Discovery 172T Handleiding

Vergelijkbare documenten
Handleiding. Discovery 172T. Cod /06/2017 V.2.1

Multi Power 204T. 2/30 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 220T. 2/30 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 162T. 2/20 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Discovery 221 AC/DC. 2/34 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Handleiding. Discovery 221AC/DC Evo Discovery 300AC/DC Evo. Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Cod /07/2018 V.2.

Handleiding. Power Pulse 502T. Cod /05/2018 V.2.7. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0)

Handleiding 502AC/DC. Cod /05/2018 V.2.6. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0)

Discovery 200AC/DC. 2/24 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Handleiding. Vertaling van de oorspronkelijke gebruiksaanwijzing. Cod /07/2018 V.2.0

Multi Power 184. Handleiding

Vandaag lassen met technologie van morgen. Arc. Q-Spot Q-START MULTITACK DYNAMIC ARC. Rowig 220 T

Micro Pulse 302 MFK 2/60. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Micro Mag 302 MFK 2/34. Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Micro MAG 301 PLUS. 2/28 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker. T +32 (0) F +32 (0)

Michael Jak Lorch Schweißtechnik GmbH

AIR LIQUIDE Welding Plasma lassen

Pioneer Pulse 321MSR. 2/14 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

AX-3010H. Multifunctionele schakelende voeding. Gebruiksaanwijzing

Pioneer 321 MSR. 2/14 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

GEBRUIKSAANWIJZING. Afstandsbediening BRC315D7

Waviduo 315 Elektrolasapparaat

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

programma LAS MACHINES voor de metaalbewerking

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-300 STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR

Programma Eco stand 8-SYMBOOL DISPLAY

GfS Day Alarm. Algemene omschrijving...p. 2. Montage handleiding en functies...p. 3. Instellingen van magneet contacten...p. 4

GEBRUIKSAANWIJZING TECNA BESTURINGSUNIT TE - 90

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: 1.00

Technische handleiding Versie 01/11 SERVER-CONTROL

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

1- Selecteer de MMA modus 2 - Selecteer de gewenste stroom met behulp van de potentiometer

ES-S7B. Buitensirene.

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.1 AC-1000 STEKKERDOOSSCHAKELAAR

RFI 1000 / RFI Magnetische sleutellezer INSTRUCTIEHANDLEIDING

Elektronische draadloze ruimtethermostaat D9380 RF-T

HANDLEIDING ICR-232 WEKKERRADIO

Pioneer 401 MKS. 2/34 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Handleiding tijdklok 230V~

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. LB-management. Power DALI-taststuureenheid TW

AUTO ON OFF BEDIENINGSHANDLEIDING RC 5

InteGra Gebruikershandleiding 1

Ontvanger met GSM-transmissie GSM 700

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 AGDR-3500 TUIN STEKKERDOOS SCHAKELAAR ZWAAR

Pioneer 321 MKS. 2/32 Antwerpsesteenweg Gent - Oostakker T +32 (0) F +32 (0)

Computerhandleiding Engine V6

Bestnr Micro Micro 2+ suevia Digitale schakelklok Data Micro +/2+

GEBRUIKSAANWIJZING Ampèremeter PCE-CM 4

TRANSTIG 1600 / 1700 TIG-GELIJKSTROOM- EN ELEKTRODEN-HANDLASSEN

Ir. Roger Creten, EWE. gastdocent Lessius Mechelen. Lastek LGRN Puls MIG 1

LCD scherm va LCD scherm

Calortrans M55. Handleiding.

4 Knops afstandsbediening

Uitsluitend aansluiten op de spanning en frequentie zoals aangegeven op het typeplaatje.

AGDR-300 TUIN STEKKERDOOS DIMMER/SCHAKELAAR. 2x 3x

Handleiding TIG 220 AC/DC TIG 300 AC/DC

Gebruikershandleiding

Handleiding Alma Rally & Alma Rally Off-road

TechGrow HS-1 PORTABLE CO 2 METER HANDLEIDING. software versie: Uitgifte datum:

Kemppi K5 Lasapparatuur

Calortrans M55. Handleiding

MS Semen Storage Pro

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

LCD scherm ve LCD scherm

Bedieningen Dutch - 1

Calortrans CT3845(M) Handleiding.

ACM-LV24 MINI 12-24V LED DIMMER

7 Serie. The Future Starts Now. Digitale thermometers Temp7. Temp7 PT100. Temp7 NTC. Temp7 K/T

Afstandsbedieningshandleiding IR NED: Cassette model airconditioner CTS-12-SET CTS-18-SET CTS-24-SET

AR280P Clockradio handleiding

1 Veiligheidsinstructies. 2 Bedoeld gebruik. 3 Bediening. Systeem DALI-Power-besturingseenheid inbouwbasiselement

SpeedRoot: Meer productiviteit bij het lassen van grondlagen

DIGITALE STROOMTANG - KEW SNAP MODEL 2017/2027RMS voor het meten van wisselstroom. Klauwen. Klauwopener. Bereikkeuzeschakelaar. Veiligheidsarmband

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APCR-2300 STEKKERBLOK SCHAKELAAR

Lees en bewaar dit document zorgvuldig! Installatie instructies Gebruikershandleiding 10 Knops afstandsbediening

BELANGRIJKE VEILIGHEIDSINSTRUCTIES

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 APA2-2300R AFSTANDSBEDIENING EN STEKKERDOOS SCHAKELAARS

PROGRAMMEERBARE TEMPERATUUR DETECTOR TD-1_NL 07/11

Temperatuurafhankelijk geschakelde plugin thermostaat

DÉ TOP VAN MOBIEL TIG-LASSEN

VOS-12035(10L) VOS-12036(36L)

XTT 200DC-P. Handleiding. Nederlands

Handleiding Digitale Thermostaat elektrische Handdoekradiatoren

Positie-aflezing. - LED of LCD-aflezing - met geïntegreerde microprocessor. Walda Impuls b.v. Delta MS Arnhem Tel Fax

MasterTig MLS 3000 VOELT GEWOON BETER EN LEVERT BETERE PRESTATIES (8)


Byzoo Sous Vide Hippo

Handleiding transparant waterbad VOS-12034


HANDLEIDING AFSTANDSBEDIENING R51M/E. Inhoudstafel

Gebruiksaanwijzing PCE-123

INHOUDSOPGAVE. Inverter lasapparatuur. Inhoudsopgave 1

Room Controller NEW BEDIENING 40KMC---N 42HMC---N 42VMC---N 40SMC---N I S O

Handleiding MH1210B temperatuurregelaar

Gebruikersinstructie Roth Touchline thermostaat

Elektrische muurbeugel

R-99 COMPUTER INSTRUCTIONS

PLL ALARM CLOCK RADIO Model : FRA252

HENKELMAN BV. Adres Veemarktkade 8 / D AE s-hertogenbosch Nederland. Postadres Postbus AE s-hertogenbosch Nederland

1. BESCHRIJVING. "-" aansluiting. power LED. ventilator "+" aansluiting zekering. ON/OFF schakelaar. AC uitgangsstopcontact 2.

