EXTERNE VEILIGHEID. N282 Gemeente Gilze en Rijen 24 NOVEMBER 2015

Vergelijkbare documenten
QRA EXTERNE VEILIGHEID USAG

EXTERNE VEILIGHEIDSONDERZOEK BESTEMMINGSPLAN BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID T.B.V. BESTEMMINGSPLANNEN WEGVERBREDING N207 LEIMUIDEN - ALPHEN AAN DEN RIJN

A9 ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID A9 ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID Verdubbeling N381 Donkerbroek-Oosterwolde 18 MAART 2016

Advies externe veiligheid

ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID A9 AANSLUITING HEILOO

Risicoanalyse transport gevaarlijke stoffen A1 en spoor Amersfoort-Deventer t.b.v woningbouwplan Bijenvlucht te Hoevelaken

STATIONSKWARTIER, HERZIENING SPEELHUISPLEIN 12 Externe Veiligheid 1 NOVEMBER 2017

Risicoanalyse transport Spoor en Vaarwegen

1 Aanleiding. 2 Wettelijk kader. Memo

Notitie. : Aldi Oosterbroekweg Gronsveld. Datum : 1 juni 2015 : Externe veiligheid. 1 Inleiding

BUREAUSTUDIE EXTERNE VEILIGHEID BEDRIJVENTERREIN STEPELERVELD

N35 ZWOLLE-WIJTHMEN ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID

1.1 Externe veiligheid Beoordelingskader

ACTUALISATIE ONDERZOEK EXTERNE VEILIGHEID PASTOOR VAN DE MEIJDENSTRAAT RAPPORTAGE

Opdrachtgever Gemeente Zaltbommel Postbus DA Zaltbommel. Risicoberekening A2 tbv bestemmingsplan 'Zaltbommel, Van Voordenpark'

Risicoanalyse transport spoor

Bijlage VIII Onderzoek externe veiligheid

Opdrachtgever Gemeente Zaltbommel Postbus DA Zaltbommel. Risicoberekening A2 tbv bestemmingsplan 'Zaltbommel, Van Voordenpark'

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 28 mei Rapportnummer: P2014.

Risicoberekening vervoer gevaarlijke stoffen Randweg Zundert

Kwantitatieve risicoanalyse bestemmingsplan Oosterhout-Zuid

Notitie 1. Inleiding

Externe veiligheidsrisico s transport gevaarlijke stoffen over het spoor. DWI-locatie, Polderweg 1 te Amsterdam

ADVIES. 1 Probleembeschrijving. 2 Actoren. 3 Oplossingsrichting. 3.1 Wet en regelgeving

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE. GASTRANSPORTLEIDING N TE TONDEN, GEMEENTE BRUMMEN I De Hoven N Rondweg N-345

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE GASTRANSPORTLEIDING. OLST-WIJHE I CDM16 Olst N Bruinweg N.V. Nederlandse Gasunie

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Omgevingsplan De Geer. : Gemeente Amersfoort, mevrouw C. Heezen

Kwantitatieve risicoanalyses schoolgebouwen

KWANTITATIEVE RISICOANALYSE N deel-1

Extern veiligheidsonderzoek Bestemmingsplan Multizorgcentrum Uden. Risicoberekening t.g.v. vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg

Externe veiligheid en verdubbeling / verbreding N366

Quickscan externe veiligheid woningbouwlocatie Beekzone in Twello

Notitie. Onderzoek externe veiligheid Lelystad bestemmingsplan Stadsrandgebied. 1 Inleiding

ZOMERDIJK ZWARTSLUIS EXTERNE VEILIGHEID

: Externe veiligheid Wielewaal in Zundert

Projectnummer: D Opgesteld door: J. van Kampen MSc. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

Milieu I Management I Advies Postbus ZG Cadier en Keer Tel Fax Datum: 3 september 2014

Notitie. Betreft : Berekening plaatsgebonden risico en groepsrisico hogedruk aardgasleiding t.b.v. bestemmingsplan Landgoed Heideburgh te Rucphen

Memo externe veiligheid

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen provinciale weg N 996 en Spoorwegtraject Sauwerd Delfzijl te Loppersum

Externe veiligheid transport over de A12 langs deelplan 26 Vlietzone

Risicoberekening rijksweg A28 Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Externe veiligheidsparagraaf. Bestemmingsplan Skoatterwald

memo Quick scan externe veiligheid Driebergsestraatweg 63 te Doorn

Ten behoeve van besluitvorming omtrent de mogelijk te maken ruimtelijke ontwikkeling is onderzoek verricht naar het aspect externe veiligheid.

