Datum van inontvangstneming : 06/12/2012



Vergelijkbare documenten
Datum van inontvangstneming : 19/03/2019

Datum van inontvangstneming : 19/11/2015

Datum van inontvangstneming : 26/04/2016

Datum van inontvangstneming : 19/06/2012

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 14/06/2013

Datum van inontvangstneming : 13/10/2017

Datum van inontvangstneming : 21/11/2017

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 16/05/2014

Vertaling C-110/14-1. Zaak C-110/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 25/08/2014

Datum van inontvangstneming : 24/03/2016

Datum van inontvangstneming : 13/11/2018

Datum van inontvangstneming : 02/07/2015

Date de réception : 24/02/2012

Datum van inontvangstneming : 11/07/2014

Datum van inontvangstneming : 13/11/2015

Datum van inontvangstneming : 22/05/2017

Datum van inontvangstneming : 20/06/2017

Datum van inontvangstneming : 01/09/2015

Datum van inontvangstneming : 04/03/2013

Datum van inontvangstneming : 02/04/2018

Datum van inontvangstneming : 21/03/2017

Datum van inontvangstneming : 29/01/2018

Datum van inontvangstneming : 09/02/2015

Datum van inontvangstneming : 10/10/2017

Datum van inontvangstneming : 06/04/2017

Datum van inontvangstneming : 23/01/2019

Datum van inontvangstneming : 22/06/2017

Vertaling C-441/13-1. Zaak C-441/13. Verzoek om een prejudiciële beslissing

Datum van inontvangstneming : 22/05/2012

Datum van inontvangstneming : 08/07/2016

Datum van inontvangstneming : 20/09/2016

Datum van inontvangstneming : 30/09/2014

Datum van inontvangstneming : 25/06/2012

ARREST VAN HET HOF (Vijfde kamer) 10 mei 2001 *

Datum van inontvangstneming : 09/06/2015

Datum van inontvangstneming : 10/01/2018

Vaak gestelde vragen. over het Hof van Justitie van de Europese Unie

Datum van inontvangstneming : 23/09/2016

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 22/02/2016

Datum van inontvangstneming : 18/06/2012

Datum van inontvangstneming : 03/10/2013

Datum van inontvangstneming : 31/01/2014

Datum van inontvangstneming : 23/08/2012

Date de réception : 01/03/2012

Datum van inontvangstneming : 26/05/2014

Datum van inontvangstneming : 20/05/2013

Date de réception : 07/02/2012

Datum van inontvangstneming : 08/11/2016

Datum van inontvangstneming : 27/06/2016

Datum van inontvangstneming : 06/03/2017

Datum van inontvangstneming : 21/09/2017

Datum van inontvangstneming : 07/08/2014

Datum van inontvangstneming : 06/08/2012

Datum van inontvangstneming : 08/05/2017

Datum van inontvangstneming : 19/04/2013

Datum van inontvangstneming : 11/01/2019

Datum van inontvangstneming : 28/07/2015

Datum van inontvangstneming : 19/06/2015

Datum van inontvangstneming : 16/12/2016

Datum van inontvangstneming : 02/02/2016

Datum van inontvangstneming : 07/07/2017

Datum van inontvangstneming : 19/07/2016

Datum van inontvangstneming : 22/05/2014

BESCHIKKING VAN HET GERECHT (Vijfde kamer) 5 juli 1993 *

Vertaling C-125/14-1. Zaak C-125/14. Verzoek om een prejudiciële beslissing. Fővárosi Törvényszék (Hongarije)

Datum van inontvangstneming : 06/02/2014

Datum van inontvangstneming : 20/01/2017

Datum van inontvangstneming : 29/06/2017

Zaak T-155/04. SELEX Sistemi Integrati SpA tegen Commissie van de Europese Gemeenschappen

Datum van inontvangstneming : 08/04/2014

Datum van inontvangstneming : 18/09/2017

Datum van inontvangstneming : 15/07/2014

Arrest van het Hof (Zesde Kamer) 13 november 1990 *

Datum van inontvangstneming : 22/08/2017

Datum van inontvangstneming : 29/10/2013

ARREST VAN HET HOF (Zesde kamer) 25 mei 1993 *

Datum van inontvangstneming : 09/10/2015

Jurisprudentie. ARREST VAN HET HOF (Achtste kamer) 7 september 2017 *

Aanbieder: Taxi Broos Schipholheenenweer 4bpersonenvervoer handelende onder de naam Taxi Broos

Uitspraak Geschillencommissie Financiële Dienstverlening nr (prof. mr. M.L. Hendrikse, voorzitter en mr. W.H.