Transcriptie:

Handleiding NL

2

INHOUD 1 INLEIDING... 4 1.1 INLEIDING... 5 2 INSTLLTIE... 6 2.1 NSLUITING OP HET VOEDINGSNET... 6 2.2 VOORPNEEL... 6 2.3 CHTERPNEEL... 7 2.4 VOORBEREIDING MM-LSSEN... 8 2.5 VOORBEREIDING TIG-LSSEN... 9 3 GEBRUIKERSINTERFCE... 10 4 INSCHKELING VN DE PPRTUUR... 12 5 RESET (LDEN VN DE FBRIEKSINSTELLINGEN)... 13 6 SET UP (INITIËLE INSTELLING VN DE STROOMBRON)... 14 7 LRMBEHEER... 16 8 MM-LSSEN... 17 8.1 MM-LSSEN - MENU VN HET EERSTE NIVEU... 17 8.2 MM-LSSEN - MENU VN HET TWEEDE NIVEU... 19 8.3 MM-LSSEN - SPECILE FUNCTIES... 21 9 TIG DC-LSSEN... 22 9.1 TIG DC-LSSEN - MENU VN HET EERSTE NIVEU... 22 9.2 TIG DC-LSSEN - MENU VN HET TWEEDE NIVEU... 27 9.3 TIG DC-LSSEN - MENU SPECILE FUNCTIES... 30 10 WERKING VN DE TOORTSSCHKELR... 34 10.1 2-TKT PUNTLSSEN - Q-SPOT FUNCTIE... 40 11 TKBEHEER (JOBS)... 45 11.1 JOB OPSLN... 45 11.2 JOBS VERWIJDEREN... 46 11.3 JOB LDEN... 47 11.4 JOBS KIEZEN MET DE TOETSEN VN DE TOORTS... 47 12 TECHNISCHE GEGEVENS... 48 12.1 DISCOVERY 172T... 48 13 ELEKTRISCH SCHEM... 50 13.1 CONNECTOR VN DE TOORTS (voorpaneel)... 51 13.2 CONNECTOR VOOR FSTNDSBEDIENING (achterpaneel)... 51 14 RESERVEONDERDELEN... 52 14.1 DISCOVERY 172T... 52 14.2 TORCH CONNECTORS COMPLETE KIT... 54 3

1 INLEIDING BELNGRIJK! Deze documentatie moet aan de gebruiker worden gegeven vóór de installatie en de inbedrijfstelling van de apparatuur. Lees de handleiding "lgemene gebruiksvoorwaarden" die afzonderlijk bij deze handleiding geleverd werd vóór de eerste installatie en de inbedrijfstelling van de apparatuur. De betekenis van de symbolen in deze handleiding en de bijbehorende waarschuwingen zijn te vinden in de handleiding "lgemene gebruiksvoorwaarden". Ingeval de handleiding lgemene gebruiksvoorwaarden niet aanwezig zou zijn, is het onontbeerlijk een exemplaar aan te vragen aan de verkoper of aan de fabrikant. Bewaar de documentatie voor toekomstig gebruik. LEGEND GEVR! Dit teken geeft levensgevaar of gevaar voor ernstig letsel aan. LET OP! Dit teken geeft gevaar voor letsel of materiële schade aan. VOORZICHTIG! Dit teken geeft een mogelijk gevaarlijke situatie aan. INFORMTIE! Dit teken geeft informatie aan die belangrijk is voor het goede verloop van de handelingen. Dit symbool geeft een handeling aan die automatisch wordt verricht ten gevolge van de eerder verrichte handeling. Dit symbool geeft aan dat er bijkomende informatie aanwezig is of verwijst naar een ander gedeelte van de handleiding waarin de overeenkomstige informatie te vinden is. Dit symbool geeft aan dat verwezen wordt naar een hoofdstuk. *1 Dit symbool verwijst naar de overeenkomstige genummerde opmerking. OPMERKINGEN De afbeeldingen in deze handleiding zijn louter bedoeld ter verduidelijking en kunnen afwijken van de eigenlijke apparatuur. 4

1.1 INLEIDING is een draagbaar lasapparaat met inverter voor MM- en TIG DC-lassen. De stevigheid van zijn onderdelen maakt er een betrouwbaar werkinstrument van voor gebruik in mechanische werkplaatsen en in de open lucht. De als optie verkrijgbare TIG DC-functies en het digitale display maken van dit lasapparaat de juiste keuze voor onderhoudswerkplaatsen, de bouwsector en de sector van de middelzware metaalconstructie. De functies Hot Start en rc Force bij het MM-lassen zijn regelbaar en maken een betere aanzet van de lasboog, een platte lasrups en een regelmatige las mogelijk. Door de nti Sticking-functie kan de elektrode snel van het werkstuk losgetrokken worden in geval ze er per ongeluk aan vast blijft plakken. In de MM-modus kunnen met gemak elektroden tot 4,00 mm diameter gebruikt worden. De lasmethodes en de procedés die in de tabel zijn vermeld zijn beschikbaar. MODUS PROCEDÉ MM TIG CONTINU TIG PULSEREND + + 2-TKT LIFT-RC (2T) 2-TKT + HF (2T HF) 4-TKT LIFT-RC (4T) 4-TKT + HF (4T HF) 4-TKT BI-LEVEL (4T B-LEVEL) + 4-TKT BI-LEVEL + HF (4T B-LEVEL HF) TIG SYNERGISCH + 2T SPOT 2T SPOT + HF an de apparatuur te verbinden accessoires: handbediende afstandsbediening, voor de regeling op afstand van de lasstroom afstandsbediening met pedaal, voor de ontsteking van de TIG-toorts en de regeling op afstand van de lasstroom UP/DOWN-toorts of met potentiometer 5

2 INSTLLTIE GEVR! Opheffen en positionering Lees de waarschuwingen waar door de volgende symbolen op wordt gewezen in de lgemene gebruiksvoorwaarden. 2.1 NSLUITING OP HET VOEDINGSNET De kenmerken van het voedingsnet waar de apparatuur op aangesloten moet worden, zijn vermeld in hoofdstuk 12 "TECHNISCHE GEGEVENS" op pagina 48. De machine kan aangesloten worden op motorgeneratoren mits deze een gestabiliseerde spanning hebben. Sluit de diverse apparaten onderling aan/ontkoppel ze alleen bij uitgeschakelde machine. 2.2 VOORPNEEL 1 3 4 2 Lasaansluiting met positieve pool [det. 1] Lasaansluiting met negatieve pool [det. 2] Connector voor de logische signalen van de TIG-toorts [det. 3] Connector voor de gastoevoerbuis: stroombron-toorts [det. 4] 6

2.3 CHTERPNEEL 1 2 4 3 Schakelaar voor het uit- en inschakelen van de stroombron [det. 1] Connector voor afstandsbediening [det. 2] Connector voor de gastoevoerbuis [det. 3] gasfles-stroombron Voedingskabel [det. 4] Totale lengte (inclusief binnenkant): 2,5 m Nummer en diameter van de geleiders: 3 x 2,5 mm 2 Type meegeleverde elektrische stekker: Schuko 7

