Vlaamse ambitie op VN-Klimaattop in Kopenhagen



Vergelijkbare documenten
Klimaatverandering en internationaal beleid: de weg van Kyoto naar Kopenhagen.

KLIMAATBELEID. Joke Schauvliege Vlaams minister van Omgeving, Natuur en Landbouw. 20 maart 2015, Drongen. Joke Schauvliege

BELGISCH STAATSBLAD MONITEUR BELGE

Voorstel van resolutie. betreffende het nieuwe klimaatverdrag van Kopenhagen. van de heer Bart Martens en de dames Tinne Rombouts en Liesbeth Homans

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

VR MED.0081/1

De vakbonden en de Klimaattop in Kopenhagen

Geachte commissarissen, leden van het Europees Parlement, collega s,

Klimaat en ontwikkeling

De beleidsnota Omgeving

DE MINISTER-PRESIDENT VAN DE VLAAMSE REGERING & DE VLAAMSE MINISTER VAN ONDERWIJS & DE VLAAMSE MINISTER VAN BEGROTING, FINANCIËN EN ENERGIE

NL In verscheidenheid verenigd NL. Amendement. Julia Reid namens de EFDD-Fractie

Mevrouw de voorzitter, Geachte leden van het Bureau, Dames en heren,

van de heer Hermes Sanctorum, de dames Gwenny De Vroe en Mercedes Van Volcem en de heer Filip Watteeuw

KLIMAATVERANDERING EN ZESDE STAATSHERVORMING. Prof. Dr. Luc LAVRYSEN. Rechter in het Grondwettelijk Hof Hoogleraar Universiteit Gent

Raad Leefmilieu. Toelichting Commissie Leefmilieu Vlaams Parlement Marjan Decroos Vlaams Milieuattaché 4 november 2014

452 ( ) Nr juli 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Klimaatverandering en Ontwikkeling

BRIEFADVIES 22 septtember

Klimaat en ontwikkeling

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

DE VLAAMSE MINISTER VAN OMGEVING, NATUUR EN LANDBOUW CONCEPTNOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Woensdag 6 juni Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR

COP18: Doha. Standpunten van de milieubeweging CCIM stakeholderoverleg: 19 november Presentation to Company Name 18 November

Klimaatbeleid en hernieuwbare energie: het EU pakket voor Ger Klaassen DG Milieu Europese Commissie

Donderdag 14 juni Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Volvo Trucks Oostakker

Verkenning energie- en broeikasgasscenario s in Vlaanderen

Vlaams minister-president Geert BOURGEOIS Opening VLAAMSE KLIMAATTOP Brussel, 19 april

Vlaams-Brabant Klimaatneutraal

Milieu-actualiteit NON-ETS. 3 mei 2018

NL In verscheidenheid verenigd NL B8-1043/8. Amendement. Giovanni La Via, Peter Liese namens de PPE-Fractie

VLAAMSE OVERHEID. Leefmilieu, Natuur en Energie

De landbouwsector als essentieel onderdeel van het Vlaams- en Europees klimaatbeleid

Traject naar een lange termijnvisie voor het energiebeleid

20% of naar 30% BKG reductie

BRIEFADVIES. van 20 oktober over het voorbereidingstraject derde Vlaams Klimaatbeleidsplan

Bijlage 1: klimaatdoelstellingen & ambities

Vragen voor burgers die deelnemen aan WWViews

COP15 Volgende stappen

betreffende het vastleggen van ambitieuze onderhandelingsdoelstellingen voor de Vlaamse Regering op de Klimaatconferentie in Kopenhagen

Datum 13 november 2013 Betreft Motie Sjoerdsma (33625, nr. 8) inzet private sector bij klimaatfinanciering

COP 21: analyse van het nieuwe klimaatakkoord en de mogelijke beleidsmatige en economische impact. 2 februari 2016 Tomas Wyns,

ESD 2030 Vlaams perspectief. Pieter-Willem Lemmens Dienst Klimaat bij Departement LNE

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

Broeikasgasemissies Landbouw en Visserij: cijfers en beleid

VLAAMSE OUDERENRAAD Advies 2014/3 naar aanleiding van het Vlaams Ouderenbeleidsplan

Werkblad 3. Klimaatconferentie Parijs december 2015

Vlaamse provincies steunen steden en gemeenten op weg naar klimaatneutraliteit

Actieplan reductie uitstoot van F- gassen Studiedag reductie F-gassen bij koeling 7 juli 2016

BBL DOSSIER. KlimaatBELEID The basics

Het nieuwe Europese klimaatplan voor 2030: behoudt de EU haar voortrekkersrol?