Datum van inontvangstneming : 28/06/2012

Datum van inontvangstneming : 05/08/2014

Datum van inontvangstneming : 01/04/2014

Datum van inontvangstneming : 15/05/2015

Datum van inontvangstneming : 16/09/2013

Datum van inontvangstneming : 28/02/2013

Datum van inontvangstneming : 29/05/2017

Datum van inontvangstneming : 15/07/2014

Datum van inontvangstneming : 11/12/2012

ARREST VAN HET HOF (Derde kamer) 13 juli 1989*

Datum van inontvangstneming : 23/07/2013

Datum van inontvangstneming : 03/02/2015

Arrest HvJ EG d.d. 2 juli 2009, Bavaria Bayerische Bier

ARREST VAN HET HOF 7 juli 1992 *

Datum van inontvangstneming : 05/06/2015

Datum van inontvangstneming : 21/11/2017

Transcriptie:

Datum van inontvangstneming : 06/12/2012

Vertaling C-487/12-1 Zaak C-487/12 Verzoek om een prejudiciële beslissing Datum van indiening: 2 november 2012 Verwijzende rechter: Juzgado de lo Contencioso-Administrativo de Ourense Datum van de verwijzingsbeslissing: 23 oktober 2012 Verzoekende partij: Vueling Airlines, S.A. Verwerende partij: Instituto Galego de Consumo de la Xunta de Galicia JUZGADO DE LO CONTENCIOSO ADMINISTRATIVO N 1 [DE] OURENSE (SPANJE) Partijen in het hoofdgeding: VUELING AIRLINES SA tegen INSTITUTO GALEGO DE CONSUMO XUNTA DE GALICIA (regering van de autonome gemeenschap van Galicië, Spanje). NL BESCHIKKING WAARBIJ EEN PREJUDICIËLE VRAAG WORDT VOORGELEGD AAN HET HOF VAN JUSTITIE VAN DE EUROPESE UNIE (artikel 267 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie) BESCHIKKING

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN DE JUZGADO DE LO CONTENCIOSO-ADMINISTRATIVO DE OURENSE ZAAK C-487/12 Ourense, 23 oktober 2012 1 VOORWERP VAN HET GEDING EN ONBETWISTE FEITEN 1.1.- Het onderhavige geding heeft betrekking op de afwijzing, ten gevolge van het stilzwijgen van de administratie, van het administratief beroep dat de Spaanse lagekostenluchtvaartmaatschappij VUELING AIRLINES, SA heeft ingesteld tegen het besluit van 27 juni 2011 van de te Ourense gevestigde afdeling van het INSTITUTO GALEGO DE CONSUMO, de la XUNTA DE GALICIA (regering van de autonome gemeenschap van Galicië Spanje) waarbij zij werd veroordeeld tot een boete van 3 000 EUR voor het opleggen van oneerlijke bedingen in vervoersovereenkomsten, door passagiers bovenop de ticketprijs een toeslag in rekening te brengen voor het inchecken van een koffer. 1.2.- Het in het hoofdgeding aan de orde zijnde geschil, dat van louter juridische aard is, is gebaseerd op volgende bewezen feiten, die niet door de procespartijen worden betwist: In augustus 2010 heeft de Spaanse staatsburger María José Arias Villegas via internet bij de in casu verzoekende luchtvaartmaatschappij Vueling Airlines, SA vier retourtickets gekocht om samen met drie medepassagiers op 18 oktober 2010 van A Coruña (Spanje) naar Amsterdam (Nederland) te vliegen en op 23 oktober terug te vliegen. Zij heeft in totaal twee koffers ingecheckt voor vier passagiers en daarom heeft Vueling haar bovenop de gezamenlijke basisticketprijs (241,48 EUR) een toeslag van 40 EUR in rekening gebracht. Na haar reis heeft María José Arias Villegas bij het gemeentebestuur van Ourense klacht ingediend tegen Vueling, stellende dat laatstgenoemde haar in de luchtvervoersovereenkomst een oneerlijk beding heeft opgelegd, dat onverenigbaar is met de toepasselijke Spaanse wetgeving, waarin luchtreizigers het recht is toegekend om een koffer in te checken zonder extra kosten. Het gemeentebestuur van Ourense heeft de klacht doorverwezen naar het Instituto Galego de Consumo de la Xunta de Galicia (regionale regering van Galicië), dat een administratieve sanctieprocedure is begonnen tegen Vueling. Na de voorlegging van het bewijsmateriaal en de uiteenzetting van de argumenten op dit punt, werd aan het einde van de sanctieprocedure de in casu aangevochten boete van 3 000 EUR opgelegd. De sanctie werd daarop gebaseerd dat Vueling Airlines SA inbreuk heeft gemaakt op artikel 97 van de Ley 4[8]/1960, de 21 de julio, de Navegación Aérea (hierna: Spaanse wet op de luchtvaart ) en de artikelen 82, 86, 87 en 89 van de Texto Refundido de la Ley General para la Defensa de los Consumidores y Usuarios, zoals goedgekeurd bij Real Decreto Legislativo 1/2007, de 16 de noviembre (herziene tekst van de algemene wet op de consumentenbescherming; hierna: herziene tekst van de consumentenwet ). Vueling werd een lichte inbreuk 2