2.4 VOORBEREIDING MM-LSSEN 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Steek de stekker van de voedingskabel in het stopcontact. 3. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 4. Steek de elektrode in de elektrodehouder. 5. Steek de stekker van de elektrodetang in de volgende lasaansluiting van de stroombron: lasaansluiting met positieve pool. 6. Steek de stekker van de massatang in de volgende lasaansluiting van de stroombron: lasaansluiting met negatieve pool. 7. Verbind de massatang met het werkstuk. GEVR! Gevaar voor elektrische schokken! Lees de waarschuwingen waar door de volgende symbolen op wordt gewezen in de lgemene gebruiksvoorwaarden. 8. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 9. Kies de volgende lasmethode d.m.v. de gebruikersinterface: MM 10. Stel de waarden van de lasparameters in d.m.v. de gebruikersinterface. Door de afstandsbediening [RC - remote control] te verbinden en te activeren zal de waarde van de stroom ermee geregeld worden. Het systeem is klaar om met lassen te beginnen. CHTERNZICHT VOORNZICHT 8

2.5 VOORBEREIDING TIG-LSSEN 1. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "O" (apparatuur uitgeschakeld). 2. Steek de stekker van de voedingskabel in het stopcontact. 3. Verbind de gasbuis afkomstig van de fles met de achterste gasaansluiting. 4. Open de kraan van de gasfles. 5. Verbind de gasbuis van de lastoorts met de voorste gasaansluiting. 6. Steek de stekker van de elektrodetang in de volgende lasaansluiting van de stroombron: lasaansluiting met negatieve pool. 7. Kies de elektrode aan de hand van het type materiaal en de dikte van het te lassen werkstuk. 8. Steek de elektrode in de TIG-toorts. 9. Steek de stekker van de massatang in de volgende lasaansluiting van de stroombron: lasaansluiting met positieve pool. 10. Verbind de massatang met het werkstuk. 11. Zet de schakelaar van de stroombron in de stand "I" (apparatuur ingeschakeld). 12. Kies de volgende lasmethode d.m.v. de gebruikersinterface: TIG DC 13. Druk op de toortsschakelaar, met de toorts verwijderd van metalen onderdelen, om de elektromagnetische gasklep te openen zonder de lasboog te ontsteken. 14. Regel de gewenste hoeveelheid gas met de debietmeter terwijl het gas uittreedt. 15. Stel de waarden van de lasparameters d.m.v. de gebruikersinterface in. Door de afstandsbediening met pedaal aan te sluiten en vervolgens het pedaal te bedienen, wordt de stroom, afhankelijk van hoe diep het pedaal wordt ingedrukt, geregeld. Het systeem is klaar om met lassen te beginnen. CHTERNZICHT VOORNZICHT 9

3 GEBRUIKERSINTERFCE D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 L30 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 FKOR- TING L1 L2 L3 L4 L5 L6 L7 L8 L9 L10 L11 SYMBOOL BESCHRIJVING Brandt om een storing te melden. Brandt als de laatste waarde van de gedurende het lassen gemeten stroom en spanning wordt weergegeven. De waarde wordt weergegeven op het display D1. De functie "HOLD" verdwijnt wanneer een nieuwe lasbewerking begint of wanneer een willekeurige ingestelde waarde wordt gewijzigd. Brandt als er spanning aanwezig is op de uitgangen. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: VRD (spanningsreductie). De waarde van de spanning in onbelaste toestand tussen de lascontacten wordt omgeschakeld van U0 op Ur (zie technische gegevens). Brandt om aan te geven dat een opgeslagen JOB geladen is. Brandt om te melden dat de stroomreferentie ingesteld wordt met de afstandsbediening. De inschakeling meldt de weergave van een parameter van het menu van het 2 e niveau. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: HOOGFREQUENT (HF) ONTSTEKING Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende maateenheid: KILOHERTZ Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende maateenheid: MPÈRE Brandt bij de weergave van een waarde in de volgende maateenheid: VOLT 10

L12 L13 L14 L15 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter weer te geven: TYPE ELEKTRODE Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: Q-STRT Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: DYNMIC RC Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: MULTI TCK L16 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: STRTSTROOM (%/) L17 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: UPSLOPE (s) L18 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: LSSTROOM () L19 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: TWEEDE STROOM B-LEVEL (%) L20 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: BSISSTROOM () L21 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: PIEKTIJD (s) L22 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: BSISTIJD (s) L21 + L22 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: PULSFREQUENTIE (Hz/kHz) L23 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: DOWNSLOPE (s) L24 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: EINDSTROOM (%/) L25 Brandt als het mogelijk is de volgende parameter in te stellen: NGS (s) L26 L27 L28 L29 L30 L31 L32 L33 Brandt als de volgende functie geactiveerd is: 2-takt procedé. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: 4-takt procedé. Brandt als de volgende functie geactiveerd is: 4-takt Bi-level procedé Brandt als de volgende functie geactiveerd is: 2-takt puntlassen (SPOT). Brandt om de keuze te melden van de volgende lasmodus: MM Brandt om de keuze te melden van de volgende lasmodus: TIG DC CONTINU Brandt om de keuze te melden van de volgende lasmodus: TIG DC GEPULSEERD Brandt om de keuze te melden van de volgende lasmodus: TIG GEPULSEERD SYNERGISCH Brandt om aan te geven dat de synergische modus ingeschakeld is, waarbij de gebruiker alleen de lasstroom instelt en de overige parameters automatisch door de machine geregeld worden. De synergie wordt geoptimaliseerd voor het hoeklassen. 11