OVERLEGCOMITE FEDERALE REGERING GEMEENSCHAPS- EN GEWESTREGERINGEN. Vergadering van 8 maart Het Comité keurt de hierbij gevoegde tekst goed.

Klimaatverandering in het Zuiden

De nieuwe energie-efficiëntierichtlijn - Uitdagingen & oplossingen -

Het nieuwe Europese Klimaatplan voor 2030 #EU2030 YVON SLINGENBERG DG CLIMATE ACTION

Vlaamse prioriteiten ETS herziening

CO2-voetafdruk van beleggingen

Persconferentie van Charles Picqué en Evelyne Huytebroeck - 7 december

VR DOC.1027/2

Toespraak van JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR. Zondag 18 april Hoegaarden

Prioritaire Europese leefmilieuen klimaatdossiers op de agenda van het Griekse voorzitterschap

Artikel Chemie Magazine VNCI BASF reductie lachgas emissies Cursief rode tekst maakt geen deel uit van het artikel Max 1200 woorden

3/12/13. Horizon 2020 Challenge 5: klimaat, milieu, resource efficiency en grondstoffen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Een race for space op zee Mariene Ruimtelijke Planning in de Belgische Zeegebieden

Besluit van de Vlaamse Regering betreffende de subsidiëring van projecten ter uitvoering van het actieplan Clean power for transport

Emissiehandel in Europa

Advies over het Belgische rapport voor de Voluntary National Review 2017

Want als er in Marrakech iets duidelijk is geworden dan is het wel dat we inmiddels in een andere wereld leven dan in 2001.

ADVIES Beleidsnota s Cultuur, Leefmilieu en Natuur

Besluit van de Vlaamse Regering tot regeling van de cofinanciering van onderzoek en ontwikkeling in het kader van overheidsopdrachten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Emissiehandel: Commissie geeft groen licht voor nog eens 8 plannen zodat de handel zoals gepland van start kan gaan

Brussel, 15 december _Aanbeveling Brussels Airport. Aanbeveling. ontwerp actieplan omgevingslawaai voor de luchthaven Brussels Airport

Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Departement Leefmilieu, Natuur en Energie. Energiedossiers tijdens het Griekse voorzitterschap

CO2-voetafdruk van beleggingen

De activiteit in het Brussels Parlement voorbereiden of verwerken in de klas? Niet verplicht, wel leuk!

NOTA AAN DE LEDEN VAN DE VLAAMSE REGERING

Toelichting groenboek staatshervorming inzake klimaatbeleid

Klimaatbeleid na Kyoto

Ondersteuning lokale projecten klimaat (proeffase)

DE VLAAMSE REGERING, Gelet op het besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne;

12807/16 mak/sl 1 DG E 1B

Toelichting EU ETS herziening

Op zoek naar draagvlak voor een ruimtelijk beleid in Vlaanderen

NOTA AAN DE VLAAMSE REGERING

INTERNATIONALE OVEREENKOMSTEN

VR DOC.1133/1BIS

UITDAGINGEN VOOR ONTWIKKELINGSSAMENWERKING. Arnout Justaert Directeur ngo-federatie

Hernieuwbare energie in Brussel

Q&A: Kris Peeters and the Deathly Climate Hallows

Kunstlaan 47-49, 1000 BRUSSEL Eric AERDEN Vooruitgangsstraat 56, 1210 BRUSSEL T GSM Persbericht

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Impact maatschappelijke rol van Eandis op nettarieven

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wat betekent de gedeeltelijke vernietiging van het PAS- Natuurdecreet?