VUELING AIRLINES in de zin van artikel 49, lid 1, sub i, van de herziene tekst van de consumentenwet ( opname van oneerlijke bedingen in overeenkomsten ) ten laste gelegd. Vueling heeft administratief beroep ingesteld tegen die sanctie. Toen de Xunta de Galicia na meer dan drie maanden nog niet had beslist op het beroep, heeft Vueling rechtstreeks een administratiefrechtelijk beroep ingesteld 2 VERLOOP VAN DE GERECHTELIJKE PROCEDURE 2.1.- 2.2.- Op 27 april 2012 heeft de handelsonderneming Vueling Airlines SA bij deze rechtbank beroep ingesteld tegen voornoemde boete. Op het einde van het petitum heeft zij verzocht om die boete van 3 000 EUR nietig te verklaren en in te trekken, en de verwerende overheidsinstantie uitdrukkelijk te verwijzen in proceskosten. 2.3.- De mondelinge behandeling vond plaats op 4 september 2012. Bij die gelegenheid heeft de verwerende overheidsinstantie (Instituto Galego de Consumo Xunta de Galicia) bezwaar gemaakt tegen het beroep en verzocht om het te verwerpen in zijn geheel. 2.4.- Bij beschikking van 12 september 2012 heeft de rechter partijen en het Openbaar Ministerie de mogelijkheid geboden om hun standpunten mee te delen over het nut van het indienen van een verzoek om een prejudiciële beslissing bij het Hof van Justitie van de Europese Unie, met het oog op de uitlegging van artikel 97 van de Spaanse wet op de luchtvaart (verplichting van de vervoerder om de bagage samen met de reizigers te vervoeren en dit vervoer in de ticketprijs op te nemen) om te vernemen of deze bepaling in voorkomend geval onverenigbaar is met verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008. 3 TOEPASSELIJKE SPAANSE RECHT 3.1.- De oorspronkelijke tekst van artikel 97, lid 1, van de Spaanse wet op de luchtvaart bepaalde: De vervoerder is gehouden om de bagage samen met de reizigers te vervoeren en dit vervoer in de ticketprijs op te nemen, met inachtneming van de bij verordeningen vastgestelde gewichts- en omvangslimieten. Op overschrijdingen zijn bijzondere voorwaarden van toepassing. Hiertoe worden niet als bagage beschouwd voorwerpen en handbagage die de reiziger bij zich draagt. Deze bepaling is gewijzigd bij Ley 1/2011, de 4 de marzo, en de uiteindelijke versie ervan, die thans in Spanje geldt, luidt als volgt: 3