D1 E1 S1 S2 S3 S4 S5 S6 Gegevensinvoer: het display toont de afkorting van de in te stellen parameter. Lassen: het display geeft de gemeten stroomsterkte tijdens het lassen weer in ampère. HOLD-functie: het display geeft de gemiddelde waarde weer van de stroom die over de volledige lasperiode is gemeten (met uitsluiting van de upslopes en downslopes). Gegevensinvoer: de encoder stelt de waarde in van de geselecteerde parameter. Lassen: de encoder stelt de waarde in van de volgende parameter: LSSTROOM Instelling van de parameters/functies: De toets kiest de weer te geven parameter op het volgende display: D1 Mogelijke keuzes: () Ingestelde lasstroom (V) Spanning in onbelaste toestand (EL) Type aangebrachte elektrode Lassen: de toets kiest de weer te geven parameter op het volgende display: D1 Mogelijke keuzes: () Werkelijke lasstroom (V) Werkelijke lasspanning HOLD-functie: de toets kiest de weer te geven parameter op het volgende display: D1 Mogelijke keuzes: () Gemiddelde lasstroom (V) Gemiddelde lasspanning TIG-modus: druk op de toets om de in te voeren parameter te selecteren. Mogelijke keuzes: Q-STRT, DYNMIC RC, MULTI TCK MM-modus: DYNMIC RC Indrukken en loslaten: met de toets worden de parameters van het menu van het eerste niveau gekozen. Houd de toets 3 seconden ingedrukt: met deze toets wordt het menu van het tweede niveau opgeroepen. Wanneer u in het menu bent, drukt u op deze toets en laat hem weer los om de parameters te selecteren. Houd hem ingedrukt tijdens de inschakeling van de stroombron: de toets roept het SETUPmenu op. Indrukken en loslaten: de toets roept het menu op voor het laden van de JOBS. Houd de toets 3 seconden ingedrukt: de toets roept het menu op om de JOBS op te slaan en te wissen. TIG DC / TIG C-modus: met deze toets selecteert u de werkwijze van de toortsschakelaar. MM-modus: druk op de toets om het type ingestelde elektrode voor MM-lassen weer te geven. Met deze toets selecteert u de lasmodus. 4 INSCHKELING VN DE PPRTUUR Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. FX.X Het bericht verschijnt op het volgende display: D1. x.x= softwareversie Eerste inschakeling of inschakeling na de RESET-procedure De stroombron maakt zich klaar om te lassen met de fabriekswaarden. Opeenvolgende inschakelingen De stroombron maakt zich klaar in de laatste stabiele lasconfiguratie die aanwezig was voor de uitschakeling. 12

5 RESET (LDEN VN DE FBRIEKSINSTELLINGEN) D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 FC L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 INSCHKELEN S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 INSCHKELEN De reset-procedure zet de waarden, parameters en geheugens weer volledig op de fabrieksinstellingen. lle geheugenplaatsen worden gewist en dus ook alle persoonlijke lasinstellingen! Deze procedure is in de volgende gevallen nuttig: -- Te veel wijzigingen van de lasparameters en problemen met het instellen van de fabrieksparameters. -- Niet-geïdentificeerde softwareproblemen die de juiste werking van de stroombron beletten. Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. Terwijl u beide toetsen S2 en S6 ingedrukt houdt, zet u de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in de schakelen [ GELIJKTIJDIGE HNDELINGEN ] Laat beide toetsen S2 en S6 weer los. FC: het bericht verschijnt op het display D1 -- Wacht tot het geheugen volledig is gewist. Het menu wordt automatisch afgesloten. 13

6 SET UP (INITIËLE INSTELLING VN DE STROOMBRON) D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 SEt B INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 INSCHKELEN/ SELECTEREN S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 C FSLUITEN Zet de schakelaar voor de voeding van de stroombron op O om de apparatuur uit te schakelen. Terwijl u toets S3 ingedrukt houdt, zet u de schakelaar voor de voeding van de stroombron op I om de apparatuur in te schakelen. [ GELIJKTIJDIGE HNDELINGEN ] Set : het bericht verschijnt gedurende enkele seconden op het display D1. Druk op de toets S3 om te bevestigen. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. B Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. C fsluiten met bevestiging -- Druk op een willekeurige toets (behalve S3) bijvoorbeeld S4 om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. Tab. 1 - Setup-instellingen FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX St.C. STRTSTROOM % % F.Cu. EINDSTROOM % % HF.C. HF-STROOM 20 SYn 150 PUL. PULSTYPE SLo. F. F. P.. PRIMIRE BOOGSTROOM off on on StS SPECIL TORCH STROKE off off 2 rhf RESTRT HF off on on 14

- St.C. [STRTSTROOM] De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. - F.Cu. [EINDSTROOM] De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. - HF.C. [HF-STROOM] De parameter bepaalt de stroomwaarde gedurende de HF ontlading. De waarde van de parameter kan ingesteld worden als absolute waarde of in SYN. Met de instellingen in SYN wordt de waarde van de HF-stroom automatisch berekend op basis van de ingestelde lasstroomwaarde. Gevolgen van het verhogen van de waarde: Het ontsteken van de lasboog (vonkoverslag) wordt vergemakkelijkt, ook op erg vuile werkstukken. ls de plaat te dun is, bestaat het risico er dwars doorheen te branden. - PUL. [PULSETYPE] SLo. = De instelling schakelt de modus traag pulserend lassen in. Hierbij moeten de piektijd en de basistijd worden ingesteld. F. = De instelling schakelt de modus snel pulserend lassen in. De frequentie en de bedrijfscyclus (duty-cycle) moeten worden ingesteld. - P.. [PRIMIRE BOOGSTROOM] De functie maakt het mogelijk een kleine stroom te sturen tussen de 1 e en 2 e takt van de toortsschakelaar om het lasmasker preventief te verduisteren om verblinding door de lasstroom te vermijden. -StS [SPECIL TORCH STROKE] De parameter verandert de werkingsmodus van de toortsschakelaar. off: geeft de standaardwerking aan. 1: geeft de variant aan voor het beheer van het niveau 4T B-level. Dit maakt de overgang op de tweede lasstroom mogelijk door een van de twee toetsen UP / DOWN in te drukken en ingedrukt te houden; door de toets los te laten wordt naar de hoofdstroom teruggekeerd. ls de variant off is geselecteerd zijn de toetsen UP / DOWN tijdens alle processen geblokkeerd. 2: geeft de variant aan voor het beheer van de downslope. Door de toortsschakelaar tijdens de 3-takt (3T) los te laten wordt de downslope onderbroken en wordt meteen overgegaan naar de eindstroom zonder de volledige uitkratertijd uit te voeren. -rhf [RESTRT HF] De parameter verandert de werking van de HF-ontsteking in de 4-takt HF werking van de toortsschakelaar Wanneer dit is ingesteld op off wordt de automatische ontsteking van de HF-ontlading uitgeschakeld als het lasproces voor een lange lasboog wordt verlaten; om het lassen te hervatten moet de toortsschakelaar opnieuw ingedrukt worden. Wanneer dit is ingesteld op on en het lasproces voor een lange lasboog wordt verlaten, wordt de HF-ontlading automatisch ontstoken zodra de elektrode van de toorts bij het werkstuk wordt gehouden. Het uitschakelen van de automatische ontsteking is nuttig om onverwacht ontsteken van de lasboog te voorkomen als de toorts op het moment dat het lasproces voor een lange boog verlaten wordt op een gedeelte wordt gelegd dat met de massa van het apparaat is verbonden (bijvoorbeeld op de lasbank). 15

7 LRMBEHEER Deze led gaat branden wanneer er een probleem is met de werking: Er wordt een alarmmelding op het display D1 weergegeven. Tab. 2 - larmmeldingen MELDING BETEKENIS GEBEURTENIS CONTROLES l. H. Thermisch alarm Geeft aan dat de thermische bescherming door een te hoge temperatuur van de stroombron ingeschakeld is. Laat de apparatuur ingeschakeld om de oververhitte delen sneller af te koelen. ls het probleem verdwenen is, start de stroombron automatisch weer op. lle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: De koelventilator. Controleer of het door het lopende lasproces vereiste vermogen lager is dan het opgegeven maximale vermogen. Controleer of de werkomstandigheden conform zijn met die op het typeplaatje van de stroombron. Controleer of er voldoende luchtcirculatie is rond de stroombron. E. 04 larm - tekort aan spanning in onbelaste toestand lle functies zijn geblokkeerd. Uitzonderingen: De koelventilator Controleer of de lastoorts niet op het te lassen werkstuk ligt, dat verbonden is met de massa. Controleer of er bij de inschakeling van de stroombron geen kortsluiting is tussen de contactdozen (de spanning moet groter zijn dan/gelijk zijn aan Ur). ls het probleem blijft bestaan: is reparatie door technisch personeel nodig, dat gekwalificeerd is voor reparatie/onderhoud. 16

