomen welke vallen binnen het wettelijk kader van externe veiligheid. Er worden ook risicobronnen beschouwd die niet binnen het wettelijk kader vallen, maar bij calamiteiten risico s voor de omgeving kunnen vormen. Buiten gemeentegrenzen Externe veiligheid houdt niet op bij de grens. Risicobronnen gelegen buiten de gemeente maar die gemeentegrensoverschrijdend werken (bij calamiteiten mogelijke effecten/gevolgen hebben voor Eijsden-Margraten) worden zoveel als mogelijk in beeld gebracht. Nieuwe risicobronnen Nieuwe inrichtingen met een plaatsgebonden risicocontour worden zoveel mogelijk geweerd. Indien zich echter bedrijven willen vestigen, dienen deze zich te vestigen waar reeds andere externe veiligheidsrisico s aanwezig zijn. Zonering groepsrisico Binnen een invloedsgebied van een risicobron dient bij een nieuwe ontwikkeling het groepsrisico verantwoord te worden. De zwaarte van deze verantwoording wordt afhankelijk gesteld van de afstand tot de risicobron en de kwetsbaarheid van het geprojecteerde object. Door middel van zoneringen rondom verschillende soorten risicobronnen wordt hierin onderscheid aangebracht. Oriënterende waarde Met het opstellen van de beleidsvisie worden knelpunten en aandachtspunten in kaart gebracht. Een overschrijding van de oriënterende waarde van het groepsrisico is geen harde norm. Pagina 6 van 51

Werkprocessen Er zullen werkprocessen worden opgesteld waarbij een externe veiligheidsexpert/brandweer vroegtijdig is betrokken in het proces. Daarnaast zal ernaar gestreefd worden de beleidsvisie toegankelijk te maken voor een ieder, door middel van kaartmateriaal, zodat deze door verschillende disciplines geraadpleegd kan worden. Zeer kwetsbare objecten Volgens wetgeving worden kwetsbare objecten en beperkt kwetsbare objecten gedefinieerd. In de beleidsvisie wordt ook een derde categorie gedefinieerd, de categorie van de zeer kwetsbare objecten. Een zeer kwetsbaar object is een object waar personen verblijven die in geval van een calamiteit niet in staat zijn zichzelf zonder hulp van buitenaf in veiligheid te brengen (voorbeelden zijn een ziekenhuis en een detentiecentrum). Een overzicht van de zeer kwetsbare objecten binnen de gemeente is opgenomen in bijlage 3. De lijst die is opgenomen in de bijlage is niet limitatief, mochten zich andere objecten aandienen welke onder de gegeven definitie vallen, dan zal dat betreffende object aan de lijst worden toegevoegd. Huize Sint Joseph (Cadier en Keer) Knelpunten en aandachtspunten Van de in kaart gebrachte knelpunten en aandachtspunten zal de voortgang bewaakt worden en zal jaarlijks een evaluatierapport opgesteld worden. Controle en handhaving Inrichtingen die vallen onder het regime van externe veiligheid zijn een groter risico voor de veiligheid en worden dus vaker gecontroleerd. Dit uitgangspunt zal ook meegenomen worden bij reorganisatie van taken en organisatorische veranderingen. Kleine bouwprojecten Met de zonering rondom risicobronnen wordt voor veel gevallen de verantwoording van het groepsrisico ook voor kleine bouwprojecten vereenvoudigd. Regionale woonvisie Deze beleidsvisie wordt opgesteld voor de duur van 5 jaar. Vooruitkijkend kan geconstateerd worden dat er sprake is van beperkte bouwmogelijkheden i.v.m. de restrictie vanuit de regionale woonvisie. Pagina 7 van 51

2 Risicobronnen externe veiligheid Eijsden-Margraten 2.1 Inleiding In dit hoofdstuk wordt de huidige externe veiligheidssituatie in de gemeente Eijsden-Margraten beschreven. Daarnaast wordt in dit hoofdstuk ingegaan op de risicobronnen buiten de gemeente die invloed kunnen hebben op de gemeente Eijsden-Margraten. Binnen de gemeente Eijsden-Margraten zijn diverse risicobronnen aanwezig die bepalend zijn voor het externe veiligheidsbeleid van de gemeente. Het betreft: Transport van gevaarlijke stoffen: - over het spoor; - over de weg (rijkswegen- provinciale en gemeentelijke wegen); - door buisleidingen; - over het water. Stationaire activiteiten, zoals: - LPG-tankstations; - grote opslagen van gevaarlijke stoffen (> 10.000 kg); - Besluit Risico s Zware Ongevallen (BRZO) bedrijven; - grote ammoniak koelinstallaties ( > 1.500 kg); - grote compressorstations voor het gastransport (gastoevoerleiding > Ø 20 inch). 