Intern memo. Projectgroep bestemmingsplan Youri Egorovweg. Archief afdeling Ruimte en Wonen. Gert-Jan van de Bovenkamp

Externe Veiligheid. Bestemmingsplan Aldi Zwaanplein

EV rapportage N983 - Rondweg Aduard

Risicoberekening Spoor Vakantieparken Onze Woudstee en Dennenhoek Harderwijk

Datum Documentnummer Project Auteur 25 mei L.C. Luijendijk

Planlocatie Nuland Oost te Nuland

Gemeente Lansingerland 01 Inkomende Post d.d. 01/11/ /III IIII IIIII IIII IIIIII IIIII IIIII IIIII IIIII IIII IIII 116.

Datum : 24 januari : Frederik Stouten. : Marcel Scherrenburg. Betreft : Paragraaf externe veiligheid BP Valburg Zuid.

datum 26 februari 2015 aan Ben van der Waal Gemeente Muiden Joris Jennen Roel Kouwen

: RUD Utrecht. Externe Veiligheid Bestemmingsplan Verdistraat 53 Amersfoort. : Gemeente Amersfoort, mevrouw N. Ludeking

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID BESTEMMINGSPLAN KLOOSTERVEEN III

Risicoanalyse vervoer gevaarlijke stoffen N388 Bestemmingsplan Kalkovens en vissershuisje Zoutkamp

EXTERNE VEILIGHEID. Nicolaas van Eschstraat, Oisterwijk. Datum : 9 mei 2016

Kwantitatieve Risico analyse (QRA) A27 Hoef en Haag

RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID N34 WITTE PAAL - DRENTSE GRENS

Reimerswaal. grootschalige bedrijventerreinen. kwantitatieve risicoanalyse ing. B. van Vliet.

Madewater en Westmade te Monster externe veiligheid. Concept

Risicoberekeningen vervoer gevaarlijke stoffen over N348 ten behoeve van het bestemmingsplan Bedrijventerrein Parallelweg Lemelerveld.

Risicoberekeningen spoor Den Bosch Stationskwartier Locatie F

Externe Veiligheid. Bedrijventerrein Laarberg. Kwantitatieve risicoberekening aardgastransportleidingen. december 2013 concept

Projectnummer: D Opgesteld door: J.C. Pronk. Ons kenmerk: :A. Kopieën aan:

ANALYSE EXTERNE VEILIGHEID HEIDELAAN A ERMELO

Milieuadvies Meervelderweg 26 te Uddel

Risico-inventarisatie Uitbreidingslocatie Golfbaan Wageningen

Spoor: Dordrecht-Eindhoven (traject Oisterwijk) Wegen: Rijksweg A58 (Knp. De Baars- afrit 8 Oirschot) ijk 6 ( h fi 3)

Intern memo. Projectteam bestemmingsplan Staatsliedenwijk. Archief afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling & Mobilliteit. Gert-Jan van de Bovenkamp

Bestemmingsplan Kern Roosteren. Teksten t.b.v. verantwoording groepsrisico

Risicoberekening hogedruk aardgasleidingen

QRA Gastransportleiding Verlegging W RLR KP5 Valkenburg Duyfrak Gasunie Transport Services B.V.