8 MM-LSSEN 8.1 MM-LSSEN - MENU VN HET EERSTE NIVEU D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 80 C INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 B SELECTEREN INSCHKELEN Druk op de toets S6 om de MM-modus te activeren. L30 SYN L31 L32 L33 L30 MM S6 B Druk op de toets S3 Met encoder E1 scrollt u door de lijst met instellingen die gewijzigd moeten worden. De afkorting m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. Druk op de toets S3 om te bevestigen. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. C Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. 17

Tab. 3 - Parameters van het menu 1 e niveau: modus FKORTING / LED INSTELLING MIN L18 LSSTROOM MXIMUMSTROOM MET FSTNDSBEDIENING STN- DRD MX 10 80 180 OPMER- KINGEN Ho.S. HOT-STRT 0 % SYn 100 % *1 - *2 r.f. RC-FORCE 0 % SYn 250 % *1 - *2 *1: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LSSTROOM *2: SYN: Deze afkorting geeft aan dat de regeling van de parameters synergisch is. De optimale waarde van de parameter wordt op grond van de ingestelde waarde van de lasstroom automatisch door de microprocessor ingesteld. Deze waarde is zichtbaar, maar kan niet door de gebruiker gewijzigd worden. Wanneer SYN aanwezig is, moet u de volgende toets indrukken om de synergische waarde te zien: S1 Druk op een willekeurige toets (behalve S3) om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. - LSSTROOM Deze parameter regelt de waarde van de hoofdlasstroom. - MXIMUMSTROOM MET FSTNDSBEDIENING Dit is de maximale waarde van de opgewekte stroom die bereikt kan worden door een extern instelsignaal afkomstig van het pedaal. - HOT-STRT Deze parameter helpt de elektrode te smelten op het moment van de vonkoverslag. Deze wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LSSTROOM. De waarde is beperkt tot maximaal 250. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Gemakkelijke vonkoverslag; meer spatten aan het begin; groter ontstekingsoppervlak. -- Gevolg van een vermindering van de waarde: Problemen bij de vonkoverslag; minder spatten aan het begin; kleiner ontstekingsoppervlak. - RC-FORCE Deze parameter helpt de elektrode om niet vast te blijven plakken tijdens het lassen. Deze wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LSSTROOM. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Vloeiend lassen; stabiliteit van de lasboog; beter smelten van de elektrode in het werkstuk; grotere lasspatten. -- Gevolg van een vermindering van de waarde: De lasboog dooft gemakkelijker; minder lasspatten. 18

8.2 MM-LSSEN - MENU VN HET TWEEDE NIVEU D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 EL. B INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 3 sec INSCHKELEN/ SELECTEREN Houd toets S3 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het 2 e niveau te gaan. De led gaat branden. Met encoder E1 scrollt u door de lijst met instellingen die gewijzigd moeten worden. De afkorting m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. Druk op toets S3 om te bevestigen. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. B Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. Tab. 4 - Parameters van het menu van het 2 e niveau: modus MM FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX OPMERKINGEN EL. TYPE ELEKTRODE - bs - Urd VRD (SPNNINGSREDUCTIE) off off On *4 U.EL. SPNNING LNGE LSBOOG MM 37 SYn 65 *2 rc CTIVERING FSTNDSBEDIENING off off On *3 bs= basisch rut= rutiel Crn= chroom/nikkel LU= aluminium Druk op een willekeurige toets (behalve S3) om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. *2: SYN: Deze afkorting geeft aan dat de regeling van de parameters synergisch is. De optimale waarde van de parameter wordt op grond van de ingestelde waarde van de lasstroom automatisch door de microprocessor ingesteld. Deze waarde is zichtbaar, maar kan niet door de gebruiker gewijzigd worden. 19

Wanneer SYN aanwezig is, moet u de volgende toets indrukken om de synergische waarde te zien: S1. *3: De vrijgave is geldig voor de volgende lasmethodes: MM TIG DC Type afstandsbedieningen: afstandsbediening met de hand. *4: De vrijgave is geldig voor de volgende lasmethodes: MM - TYPE ELEKTRODE Met deze parameter kan het type elektrode worden gekozen die men wil gebruiken. Met de keuze kunnen de lasparameters automatisch worden geoptimaliseerd. - VRD Deze parameter vermindert de spanning tussen de lasaansluitingen wanneer er niet gelast wordt. -- De procedure voor het ontsteken van de lasboog is de volgende: Raak het werkstuk aan met de punt van de elektrode. Til de elektrode weer op. De spanning wordt gedurende enkele seconden gedeblokkeerd. Raak het werkstuk aan met de punt van de elektrode. De lasboog ontsteekt. - LNGEBOOGSPNNING Deze parameter blokkeert de opwekking van de stroom wanneer de spanning tussen de elektrode en het werkstuk de ingestelde drempelwaarde overschrijdt. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: De ontstoken lasboog blijft intact, ook als de elektrode ver gehouden wordt van het werkstuk waaraan gelast wordt. -- Gevolg van een vermindering van de waarde: Sneller beëindigen van het lassen. 20

8.3 MM-LSSEN - SPECILE FUNCTIES D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 off B INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 INSCHKELEN Druk op toets S2 om door de lijst met instellingen te scrollen die gewijzigd moeten worden. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. B Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. Tab. 5 - Speciale functies in de MM-modus FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX OPMERKINGEN L14 DYNMIC RC off off on lleen MM Druk op een willekeurige toets (behalve S2) om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. - DYNMIC RC De spanning tussen elektrode en werkstuk wordt altijd constant gehouden, ook als de afstand tussen elektrode en het te lassen werkstuk verandert. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Het vastplakken van de elektrode wordt voorkomen. Gemakkelijker vervorming van dunne delen. 21

9 TIG DC-LSSEN 9.1 TIG DC-LSSEN - MENU VN HET EERSTE NIVEU D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 80 D INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 SELECTEREN S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 C SELECTEREN B INSCHKELEN Druk op toets S6 om de gewenste TIG-modus in te schakelen. L30 SYN L31 L32 L33 L31 L32 L33 TIG DC CONTINU TIG DC PULSEREND TIG DC SYNERGISCH S6 Druk op toets S5 om de gewenste toortsschakelaar-modus te kiezen. L26 L27 B L28 L29 L26 L27 L28 L29 2-TKT 4-TKT 4-TKT B-LEVEL 2-TKT SPOT S5 B 22

