2
vogel Piet Wat ga je doen? Wat zet je klaar? Wie doet er mee en waar? De peuters luisteren en spelen met het prentenboek Vogel Piet. Het verhaal gaat over vogel Piet, een vogeltje zonder veren. het prentenboek Vogel Piet ; een eenvoudig, kaal kleimannetje: rol een hoopje klei (of plasticine) tot een voldoende groot bolletje (de peuters moeten er veertjes op kunnen prikken). Voor de ogen en de mond kan je gaatjes prikken in de klei, een neusje maak je met een kleiner bolletje. Zet het hoofdje ten slotte op een stok, zodat je het gemakkelijk kan hanteren; een doekje om het mannetje nog even te verbergen; veertjes. minimaal twee, maximaal vier peuters; best in een rustige, gezellige ruimte, liefst wat afgeschermd. Hoe zit het in elkaar? EERST Leg de veertjes los op de grond. Geef de peuters eventueel eventjes de tijd om de veertjes te bekijken en ermee te spelen. Neem het mannetje vast aan het stokje, met het doekje over hem heen. Onder het doekje komt een snikkend stemmetje vandaan (gebruik een speciaal stemmetje): Boehoehoe, ik ben zo verdrietig! Snif, snif! Ik ben zo droevig!. Reageer hierop (met je eigen stem) naar de peuters: Oei horen jullie dat ook? Ik denk dat ik iemand hoor huilen. Waarschijnlijk willen de peuters spontaan onder het doekje kijken, anders kijk je eerst zelf en spoor je vervolgens de peuters aan om te kijken. Haal dan het doekje voorzichtig weg. Het mannetje vertelt waarom hij zoveel verdriet heeft: Boehoehoe! Dag kindjes allemaal! Ik heb heeeeeeeeeeeeeeel veel verdriet! Want ik ben helemaal kaal! Voel maar eens aan mijn hoofd, ik heb helemaal geen haartjes!. Laat de peuters eens voelen aan het kale mannetje én aan hun eigen hoofd om te vergelijken. Vraag de peuters of zij misschien weten hoe we het mannetje blij zouden kunnen maken. Misschien komen sommige peuters met oplossingen zoals het mannetje aaien of een kusje geven. Probeer al deze oplossingen zeker uit! Het mannetje is natuurlijk heel blij met al die aandacht (aaitjes, kusjes, ), maar hij is nog altijd kaal en dat vindt hij zo erg. Hoe kunnen we dat oplossen? Als de peuters zelf niet op het idee komen om het mannetje de veertjes te geven, stel je dit zelf voor. Help de peuters om de veertjes van de grond op het mannetje te bevestigen. Uiteindelijk is het mannetje niet meer kaal en heel blij! 3
4
vogel Piet Wat kun je zeggen? Wat ligt hier allemaal op de grond! Allemaal veertjes! Die veertjes zijn zacht he! Van wie zouden die veertjes zijn denk je? Ik ga jouw handje eens aaien met het veertje X Dat kriebelt een beetje he! Gooi de veertjes maar eens omhoog! Welk veertje vind je het mooist? Oei ik denk dat ik iemand hoor huilen! Horen jullie dat ook?... Ik denk dat het van onder dat doekje komt. (piep eventjes onder het doekje) Ja daar zit iemand onder! Willen jullie ook eens komen kijken? (laat de peuters voorzichtig komen kijken) Voorzichtig he X, zodat hij niet bang wordt! Kunnen jullie zien wie het is? Het is een mannetje denk ik! He dag mannetje! Waarom heb jij zoveel verdriet zeg? Jullie hebben wel haartjes he! X heeft blonde haartjes, en Y jij hebt bruine haartjes. Zeg misschien kunnen wij het mannetje helpen? Hoe zouden we hem blij kunnen maken? Ja X, je kan hem aaien, dat is heel lief! Ik weet nog iets. Misschien kunnen we die veertjes die hier op de grond liggen aan het mannetje geven? Zou dat hem blij maken denk je? Zullen we het eens proberen? TIPS wanneer de peuters nog niet vertrouwd zijn met klei, kan dit voor sommige peuters bedreigend overkomen. Deze peuters geef je best de kans om eerst aan dit nieuwe materiaal te wennen. DAN Het mannetje vertelt dat hij een vriendje heeft, vogel Piet. Vogel Piet is ook kaal, hij heeft helemaal geen veertjes! Het mannetje vraagt aan jou of je het verhaaltje van zijn vriendje vogel Piet aan de peuters wilt vertellen. Neem het boekje en lees het verhaaltje voor. Verwijs regelmatig naar de eerdere ervaringen van de peuters met het mannetje. Wanneer de peuters spontaan reageren op wat je vertelt, ga er dan zeker op in. Wat kun je zeggen? Kijk dat is vogel Piet hier (wijs naar het eerste prentje). Die heeft geen veertjes he, hij is helemaal kaal! Net zoals het mannetje! 5
6
vogel Piet Kijk en zijn vriendjes die hebben wel mooie veertjes: gele, blauwe, rode en groene! (wijs naar het tweede en derde prentje). Vinden jullie dat mooie vogeltjes? Bij het vierde prentje: Oei, vogel Piet heeft verdriet! Ik zie een traantje! Waarom zou hij verdrietig zijn denk je? Hoe zouden we vogel Piet blij kunnen maken? ( ) Ja X! We kunnen hem een kusje geven! Dat is een heel goed idee! ( ) Zullen we eens kijken wat zijn vriendjes doen om hem blij te maken? Ze geven vogel Piet veertjes! Wij hebben het mannetje ook veertjes gegeven he! En toen was hij heel blij! Zou vogel Piet nu blij zijn denk je? Vertel het prentenboek op een ander tijdstip nog eens opnieuw. Peuters genieten van herhaling! MINI-PRIKKELS Spelen met veertjes in allerlei maten en kleuren: de veertjes over je heen gooien; jezelf of elkaar aaien met veertjes; kietelen met veertjes; de veertjes wegblazen; een veertje zo hoog houden als je kan en dan laten vallen; een veertje achter je oor zetten (en in de spiegel kijken);. 7