EXTERNE VEILIGHEID BESTEMMINGSPLAN WOLFSHEIDE RAPPORTAGE GEMEENTE RENKUM

Risico-inventarisatie Gebiedsontwikkeling Poelkampen Zandwinlocatie

Situatie groepsrisico van de risicobronnen in Kerkrade. I Route gevaarlijke stoffen Euregioweg Kerkrade

Risicoberekening hogedruk aardgasleidingen

risico inventarisatie Felland Haren

Memo. Van : Leon Morauw. Aan : Team ontwikkeling, Martijn van der Made. Datum : 20 november 2013

Externe veiligheid spoor bedrijvenpark A1 oost

Woningbouw Mariahoeve Den Haag actualisatie externe veiligheid

BOOT organiserend ingenieursburo BV. QRA Appartementencomplex Tollensstraat 211, Nijmegen

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoogegeest Akersloot

Bestemmingsplan Roodeschool - Eemshaven Risicoberekeningen vervoer gevaarlijke stoffen

Quickscan externe veiligheid Centrum Vught e.o. Kwalitatieve beschouwing relevante risicobronnen

Adviseurs voor bouw, industrie, verkeer, milieu en software. Rapport B R001 Wolfertcollege, Rotterdam

Externe Veiligheid ontwikkeling Amefa-terrein Apeldoorn

Externe veiligheid A4 woningbouw Cardea-terrein. gemeente Leiderdorp

Memo. Notitie beoordeling externe veiligheid ten behoeve van Bestemmingsplan Rietmeen

MER verbetering bereikbaarheid Den Haag

Goirle, Vennerode. Onderzoek externe veiligheid. Auteur(s) drs. M. de Jonge. Opdrachtgever Woonstichting Leyakkers Postbus AB Rijen

Kwantitatieve Risicoanalyse Hoofdweg Oostvoorne

RUD Utrecht. Toetsing plaatsgebonden risico (PR) en verantwoording groepsrisico (GR) Bestemmingsplan Paardenveld de Kade

Rapport toetsing realisatiecijfers vervoer gevaarlijke stoffen over het spoor aan de risicoplafonds Basisnet over de periode

EXTERNE VEILIGHEID AGRO & FOOD CLUSTER WEST-BRABANT RAPPORTAGE PROVINCIE NOORD-BRABANT

RGLO MIT4 BSLI WP 7.13 L RAPPORT EXTERNE VEILIGHEID

Onderzoek externe veiligheid Ontwikkeling De Krijgsman te Muiden

Transcriptie:

Gemeente Gilze en Rijen 24 NOVEMBER 2015

Arcadis Nederland B.V. Postbus 220 3800 AE Amersfoort Nederland +31 (0)88 4261261 www.arcadis.com Projectnummer: C05058.000148 Onze referentie: 078669867 2

Contactpersonen MADELON VAN KEMENADE - VAN DEN HOOVEN Specialist M 06-27061269 E madelon.vankemenadevandenhooven @arcadis.com Arcadis Nederland B.V. Postbus 220 3800 AE Amersfoort Nederland 3

Inhoudsopgave 1 INLEIDING 7 1.1 Aanleiding 7 1.2 Doel 7 1.3 Leeswijzer 7 2 BELEID EN REGELGEVING 8 2.1 Plaatsgebonden risico 8 2.2 Groepsrisico 8 2.3 Verantwoording groepsrisico 8 3 UITGANGSPUNTEN 10 3.1 Inleiding 10 3.2 Locatie 10 3.3 Nieuwbouw 10 3.4 Wegvervoer van gevaarlijke stoffen 11 3.5 Overige kenmerken van de weg en de omgeving 11 4 RESULTATEN EN CONCLUSIE 12 4.1 Plaatsgebonden risico 12 4.2 Groepsrisico 12 4.3 Conclusie 14 5 VERANTWOORDINGSPLICHT GROEPSRISICO 15 5.1 Risico s wegvervoer gevaarlijke stoffen 15 5.2 Vervolgstappen verantwoordingsplicht groepsrisico 15 5.2.1 Mogelijke risico verlagende maatregelen 15 5.2.2 Hulpverlening 15 5.2.3 Bereikbaarheid 16 5.2.4 Mogelijkheden voor zelfredzaamheid 16 BIJLAGE 1 REFERENTIES 17 5