C Druk op toets S3 om door de lijst met instellingen te scrollen die gewijzigd moeten worden. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. L16 L17 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L25 L24 In deze grafiek gaat de led overeenkomstig de te wijzigen instelling branden. D Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. Druk op een willekeurige toets (behalve S3) om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. L18 L19 L21 L25 L17 L23 L16 L20 L22 L24 Tab. 6 - Parameters van het menu 1 e niveau: modus TIG DC CONTINU FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX HNDIGE TIPS P.xx. VOORGSTIJD 0,0 s 0,1 s 9,9 s Geadviseerde waarde 0,3 s L16 STRTSTROOM 5 50 170 * 2 2 % 50 % 200 % * 2 L17 UPSLOPE 0,0 s 0,0 s 25,0 s angeraden waarde 0,1 s L18 LSSTROOM MXIMUMSTROOM MET FSTNDSBEDIENING 5 80 170 L19 TWEEDE STROOM B-LEVEL 10 % 50 % 200 % * 1 L23 DOWNSLOPE 0,0 s 0,0 s 25,0 s angeraden waarde 0,5 s L24 EINDSTROOM 5 5 170 * 2 5 % 5 % 80 % * 2 L25 NGSTIJD 0,0 s 10,0 s 25,0 s * 3 L18 L19 L21 L25 L17 L23 L16 L20 L22 L24 Tab. 7 - Parameters van het menu van het 1 e niveau: modus TIG DC PULSEREND, TIG DC PULSEREND SYNERGISCH. FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX HNDIGE TIPS P.xx. VOORGSTIJD 0,0 s 0,1 s 9,9 s angeraden waarde 0,3 s L16 STRTSTROOM 5 50 170 * 2 2 % 50 % 200 % * 2 L17 UPSLOPE 0,0 s 0,0 s 25,0 s angeraden waarde 0,1 s L18 LSSTROOM MXIMUMSTROOM MET FSTNDSBEDIENING 5 80 170 23

FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX HNDIGE TIPS L19 TWEEDE STROOM B-LEVEL 10 % 50 % 200 % * 1 L20 L21 L 21 + L22 BSISSTROOM PIEKTIJD PULSFREQUENTIE 1 % 40 % 200 % *1 - *5 SYn SYn SYn * 6 0,1 s 0,1 s 5,0 s * 5 1 % 50 % 99 % * 4 SYn SYn SYn * 6 0,1 Hz 100 Hz 2,5 khz * 4 SYn SYn SYn * 6 L 22 BSISTIJD 0,1 s 5,0 s 5,0 s * 5 L 23 DOWNSLOPE 0,0 s 0,0 s 25,0 s angeraden waarde 0,5 s L 24 EINDSTROOM 5 5 170 * 2 5 % 5 % 80 % * 2 L 25 NGSTIJD 0,0 s 10,0 s 25,0 s * 3 *1: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LSSTROOM *2: De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. *3: SYN: Deze afkorting geeft aan dat de regeling van de parameters synergisch is. De optimale waarde van de parameter wordt op grond van de ingestelde waarde van de lasstroom automatisch door de microprocessor ingesteld. Deze waarde is zichtbaar, maar kan niet door de gebruiker gewijzigd worden. *4: Beschikbaar wanneer de parameter PUL = F. *5: Beschikbaar wanneer de parameter PUL = SLo. *6: Beschikbaar in de volgende modus: TIG SYNERGISCH - Met PULSEREND SYNERGISCH TIG DC kan een sterk geconcentreerde boog verkregen worden. Dit is een zeer stabiele boog en verplaatst het bad met sterke schommelingen. Het past zich perfect aan het puntlassen aan, aan het maken van dunne lasrupsen. Het wordt aangeraden bij dunne werkstukken en vooral daar waar een bijzonder stabiele boog vereist is (stroperige lasbaden). Bij deze lasmodus zijn de parameters van het pulserend lassen: BSISSTROOM; PIEKTIJD; PULS- FREQUENTIE. Zij worden alleen maar weergegeven en kunnen niet gewijzigd worden. - VOORGSTIJD Gastoevoertijd voor het begin van de vonkoverslag van de lasboog. Deze regeling is nodig wanneer bevestigingspunten moeten worden aangebracht of wanneer gelast moet worden in moeilijk te bereiken posities en die een inerte atmosfeer vereisen alvorens de lasboog te ontsteken. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: De parameter creëert een inerte omgeving waardoor onzuiverheden aan het begin van het lassen verwijderd worden. - STRTSTROOM Waarde van de stroom die opgewekt wordt door de apparatuur, onmiddellijk na het ontsteken van de lasboog. De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. De parameter wordt weergegeven, maar wordt niet gebruikt gedurende het lassen wanneer de volgende instelling aanwezig is: MULTI TCK = ON Het nut van een regelbare beginlasstroom is dat het lassen aan het werkstuk niet met te 24

hoge stroomwaarden begint en het dus niet wordt beschadigd. Bijzonder gunstig bij het lassen van dunne platen. - UPSLOPE Tijd waarop de beginstroom de waarde van de lasstroom aanneemt volgens een kromme. Deze regeling wordt gebruikt om te vermijden dat de lasnaden op het moment van de ontsteking beschadigd worden door te hoge stromen. De waarde van de hoofdlasstroom wordt geleidelijk verhoogd om de regelmatigheid van de neerslag en de inbranddiepte te controleren. De parameter wordt niet gebruikt gedurende het lassen wanneer de volgende instelling aanwezig is: MULTI TCK = ON - LSSTROOM Deze parameter regelt de waarde van de hoofdlasstroom. - MXIMUMSTROOM MET FSTNDSBEDIENING Is de maximaal te bereiken waarde van de opgewekte stroom door instelling met de externe afstandsbediening. - TWEEDE STROOM B-LEVEL Door tijdens het lassen de toets van de toorts snel in te drukken en weer los te laten (minder dan 0,5 seconde), neemt de opgewekte stroom de waarde aan die werd ingesteld als tweede stroom B-level. Deze functie maakt het mogelijk de las niet te onderbreken in geval van een wijziging van de geometrie van het te lassen werkstuk of om de lasstroom te beperken om de warmte-inbreng in het werkstuk te verminderen in geval dit tijdens het lassen te hoge temperaturen bereikt. Bij het TIG DC-lassen is de parameter nuttig als verschillende dikke stukken gelast moeten worden tijdens dezelfde lasbewerking; wanneer men van één dikte naar een andere overgaat, wordt de waarde van de stroom eenvoudigweg veranderd door te drukken op de toortsschakelaar. - BSISSTROOM Minimumstroom van de gepulseerde golf. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Snellere verwezenlijking van het smeltbad. Toename van de warmte-beïnvloede zone. - PIEKTIJD Tijd waarop de stroomimpuls zijn maximale waarde bereikt. Met de instelling SET UP, PULSTYPE = FST wordt de afstelling in % van de PULSCYCLUS (CYCLUSTIJD=1/PULSFREQUENTIE) weergegeven. Met de instelling SET UP, PULSTYPE = SLOW wordt de afstelling in seconden weergegeven. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Bredere lasrups en grotere penetratie van de las. Mogelijkheid om grotere sneden te verwezenlijken. -- Gevolg van een vermindering van de waarde: Smallere lasrups en afname van de warmte-beïnvloede zone. Moeilijkheid om het smeltbad tot stand te brengen. - PULSFREQUENTIE Hoe hoger de frequentie hoe strakker de lasrups en hoe langer de lastijd. Met de toename van de frequentie neemt de warmte-beïnvloede zone af. De met hoogfequent gepulseerde lasboog (khz) is geschikt voor platte lasrupsen (stomplassen of overlappend) bij diktes die dunner zijn dan 1 mm. 25

-- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Lagere smeltsnelheid. fname van de warmte-beïnvloede zone. - BSISTIJD Tijd waarop de opgewekte stroom de basiswaarde aanneemt. Beschikbaar bij de instelling SET UP, PULSTYPE = SLOW. De afstelling is in seconden. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Het toegevoegde materiaal wordt beter uitgespreid. Toename van de warmte-beïnvloede zone. - DOWNSLOPE De tijd waarin de stroom volgens een kromme verandert van lasstroom tot eindstroom. Voorkomt kratervorming bij het uitdoven van de lasboog. De parameter wordt niet gebruikt gedurende het lassen wanneer de volgende instelling aanwezig is: MULTI TCK = ON - EINDSTROOM Bij het lassen met materiaaltoevoer maakt deze parameter het mogelijk om vanaf het begin tot het eind van de las een uniforme laag aan te brengen en de krater van het aangebrachte materiaal met een zodanige stroom te sluiten om een laatste druppel toevoegmateriaal toe te voegen. De waarde van de parameter kan worden ingesteld als percentage van de lasstroom of als de absolute waarde, uitgedrukt in ampère. De parameter wordt weergegeven, maar wordt niet gebruikt gedurende het lassen wanneer de volgende instelling aanwezig is: MULTI TCK = ON Door de toortsschakelaar gedurende de 3 e fase ingedrukt te houden, wordt de kratersluitstroom (crater filler current) in stand gehouden waardoor het mogelijk is de krater optimaal te sluiten tot de toortsschakelaar (4 e fase) wordt losgelaten, waardoor de nagastijd begint te lopen. - NGSTIJD Tijd waarop gas wordt toegevoerd na het doven van de lasboog. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Betere vlamreiniging (het laatste deel van de las is mooier). Meer gasverbruik. -- Gevolg van een vermindering van de waarde: Minder gasverbruik. Oxidatie van de punt (moeilijker vonkoverslag van de lasboog). Raadpleeg de volgende grafiek om een beter inzicht te krijgen in de werking van de hierna beschreven parameters. I1 I2 I3 I4 I t5 t1 t3 t2 t4 t6 t (I1) LSSTROOM (I2) BSISSTROOM (I3) EINDSTROOM (I4) STRTSTROOM (t1) UPSLOPE TIJD (t2) PIEKTIJD (t3) BSISTIJD (1/t2+t3) PULSFREQUENTIE (t4) DOWNSLOPE TIJD (t5) VOORGSTIJD (t6) NGSTIJD 26

9.2 TIG DC-LSSEN - MENU VN HET TWEEDE NIVEU D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 Hf B INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L20 L21 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 3 sec INSCHKELEN/ SELECTEREN S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 Houd toets S3 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het 2 e niveau te gaan. De led gaat branden. Met encoder E1 scrollt u door de lijst met instellingen die gewijzigd moeten worden. De afkorting m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. Druk op toets S3 om te bevestigen. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. B Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. Tab. 8 - Parameters van het menu van het 2 e niveau: modus TIG DC FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX OPMERKINGEN SP.t. PUNTLSTIJD 0,01 s 0,01 s 10,0 s lleen bij 2-takt puntlassen HF CTIVERING ONTSTEKING HF-LSBOOG On On off r.p.c. MINIMLE STROOM VOETPEDL 1 % 5 % 90 % *2 rc CTIVERING FSTNDSBEDIENING off off On *1 Druk op een willekeurige toets (behalve S3) om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. *1: De vrijgave is geldig voor de volgende lasmethodes: MM TIG DC Type afstandsbedieningen: afstandsbediening met de hand TIG UP/DOWN-toorts of met potentiometer afstandsbediening met pedaal 27

Met de afstandsbediening met pedaal kan men de maximale en minimale waarde van de TIGlasstroom instellen. Met de afstandsbediening met pedaal is de regeling van de upslope en downslope niet mogelijk. Met de afstandsbediening met pedaal kunnen de volgende lasmethodes geselecteerd worden: + + 2T LIFT-RC 2T HF 2T SPOT 2T SPOT + HF ls beide afstandsbedieningen aangesloten zijn, heeft die met het pedaal voorrang op die via TIG UP/DOWN-toorts of met potentiometer. Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt gelast zonder de volgende parameters: UPSLOPE DOWNSLOPE lle speciale functies *2: Deze parameter wordt ingesteld als percentage van de waarde van de volgende parameter: LSSTROOM - PUNTLSTIJD lleen bij 2-takt puntlassen. Bij het drukken op de toortsschakelaar zal de lasboog gedurende de met de parameter ingestelde tijd opgewekt worden. Druk de toortsschakelaar nogmaals in om het lassen te hervatten. Het resultaat is een precies niet-geoxideerd punt zonder vervormingen van de plaat. - HF STRT De parameter maakt de ontsteking van de TIG-lasboog mogelijk d.m.v. hoogfrequent ontlading (HF). Een HF-ontsteking voorkomt het insluiten van onzuiverheden aan het begin van de las. Indien op OFF is de ontsteking van het LIFT-RC type met strip. HF: Dit type ontsteking vindt plaats d.m.v. een elektrische ontlading met hoge spanning maar een lage stroomsterkte (HF) tussen de punt van de elektrode en het werkstuk. Wanneer de elektrische boog tot stand is gekomen stopt de stroombron met het afgeven van de HF-ontsteking. Behalve dat dit type ontsteking erg eenvoudig en direct is, is de levensduur van de elektrode langer en kan hij schoon worden gehouden, waardoor de gebruiker met een zeer precieze en stabiele boog kan werken. BOOGONTSTEKNG MET HF 1 Plaats de wolraamelektrode zodanig op het punt van ontsteking dat er een afstand van ongeveer 2-3 mm tussen de elektrode en het werkstuk is. 2 Druk op de toortsschakelaar volgens de gekozen modus. De elektrische boog gaat branden zonder het werkstuk aan te raken. LIFT-RC: Dit type ontsteking ontstaat door een kortsluiting met lage stroomsterkte (om beschadiging van de elektrode te voorkomen), die de gebruiker tot stand brengt tussen de punt 28

van de elektrode en het werkstuk en het daaruit voortvloeiende optillen van de elektrodepunt, wat de stroom handhaaft en een zogenaamde elektrische boog tot stand brengt. Het is raadzaam de LIFT-RC-ontsteking te gebruiken bij toepassingen zoals onderhoud op werkende machines, lassen in de buurt van printplaaten of lassen in de buurt van een computer. PROCEDURE OM EEN LSBOOG IN LIFT-RC TE ONTSTEKEN: 1 Plaats de wolraamelektrode zodanig op het punt van ontsteking dat er een afstand van ongeveer 2-3 mm tussen de elektrode en het werkstuk is. 2 Kom met de elektrode aan het werkstuk en druk volgens de gekozen modus op de toortsschakelaar. 3 Til de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. - MINIMLE PEDLSTROOM Minimale waarde van de opgewekte stroom die bereikt kan worden door een extern instelsignaal afkomstig van het pedaal. De stroom is ingesteld als percentage van de waarde van de parameter "maximale pedaalstroom". 29

