Kennis bedrijfseconomie

Vergelijkbare documenten
Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Kennis Bedrijfseconomie. Werkboek

Kennis bedrijfsadministratie

Elementaire kennis Bedrijfseconomie

Elementaire kennis Bedrijfseconomie

Elementaire kennis bedrijfsadministratie deel 2

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie deel 1

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie deel 1

Kennis Bedrijfseconomie

Financieel en administratief beheer 1

Nederlands. Woordenschat Dienstverlening en zorg

Financieel en administratief beheer 2

Werken binnen commercieel groen

Elementaire praktijk van de Financiering Werkboek

Project. Kinderen begeleiden

Cursus. Schuldhulpverlening (budgetteren)

Training. Observeren en rapporteren

Project. Interculturele communicatie

Nederlands. Woordenschat Basis

Mastiek en mise-en-place. Werkboek

Partie Kleine kaart. Werkboek

Algemene beroepsvaardigheden. Werkboek

Werken in een ziekenhuis

Verbeteren en vernieuwen van de dienstverlening in de keuken

Cursus. Begeleiden en zorgen in de thuiszorg en ambulant in GHZ

Cursus. Gezin in beeld

Training. BMC-vaardigheden gericht op dagbesteding deel 2 (sport en spel)

REKENEN VERHOUDINGEN Verhoudingen voor1f

Economie en handel. Assistent logistiek. Deel 1 van 6 Ontvangt Goederen/producten

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie

Ik en de maatschappij. Vrije tijd

Training. Enquêteren

3. Een opleidingsdomein kiezen

Cursus. Moeilijk bereikbare doelgroepen

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Lily Benjamin - Merens

4. Een vervolgopleiding kiezen

Training. Mobiliteit, slapen en waken

Voorbereidende interne stage

Edu4all LOB. 1. Leren Kiezen. Licentie: Voor het activeren van de licentie kijk op pagina 5 van dit werkboek.

Voorbereiden op stage en bijbaan

Cursus. Bijhouden van ontwikkeling van de leerling en differentiatie

Werken in een sportcentrum

Werken bij een bouwbedrijf

Kennis Bedrijfsadministratie. Werkboek

Ondernemen en het ondernemingsplan 2

Project. Deskundigheidsbevordering 2

Cursus. Leerlingen met specifieke begeleidingsvragen

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen

UITWERKINGEN OPGAVEN HOOFDSTUK 5 OPGAVE 3

Training. Werken in een team: vergaderen en evalueren voor SMD en SCW

Oriëntatie op branche en beroep

Partie Menukoken. Werkboek

Werken als officemanager

Werken in de dagbesteding

Cursus. Ontwikkelingspsychologie voor SMD en SCW

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur: Mies Blok. Inhoudelijke redactie: Jo-Anne Schaaf

Training. Groepsklimaat

Werken als specialistisch banketbakker

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GHZ

PROEFEXAMEN 2 Praktijkdiploma Boekhouden

Training. Hoe kom je tot een projectplan?

Cursus. Begeleiden en zorgen in kleinschalig wonen in GGZ

Cursus. Groepsdynamica en leiderschapsstijlen

Ondernemen en de webshop 2

Werken als gastheer-vrouw in de catering

Cursus. Chronisch zieken

Cursus. Begeleiden van adolescenten

Cursus. Oriëntatie op de dienstverlening in de GHZ

Cursus. Begeleiding vrijwilligers en mantelzorgers

Cursus. Begeleiden en zorgen intramuraal in GGZ

Werken als metselaar

Cursus. Oriëntatie op het werkveld voor SMD en SCW

Rekenen verhoudingen. Procenten voor 1F

Project. E-health en domotica

Communiceren in de beroepspraktijk

Cursus. Ouderenzorg, geriatrie

Ik en de maatschappij. Klussen in huis

Cursus. Ontwikkeling van beroepsuitoefening en kwaliteitszorg

Cursus. Klassenmanagement

Loopbaanoriëntatie -begeleiding

Cursus. Vakinhoud en leergebieden primair onderwijs (geschiedenis)

Backoffice reisbranche

2015 Nederlandse Associatie voor Examinering Financiering niveau 5 1 / 12

Training. Talentherkenning

REKENEN. Meetkunde voor 1F Deel 2 van 2

Cursus. Evalueren begeleiding van activiteiten

Dit voorbeeldexamen bestaat uit 27 vragen. De opbouw en het aantal vragen komt overeen met het online examen.