6

1 INLEIDING 1.1 Aanleiding De gemeente Gilze en Rijen is in het kader van de aanpassingen aan de voornemens een bestemmingsplan op te stellen. Het bestemmingsplan is bedoeld voor het deel van de (ook wel Bredaseweg genoemd) dat binnen de gemeentegrenzen ligt. De is niet opgenomen in de gemeentelijke routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen van de gemeente Gilze en Rijen, maar wel van de gemeente Oosterhout en de gemeente Tilburg. Het vervoer van gevaarlijke stoffen brengt externe veiligheidsrisico s met zich mee. Bij externe veiligheid gaat het onder andere om het risico dat mensen lopen als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op een transportas. Vanwege de aanpassingen aan de kunnen de externe veiligheidsrisico s veranderen. Om deze reden wordt in deze studie onderzocht welke invloed de aanpassingen aan de hebben op de externe veiligheidsrisico s. De Oosterhoutseweg is de aangewezen routering vervoer gevaarlijke stoffen van de gemeente Oosterhout. Alle transporten met gevaarlijke stoffen van en naar het bedrijventerrein Vijf Eiken zijn verplicht gebruik te maken van de Oosterhoutseweg en de oude Rijksweg / door Dorst. Deze routering kruist het traject van deze studie en enig vervoer van gevaarlijke stoffen als gevolg van deze routering is wel op de binnen de gemeente Gilze en Rijen te verwachten. Vanuit de andere richting zijn ook transporten te verwachten, want transporten uit de gemeente Tilburg zijn vrij om te kiezen voor de die tevens parallel loopt aan snelweg A58. De transporten over de / Bredaseweg in Tilburg zijn in een eerder bestemmingsplantraject meegenomen. 1.2 Doel Het doel van dit onderzoek is om de invloed van de aanpassingen aan de op de externe veiligheidsrisico s aan te geven. Daarnaast worden de bouwstenen geleverd voor de verantwoordingsplicht groepsrisico waarover de gemeente Gilze en Rijen een besluit moet nemen. 1.3 Leeswijzer In het volgende hoofdstuk wordt de relevante wet- en regelgeving toegelicht. In hoofdstuk 3 geven wij de uitgangspunten van deze studie weer. Hoofdstuk 4 behandelt de uitkomsten van de risicoberekening. Het rapport wordt afgesloten met de vervolgstappen van de verantwoordingsplicht groepsrisico in hoofdstuk 5. 7

2 BELEID EN REGELGEVING Bij externe veiligheid wordt onderscheid gemaakt in de richtlijnen voor stationaire bronnen en transportassen. De richtlijnen voor de analyse van de externe veiligheidsrisico s voor aanpassing van transportroutes zijn vastgelegd in de Wet vervoer gevaarlijke stoffen [1]. In de wet wordt verwezen naar het Besluit externe veiligheid transportroutes [2] waarin norm- en richtwaarden weergegeven zijn voor twee verschillende typen risico s, het plaatsgebonden risico en het groepsrisico. 2.1 Plaatsgebonden risico Het plaatsgebonden risico (PR) is de frequentie per jaar dat een persoon die permanent en onbeschermd zou verblijven in de directe omgeving van een transportroute overlijdt als gevolg van een ongeval met gevaarlijke stoffen op die route. De omvang van het PR is geheel afhankelijk van de aard en omvang van het transport van gevaarlijke stoffen en de ongevalsfrequentie van het transportmiddel op de route. Voor een individu geeft het PR een kwantitatieve indicatie van het risico dat hij loopt wanneer hij zich onbeschermd in de omgeving van een inrichting of transportroute bevindt. 2.2 Groepsrisico Het groepsrisico (GR) is de cumulatieve frequentie per jaar per kilometer transportroute dat tien of meer personen in het invloedsgebied van een transportroute overlijden als rechtstreeks gevolg van een ongewoon voorval op die transportroute waarbij een gevaarlijke stof vrijkomt. Het GR is een indicatie van de mogelijke maatschappelijke impact van een ongeval. Het is dus niet bedoeld als indicatie voor individueel gevaar op een bepaalde locatie. De omvang van het GR is afhankelijk van de aard en omvang van het transport van gevaarlijke stoffen, de ongevalsfrequentie van het transportmiddel op de route én de omvang en locatie van de bevolking naast en boven de route. Voor het groepsrisico geldt geen grens- of richtwaarde, maar een oriëntatiewaarde. Deze oriëntatiewaarde wordt gevormd door de rechte lijn die in een fn-curve van het punt 10 doden, frequentie 10-4 per jaar per kilometer door het punt 100 doden, frequentie 10-6 per jaar per kilometer gaat. Bij de vaststelling van een bestemmingsbesluit (als bedoeld in artikel 8, eerste lid, van het Bevt) dat betrekking heeft op gronden in de omgeving van een basisnetroute, vindt de berekening van het groepsrisico plaats door toepassing van de rekenmethodiek transportrisico s. 2.3 Verantwoording groepsrisico Het groepsrisico dient verantwoord te worden indien het groepsrisico: is gelegen tussen 0,1 en één maal de oriëntatiewaarde en tussen de autonome en toekomstige situatie met meer dan tien procent toeneemt, of hoger is dan één maal de oriëntatie waarde én tussen de autonome en toekomstige situatie toeneemt. 8