Brussel, 10 september _AdviesBBB_Toerisme_Vlaanderen. Advies. Oprichtingsdecreet Toerisme Vlaanderen

Raad van de Europese Unie Brussel, 9 januari 2015 (OR. en)

EU ETS INFO. Over deze nieuwsbrief DEPARTEMENT LEEFMILIEU, NATUUR EN ENERGIE. LNE.be/themas/klimaatverandering. In dit nummer

CO2-voetafdruk van beleggingen

Transcriptie:

Persbriefing JOKE SCHAUVLIEGE VLAAMS MINISTER VAN LEEFMILIEU, NATUUR EN CULTUUR Woensdag 2 december 2009 Vlaamse ambitie op VN-Klimaattop in Kopenhagen We staan aan de vooravond van Kopenhagen, de 15 de Conference of the Parties (COP15) of jaarlijkse opvolgingsconferentie van het internationale raamverdrag voor klimaatverandering dat in 1994 in werking is ingetreden. In de Deense hoofdstad moet een post-kyoto-akkoord voor na 2012 ontworpen worden. Vlaanderen past zich in in de Europese strategie, behept met de sense of urgency om er het maximum uit te halen. Vlaanderen schaart zich voluit achter het standpunt dat ons land op 29 en 30 oktober jl. in Brussel samen met de Europese Raad is overeengekomen. Als stichtend lid zijn we verplicht om onszelf en Europa tot een klimaatpositieve samenleving om te vormen. Dat gezamenlijk Europees standpunt zegt o.m. dat het akkoord van Kopenhagen bepalingen moet bevatten over de 2 C-doelstelling, ambitieuze emissiereductietoezeggingen van de ontwikkelde landen, passende mitigatiemaatregelen van ontwikkelingslanden, adaptatie, en afspraken over de financiering. Er is voor de periode vanaf 1 januari 2013 een juridisch bindend akkoord nodig dat voortbouwt op het Protocol van Kyoto en alle essentiële elementen daarvan bevat. De Europese Raad onderkent ook dat alle landen, met inbegrip van zij die niet onder het Protocol van Kyoto vallen, onmiddellijk tot actie moeten overgaan. (Bijlage 1: de volledige conclusies van de Europese Raad) Als Vlaams Gewest versterken we de Belgische delegatie in Kopenhagen want uiteindelijk moeten de gewesten de afspraken uitvoeren. Waar staat Vlaanderen vandaag? Stap voor stap schroeven we onze broeikasgasuitstoot terug, op een economisch verantwoorde manier. De uitstoot van broeikasgassen in Vlaanderen is voor het 5 de jaar op rij gedaald, in 2008 was dit -10,8% CO 2 of 77,6 miljoen ton CO 2 t.o.v. het basisjaar 1990. Hiermee doen we 5 miljoen ton beter dan de Kyotodoelstelling. Niemand had dat 5 jaar geleden waarschijnlijk geacht. De trend lijkt structureel te worden. Dat is het gevolg van het Vlaams klimaatsbeleidsplan met meer dan 100 maatregelen verspreid over de verschillende domeinen van de Vlaamse overheid. Om in de nabije toekomst de Kyotodoelstelling te halen wordt 1,5 miljard euro voorzien en besteed in de Vlaamse begrotingen tussen 2006 en 2012. De grootste investeringsposten zijn gebouwen met 471 miljoen euro, industrie met 501 miljoen euro, innovatie met 205 miljoen euro en landbouw en bossen met 105 miljoen euro.