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN DE JUZGADO DE LO CONTENCIOSO-ADMINISTRATIVO DE OURENSE ZAAK C-487/12 De vervoerder is gehouden om de bagage samen met de reizigers te vervoeren en dit vervoer in de ticketprijs op te nemen, met inachtneming van de gewichtslimiet ongeacht het aantal stukken bagage en de omvangslimiet die bij verordeningen zijn vastgesteld. Op overschrijdingen zijn bijzondere voorwaarden van toepassing. Hiertoe worden niet als bagage beschouwd voorwerpen en handbagage die de reiziger bij zich draagt. De vervoerder is gehouden om kosteloos in de passagiersruimte als handbagage te vervoeren de voorwerpen en bagagestukken die een reiziger bij zich draagt, daaronder begrepen de in luchthavenwinkels gekochte waren. De vervoerder kan enkel weigeren om deze voorwerpen en bagagestukken aan boord te nemen om veiligheidsredenen die verband houden met het gewicht of de omvang van het voorwerp, met inachtneming van de kenmerken van het vliegtuig. 3.2.- Herziene tekst van de consumentenwet, zoals goedgekeurd bij Real Decreto Legislativo 1/2007 van 16 november 2007: Artikel 82. Begrip oneerlijke bedingen 1. Alle bepalingen waarover niet afzonderlijk is onderhandeld en alle niet uitdrukkelijk overeengekomen praktijken, worden als oneerlijke bedingen beschouwd indien zij, in strijd met de goede trouw, het evenwicht tussen de uit de overeenkomst voortvloeiende rechten en verplichtingen van de partijen aanzienlijk verstoren ten nadele van de consument. [...] 4. In afwijking van de vorige leden zijn in ieder geval oneerlijk, bedingen die overeenkomstig de artikelen 85 tot en met 90: a. [...] b. de rechten van de consument beperken; c. leiden tot het ontbreken van wederkerigheid in de overeenkomst [...] Artikel 86. Bedingen die oneerlijk zijn omdat zij de basisrechten van de consument beperken. Zijn in ieder geval oneerlijk bedingen waarbij rechten die bij aanvullende of dwingende bepalingen aan de consument zijn toegekend, worden beperkt of hem worden ontnomen, en met name bepalingen die: [...] 7. Enig andere afstand of beperking van de consumentenrechten opleggen. Artikel 87. Bedingen die oneerlijk zijn omdat zij leiden tot het ontbreken van wederkerigheid in de overeenkomst. 4

VUELING AIRLINES Zijn oneerlijk bedingen die, in strijd met de goede trouw, leiden tot het ontbreken van wederkerigheid in de overeenkomst ten nadele van de consument, en met name: [...] 6. Bepalingen die dure of buitensporige verplichtingen opleggen voor de uitoefening van rechten die aan de consument zijn toegekend bij overeenkomst. Bij duurovereenkomsten voor het verrichten van diensten of het leveren van goederen gaat dit met name om het opleggen van buitensporig lange termijnen, het opleggen van enige afstand of beperkingen die het recht van de consument op opzegging van deze overeenkomsten uitsluiten of bemoeilijken alsook de uitoefening van dit recht via de overeengekomen procedure bemoeilijken, zoals bepalingen die andere formaliteiten voorschrijven dan die welke gelden voor het sluiten van de overeenkomst of voorzien in het verlies van vooruitbetaalde bedragen, in de betaling van bedragen voor niet daadwerkelijk verrichte diensten [of] de ondernemer de mogelijkheid bieden om eenzijdig contractuele boetebedingen toe te passen of schadevergoedingen op te leggen die niet overeenkomen met werkelijk geleden schade. Artikel 89. Oneerlijke bedingen die gevolgen hebben voor de totstandkoming en de uitvoering van de overeenkomst. Worden in ieder geval als oneerlijke bedingen beschouwd: [...] 5. Prijsverhogingen voor nevendiensten, financiering, uitstel van betaling, toeslagen, schadevergoeding of sancties die geen betrekking hebben op aanvullende prestaties die in ieder afzonderlijk geval kunnen worden aanvaard of geweigerd en voldoende duidelijk of in een afzonderlijk deel worden uiteengezet. 4 RECHT VAN DE EUROPESE UNIE Verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap (Publicatieblad van de Europese Unie van 31 oktober 2008): Artikel 22. Vrijheid van prijszetting 1. Onverminderd artikel 16, lid 1, worden de passagierstarieven en de tarieven voor intracommunautaire luchtdiensten door de communautaire luchtvaartmaatschappijen en, op basis van wederkerigheid, door de luchtvaartmaatschappijen van derde landen vrij vastgesteld. 5 ARGUMENTEN VAN PARTIJEN 5