Cursus. Kinderziektes en medicatie

Elementaire kennis Bedrijfsadministratie Deel 1 Werkboek

Cursus. Coördineren in de kinderopvang, ketenregie, sociale kaart en netwerk

Blommaert. Bedrijfseconomische Analyses OPGAVEN. Blommaert & Bedrijfseconomie vanuit managementperspectief. Zevende druk

Werken in de distributie

Training. Methodisch verzamelen van informatie

Het ondernemingsplan. Werkboek. Serienummer: Licentie: Voor het activeren van deze licentie kijk je op de volgende pagina.

TOELATINGSTOETS M&O. Datum

Colofon. Uitgeverij: Edu Actief b.v Auteur(s): Marijke Willems

Werken op het secretariaat

Cursus. Aanbieden ontwikkelingsgerichte activiteiten VVE

Werken aan natuur en milieu

Training. Taalstimulering

Transcriptie:

Kennis bedrijfseconomie Werkboek Ad Bakker Licentie:

Colofon Uitgeverij: Edu Actief b.v. 0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Ad Bakker Titel: Kennis bedrijfseconomie Werkboek ISBN: 978 90 3725 261 3 Bronvermelding: Collectie Joods Historisch Museum, Amsterdam. Collectie J. van Velzen. Edu Actief b.v. 2019 Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl). De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden. Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.

Inhoudsopgave 1. 1.1 1.2 Voorwoord Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen Kennisvragen Toepassingsopdrachten 4 5 6 11 2. 2.1 2.2 Vreemd vermogen Kennisvragen Toepassingsopdrachten 21 22 28 3. 3.1 3.2 Activiteitskengetallen Kennisvragen Toepassingsopdrachten 39 40 41 4. 4.1 4.2 Beoordeling van de liquiditeit Kennisvragen Toepassingsopdrachten 55 56 58 5. 5.1 5.2 Beoordeling van de solvabiliteit Kennisvragen Toepassingsopdrachten 91 92 93 6. 6.1 6.2 Beoordeling van de rentabiliteit Kennisvragen Toepassingsopdrachten 103 104 106 7. 7.1 Gecombineerde opdrachten Gecombineerde opdrachten 123 124 3

Voorwoord Voor je ligt het werkboek Kennis bedrijfseconomie dat hoort bij de methode Financieel.info. In dit werkboek wordt verwezen naar het bijbehorende theorieboek Kennis bedrijfseconomie. Bestudeer de paragraaf uit het theorieboek Kennis bedrijfseconomie. HOE WERKT DE METHODE? Financieel.info bestaat uit theorieboeken en bijbehorende werkboeken. In de theorieboeken worden kennis en vaardigheden beschreven en aan de hand van voorbeelden uitgelegd. In de werkboeken gaat de student actief aan de slag met de opgedane kennis en vaardigheden. Op de methodesite staan bronnen zoals video's, weblinks en documenten waar in de boeken naar wordt verwezen. Bekijk de video op de methodesite. Activeer de weblink op of download het document van de methodesite. Deze website kun je bereiken via www.mbo-financieel.info. Hoe moet je de licentie activeren? Voordat je de digitale leeromgeving kunt gebruiken moet je je licentie activeren. Overleg met je docent welk type account je gebruikt. Ga naar www.edu-actief.nl/licentie Bekijk de instructiefilm of lees het stappenplan. Volg de stappen. Daarna kun je aan de slag! Gebruik jaartallen In dit werkboek is ervoor gekozen om bij opdrachten die zich afspelen binnen één kalenderjaar geen jaartal te vermelden of het jaartal 20.. te gebruiken. Indien er meerdere jaren van toepassing zijn, wordt gesproken over afgelopen, huidig en komend jaar. Of worden jaartallen genoemd. 4