In de loop van 2010 starten we met een Vlaams adaptatieplan met de nodige maatregelen in de diverse beleidsdomeinen. Dat plan moet tegen 2012 klaar zijn. En deze legislatuur moet het nieuwe Vlaams klimaatbeleidsplan 2013-2020 vorm krijgen, vanzelfsprekend na ruim overleg met het middenveld. Het doel van Kopenhagen: een kwaliteitsvol internationaal klimaatakkoord afsluiten. Een akkoord dat tegemoet komt aan de 2 C doelstelling die de EU al sinds 1996 onderschrijft. Met bindende reductiedoelstellingen die voldoende ambitieus zijn. Van de industrielanden wordt verwacht dat ze 25 tot 40% minder uitstoten in 2020 t.o.v. 1990. Met de huidige pledges (biedingen) van de landen die hun doel al voorgesteld hebben, zitten we vandaag afhankelijk van de modellen - aan 12 tot 20%. Een voorbeeld: de EU wil tot -30% gaan tegenover 1990. Het voorstel van de Amerikaanse president komt omgerekend neer op -4% t.o.v. 1990. De fundamenten van het akkoord moeten sterk zijn. Bij het bepalen van de reductiedoelstellingen mogen geen mogelijkheden gecreëerd worden die deze de facto uithollen. Uiteraard zullen de snel groeiende ontwikkelingslanden ook hun bijdrage moeten leveren. Via ambitieuze reductiemaatregelen moeten ze 15 tot 30% minder uitstoten in vergelijking met een situatie zonder beleid. Een sectorale aanpak of overeenkomsten zoals wij die kennen met het benchmarkingconvenant voor energie-intensieve bedrijven, kan een belangrijke bijdrage leveren, op voorwaarde dat duidelijke afspraken gemaakt worden over de doelen, de termijnen en het toepassingsgebied. Een volgende fase is de toetreding tot het internationale emissierechtensysteem dat in tussentijd verder uitgebouwd moeten worden buiten de EU. Deze keer is de participatie nodig van alle landen. Op dat vlak ziet het er beter uit in vergelijking met de Kyotoperiode, bijv. voor landen zoals de VS en Australië. Maar aan welk soort akkoord moeten we deelnemen? We moeten de goede onderdelen van het Protocol van Kyoto verder kunnen gebruiken en aanvullen met nieuwe nodige bouwstenen. Het resultaat is wat telt, niet de vorm van het akkoord. Naast alle landen moeten ook alle sectoren hun bijdrage leveren. Wij staan achter wereldwijde reductieverplichtingen voor de internationale lucht- en scheepvaartsector met resp. -10 en -20% tegenover 2005. Om concurrentieverstoring te vermijden ten nadele van de Vlaamse havens is het globale en sectorale karakter van het toekomstig regime van fundamenteel belang. Alle schepen moeten onder het regime vallen, onafhankelijk van hun vlag of land. De aanpak moet sectoraal gebeuren, waarbij reders of schepen de verantwoordelijke entiteiten worden. Het instrument dat nodig is, een tax of emissierechten, moet nog binnen de Internationale Maritieme Organisatie (IMO) uitgewerkt worden.

Het internationale klimaatakkoord kan natuurlijk niet voorbijgaan aan de strijd tegen de tropische ontbossing, een sector die instaat voor ca 20% van de wereldwijde uitstoot. Om op voldoende grote schaal resultaten te krijgen, zal deze sector aangesloten worden op de emissierechtenmarkt, op middellange termijn. Naast het doel zijn de regels van het spel minstens even belangrijk zijn voor het succes. Daarom is het voor elk internationaal akkoord van belang een klimaat van wederzijds vertrouwen op te bouwen tussen alle partijen door sterke en werkende controle- en correctiemechanismen. Met een controlemechanisme kunnen we nagaan hoe ver men staat in de realisatie van reductiedoelstellingen en of de partijen alle engagementen van het akkoord nakomen. Tezelfdertijd moet een krachtig en efficiënt correctiemechanisme voorhanden zijn om partijen die hun engagementen niet nakomen, aan te sporen dit wel te doen. Het huidige correctiemechanisme binnen het Kyoto Protocol is één van de sterkste mechanismen in het internationale milieurecht. Niettemin kunnen verbeteringen aangebracht worden. Sommige partijen staan nog mijlenver van hun reductiedoelstellingen in de vorige verbintenissenperiode. Het huidige correctiemechanisme kon soms onvoldoende tussenkomen in een vroeg stadium. Dat allemaal realiseren heeft een kostprijs (voor België bijv. 2,3 miljard euro per jaar tussen 2013 en 2020, of 18,4 miljard euro). De hoofdmoot zijn de investeringen die industrielanden zelf zullen uitvoeren binnenlands. Dat zal worden aangevuld met aangekochte emissierechten of rechten in de sector hernieuwbare energie. Een ander sleutelelement in de onderhandelingen is de internationale financiering. De ontwikkelingslanden verwachten financiële steun voor een klimaatvriendelijke ontwikkeling. o Het gaat volgens de Europese Commissie naar schatting om 100 miljard euro per jaar tegen 2020. Anderen, zoals de Wereldbank, gaan uit van een veelvoud. o Te betalen door 3 categorieën: de internationale koolstofmarkt (38 miljard euro); de overheid van de industrielanden (22-50 miljard); en de ontwikkelingslanden zelf overheid en privé (22-40 miljard). o Daarnaast wordt een fast start financiering voorzien van 5-7 miljard euro gedurende de volgende 3 jaar, om de ontwikkelingslanden voldoende voor te bereiden op de te nemen maatregelen, en snel de belangrijkste investeringen te kunnen ontwikkelen. o De nood aan financiële steun voor de ontwikkelingslanden om de strijd tegen klimaatverandering aan te gaan, is groot. Bijgevolg moeten we in Kopenhagen ook de discussie aangaan over innovatieve financieringsmechanismen. o Maar het adequaat, voorspelbaar en efficiënt beheer van de voorziene financieringsmiddelen is minstens even belangrijk als de afspraken over de grootte, de wijze, de prioritering en de timing van de steun.