2.1.1 Vervoer over het spoor Van noord naar zuid door de kern Eijsden, Oost-Maarland en Gronsveld loopt het spoor van Maastricht naar Visé. Over deze spoorlijn vindt (beperkt) transport van gevaarlijke stoffen plaats. Volgens bijlage 4 van de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is er geen plaatsgebonden risicocontour aanwezig voor dit gedeelte van het spoor. Station Visé In het toekomstige Basisnet Spoor wordt per spoorlijn een risicoplafond vastgelegd. De vervoerstromen en de bijbehorende aannamen over treinsamenstellingen, zijn de waarden die tezamen de risicoplafonds en dus ook de vervoersruimte in het Basisnet Spoor zullen bepalen. In de tabel zijn de vervoerscijfers weergegeven conform het Basisnet Spoor en deze hebben betrekking op het geplande vervoer rond 2020. Volgens de tabel afstanden en vervoerscijfers Basisnet Spoor van de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is Warme BLEVE vrij transport van toepassing. In het convenant warme BLEVE-vrij transport d.d. 14 mei 2012 staan afspraken die ervoor zorgen dat goederentreinen met vloeibare gassen en vloeistoffen zo veilig mogelijk worden samengesteld, zodat een eventueel ongeluk niet tot en kettingreactie van explosies Pagina 8 van 51

leidt. Hierdoor is de kans op het belangrijkste ongevalscenario uitgesloten en dus het risico kleiner t.o.v. de bestaande situatie. Naam geving Breedte categorie spoor (m) PR10-6 contour (m) (in aantal ketelwagenequivalenten) Brandbare Toxische gassen gassen Transportgegevens voor het berekenen van het GR Zeer toxische gassen Zeer brandbare vloeistoffen Toxische vloeistoffen Zeer toxische vloeistoffen Warme/Koude Bleve verhouding A B2 B3 C3 D3 D4 A / B2 Maastricht- 0-24 0 3000 3500 0 400 0 0 0 / 0,4 Visé Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen: Tabel afstanden en vervoerscijfers Basisnet spoor Uit het document Basisnet Spoor (d.d. 20 september 2011) van de Werkgroep Basisnet Spoor blijkt dat geen Plasbrandaandachtsgebied (PAG) geldt voor de spoorlijn Maastricht- Visé. Het invloedsgebied wordt bepaald door de 1% letaliteitsgrens. Dit is de afstand waarop nog 1% van de blootgestelde mensen in de omgeving komt te overlijden in het geval van een ramp. Voor het spoor is het invloedsgebied bepaald door het vervoer van toxische gassen (stofcategorie GT3 (B2)), en is het invloedsgebied 1500 meter. Uit onderzoek, o.a. in het kader van het Basisnet Spoor, blijkt het volgende voor de spoorlijn Maastricht - Visé: Er is geen plaatsgebonden risicocontour. Na inwerkingtreding van het Basisnet spoor zal het groepsrisico beneden 0,3 keer de oriënterende waarde zijn (Eindrapport werkgroep Basisnet Spoor, figuur 1). Met de komst van het Basisnet krijgt de spoorlijn ter plaatse geen plasbrandaandachtsgebied. Met de komst van het Basisnet krijgt de spoorlijn geen veiligheidszone (gestandaardiseerde PR 10-6 contour). De spoorlijn een invloedsgebied heeft van ruim 1500 meter aan beide zijden van het spoor, waarbinnen de verantwoordingsplicht van toepassing is. 2.1.2 Vervoer over de weg Rijksweg Door de gemeente Eijsden-Margraten loopt de Rijksweg A2 van Maastricht naar België waarover gevaarlijke stoffen worden vervoerd. Voor de weg is in de nationale regelgeving geen veiligheidszone (gestandaardiseerde PR 10-6 contour) vastgelegd. Voor de A2 is een risicoplafond vastgesteld in de bijlage bij de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen van 1000 vervoerseenheden brandbaar gas/lpg (stofcategorie GF3) per jaar. Wegvak Veiligheidszone gemeten vanaf het midden van de weg Vervoershoeveelheid GF3 voor het berekenen van het GR A2 knooppunt Europaplein afrit 58 0 1000 (Eijsden) A2 afrit 58 (Eijsden) Grens België 0 1000 Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen: Tabel afstanden en vervoerscijfers Basisnet weg Pagina 9 van 51

Rijksweg A2 Voor de weg is het vervoer toxische gassen maatgevend. Door de explosieve eigenschap is het de gevaarlijkste stof en bepaalt de omvang van het groepsrisico. Volgens de circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen is het bijbehorende invloedsgebied 1500 meter van het midden van de weg. Uit onderzoek, o.a. in het kader van het Basisnet Weg, blijkt voor de gemeente Eijsden-Margraten dat: Er geen plaatsgebonden risicocontour geldt. De oriëntatiewaarde van het groepsrisico nergens wordt overschreden. Voor de A2 een plasbrandaandachtsgebied van 30 meter geldt. De rijksweg een invloedsgebied heeft van ruim 1500 meter aan beide zijden van de weg, hierbinnen is de verantwoordingsplicht van toepassing. Provinciale en gemeentelijk hoofdwegen Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over provinciale en gemeentelijke wegen is geen risicoplafond vastgelegd in de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen. In het toekomstige Basisnet Weg zal ook geen risicoplafond