In de GR verantwoording wordt ingegaan op de maatregelen die genomen (kunnen) worden om het risico te verlagen, de expliciete en transparante bestuurlijke afweging van de maatschappelijke aanvaardbaarheid van de restrisico s, de zelfredzaamheid van aanwezigen en de rampenbestrijding. In de Handreiking verantwoordingsplicht groepsrisico zijn nadere handvatten gegeven voor de GR verantwoording. Als onderdeel van de GR verantwoording moet verplicht gebruik gemaakt worden van de adviesbevoegdheid van de veiligheidsregio. 9

3 UITGANGSPUNTEN 3.1 Inleiding Dit hoofdstuk bespreekt de uitgangspunten van het onderzoek naar de risicobronnen die in de nabij van het plangebied liggen. Achtereenvolgens wordt aandacht besteed aan het nieuwe bestemmingsplan, de nabijgelegen risicobronnen en de uitgangspunten van dit onderzoek. 3.2 Locatie De locatie van het project is de (Bredaseweg) in de gemeente Gilze en Rijen, aangrenzende kruisingen, de aansluiting met de Oude Baan en een nieuwe verbindingsboog via de Burgemeester Ballingsweg naar de Burgemeester Letschertweg. De lengte van het gebied is ruim 4,3 kilometer. Het plaatsje Hulten en het bedrijventerrein Haansberg liggen aan de weg. De ligt parallel aan het spoor Breda Tilburg en parallel aan de snelweg A58. 3.3 Nieuwbouw Van oost naar west zijn de volgende aanpassingen aan de voorzien in de gemeente Gilze en Rijen. De huidige kruising van de en de N260 wordt aangepast. De doorgaande route wordt via de Hulteneindsestraat naar de Oude Baan geleid. De doorgang van de Oude Baan naar de dorpskern Hulten wordt aangepast naar de (Bredaseweg) waar direct de zone begint binnen de bebouwde kom met langzaam verkeer (30km/u). De huidige kruising van de en de Burgemeester Ballingsweg wordt aangepast. De nieuwe verbindingsboog via de verlegde Burgemeester Ballingsweg naar de Burgemeester Letschertweg. De huidige kruising van de en de Europalaan wordt aangepast. De huidige kruising van de en de Julianastraat wordt aangepast en de aangepaste toegang tot de luchtmachtbasis. De huidige kruising van de en de Oosterhoutseweg (N631) wordt aangepast. Hierbij veranderen de wegprofielen van 2x1 rijbanen in meerdere keren 2x2 rijbanen en ook 2x1 rijbanen met de wisselende snelheden van 80 km/u en 30 km/u. In de volgende figuur zijn de aanpassingen weergegeven. Figuur 1: Ontwerptekeningen, Oude Baan en boog naar Burg. Letschertweg 10