o De institutionele structuur moet een goede besteding van de fondsen garanderen. De creatie van een kader is de belangrijkste stap om te komen tot efficiënte financiering. o Een structurele aanpak van de financiering is noodzakelijk om de goede besteding van de financiële middelen in de ontwikkelingslanden te garanderen. Pas als de garantie bestaat dat de gegenereerde grote bedragen, ook effectief en efficiënt worden aangewend, zal de financiering bijdragen tot het 2 C-doelstelling. o De institutionele structuur moet vooral het brede gamma aan financieringsbronnen overzien. De EU stelt een High Level Body voor dat dit overzicht zal bewaren. o Alle landen, behalve de minst ontwikkelde landen, zullen een financiële bijdrage moeten leveren, gebaseerd op algemeen aanvaardbare principes, zoals verantwoordelijkheid over emissies en betalingscapaciteit zodat alle landen op een billijke wijze deelnemen en rekening wordt gehouden met landen die veel inspanningen leveren voor de vermindering van de broeikasgasuitstoot. Wat doet de Top slagen of mislukken? Moet er een juridisch bindend of een politiek akkoord zijn in Kopenhagen? De Europese doelstelling, met name tot een juridisch bindend instrument komen dat vanaf 2010 al effect kan hebben, zoals de fast start financing, is ongewijzigd. De EU, België en Vlaanderen willen een juridisch bindend instrument dat alle belangrijke aspecten uit deze onderhandelingen vastlegt en dat toelaat om emissiereducties te realiseren die in lijn zijn met de 2 C doelstelling. Recent wint de optie veld om de weg naar dit juridische instrument in twee stappen te zetten waarbij in Kopenhagen een politiek akkoord de grote knopen zou doorhakken en deze in 2010 vertaald zou worden in een juridisch bindend akkoord. Mocht dit de enige oplossing blijken in Kopenhagen, dan moet zo snel mogelijk werk worden gemaakt van dit juridisch bindend instrument, en dit betekent in 2010. Het politiek akkoord moet dan een zeer strak tijdschema bevatten. Dit betekent niet dat wij deze benadering al steunen. Vlaanderen blijft verdedigen dat in Kopenhagen de ambities dezelfde moet blijven en geijverd moet worden voor een juridisch bindend internationaal akkoord. Gevolgen voor Vlaanderen Het Kopenhagen-akkoord zal onmiddellijk doorwerken in de prioriteiten van het Belgisch voorzitterschap. Een internationaal klimaatakkoord moet na de goedkeuring in 2010 verder uitgewerkt worden. De EU en het voorzitterschap, dat het Vlaams Gewest inneemt, dient daar een belangrijke rol in te spelen. Tegelijk wordt de uitvoering van het Europese energie- en klimaatpakket voortgezet. Wat België betreft is er nog veel werk. Er zijn doelstellingen te realiseren voor hernieuwbare energie (13%) en voor de niet-ets (-15% landbouw, gebouwen,