worden opgenomen. Externe veiligheid bij provinciale wegen is berekend door de provincie Limburg, Externe Veiligheid Provinciale Wegen, referentie 074935205:B - D01011.000093, d.d. 21 september 2010. In het onderzoek is ook een doorkijk gemaakt naar het jaar 2020. Hierbij is rekening gehouden met toenemend vervoer over de beschouwde wegen en bouwambities. De provinciale en gemeentelijke wegen binnen het grondgebied van gemeente Eijsden-Margraten zijn niet genoemd in het onderzoek. Er mag dan ook van uitgegaan worden dat deze wegen geen PR contour hebben en geen sprake is van overschrijding van de oriëntatiewaarde van het groepsrisico. Externe veiligheidaspecten van provinciale en gemeentelijke wegen worden gelet op het voorgaande in de beleidsvisie niet nader in ogenschouw genomen. Op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen (Wvgs) kan de gemeente een routering voor gevaarlijke stoffen vaststellen binnen de gemeente. Vaststelling van een routering houdt in dat één of meerdere wegen kunnen worden aangewezen waarover het vervoer van gevaarlijke stoffen uitsluitend mag plaatsvinden. Vervoer van gevaarlijke stoffen via overige wegen is dan alleen via ontheffing toegestaan. Als er geen routering is vastgesteld geldt onverminderd hetgeen is vastgelegd in artikel 11 Wvgs: Voertuigen die gevaarlijke stoffen over de weg vervoeren, zijn verplicht bebouwde kommen van gemeenten te vermijden. In de gemeente Eijsden-Margraten is geen routering voor gevaarlijke stoffen vastgesteld. Pagina 10 van 51

2.1.3 Vervoer per buisleiding Aardgas Door de gemeente Eijsden-Margraten lopen meerdere hogedruk aardgastransportleidingen. De omvang van het invloedsgebied verschilt per leiding(deel). Dit is onder meer afhankelijk van de druk in de leiding, de diameter, de dikte van de buiswand en de diepteligging. Leidingcode Aardgas (noord-zuid) A-534-KR-019 t/m 030 Aardgas (noord-zuid) A-520-KR-188 t/m 199 Aardgas (oost-west, Blankenberg) A-520-03-KR-001 t/m 007 Aardgas (oost-west, Bemelen) A-520-11-KR-001 Aardgas (oost-west, Bemelen) Z-500-07-KR-001 t/m 005 Aardgas (oost-west, Bemelen) Z-504-01-KR-001 t/m 009 Aardgas (noord-zuid, Eijsden) Z-500-18-KR-003 t/m 008 Aardgas (noord-zuid, Eijsden) Z-500-13-KR-001 Diameter Druk 100% letaliteitsgrens 1% letaliteitsgrens (inch) (bar) (meter) (meter) 36 66 180 430 24 66 140 310 16 66 100 210 12 66 80 170 12 40 70 140 12 40 70 140 4 40 30 50 4 40 30 50 Op enkele plaatsen hebben de hoge druk aardgastransportleidingen een PR 10-6 contour. Na de inwerkingtreding van het Bevb op 1 januari 2011 heeft de Gasunie onderzoek gedaan naar knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico voor deze hogedruk gasleidingen. Er zijn geen bestaande of geprojecteerde knelpunten met betrekking tot het plaatsgebonden risico nabij gasleidingen binnen de gemeente Eijsden-Margraten. Ook heeft de Gasunie in kaart gebracht of er mogelijke aandachtspunten m.b.t. het groepsrisico nabij de gasleidingen bestaan. Met behulp van bevolkingsinformatie is een onderzoek uitgevoerd. De conclusie is dat op basis van het populatiebestand, lijst van evenementen en ruimtelijke plannen in voorbereiding, er geen aandachtspunten m.b.t. het groepsrisico in de gemeente bestaan. Voor alle hogedruk aardgastransportleidingen geldt een belemmeringenstrook van 5 meter aan weerszijden van de leiding waar geen objecten zijn toegestaan. Deze strook moet conform het Bevb opgenomen worden in de bestemmingsplannen. Vloeistoffen Door de gemeente lopen twee leidingen van Defensie. Ook defensiepijpleidingen (DPO-leidingen) vallen onder het Bevb. Uit de informatie van Defensie blijkt dat het gaat om: P22 leiding (komende uit gemeente Gulpen-Wittem), een 10 leiding waardoor K2 of K3 producten vervoerd worden. Hoofdzakelijk K2 producten (kerosine) en af en toe K3 producten. P25 leiding (vanuit Noorbeek omhoog naar Margraten) eveneens een 10 leiding die geschikt is voor het vervoer van K2 en K3 producten. Deze leiding staat momenteel op een lichts stikstof druk (0,5 bar). Defensie wil deze leiding in de toekomst niet meer gebruiken. De plaatsgebonden risicocontour voor beide leidingen is 0 meter (ligt op de leiding). Defensie heeft voor de leidingen geen groepsrisico geïdentificeerd. De leidingen hebben een belemmeringenstrook van 5 meter, binnen deze strook mag niet gebouwd worden. In de huidige situatie is bebouwing aanwezig in de belemmeringenstrook. Dit betreft een Pagina 11 van 51