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN DE JUZGADO DE LO CONTENCIOSO-ADMINISTRATIVO DE OURENSE ZAAK C-487/12 5.1 Verzoekster Vueling Airlines SA betoogt dat luchtvaartmaatschappijen voor passagiersvervoer overeenkomstig artikel 22 van verordening nr. 1008/2008 zodanige tarieven kunnen vaststellen dat het inchecken van bagage niet in de basisticketprijs is begrepen en nadien een toeslag in rekening wordt gebracht wanneer de klant vrijwillig één of meer koffers wil inchecken. Zij benadrukt aldus dat vaststaat dat de kosten van vervoer van bagage begrepen zijn in de prijs en dat het beginsel van vrije prijszetting op de markt bijgevolg eveneens geldt ten aanzien van deze kosten. Hieruit volgt dat Arias Villegas geen recht heeft op een ticketprijs waarin het vervoer van zowel de bagage als de passagier zijn begrepen. Voorts voert zij aan dat de liberalisering van de luchtvaarttarieven als neergelegd in genoemde bepaling van verordening nr. 1008/2008 (die is gebaseerd op artikel 5 van de vorige, reeds ingetrokken gemeenschapsverordening nr. 2409/1992 van 23 juli 1992) overeenkomstig het beginsel van voorrang van het gemeenschapsrecht, voorrang moet hebben boven de in artikel 97 van de Spaanse wet op de luchtvaart vastgestelde verplichting om het recht op het inchecken van bagage op te nemen in de ticketprijs. 5.2.- De verwerende overheidsinstantie, Instituto Galego de Consumo de la Xunta de Galicia, voert daarentegen aan dat de in artikel 22 van gemeenschapsverordening nr. 1008/2008 bedoelde vrijheid van prijszetting inzake luchtvaarttarieven niet verhindert en er niet aan in de weg staat dat de Spaanse nationale wetgeving bij de regeling van de inhoud van de luchtvervoersovereenkomst en de rechten en verplichtingen van de contractpartijen, ten behoeve van passagiers (consumenten) vaststelt dat het personenvervoer waartoe de luchtvaartmaatschappij zich bij overeenkomst verbindt automatisch en in ieder geval voor de reiziger het recht inhoudt om een koffer met bepaalde kenmerken in te checken. 6 MOTIVERING 6.1.- 6.2.- Zoals gezegd hangt de beslechting van het hoofdgeding precies af van de toepassing van een gemeenschapsrechtelijk voorschrift (artikel 22 van verordening nr. 1008/2008) waarvan de uitlegging aanleiding geeft tot ernstige en redelijke twijfels, aangezien de nationale bepaling die de Spaanse overheid heeft toegepast bij het opleggen van de in het hoofdgeding bestreden boete (artikel 97 Spaanse wet op de luchtvaart) daarmee in strijd is. 6.3.- Hoewel het bedrag van het geschil beperkt is (3 000 EUR), is de gestelde prejudiciële vraag relevant en van groot praktisch nut, behalve omdat zij rechtstreekse gevolgen heeft voor de beslechting van het hoofdgeding, om de volgende redenen: 6

VUELING AIRLINES Het Hof van Justitie van de Europese Unie heeft zich kennelijk nog niet uitgesproken over deze specifieke kwestie (te weten het recht van een passagier om tegen de basisprijs van een vliegticket minstens één koffer met een bepaald gewicht en omvang in te checken). Ook de hogere Spaanse rechters hebben hierover nog geen uitspraak gedaan, aangezien de gedingen waarin deze kwestie aan de orde was over beperkte bedragen bleken te gaan, waardoor doorgaans bij de nationale rechters noch hoger beroep noch cassatieberoep kon worden ingesteld tegen vonnissen van rechtbanken die daarover in eerste aanleg uitspraak hadden gedaan. In Spanje zijn er steeds meer geschillen en rechtszaken over deze specifieke kwestie. Het antwoord van het Hof op de gestelde vraag zal zorgen voor veel meer rechtszekerheid op het gebied van overeenkomsten voor personenvervoer door de lucht in de Europese Unie in het algemeen en in Spanje in het bijzonder. Om die reden hebben alle partijen in het hoofdgeding en het Openbaar Ministerie ingestemd met het verzoek om een prejudiciële beslissing. 6.4.- De onderhavige rechterlijke instantie is van oordeel dat de in het geding zijnde nationale bepaling (artikel 97 van de Spaanse wet op de luchtvaart, zoals gewijzigd bij Ley 1/2011 van 4 maart 2011) de Spaanse consument die een overeenkomst voor personenvervoer door de lucht aangaat, duidelijk het recht toekent om in ieder geval bagage met bepaalde kenmerken in te checken zonder een toeslag verschuldigd te zijn bovenop de basisprijs van het vliegticket. De hierboven in punt 3.1 aangehaalde tekst van de Spaanse wet is duidelijk, en de letterlijke en grammaticale uitlegging ervan geeft geen aanleiding tot twijfel. De Spaanse wetgever had dit consumentenrecht kunnen beperken of afschaffen bij de wijziging van die wet in 2011. Hij heeft niet alleen nagelaten dit te doen, maar heeft ook de inhoud ervan uitgebreid, door passagiers het aanvullende recht toe te kennen om in luchthavenwinkels gekochte waren kosteloos als handbagage (die niet moet worden ingecheckt en in de passagiersruimte mag worden meegenomen) te vervoeren. 6.5.- Andere Spaanse rechtbanken van eerste aanleg hebben recentelijk geoordeeld dat luchtvaartmaatschappijen in Spanje op grond van genoemd gemeenschapsrechtelijk voorschrift (artikel 22 van verordening nr. 1008/2008) bovenop de basisticketprijs een toeslag kunnen heffen voor het inchecken van een koffer, en dat dit uit het Europees recht afgeleide beginsel voorrang moet hebben boven de andersluidende bepaling uit de Spaanse nationale wetgeving. 7