transport). Die gaan nog verstrengen als de EU in zijn geheel van 20 naar 30% gaat. Om die binnen België te realiseren zijn middelen en bevoegdheden nodig. En die zijn momenteel zeer inefficiënt verdeeld tussen federaal en de gewesten. De enige manier om ook in dit land een klimaatbeleid op volle kracht te kunnen voeren, is het verschuiven van het energie- en klimaatbeleid naar de gewesten. Met de huidige verdeling wordt veel tijd verloren en de middelen worden niet optimaal ingezet. En dat kunnen we ons niet meer permitteren. Hoeveel zal het Vlaams Gewest moeten bijdragen? Vlaanderen wenst eerst het kader, de institutionele structuur, vast te leggen. Dit heeft natuurlijk een invloed op de overige dimensies van het financieringsdebat. Daarnaast heeft de EU haar eigen bijdrage nog niet gespecificeerd. Dat maakt een doorrekening naar België en het Vlaams Gewest erg moeilijk. Wat als Kopenhagen niet lukt? De definitie van een mislukking hangt af van de gestelde ambitie. De EU ijvert voor een juridisch bindend akkoord in Kopenhagen, maar dit is een middel, geen doel. Het ultieme doel is om de 2 C doelstelling binnen bereik te houden, dit is dan ook waar we de resultaten van Kopenhagen moeten op afrekenen. Desnoods worden in 2010 extra COP s gehouden, onder het Spaanse of Belgische voorzitterschap. Het is in elk geval nodig dat na het afsluiten van het akkoord, het akkoord op tijd geratificeerd wordt door alle landen en dat de instrumenten (bijv. voor ontbossing, scheepvaart en luchtvaart) op tijd klaar zijn, zodat er in 2013 geen onderbreking ontstaat. Wat is de interne Vlaamse ambitie? Ik zal alvast niet wachten op een nieuw internationaal klimaatakkoord om het Vlaamse Klimaatbeleid verder vorm te geven zodat Vlaanderen de uitdaging van ambitieuzere reductiedoelstellingen met vertrouwen tegemoet kan gaan. In mijn beleidsnota geef ik aan dat er een nieuw Vlaams Klimaatbeleidsplan voor 2013-2020 opgemaakt zal worden. Ik heb ook al een paar concrete maatregelen aangekondigd. Zo wil ik, in overleg met mijn collega s bevoegd voor Energie en Economie, een klimaatconvenant voor energie-intensieve bedrijven. Daarnaast ga ik, voor de opmaak van het nieuwe Vlaams Klimaatsplan, op zoek naar een organisatie- en financieringsstructuur die alle betrokken ministers zal inspireren om elk binnen de eigen bevoegdheidsdomeinen maximaal bij te dragen aan het realiseren, intern binnen Vlaanderen, van de Vlaamse Klimaatdoelstellingen. De hoofdklemtoon van mijn beleid zal op interne maatregelen liggen. In de geest van de akkoorden van Marrakech, zullen waar nodig aanvullend koolstofkredieten uit de flexibiliteitsmechanismen ingezet worden om de Vlaamse post Kyoto-doelstelling tijdig, op een kostenefficiënte en maatschappelijk haalbare, manier te realiseren. Ontwikkelingslanden zijn daar ook vragende partij voor. Behalve het voortzetten en aanscherpen van het emissiereductiebeleid zal ik, samen met alle betrokken ministers, tegen 2012 een Vlaams adaptatieplan maken. Voor beide beleidsplannen zal ik uiteraard overleg voeren met het brede middenveld.

Praktisch: - Bijlagen: 1/ Conclusies van de Europese Raad van 29-30 oktober 2009; 2/ Overzicht van de Kopenhagen-agenda; 3/ Emissies nu en prognoses; 4/ Overzicht historische emissies en realisaties industrielanden - Op de website van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (www.lne.be) vindt de geïnteresseerde Vlaming in tien vragen en antwoorden wat er op de VN-Klimaatconferentie in Kopenhagen precies op het spel staat (bijlage 5). Nog op diezelfde website krijgt de bezoeker een lading tips om de eigen levensstijl klimaatvriendelijker te maken (bijlage 6).