bestaande situatie. Op moment van opstellen van deze beleidsvisie is er nog geen duidelijkheid welke eventuele consequenties dit zal hebben. Er zal hierover nog nader overleg plaatsvinden met Defensie. 2.1.4 Vervoer over het water Door Eijsden loopt de Maas. Uit de Circulaire Risiconormering vervoer gevaarlijke stoffen, blijkt dat de Maas vanaf Maastricht tot de toegang van de sluis van Ternaaien is gecategoriseerd als een belangrijke binnenvaarweg (zwart). De Maas ten zuiden van de toegang tot de sluis van Ternaaien is in het Basisnet Water opgenomen als een groene vaarweg. Voor een zogenaamde groene vaarweg gelden geen belemmeringen voor nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Volgens informatie van Rijkswaterstaat zijn de gegevens in onderstaande tabel voor een groene vaarweg van toepassing. Categorie route Minder belangrijke vaarwegen (groen, klasse II en hoger) Gebruiksruimte voor vervoer Geen plafond voor het plaatsgebonden risico, komt naar verwachting helemaal niet voor, ook niet op het water. Geen plafond groepsricico. Maatregelen voor RO nieuw Geen beperkingen voor bebouwing, geen plasbrandaandachtsgebied, geen groepsrisicoverantwoording. Maatregelen voor RO bestaand Geen Samenvattend kan gesteld worden dat er voor het vervoer over water in het kader van externe veiligheid geen beperkingen zijn voor bebouwing en er geen sprake is van verantwoording van het groepsrisico voor het gebied van de gemeente Eijsden-Margraten. De scheepvaart van en naar Maastricht gaat namelijk ter hoogte van Eijsden over het westelijker gelegen Albertkanaal. Maas bij Eijsden 2.1.5 Risicovolle inrichtingen In het Besluit externe veiligheid inrichtingen (Bevi) zijn bedrijven aangewezen welke vanuit het oogpunt van externe veiligheid als risicovol worden beschouwd. In deze paragraaf wordt een overzicht gegeven van alle Bevi-inrichtingen binnen de gemeente. Het gaat dan om LPGtankstations, chemische bedrijven, opslag van gevaarlijke stoffen enz. Daarnaast wordt een overzicht gegeven van inrichtingen die niet onder het Bevi vallen, maar bij calamiteiten risico s voor de omgeving kunnen vormen. Pagina 12 van 51

LPG-tankstations De gemeente Eijsden-Margraten telt de volgende vier LPG-tankstations. LPG tankstation Esso Knuvelkes TinQ Eijsden (Patiel) Benzine Supermarkt Rijckholt LPG tankstation Schrijnemaekers Adres Oosterweg, Eijsden Rijksweg 231-B, Eijsden Brandwegske 4-6, Rijckholt Stationsstraat 75, Gronsveld Bedrijventerrein Gronsveld Conform de landelijk externe veiligheidswet- en regelgeving zijn binnen de PR 10-6 contour geen kwetsbare objecten toegestaan. Indien dit wel het geval is, is er sprake van een saneringssituatie. Voor deze tankstations geldt dat er geen sprake is van saneringssituaties. LPG-tankstation Patiel Met betrekking tot het LPG-tankstation bij de kern Rijckholt, op de Brandwegske, kan het volgende opgemerkt worden. De LPG-doorzet van dit tankstation is gelimiteerd op 499 m³ LPG-jaar. De PR 10-6 contouren van een LPG-tankstation zijn afhankelijk van de doorzet aan LPG en worden weergegeven in de tabellen 1 en 2a in de Regeling externe veiligheid inrichtingen (Revi). In tabel 1 worden de 10-6 contouren weergegeven, die gelden zonder het toepassen van de veiligheidsmaatregelen uit het LPG-convenant. Bij een doorzet van minder dan 1000 m³/jaar bedraagt de 10-6 contour 45 meter. Tabel 2a uit het Revi is gebaseerd op de risicoafname ten gevolge van het doorvoeren van de maatregelen uit het LPG-convenant. Bij een doorzet van minder dan 500 m³/jaar bedraagt de 10-6 contour 25 meter. Sinds eind 2010 zijn alle maatregelen uit het LPG-convenant gerealiseerd en zijn technisch gezien de risicoafstanden van tabel 2a van toepassing. De gemeente is bezig met het opstellen van een conserverend bestemmingsplan "Gronsveld en Rijckholt 2013". Een nieuw bestemmingsplan is volgens het Revi een nieuwe situatie, en moet beoordeeld worden op basis van tabel 1 van de Revi en niet aan tabel 2a. Dit betekent dat uitgegaan moet worden van een plaatsgebonden risicocontour van 45 meter. Binnen deze contour van het tankstation Rijckholt zijn kwetsbare objecten gelegen. Bij het nieuwe bestemmingsplan kan dus niet voldaan worden aan de normstelling uit het Bevi. Er is voor gekozen het tankstation op te nemen in het nieuwe bestemmingsplan als een 'witte vlek'. Dit betekent dat voor het tankstation het thans vigerende bestemmingsplan van toepassing blijft. Er is dus geen saneringssituatie omdat binnen een afstand van 25 meter rondom het vulpunt, de tank en bijbehorende bovengrondse leidingen zich geen kwetsbare objecten bevinden. Pagina 13 van 51

