Broedvogelinventarisatie van een gedeelte van de Geelmolensebeek in 1980. Door: Yvon Boelants. Stichting Behoud Veluwse beken en sprengen. Adrie Hottinga. Koninklijke Nederlandse Natuurhistorische Vereniging, afd. Epe/Heerde. Vorchten, juli 1980. De inventarisatie van de Geelmolensebeek is in opdracht van de Stichting behoud Veluwse beken en sprengen uitgevoerd. Deze stichting stelt zich tot doel gegevens te verzamelen om- trent de cultuurhistorie en natuurwetenschappenlijke kwaliteiten van de Veluwse beken. De verzamelde gegevens zullen zoveel mo- $el* gebruikt worden voor het behoud en het beheer van de Veluwse beken en sprengen. Naar de oultuurhistorie, de macrofauna en de flora is al veel onderzoek gedaan. Veel beken zijn echter nog niet onderzocht op hun ornithologische kwaliteiten. Hiertoe werd in 1980 een aanva gemaakt met de inventarisatie van een gedeelte van de Geel- molensebeek. Deze inventarisatie bestond uit een kwantitatieve - broedvogelinventarisatie, uitgevoerd volgens de karteringsmethodr
Broedvogelinventarisatie van een gedeelte van de Geelmolensebeek in 1980. Ligging, oppervlakte en begrenzing, topografische kaart 27D - 1:25.000. De Geelmolensebeek ligt in de provincie Gelderland, ontspringt in het sprengencomplex De Motketel te Niersen en stroomt oostwaarts om tenslotte via een aantal andere beken af te wateren in de Grift. Het gelnventariseerde gebied ligt in de gemeente Epe en heeft een lengte van ongeveer 3 km. De westgrens van het gehventariseerde gebied wordt gevormd door het noordelijke gedeelte van de Enkhoutweg; de zuidgrens bestaat uit een gedeelte van de Elburgerweg en voorts een grens r 100 m ten noorden evenwijdig aan de Elspeterweg; de oostgrens is de Gorkelseweg die ten oosten van boerderij de Geelmolen ligt en de noordgrens is een strook van 2 100 m evenwijdig lopend aan de Geelmolensebeek vanaf de Gorkelseweg tot de splitsing van de Elburgerweg en de Enkhoutweg. Beschrijvinc van het gebied. De Geelmolensebeek ontspringt in het sprengencomplex De Motketel. Dit sprengencomplex ligt in een oud beukenboombos met belangrijke beekbegeleidende vegetaties en bronvegetaties. Door de constante toevoer van sprengenwater zijn de weilandjes aan de noordzijde erg nat en is de kruidlaag langs de beken en de sprengen goed ontwikkeld, behalve op enkele plaatsen waar, door betreding van recreante~de kruidenvegetatie zich moeilijk kan handhaven. De struiklaag is in het oostelijk deel van het sprengencomplex bijzonder fraai. Er is veel natuurlijke verjonging van met name eik, beuk en hulst. Langs de beek en de sprengen kunnen volgende soorten tegenkomen: paarbladig goudveil, bittere veldkers, klaverzuring, bosanemoon, speenkruid, kruipend zenegroen, smalle beukvaren, dubbelloof, brede stekelvaren, rivinusviooltje, bosandoorn, hulst, kamperfoelie, dalkruid, veelbloemige salomonszegel, kruisbes, robertskruid, rankende helmbloem, vele mossen en korstmossen. In het lage weide-achtige gebied komen grote pollen wijfjesvaren en kamvaren voor, verder waternavel, moerasviooltje, wilgen en elsen (archief S.B.B.). Achter het huisje in de bocht van de Elburgerweg komt een in ons land zeldzame vissoort de beekprik voor. Op 17-4-1980 werden 10 exemplaren waargenomen. Vanaf De Motketel loopt de Geelmolensebeek langs de viskwekerij Het Bol. Tot de kwekerij vinden we fraaie beekbegeleidende begroeiingen bestaande uit eik, beuk, els en hulst. De onderbegroeiing bestaat vnl. uit braam, en andere kruiden, overwegend behorend tot de ruderale gezelschappen. Na Het Hol vervolgt de beek haar weg langs een watervoerend sprengenbosje, een weilandencomplex en een camping. Ten oosten van de camping stroomt de beek nïet meer op natuurlijke hoogte, maar tussen twee opgehoogde kaden.