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN DE JUZGADO DE LO CONTENCIOSO-ADMINISTRATIVO DE OURENSE ZAAK C-487/12 6.6.- De rechtbank te Ourense oordeelt echter dat er sterke argumenten zijn om de tegengestelde opvatting te verdedigen en verzoekt het Hof daarom om een prejudiciële beslissing. Die rechtbank oordeelt aldus dat de in artikel 22 van verordening nr. 1008/2008 neergelegde liberalisering van de luchtvaarttarieven een autonoom begrip is dat vreemd is aan de basisrechten die de Spaanse nationale wetgeving, ter bescherming tegen misleidende praktijken van luchtvaartmaatschappijen, toekent aan passagiers in hun hoedanigheid van gebruikers van de luchtvervoersdienst. In Spanje is het recht van passagiers die gebruikmaken van transportmiddelen voor interstedelijk vervoer over land (trein en autobus) om met het vervoerbewijs of -ticket automatisch en in ieder geval zonder toeslag bagage van ongeveer 20 kg te vervoeren tot dusver nooit ter discussie gesteld. Dezelfde praktijk gold voor het personenvervoer door de lucht. Alle luchtvaartmaatschappijen kennen dit recht toe aan passagiers (te weten dat het basistoeristenticket ook recht geeft op het inchecken van een koffer van ongeveer 20 kg), en die passagiers beschikken nog steeds over dit recht bij Iberia en Air Europa alsook bij talrijke andere luchtvaartmaatschappijen uit verschillende landen van de Europese Unie (TAP, Air France etc.). Enkele jaren geleden zijn de low cost -luchtvaartmaatschappijen doorgebroken, voornamelijk dankzij economische steunmaatregelen die lokale of regionale autoriteiten hebben genomen ter bevordering van het intracommunautaire toerisme. Verzoekster in het hoofdgeding, Vueling, is één van die luchtvaartmaatschappijen. Zij hebben de volgende praktijk ontwikkeld. Wie naar een bepaalde bestemming wil reizen vanuit een Europese luchthaven, zoekt de beste prijs op internet, die doorgaans door één van die lagekostenluchtvaartmaatschappijen wordt aangeboden. Zo begint, ook via internet, het boekingsproces van een vliegticket. In de loop van het boekingsproces blijkt verrassend dat dit ticket het recht uitsluit om bagage in te checken en dat men een toeslag moet betalen of extra kosten moet dragen indien men een koffer van ongeveer 20 kg wil meenemen. Ten gevolge van deze toeslag wordt de oorspronkelijke prijs van het ticket soms zelfs verdubbeld. Deze misleidende praktijk zorgt er doorgaans voor dat een dergelijke passagier afziet van het inchecken van bagage die hij werkelijk nodig heeft en zijn voorwerpen als handbagage meeneemt in de passagiersruimte. Hierdoor wordt de passagiersruimte van het vliegtuig volgestouwd met handbagage, wat hinder veroorzaakt voor de passagiers en zelfs de veiligheid van de vlucht in het geding kan brengen. Bovendien onderwerpen luchtvaartmaatschappijen handbagage aan de boarding gate aan een nauwgezette en overdreven controle, waarbij zij reizigers verplichten om bagagestukken die volgens hen niet voldoen aan de door hen vastgestelde maximale afmetingen, mits betaling van een erg hoge toeslag, in te checken, zonder dat zij zich daartegen kunnen verweren of verzetten. 8