Tankstation Brandwegske Rijckholt Risicovolle inrichtingen (Bevi) Naast LPG tankstations bevinden zich nog drie andere risicovolle inrichtingen die vallen onder het Bevi in Eijsden-Margraten. Inrichtingen Bevi Coöperatieve Fruitveiling Zuid-Limburg Aan de Fremme 33, Margraten Bedrijventerrein Aan de Fremme, Margraten Gasexportstation s Gravenvoeren A-185 Libeek 3, Sint Geertruid Huntjens BV Veilingweg 23, Gronsveld Bedrijventerrein Gronsveld Umicore Nederland bv Muggenweg 2, Eijsden Bedrijventerrein Ir. Rocourstraat Bevi-inrichtingen Opmerkingen Koelinstallatie met ammoniak Gasexportstation Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen Bedrijventerrein Gronsveld BRZO inrichting op basis van aanwezigheid zinkoxide Op het bedrijventerrein Aan de Fremme in Margraten is één Bevi inrichting gelegen. Het betreft de Fruitveiling met een ammoniakkoelinstallatie. Door Cauberg Huygen is een onderzoek uitgevoerd, waaruit blijkt dat er geen sprake is van een plaatsgebonden risicocontour. Op het bedrijventerrein Ir Rocourstraat is een bedrijf gelegen waar opslag van gevaarlijke stoffen plaatsvindt. Het betreft het bedrijf Umicore Nederland BV, dat valt onder het Besluit risico s en zware ongevallen (BRZO). Bij het bedrijf Umicore is de provincie Limburg bevoegd gezag. Ten aanzien van het bedrijf Umicore Nederland BV geldt dat zowel de plaatsgebonden risicocontour als het invloedsgebied groepsrisico binnen de grenzen van de inrichting liggen. Daarnaast is er een gasexportstation gelegen, vlak bij de grens met België (Libeek), welke valt onder de regelgeving van het Bevi. Voor het gasexportstation geldt een veiligheidsafstand van 25 meter voor kwetsbare objecten. Op het bedrijventerrein Gronsveld, aan de Veilingweg 23 is het bedrijf Huntjens BV gevestigd. Dit bedrijf heeft opslag van verpakte gevaarlijke stoffen, zoals bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen. Het bedrijf heeft een plaatsgebonden risicocontour van 20 meter. Risicovolle inrichtingen (niet Bevi) Daarnaast liggen binnen het grondgebied van de gemeente Eijsden-Margraten diverse risico relevante ofwel overige risicovolle bedrijven. Hieronder is een overzicht gegeven van inrichtingen die niet onder het Bevi vallen, maar bij calamiteiten risico s voor de omgeving kunnen vormen. Pagina 14 van 51

Er zijn inrichtingen aanwezig waar een grote hoeveelheid gewasbeschermingsmiddelen en/of kunstmeststoffen worden opgeslagen. Een risicorelevante inrichting is bijvoorbeeld de opslag van explosieven in Groeve t Rooth, gasstations en opslag van vuurwerk. De inrichtingen zijn hierna in een overzicht opgenomen. risicovolle inrichtingen (geen Bevi) Groeve t Rooth Nekami Mergel (Ankersmith Maalbedrijven) Op de Kuyper 1, Bemelen Gasontvangstation Z250 Ingenieur Rocourstraat 28, Eijsden Gasontvangstation Z284 Bellefleur, Eijsden Gasdrukregel- en meetstation A-116 Reutjesweg 1, Bemelen Thomassen gewasbescherming Oude Akerstraat 33, Bemelen Agerland BV Aan de Fremme 28, Margraten Prevoo Mengvoeders Graan en Kunstmest BV Klein Welsden 18, Margraten Vuurwerk A2 Campeercentrum Gronsveld PQ Silicas B.V. Ir. Rocourstraat 28, Eijsden Bedrijventerrein Ir. Rocourstraat Tankstation (zonder LPG) Nelissen Burgemeester Wolfsstraat 6 te Sint Geertruid Tankstation (zonder LPG) Avia Aan de Fremme 34 te Margraten Tankstation (zonder LPG) Lukoil Eijkerweg 129 te Margraten Opmerkingen Opslag explosieven Gasontvangstation Gasontvangstation Meet- en regelstation Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen Groothandel in bestrijdingsmiddelen en kunstmeststoffen Bedrijventerrein Aan de Fremme Opslag stikstofhoudende stoffen Minder dan 10.000 kg. Opslag gevaarlijke stoffen Licht ontvlambare stoffen zoals diesel en benzine, zonder LPG Licht ontvlambare stoffen zoals diesel en benzine, zonder LPG Licht ontvlambare stoffen zoals diesel en benzine, zonder LPG Met betrekking tot de Groeve t Rooth is de Provincie Limburg bevoegd gezag. De Inspectie Leefomgeving en Transport heeft bericht dat inzake de opslag van explosieven in groeve 't Rooth is gebleken dat de gemeente verzuimd heeft om in het bestemmingsplan Buitengebied de risicozones op te nemen (de plicht hiertoe staat in een circulaire van 19 juli 2006). Gebleken is dat er geen directe risicosituaties zijn. De zones zullen bij de eerstvolgende algehele herziening van het bestemmingsplan Buitengebied worden meegenomen. Binnen de gemeente Eijsden-Margraten is sprake van een groot aantal propaanopslagtanks. Dit betreft veelal kleinere hoeveelheden die niet onder het Bevi vallen. Op deze tanks is het Activiteitenbesluit van toepassing. Een lijst van alle risicovolle inrichtingen is opgenomen in bijlage 3 van deze beleidsvisie. Pagina 15 van 51