HOOFDSTUK 1 Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen

KENNISVRAGEN HOOFDSTUK 1 1. Wat wordt verstaan onder financiering? 2. a. Noem twee voorbeelden van activa. 1. 2. b. Noem twee voorbeelden van passiva. 1. 2. 3. Wat is het verschil tussen interne financiering en externe financiering? 4. Is de inbreng van 100.000,- eigen geld door de eigenaar van een eenmanszaak in zijn onderneming een vorm van interne financiering of van externe financiering? 5. Wat zijn voorbeelden van activa? Crediteuren en eigen vermogen Crediteuren en debiteuren Voorraden en eigen vermogen Voorraden en debiteuren 6. Wat is het verschil tussen vaste activa en vlottende activa? 6

1. Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen 7. a. Wat zijn vlottende activa? b. Geef twee voorbeelden. 1. 2. 8. Wat zijn liquide middelen? 9. Wat is goodwill? 10. Waarom moet een ondernemer de btw voorfinancieren? 11. Stelling 1: Een voorbeeld van vaste activa is een bestelauto. Stelling 2: Vlottende activa gaan langer mee dan vaste activa. Welke van de stellingen is/zijn juist? Beide stellingen zijn juist. Beide stellingen zijn onjuist. Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist. Stelling 2 is juist en stelling 1 is onjuist. 12. Wat zijn debiteuren? Afnemers die na de levering mogen betalen Afnemers die vóór de levering moeten betalen Leveranciers die na de levering mogen betalen Leveranciers die vóór de levering moeten betalen 13. Wat is het verschil tussen een investeringsplan en een financieringsplan? 7

14. Wat is het verschil tussen een gewone lening en een achtergestelde lening? 15. Wat is het verschil tussen lang vreemd vermogen en kort vreemd vermogen? 16. Een mogelijke financieringsvorm is een hypothecaire lening. Wat is een vereiste voor de onderneming om in aanmerking te komen voor een hypothecaire lening? 17. Een mogelijke financiering is door middel van een achtergestelde lening. Waarom zal de verstrekker van een achtergestelde lening vaak een hoger interestpercentage eisen? 18. Wat wordt verstaan onder intensieve financiering? 19. Noem drie voorbeelden van intensieve financiering. 1. 2. 3. 20. Wat is het verschil tussen gelijktijdige aanschaf van duurzame productiemiddelen en volgtijdige aanschaf? 21. Wat wordt verstaan onder de cashflow van een onderneming? 8

1. Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen 22. Waarom wordt eigen vermogen permanent vermogen genoemd? 23. Wat is de betekenis van een bedrag onder de post Privé aan de creditzijde van de saldibalans van een eenmanszaak? 24. Wat is het verschil tussen een commanditaire vennoot en een beherende vennoot in een commanditaire vennootschap? 25. Noem drie verschillen tussen een bv en een nv. 1. 2. 3. 26. Wat is de taak van het Centrum voor Fondsenadministratie? 27. Leg uit hoe een algemene reserve en een agioreserve ontstaan in een nv of bv. 28. Hoe noem je een winstuitkering door een nv in de vorm van aandelen? Agio Cashdividend Reservering Stockdividend 29. Op de balans van een nv staan aan de creditzijde de volgende posten: geplaatst aandelenkapitaal 600.000,- aandelen in portefeuille 200.000,-. Hoeveel bedraagt het maatschappelijk aandelenkapitaal? 200.000,- 400.000,- 600.000,- 800.000,- 9

30. Wat is dividend en in welke vormen kan het worden uitgekeerd? 31. Wat is keuzedividend? 32. Kan in een bv of nv het bedrag van Aandelen in portefeuille hoger zijn dan het bedrag van het Maatschappelijk aandelenkapitaal? Verklaar je antwoord. 33. Waarover wordt de dividendbelasting berekend? 34. Hoe wordt de intrinsieke waarde van een aandeel berekend? 35. Kan de koerswaarde van een aandeel van een nv lager zijn dan de intrinsieke waarde? Verklaar je antwoord. 36. Stelling 1: Aandelen van een nv mogen niet beneden pari worden uitgegeven. Stelling 2: Een claimemissie van aandelen is uitsluitend voorbehouden aan de bestaande aandeelhouders. Welke van de stellingen is/zijn juist? Beide stellingen zijn juist. Beide stellingen zijn onjuist. Stelling 1 is juist en stelling 2 is onjuist. Stelling 2 is juist en stelling 1 is onjuist. 37. Wat zijn preferente aandelen? 10

1. Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen 38. Noem twee voorrechten van houders van preferente aandelen. 1. 2. TOEPASSINGSOPDRACHTEN HOOFDSTUK 1 De opdrachten 1 t/m 4 horen bij de paragrafen 1.1 t/m 1.3. Opdracht 1 Een onderneming wil 560.000,- investeren in activa. Hiervan kan via een onderhandse lening 300.000,- worden aangetrokken. Van het resterende bedrag kan maximaal 30% worden opgenomen bij de bank in de vorm van een rekening-courantkrediet. Bereken het benodigde minimale extra eigen vermogen. Opdracht 2 Gegeven is de volgende balans per 31 december van schildersbedrijf Superglans te Leimuiden: Debet Balans Superglans per 31 december Credit Gebouw 113.600,- 250.000,- Eigen vermogen Auto 150.000,- 43.200,- Hypothecaire lening o/g Gereedschappen en materialen 60.000,- 18.900,- Onderhandse lening o/g Voorraad verf en andere producten 10.200,- 24.500,- Rekening-courant Bank Debiteuren 14.100,- 8.600,- Crediteuren Kasgeld 2.700,- Totaal 347.900,- 347.900,- Totaal a. Bereken het bedrag van de vaste activa per 31 december. b. Bereken het bedrag van de vlottende activa per 31 december. 11

c. Hoeveel is het totale bedrag van de passiva per 31 december? Opdracht 3 Erica Dijkstra wil in haar woonplaats een sportzaak beginnen. Zij heeft een pand in het centrum op het oog dat na een grondige verbouwing heel geschikt is. Erica heeft een opstelling gemaakt van wat zij allemaal nodig heeft om te starten. Op de eerste plaats moet zij het pand kopen. De prijs daarvoor bedraagt 240.000,-, maar haar makelaar denkt dat hier nog wel 10% af kan. Verder moet zij rekening houden met bijkomende kosten van 15.000,-. Volgens een offerte van de aannemer zijn de kosten van de verbouwing en inrichting 95.000,-. Aan sportkleding en sportartikelen is een investering nodig van 45.000,-. Deze goederen koopt zij voor de helft op rekening en voor de rest contant. De aanschaf van twee kassasystemen kost 8.000,-. Erica wil dat in elke kassa 500,- aan wisselgeld aanwezig is. En verder wil zij 10.000,- op de zakelijke bankrekening hebben staan om diverse onverwachte kosten te kunnen betalen. Alle bedragen zijn exclusief omzetbelasting. Hiermee hoeft ook geen rekening te worden gehouden. Erica heeft haar plan besproken met de plaatselijke bank en deze is bereid haar een 4% hypothecaire lening te verstrekken van 200.000,- en een 6% onderhandse lening van 50.000,-. Zelf heeft zij op haar spaarrekening een bedrag staan van 60.000,-, waarvan zij 40.000,- in haar zaak wil steken. Het ontbrekende bedrag mag zij van haar vader lenen tegen een percentage van 2% per jaar. Terugbetaling daarvan kan in tien jaarlijkse termijnen. 12

1. Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen a. Stel voor Erica het investeringsplan op en verdeel de posten in vaste activa en vlottende activa. Vul daartoe de tabel in. Investeringsplan Bedrag Vaste activa Totaal vaste activa Vlottende activa Totaal vlottende activa Totaal investering b. Stel voor Erica het financieringsplan op en verdeel de posten in eigen vermogen, vreemd vermogen lang en vreemd vermogen kort. Vul daartoe de tabel in. Financieringsplan Bedrag Eigen vermogen Totaal eigen vermogen Vreemd vermogen lang Totaal vreemd vermogen lang Vreemd vermogen kort Totaal vreemd vermogen kort Totaal vermogen 13