De begroeiing bestaat hier uit populier wilg, berk en een enkele eik! de kruidlaag is door overbegrazing van de kaden gereduceerd tot een ruderaal gezelschap met vnl. brandnetel en ridderzuring. Bij de tweede viskwekerij wordt de beek omzoomd door braamstruwelen tot achter het zuidelijk aangrenzend lariksbosje. Daarna buigt de beek af in noordelijke riohting naar de Hertenhof. De beekloop tussen het lariksbosje en de boerderij de Geelmolen is niet watervoerend meer. De begroeiing bestaande uit eik, wilg en els is ernstig aangetast door vraat van rundvee dat hier ook op de kaden geweid wordt. In het voorjaar kunnen we in de oude beekloop veel bloeiende bosanemonen aantreffen. Dit telgebied is mede door het ontbreken van een gave struikhaag erg arm aan vogelsoorten. Bij een oude schuur van de boerderij de Geelmolen bevindt zich nog een vervallen waterrad, een overblijfsel van het eertijds st romende wat er. Het gelnventariseerde gedeelte van de Geelmolensebeek dat ligt tussen de boerderij en de Gorkelseweg is weer vogelrijker door het voorkomen van rhododendrons en andere geplante struiken. Broedvogelinventarisatie. Methode: in de maanden april en mei werd de Geelmolensebeek acht maal bezocht, resp. op de volgende data: 4-4-1980, 7-4-1980, 17-4-1980, 30-4-1980, 2-5-1980, 13-5-1980-15-5-1980 en 24-5-1980. Op 17-4-1980 werd een nachtelijke inventarisatie gehouden met behulp van de cassetterecorder ter activering van de bosuil. Alle waarnemingen van zingende mannetjes of vogels met broedgedrag, zoals bijv. bezoek aan een nestboom of nestholte werden op transparant papier ingekleurd. Voor het intekenen diende als ondergrond een topografische kaart schaal 1 : 10.000. Er werd alleen geteld langs de loop van de beek waarbij een strook van ongeveer 100 meter werd meegenomen (zie voor de begrenzing bijlage A). Resultaten. Er werden met zekerheid 52 soorten als broedvogel vastgesteld. Er dient hier wel vermeld te worden dat drie soorten in de directe omgeving gebroed hebben en als zodanig toch op de lijst geplaatst zijn (Havik, Sperwer en Buizerd). In totaal werden er 307 broedterritoria vastgesteld. De resultaten van de telgegevens zijn niet klakkeloos opgeteld of gemiddeld. Voordat het eindtotaal berekend kan worden is per soort de frequentie van het totaal aan waarnemingen vergeleken met de plek waar de soort in het gebied voorkwam -hiervoor werd ook de verdeling in twaalf telgebieden gemaakt-. Voor een aantal soorten leverde, de samenstelling van de eindlijst niet veel problemen op, voor enkele soorten echter wel.
Het eindtotaal moet dan ook als een minimum van het werkelijk aantal voorkomende soort en beschouwd worden. Dit gegeven wordt nog ondersteund door het feit dat in de maanden maart en juli niet geinventariseerd is. Enkele soorten kunnen dus onderteld zijn of in het geheel niet op de eindlijst voorkomen, terwijl ze wel in het onderzochte gebied gebroed hebben (vrb. kleine bonte specht en wespendief). Discussie. Helaas kunnen de resultaten niet vergeleken worden met recente broedvogelinventarisaties van Oost-Veluwse beken omdat ze niet aanwezig zijn. Uitspraken over een rijke vogelstand of over een minder rijke vogelstand kunnen dan ook in het kader van dit onderzoek niet gedaan worden. Specifieke soorten die vnl. voorkomen langs stromende beken of wateren zoals ijsvogel en grote gele kwikstaart werden tijdens de onderzoeksperiode niet waargenomen. De ijsvogel werd enkele jaren geleden wel broedende aangetroffen in de omgeving van viskwekerij Het Hol, terwijl tijdens het voor- en najaar af en toe een grote gele kwikstaart (op doortrek) waargenomen werd. Het verdient aanbeveling om deze inventarisatie na een aantal jaren te herhalen en tevens ieder jaar omstreeks eind mei de Geelmolensebeek te bezoeken teneinde vast te stellen of de ijsvogel als broedvogel voorkomt. In 1981 zal een ander type beek gelnventariseerd worden op het voorkomen van broedvogels. Hiertoe zal een beek gekozen worden waarvan het stroomgebied in een meer openbandschap ligt. Dan pas zal het mogelijk zijn om tot een vergelijking te komen van broedvogelbevolkingen langs de Oost-Veluwse beken. Vorcht en, juli 1980.
Telgebieden. Broedvogels: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 1 0 1 1 1 2 T Wilde eend Havik Sperwer Buizerd Wat erhoen Kievit Houtsnip Holenduif Hout duif Turkse tortel p Tortelduif Bosuil Groene specht Zwart e specht 1 1 2 Grote bonte specht 1 1 1 1 1 1 6 Boerenzwaluw l 1 Witte kwikstaart 1 1 1 1 4 Winterkoning 1 2 2 2 2 2 1 1 1 2 I 1 18 Heggemus 1 1 1 1 1 2 7 Roodborst 1 1 1 1 2 1 1 8 Gekraagde roodstaart Merel Zanglijster Grote lijster Spot vogel Tuinfluit er Zwartkop Fluit er Tjiftjaf Fitis Goudhaantje Grauwe vliegenvanger Bonte vliegenvanger Staartmees 1 A Glanskopmees 1 '1 Matkopmees.. 1 1 2 1 Kuifmees 1 Zwarte mees
Broedvogels: Telgebieden. Pimpelmees Koolmees Boomklever Boomkruiper Vlaamse gaai Ekster Kauw Zwarte kraai Spreeuw r- Huismus Ringmus Vink Kneu Goudvink