2.2 Knelpunten en aandachtspunten Saneringssituaties en latente saneringssituaties Conform de landelijk externe veiligheidswet- en regelgeving zijn binnen de PR 10-6 contour geen kwetsbare objecten toegestaan. Indien dit wel het geval is, is er sprake van een saneringssituatie. Naast deze acute saneringssituaties bestaan er ook latente saneringssituaties. Dit is het geval wanneer een bestemmingsplan binnen een PR 10-6 contour kwetsbare objecten toestaat, zonder dat deze er in de fysieke situatie zijn. In de gemeente Eijsden-Margraten bevinden zich geen saneringssituaties of latente saneringssituaties. Aandachtspunten LPG-tankstation te Rijckholt Een aandachtspunt is het LPG-tankstation te Rijckholt. Dit tankstation is buiten de herziening van het bestemmingsplan gehouden in afwachting van aanpassing van de betreffende regelgeving. Uit een brief van het Ministerie van Infrastructuur en Milieu aan de Tweede kamer d.d. 14 februari 2013 blijkt dat het Ontwerpbesluit LPG-tankstations milieubeheer 2013, waarin kleinere afstanden voor nieuwe situaties waren opgenomen, geen doorgang kan vinden en wordt ingetrokken. In de brief van het Ministerie is aangegeven dat voor het beperkte aantal bestaande LPG-stations die niet aan de grotere afstanden kunnen voldoen, zoals het tankstation aan het Brandwegske, een oplossing wordt voorbereid via bestaande milieuregelgeving of anderszins, rekening houdend met het feit dat in de praktijk de Nederlandse LPG-tankwagens al zijn voorzien van hittewerende bekleding. Hiermee wordt onnodige sanering voorkomen. Actualisatie bestemmingsplannen Een aandachtspunt blijft het aspect externe veiligheid bij de actualisatie van de bestemmingsplannen. Regelgeving op het vlak van externe veiligheid bepaalt dat een besluit over een conserverend bestemmingsplan getoetst moet worden als ware het een nieuwe situatie en maatregelen ter verbetering van de bestrijdbaarheid en zelfredzaamheid overwogen moeten worden. De evaluatie van de Verantwoordingsplicht Groepsrisico (Royal Haskoning, 2010) en het Verbeterprogramma Groepsrisico (Min. I&M, 2011) hebben laten zien dat de wijze waarop externe veiligheid in ruimtelijke plannen wordt behandeld en vertaald naar planregels, verbeelding en plantoelichting voor verbetering vatbaar is. Tegen de achtergrond hiervan en de lopende actualisatieslag van ruimtelijke plannen is een leidraad opgesteld door de Provincie Limburg (Leidraad Veiligheid in consoliderende/conserverende bestemmingsplannen). De leidraad helpt bij het borgen van externe veiligheid in het bestemmingsplan. Daarnaast geldt het Besluit algemene regels ruimtelijke ordening (Barro), met algemene regels voor bestemmingsplannen. Doel van dit besluit is bepaalde onderwerpen uit de Structuurvisie Infrastructuur en Ruimte te verwezenlijken. Het Barro geeft regels voor bestemmingsplannen voor bijvoorbeeld opslag van explosieven, veiligheid rond rijksvaarwegen, toekomstige uitbreiding hoofd(spoor)wegennet. 2.3 Grensoverschrijdende risicobronnen De effecten van incidenten met gevaarlijke stoffen laten zich niet beperken door gemeentegrenzen en landsgrenzen. Met betrekking tot de landsgrenzen zijn in Europees verband afspraken gemaakt ten aanzien van industriële ongevallen. Deze afspraken zijn vastgelegd in het Verdrag van Helsinki. Eén van de Pagina 16 van 51

afspraken is dat overheden elkaar informeren bij een vergunningaanvraag van een BRZO bedrijf dat binnen 15 km van de grens is gelegen. Voor het transport van gevaarlijke stoffen (per buis, spoor, water of over de weg) bestaat geen verdrag met eenzelfde strekking als het verdrag van Helsinki. Onderstaand zijn een aantal risicobronnen in beeld gebracht die zijn gelegen buiten de gemeente, maar die bij calamiteiten mogelijke effecten c.q. gevolgen hebben voor Eijsden-Margraten. Kerncentrale Tihange. Op een afstand van minder dan 40 km tot de gemeentegrens Eijsden-Margraten ligt de kerncentrale Tihange. Kernenergiecentrale Tihange De kerncentrale bestaat uit drie reactoren. Ingevolge de Belgische Wet op de kernuitstap mogen de reactoren maximaal 40 jaar worden uitgebaat. Op basis hiervan zou Tihange op 1 oktober 2015 buiten gebruik worden genomen. In 2012 heeft de regering besloten om de exploitatieduur van Tihange te verlengen met 10 jaren. Er zijn op Rijksniveau maatregelzones opgesteld. Deze zijn in de onderstaande tabel opgenomen. bron: Responsplan Nationaal Plan Kernongevallenbestrijding Uit de bovenstaande tabel blijkt dat er geen verdere maatregelen behoeven te worden genomen bij incidenten bij de kerncentrale in Tihange. Vooruitlopend op mogelijke aanpassing van dit Rijksbeleid heeft de Veiliigheidsregio Zuid-Limburg maatregelen in gang gezet. Vierde Sluis Van Ternaaien en het Albertkanaal Ten tijde van het opstellen van deze beleidsvisie wordt de Vierde Sluis van Ternaaien gerealiseerd. Navraag bij Rijkswaterstaat geeft aan dat ze niet weten in hoeverre er onderzoek is gedaan naar de gevolgen voor het transport van gevaarlijke stoffen tijdens de projectstudie. Ze stellen dat de aanpassing van de sluis van Ternaaien voor grotere schepen geen invloed heeft op het totale volume van het transport van gevaarlijke stoffen. Eventuele effecten van de realisatie van de vierde sluis van Ternaaien zullen pas op langere termijn zichtbaar zijn. Pagina 17 van 51

Sluis van Ternaaien Stegcentrale Navagne Op een afstand van minder dan een kilometer tot het grondgebied van de gemeente Eijsden- Margraten is ten noorden van Visé een op aardgas gestookte energiecentrale gepland. Luchthaven Bierset Ten westen van Luik ligt luchthaven Bierset. Deze luchthaven is de laatste jaren uitgegroeid tot de grootste goederenluchthaven en derde personenluchthaven van België. Het aanvliegen van de vliegtuigen mag niet boven Nederlands grondgebied plaatsvinden, maar vindt wel plaats. Spoorverbinding Antwerpen Aken (west) via Montzen Deze spoorverbinding is eigenlijk alleen maar in gebruik voor het goederenvervoer, waaronder gevaarlijke stoffen. De spoorlijn kent twee risicovolle punten m.b.t. Eijsden-Margraten. Ten eerste de rangeerbewegingen te Visé. Ten tweede het traject, inclusief ondertunneling, door Voeren. Maastricht-Aachen Airport In een naastgelegen gemeente ligt het vliegveld Maastricht-Aachen Airport. Het vliegveld heeft geen PR 10-6 contour die over het grondgebied van de gemeente Eijsden-Margraten valt. De luchthaven is dus geen relevante risicobron (groepsrisicobeleid is niet aan de orde). Aardgastransportleidingen Fluxis Er liggen ten zuiden van de kern Eijsden, ten noorden van Visé, twee aardgastransportleidingen van Fluxis, die vanuit het westen onder de Maas richting gasverdelingsstation Dalhem lopen. Het invloedsgebied van deze leidingen valt buiten het grondgebied van Eijsden-Margraten. De gemeente Eijsden-Margraten heeft met betrekking tot de aanwezigheid van bovenstaande grensoverschrijdende risicobronnen geen invloed. Er zijn een aantal initiatieven, onder meer vanuit de veiligheidsregio's en de provincie Limburg om tot een betere grensoverschrijdende afstemming ten aanzien van informatievoorziening en repressie te komen. De gemeente Eijsden-Margraten ondersteunt deze initiatieven en zal waar noodzakelijk actief meewerken met de implementatie hiervan. 2.4 Toekomstige ontwikkelingen Op 1 februari 2011 hebben Gedeputeerde Staten de Provinciale Woonvisie 2010-2015 vastgesteld. Uit deze visie blijkt dat de woningvoorraad binnen Zuid-Limburg niet mag toenemen vanwege de verwachte bevolkingskrimp in de komende decennia. De provinciale woonvisie bepaalt dat de Zuid- Limburgse gemeenten dit beleid dienen te vertalen in hun vast te stellen regionale woonvisies. De gemeente Eijsden-Margraten heeft een regionale woonvisie vastgesteld. Deze woonvisie geeft een doorkijk in de bouwmogelijkheden voor de komende jaren. Dit betekent dat de grotere nieuwe Pagina 18 van 51

plannen, met betrekking tot woningbouw, voor de komende jaren bekend zijn en reeds bekeken kunnen worden op het aspect externe veiligheid. 2.5 Bestrijdbaarheid risicobronnen Bestrijdbaarheid is de mate waarin een calamiteit door de brandweer bestreden kan worden. Generieke uitspraken over bestrijdbaarheid in de gemeente Eijsden-Margraten zijn moeilijk te doen omdat de mate van bestrijdbaarheid verschilt per situatie en afhankelijk is van een complex scala van factoren zoals het soort (brand)scenario, de bereikbaarheid en de aanwezigheid van voldoende blusmiddelen. Scenario's Met betrekking tot gevaarlijke stoffen zijn verschillende scenario's te onderscheiden: hittebelasting brand, drukbelasting explosie, hitte- en drukbelasting BLEVE en toxische belasting. Voor een groot deel van deze scenario s is het tijdsverloop van het scenario zo kort dat, wanneer de brandweer arriveert, het scenario niet meer voorkomen kan worden, zoals bijvoorbeeld bij het openscheuren van een tankwagen LPG bij een verkeersongeval. Dit houdt in dat op het moment dat de