3.4 Wegvervoer van gevaarlijke stoffen Voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de Bredaseweg in Tilburg heeft de gemeente Tilburg het rapport Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen opgesteld [3]. Hierin zijn vervoerscijfers opgenomen, die in tabel 1 zijn weergegeven. Bij het gebrek aan vervoerscijfers over de binnen de gemeente Gilze en Rijen is de genoemde inventarisatie van de gemeente Tilburg ook in deze studie overgenomen als zijnde een worst case situatie. De gemeente Tilburg heeft aangegeven zoveel mogelijk externe veiligheidsbelemmeringen te voorkomen. Hiervoor houden zij bij externe veiligheidsstudies rekening met een robuuste toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen 1, door de huidige vervoerscijfers met een factor 10 te verhogen. Met deze benadering zijn de volgende vervoerscijfers gehanteerd. Tabel 1: Vervoersgegevens gevaarlijke stoffen per stofcategorie Stofcategorie Huidig vervoer Toekomstig vervoer LF1 (brandbare vloeistof) 100 250 1000 2500 LF2 (zeer brandbare vloeistof) 100-250 1000 2500 GF3 (zeer brandbaar gas) < 100 < 1000 Vanwege de worst-case benadering wordt bij de berekening van de huidige situatie uitgegaan van 250 tankwagens met LF1 en LF2 en 100 GF3 en bij de toekomstige situatie van 2500 tankwagens met LF1 en LF2 en 1000 GF3. 3.5 Overige kenmerken van de weg en de omgeving Voor het berekenen van de risico s is het rekenprogramma RBMII versie 2.3 gebruikt. Het ministerie van Infrastructuur & Milieu heeft RBMII aangewezen als het rekenprogramma voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over de weg. De weg binnen de bebouwde kom van Hulten heeft het type wegtraject van binnen de bebouwde kom met een wegbreedte van 8 meter. Hiermee is de ongevalfrequentie 5,9x10-7 /voertuigkilometer. De weg op de overige weggedeelten buiten de bebouwde kom van Hulten heeft het type wegtraject van buiten de bebouwde kom met een wegbreedte van 10 meter voor de Oude Baan en meer naar het oosten en met een wegbreedte van 25 meter voor de Burgemeester Ballingsweg en de naar het westen. Hiermee is de ongevalfrequentie voor beide routes 3,6x10-7 /voertuigkilometer. Het dichtstbijzijnde weerstation is Gilze-Rijen. 1 Deze aanname van de gemeente Tilburg is worst case, omdat op deze wegen met name bestemmingsverkeer rijdt. Pas als er veel industrie bij komt, welke gebruik maakt van gevaarlijke stoffen die over de weg geleverd worden, worden deze aantallen realistisch. 11

4 RESULTATEN EN CONCLUSIE In hoofdstuk 4 zijn de resultaten van de risicoberekeningen weergegeven. Hiervoor zijn de volgende drie situaties berekend: 1. Huidige situatie met de huidige wegligging en de huidige vervoerscijfers. 2. Huidige situatie met de huidige wegligging en de toekomstige vervoerscijfers. 3. Toekomstige situatie met de nieuwe wegligging en de toekomstige vervoerscijfers. Hieronder zijn de uitkomsten weergegeven, waarbij onderscheid is gemaakt in het plaatsgebonden risico (PR) en het groepsrisico (GR). 4.1 Plaatsgebonden risico De hoogte van het plaatsgebonden risico wordt beïnvloed door de aard en intensiteit van het vervoer van gevaarlijke stoffen en de kenmerken van de weg. In de volgende tabel zijn de uitkomsten van de risicoberekeningen weergegeven van het plaatsgebonden risico. Tabel 2: Plaatsgebonden risico per berekende situatie Situatie PR 10-6 contour 1 2 3 Huidige wegligging met de huidige vervoerscijfers Huidige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers Toekomstige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers Niet aanwezig Niet aanwezig Niet aanwezig Met de vervoerscijfers in alle drie de situaties is geen PR 10-6 contour aanwezig. 4.2 Groepsrisico De hoogte van het groepsrisico wordt beïnvloed door de aard en intensiteit van het vervoer van gevaarlijke stoffen, de kenmerken van de weg en het aantal aanwezigen in het invloedsgebied van de weg. De volgende grafiek geeft de fn-curves weer van de hoogste groepsrisico s per kilometer van de huidige situatie met het huidig vervoer en het toekomstig vervoer en de toekomstige situatie met het toekomstig vervoer. 12