Opdracht 4 Van handelsonderneming Flevoland is de verwachte vermogensbehoefte van de debiteuren in het komende jaar als volgt: 1 januari 1 april 1 juli 1 oktober 31 december 160.000,- 220.000,- 250.000,- 240.000,- 170.000,- De veranderingen in de vermogensbehoefte van de debiteuren vinden geleidelijk plaats. a. Bepaal de debiteurenkern in het komende jaar. b. Op welke manier kan de debiteurenkern het best worden gefinancierd? c. Op welke manier kunnen de bedragen boven de debiteurenkern het best worden gefinancierd? De opdrachten 5 t/m 7 horen bij paragraaf 1.4. Opdracht 5 Een grote bloemisterij in het midden van het land heeft voor de bezorging van bloemen en planten aan het begin van 2018 en aan het begin van 2019 een bestelauto gekocht. Aan het begin van 2020 wordt nog een bestelauto gekocht. a. Van welke soort aanschaf is hier sprake? Leg uit waarom. Van de bloemisterij is over 2019 gegeven: opbrengst verkopen 345.000,- kostprijs verkopen 156.000,- overige kosten exclusief afschrijvingskosten 46.200,- afschrijvingskosten vaste activa 33.800,- belasting over de winst 20%. 14

1. Vermogensbehoefte, financiering en eigen vermogen b. Bereken de winst na belasting van de bloemistenrij over 2019. c. Bereken de cashflow na belasting van de bloemistenrij over 2019. Opdracht 6 Een taxibedrijf schaft aan het begin van jaar 1 drie taxi s aan. De aanschafprijs van een taxi is 50.000,-. De taxi s worden in vijf jaar afgeschreven met gelijke bedragen per jaar tot een restwaarde van nihil. De afschrijvingsgelden worden direct gebruikt om nieuwe taxi s te kopen. Bereken hoeveel taxi s uiteindelijk kunnen worden gefinancierd. Vul daartoe de tabel in. Jaar Aantal taxi's Afschrijving Geld beschikbaar Aantal taxi's Aantal buiten Aantal taxi's Geld over begin jr. einde jaar nieuw nieuw gebruik einde jr. 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. Opdracht 7 Gegeven is de volgende winst-en-verliesrekening over het afgelopen jaar: Debet Inkoopprijs verkopen Loonkosten Afschrijvingskosten Interestkosten Verkoopkosten Overige kosten Winstsaldo Totaal Winst-en-verliesrekening ( 1,-) 370.000 Opbrengst verkopen 98.300 Huuropbrengst 34.600 8.400 7.600 18.200 224.000 761.100 Totaal Credit 744.300 16.800 761.100 15

De belasting over de winst is 19% over de eerste 200.000,- en 25% over de rest. a. Bereken de winst over het afgelopen jaar na aftrek van belasting. b. Bereken de cashflow over het afgelopen jaar. De opdrachten 8 t/m 13 horen bij paragraaf 1.5. Opdracht 8 Op de balans van kantoorboekhandel Westers staan per 31 december van het afgelopen jaar onder andere de volgende posten: Verliessaldo 97.400,- 8.200,- Eigen vermogen Privé 35.000,- Bereken het eigen vermogen op de balans van 1 januari van het volgende jaar. Opdracht 9 Van Hafmo vof is de volgende balans gegeven: Balans Hafmo per 31 december Gebouwen 250.000,- 522.800,- Eigen vermogen W. Hafmans Inventaris 150.000,- 93.200,- Eigen vermogen A. de Mol Voorraden 300.000,- 141.300,- Hypothecaire lening o/g Debiteuren 38.800,- 46.500,- Crediteuren Liquide middelen 23.200,- 38.200,- Overige korte schulden Winstsaldo 80.000,- Totaal 842.000,- 842.000,- Totaal De winst wordt als volgt verdeeld: Elke vennoot krijgt eerst 4% interest over zijn eigen vermogen. Van de rest krijgt vennoot Hafmans 60% en vennoot De Mol 40%. 16