hulpverlening ter plaatse komt, direct begonnen wordt met het redden van slachtoffers en (afhankelijk van het soort scenario) het bestrijden van secundaire branden. Bereikbaarheid Voor de bereikbaarheid geldt dat een willekeurig adres via een tweede onafhankelijke route bereikbaar moet zijn. Hierdoor kan de brandweer een ongeval altijd bovenwinds benaderen en wordt voorkomen dat de brandweer door een rook- of gaswolk ter plaatse moet gaan. De uitvoering van de weg dient te voldoen aan de specifieke maten en kenmerken van een brandweervoertuig. In zijn algemeenheid geldt dat adressen in Eijsden-Margraten goed bereikbaar zijn. Op basis van beoordeling van de objecten in dossiers en het project Samen op Weg kan gesteld worden dat er op dit moment geen problemen bekend zijn t.a.v. de bereikbaarheid van de objecten binnen gemeente Eijsden-Margraten. Voor de bestrijding van ongevallen met gevaarlijke stoffen geldt echter dat niet alleen adressen, maar ook potentiële ongevallenlocaties van twee kanten bereikbaar moeten zijn. Dit geldt dus ook voor ongevallen op het water, het spoor en bij buisleidingen. Deze transportassen zijn moeilijker bereikbaar dan ongevallen op de weg. Bluswatervoorziening Om inzicht te krijgen in de huidige situatie is het project "Inventarisatie bluswatervoorziening Zuid- Limburg" gestart. De uitkomsten van dit project leveren een totaal beeld op van de gehele bluswatervoorziening in Zuid-Limburg. De doelstellingen van dit project zijn onder andere: - een regionale inventarisatie van de verschillende bluswatervoorzieningen in Zuid-Limburg; - een uniforme wijze van ontsluiten van digitale informatie met betrekking tot bluswater; - ontsluiten van gegevens over bluswatervoorzieningen voor gemeenten via de provinciale risicokaart. Een primaire bluswatervoorziening, zoals een brandkraan, kan een tankautospuit binnen drie minuten na aankomst van bluswater voorzien en blijft daarna onafgebroken voldoende water leveren. Voor de primaire bluswatervoorziening in de gemeente Eijsden-Margraten geldt dat eerst aandacht uit dient te gaan naar Scheulder en het buitengebied rond Noorbeek. Vervolgens de wijken/gebieden Sint Antoniusbank, Bemelen en Moerslag-Libeek waar zich veelal een combinatie voordoet van meerdere dekkingsgaten en onvoldoende bluswatercapaciteit (> 30 - < 60 m 3 / uur). Daarna kunnen indien nodig eventueel andere wijken worden beschouwd. Pagina 19 van 51

Met een secundaire bluswatervoorziening kan de brandweer binnen vijftien minuten na aankomst water op de brandhaard hebben. Zo n secundaire bluswatervoorziening is bijvoorbeeld een geboorde put, een opstelplaats bij een vijver, of een ander open water met voldoende diepte en voldoende water om ten minste vier uur te kunnen pompen. Voor de secundaire bluswatervoorziening geldt dat deze vaak daar nodig zijn waar zich bedrijventerreinen bevinden en daar waar zich incidenten (met externe veiligheid) kunnen voordoen. Deze voorzieningen zijn momenteel nauwelijks aanwezig. In overleg met de brandweer kan de gemeente vaststellen welke locaties in aanmerking komen voor een secundaire bluswatervoorziening. Hierbij kan gedacht worden aan locaties waar kwetsbare objecten in het effectgebied liggen bv. bij vervoersassen. Brandweeradvies Indien ontwikkelingen bij bedrijven of in de bouw te maken krijgen met een effectgebied van risicobronnen, zal in overleg met de brandweer bepaald worden welke maatregelen genomen kunnen worden. Deze maatregelen kunnen zich richten op de bron, het effect of de zelfredzaamheid. De brandweer adviseert de gemeente indien deze een ontwikkeling wil doorvoeren in de nabijheid van een risicobron. De brandweer toetst de ruimtelijk ontwikkeling op basis van de volgende criteria: Levert de afstand tussen de gevarenbron en de risico-ontvangers een dusdanige situatie op dat de laatste groep zich kan onttrekken aan de gevolgen van een eventuele calamiteit. Indien dit niet het geval is, dan adviseert de brandweer de ontwikkeling op een andere locatie te overwegen of indien de locatie vaststaat hoe de zelfredzaamheid kan worden bevorderd. De brandweer adviseert in hoeverre er genoeg middelen voorhanden zijn om de calamiteit te kunnen bestrijden, hierbij worden niet alleen de middelen in de openbare ruimte (bluswater en bereikbaarheid) belicht, maar ook de middelen binnen de regio. De brandweer toetst de ontwikkeling aan de door de brandweer opgestelde gebiedsprofielen, het scenarioboek Externe Veiligheid en Verantwoorde brandweer advisering externe veiligheid. Pagina 20 van 51