Figuur 2: Groepsrisico per berekende situatie Het groepsrisico blijft in de eerste situatie met 0,016 ver onder de oriëntatiewaarde. In de tweede situatie neemt het groepsrisico toe naar een waarde van 0,159 en neemt dus met een factor 10 toe, maar blijft nog steeds onder de oriëntatiewaarde. Het groepsrisico in situatie 3 verandert ook als gevolg van de wegverbreding, maar is lager dan de situatie met autonome ontwikkeling en blijft met een waarde van 0,099 ook onder de oriëntatiewaarde. In tabel 3 zijn de uitkomsten van de risicoberekeningen nog eens weergegeven. Tabel 3: Groepsrisico per berekende situatie Groepsrisico 1 Huidige wegligging met de huidige vervoerscijfers 0,016 2 3 Huidige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers Toekomstige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers 0,159 0,099 13

4.3 Conclusie De worstcase situatie 2 van de in de gemeente Gilze en Rijen is geanalyseerd voor de externe veiligheidsrisico s. De huidige wegligging met de huidige vervoerscijfers, de huidige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers en de toekomstige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers zijn beschouwd. De externe veiligheidsrisico s stijgen hoofdzakelijk door de robuuste toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen. De PR 10-6 contour is in alle situaties niet aanwezig. Het groepsrisico blijft met 0,159 onder de oriëntatiewaarde. De realisatie van de verbreding van de leidt tot een toename van het groepsrisico ten opzichte van het groepsrisico van de situatie met de huidige wegligging en huidige vervoerscijfers en is 0,099. De toekomstige wegligging heeft invloed op de hoogte van het groepsrisico, maar deze invloed is kleiner dan de toename van het vervoer gevaarlijke stoffen in de toekomst. Hiermee wordt voldaan aan de normen voor externe veiligheid. 2 Let wel het betreft een worst case situatie, waarbij de toename van het vervoer als aanname gesteld is, om geen knelpunten te laten ontstaan. 14