VUELING AIRLINES Het in genoemd artikel 97 van de wet op de luchtvaart aan luchtvaartpassagiers toegekende recht om met een ticket automatisch en in ieder geval een koffer in te checken, is een logische en redelijke maatregel ter bescherming van de consument. Het betreft een recht dat ziet op de waardigheid van de passagier zelf. Dat dit recht volgens de wettelijke omschrijving van de luchtvervoersovereenkomst behoort tot de algemene prestaties die alle luchtvaartmaatschappijen moeten verrichten, staat niet in de weg aan de liberalisering van de luchtvaarttarieven. Vaststaat dat het uiteindelijk de passagier is die beslist of hij al dan niet bagage incheckt voor zijn vlucht. Het inchecken van bagage heeft daarbij ongetwijfeld gevolgen voor de brandstof- en vluchtexploitatiekosten. Hoewel dit echter evenzeer opgaat voor het specifieke gewicht van de passagier zelf of voor het gebruik van het vliegtuigtoilet tijdens de vlucht, kan de passagier daarvoor geen toeslag in rekening worden gebracht, aangezien dat afdoet aan zijn waardigheid en zijn meest fundamentele rechten als consument. Een goed voorbeeld van het voorgaande is het concrete geval dat in het hoofdgeding aan de orde is. Gelokt door een op de website van Vueling geadverteerde lage vluchtprijs, begon Arias Villegas via internet een ticket te boeken bij deze luchtvaartmaatschappij voor een toeristische reis van een week van Spanje naar Nederland. Deze prijs bleef zelfs gehandhaafd tot het begin van het boekingsproces, toen reeds concrete reisdata waren gekozen en vastgelegd. Daarna heeft zij in een vergevorderd stadium van het boekingsproces ontdekt dat met het geadverteerde ticket voor een reis waarvoor logischerwijze bagage wordt ingecheckt geen bagage kon worden ingecheckt en dat zij deze optie afzonderlijk kon aanvinken, mits betaling van een toeslag bovenop de basisticketprijs. Zoals gebruikelijk in dergelijke gevallen zag de zwakke contractpartij (de luchtvervoergebruiker) zich hierdoor gedwongen af te zien van het in de Spaanse wet op de luchtvaart neergelegde basisrecht door slechts twee koffers in te checken voor vier passagiers, terwijl eigenlijk vier koffers (één per passagier) moesten worden ingecheckt, en was zij bovendien verplicht een niet eerder op de website van de luchtvaartmaatschappij aangekondigde toeslag te betalen. Zoals het Hof onder meer heeft geoordeeld in zijn recente arrest van 19 juli 2012, ebookers.com Deutschland (C-112/11, nog niet gepubliceerd in de Jurisprudentie), moet het gemeenschapsrecht in het algemeen en verordening nr. 1008/2008 in het bijzonder ongetwijfeld in zo gunstig mogelijke zin worden uitgelegd om de bescherming van de klant te waarborgen. Dit leidt tot de conclusie dat het in het Spaanse recht erkende recht om bagage in te checken bij personenvervoer door de lucht, dat de mogelijkheid uitsluit om voor het inchecken van één enkele koffer van ongeveer 20 kg een facultatieve toeslag in rekening te brengen, niet onverenigbaar en geenszins in strijd is met de in artikel 22 van verordening nr. 1008/2008 neergelegde liberalisering van de luchtvaarttarieven. 9

VERZOEK OM EEN PREJUDICIËLE BESLISSING VAN DE JUZGADO DE LO CONTENCIOSO-ADMINISTRATIVO DE OURENSE ZAAK C-487/12 7 PREJUDICIËLE VRAAG DIE AAN HET HOF VAN JUSTITIE WORDT VOORGELEGD Dient artikel 22, lid 1, van verordening (EG) nr. 1008/2008 van het Europees Parlement en de Raad van 24 september 2008 inzake gemeenschappelijke regels voor de exploitatie van luchtdiensten in de Gemeenschap aldus te worden uitgelegd dat het in de weg staat aan een nationale bepaling [artikel 97 van de Spaanse wet op de luchtvaart] die luchtvaartmaatschappijen voor passagiersvervoer verplicht om passagiers in ieder geval het recht toe te kennen om een koffer in te checken zonder extra kosten of toeslag bovenop de basisprijs van het geboekte ticket? 10