5 VERANTWOORDINGSPLICHT GROEPSRISICO Dit hoofdstuk behandelt de bouwstenen voor de verantwoordingsplicht. Hiervoor wordt nog eens kort ingegaan op de externe veiligheidsrisico s, waarna de mogelijkheden voor hulpverlening en zelfredzaamheid worden behandeld. 5.1 Risico s wegvervoer gevaarlijke stoffen De worstcase situatie 3 van de in de gemeente Gilze en Rijen is geanalyseerd voor de externe veiligheidsrisico s. De huidige wegligging met de huidige vervoerscijfers, de huidige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers en de toekomstige wegligging met de toekomstige vervoerscijfers zijn beschouwd. De externe veiligheidsrisico s stijgen hoofdzakelijk door de robuuste toename van het vervoer van gevaarlijke stoffen. De PR 10-6 contour is in alle situaties niet aanwezig. Het groepsrisico blijft met 0,159 onder de oriëntatiewaarde. De realisatie van de verbreding van de leidt tot een toename van het groepsrisico ten opzichte van het groepsrisico van de situatie met de huidige wegligging en huidige vervoerscijfers en is 0,099. De toekomstige wegligging heeft invloed op de hoogte van het groepsrisico, maar deze invloed is kleiner dan de toename van het vervoer gevaarlijke stoffen in de toekomst. Hiermee wordt voldaan aan de normen voor externe veiligheid. 5.2 Vervolgstappen verantwoordingsplicht groepsrisico In de vervolgstappen van de verantwoordingsplicht groepsrisico dient aandacht te worden besteed aan eventuele risicoverlagende maatregelen en de mogelijkheden voor zelfredzaamheid en hulpverlening in het gebied rondom de. 5.2.1 Mogelijke risico verlagende maatregelen De gemeente Tilburg heeft haar routering voor het vervoer van gevaarlijke stoffen weggehaald. De gemeente heeft nu geen routering meer. Het feit dat de /Bredaseweg in Tilburg geen aangewezen routering gevaarlijke stoffen is, betekent niet dat het vervoer van gevaarlijke stoffen niet meer over de /Bredaseweg rijdt. 4 Het vervoer van gevaarlijke stoffen is om deze reden wel beduidend lager dan het vervoer dat meegenomen is in de risicoanalyse van de worstcase situatie. De externe veiligheidsrisico s op de /Bredaseweg blijven bestaan. 5.2.2 Hulpverlening Voor het beheersen van een incident op de, bijvoorbeeld een plasbrand bij een tankwagen met benzine, is het van belang dat hulpdiensten snel ter plaatse kunnen zijn. De verdubbeling van het aantal rijstroken komt ten goede aan de bereikbaarheid van de. Verder is de goed bereikbaar voor de hulpdiensten vanwege het bestaande netwerk van gemeentelijke wegen. De hulpdiensten hebben tevens de mogelijkheid om eventuele incidentlocaties via het naastgelegen fietspad en de parallelwegen te bereiken, afhankelijk van de locatie. Om de doorgankelijkheid van de weg te bevorderen is het van belang dat aan weerszijde 3 Let wel het betreft een worst case situatie, waarbij de toename van het vervoer als aanname gesteld is, om geen knelpunten te laten ontstaan. 4 Dit omdat een transporteur de verplichting heeft om zoveel mogelijk via hoofdwegen een bestemming te bereiken. 15

van de weg voldoende ruimte is om uit te kunnen wijken (met name voor vrachtverkeer), bijvoorbeeld door middel van vluchthavens of een brede berm. 5.2.3 Bereikbaarheid Verder wordt aanbevolen dat de gemeente Gilze en Rijen samen met de adviseurs van de Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant kijken naar de beschikbaarheid van voldoende bluswater in de buurt van de. 5.2.4 Mogelijkheden voor zelfredzaamheid Bij zelfredzaamheid wordt gekeken naar de zelfredzaamheid van de aanwezige personen en hun mogelijkheden om te kunnen vluchten. De mate van zelfredzaamheid wordt bepaald aan de hand van de mate waarin mensen zelfstandig kunnen besluiten te vluchten en tevens in staat zijn te vluchten. Kinderen, ouderen en minder validen zijn voorbeelden van verminderd zelfredzame mensen. De automobilisten die zich op het moment van een incident op de bevinden hebben voldoende mogelijkheden om afstand te creëren van de incidentlocatie. Dit kan bijvoorbeeld via het fietspad of door gebruik te maken van een van de zijwegen aan de. Verder is het van belang dat mensen die nabij de verblijven bij een calamiteit in tegengestelde richting van het wegtraject kunnen vluchten. Bij voorkeur via een andere route dan de aanrijdroute van de hulpdiensten. De omgeving van de wordt ontsloten door het bestaande netwerk van gemeentelijke wegen. Hiermee is de bebouwde omgeving op meerdere manieren te bereiken en te verlaten. De mogelijkheden om een pand te verlaten zijn ook van belang in het kader van zelfredzaamheid. 16

BIJLAGE 1 REFERENTIES 1 Wet vervoer gevaarlijke stoffen Ministerie I&M, 1995 2 3 Besluit externe veiligheid transportroutes Inventarisatie vervoer gevaarlijke stoffen Ministerie I&M, 2013 Royal Haskoning en RMD in opdracht van de gemeente Tilburg, 25 april 2008 17