9.3 TIG DC-LSSEN - MENU SPECILE FUNCTIES D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 off B INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 INSCHKELEN/ SELECTEREN Druk op toets S2 om door de lijst met instellingen te scrollen die gewijzigd moeten worden. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. B Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. Tab. 11 - Speciale functies in de MM-modus FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX OPMERKINGEN L13 Q-STRT 0,1 s off 60 s L14 DYNMIC RC off off On L15 MULTI TCK 0.5 Hz off 6.0 Hz *3 zie Tab. 12 *3 zie Tab. 13 (niet bij PULSEREND SYNER- GISCH TIG) *2 - *3 zie Tab. 14 (niet bij PULSEREND SYNER- GISCH TIG) Druk op een willekeurige toets (behalve S2) om de instellingen op te slaan en het menu af te sluiten. *2: Wanneer deze functie geactiveerd is, wordt gelast zonder de volgende parameters: UPSLOPE DOWNSLOPE STRTSTROOM EINDSTROOM DYNMIC RC Q-STRT *3: Wanneer "rc"=on en als een commando wordt gegeven met de voetbediening dan zijn alle functies geblokkeerd. 30

- Q-STRT Met deze parameter kan gedurende de ingestelde tijd begonnen worden met pulserend synergisch TIG-lassen, waarna het toestel automatisch overgaat op het lasproces dat op het paneel is geselecteerd. De parameter brengt het smeltbad sneller tot stand dan bij een standaard start, omdat het voor beweging van het gesmolten materiaal van de twee lasnaden zorgt zodat de vereniging ervan wordt versneld. De parameter is nuttig voor het puntlassen van dunne platen. Tab. 12 - Bij Q-STRT aangeraden parameters HOEKND / STOMPE ND Plaatdikte (mm) Stroom () Q-start waarde (seconden) 1,0 mm 35-50 2,0 mm 50-80 3,0 mm 80-140 4,0 mm 140-170 0,5-1,0 - DYNMIC RC Met deze functie kan de lasstroom bij de afname van de boogspanning toenemen en omgekeerd. De Dynamicrc verandering kan afzonderlijk worden geregeld op een waarde tussen de 1 en 50. Bijvoorbeeld, een toename van 50 bij de verandering van 1 Volt. Deze waarde moet worden ingesteld afhankelijk van de dikte van het materiaal en het type bewerking die verricht moet worden (waarden tussen 1 en 20 bij dunne platen en een waarde tussen 20 en 50 bij middelgrote diktes). De spanning tussen elektrode en werkstuk wordt altijd constant gehouden, ook als de afstand tussen elektrode en het te lassen werkstuk verandert. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: De lasboog behoudt dezelfde concentratie. Het vastplakken van de elektrode wordt voorkomen. Grotere lassnelheid. Minder plastische vervormingen van het gelaste werkstuk. Grotere penetratie aan de top. De warmte-inbreng is enkel geconcentreerd op de las en niet op het omliggende gebied. Minder oxidatie van het werkstuk en dus lagere kosten voor de nabehandeling na het lassen. Betere controle van de eerste laag bij afschuinen (nuttig voor pijpfitters en installateurs). Gemakkelijk lassen ook van niet perfect voorbereide werkstukken. Minimum aantal fouten en een betere boogstabiliteit bij veranderingen in de beweging. STNDRD TIG DC-LSSEN DYNMIC RC TIG DC-LSSEN 2mm 10m 2mm 10mm D D D D Wanneer de booglengte wordt veranderd, wordt het smeltbad (D) groter met daaruit voortvloeiende toename van de warmte-inbreng op het werkstuk waardoor het oververhit raakt. Wanneer de booglengte wordt veranderd, houdt het smeltbad precies dezelfde afmeting (D) waardoor vermeden wordt dat het werkstuk oververhit raakt en plastische vervormingen en verlies van de mechanische eigenschappen voorkomen worden. Volts mpere 31

Tab. 13 - Bij DYNMIC RC aangeraden parameters LLERLEI SOORTEN LSNDEN Plaatdikte (mm) Stroom () Dynrc waarde (ampère) 1,0 mm 35-50 5-10 2,0 mm 50-80 10-15 3,0 mm 80-140 15-25 4,0 mm 140-170 25-50 Voor een optimale controle van de boog wordt aangeraden hem op een afstand van ongeveer 4-5 mm van het beginpunt van de naad (nulpunt) te ontsteken. - MULTI TCK Dit bestaat uit continu puntlassen, waardoor een optimale controle op dunne platen en plaatjes/ onregelmatige afschuiningen mogelijk is. -- Voordelen: Veel minder oxidatie en geen vervorming. Deze parameter maakt het mogelijk dunne platen zonder vervorming te lassen. -- Gevolgen van het verhogen van de waarde: Dunnere platen kunnen zonder vervorming gelast worden. Er wordt minder materiaal gesmolten, het lassen verloopt trager. CONTINU TIG DC-LSSEN MULTI TCK TIG DC-LSSEN TIC continu lassen zorgt voor een continue energielevering, waardoor het werkstuk niet kan afkoelen en dus oververhit raakt met een te grote penetratie en ernstige vervorming. Met pulserend TIG lassen wordt de oververhitting verminderd, maar niet volledig opgelost, aangezien de boog hoe dan ook blijft branden en toch energie en warmte blijft leveren. Door de serie herhaalde ontstekingen over langere tijd kan het werkstuk warmte verliezen tussen de ene ontsteking en de andere. Door de Multi Tack frequentie te regelen kunnen de penetratie van de las en de lassnelheid geoptimaliseerd worden en kan vooral de warmteinbreng en daaruit voortvloeiende vervorming van het werkstuk gecontroleerd worden. Bij het lassen van hoeknaden kan de Multi Tack met uitstekende resultaten worden gebruikt. De las blijft wit en zonder oxidatie, waardoor het vaak niet nodig is de naden na het lassen met zuur te behandelen. 32

Tab. 14 - Bij MULTITCK aangeraden parameters HOEKND / STOMPE ND Plaatdikte (mm) Stroom () Multi Tack frequentie (Hz) 0,6 mm 40-60 1.0-1.5 0,8 mm 60-80 1,0-1,5 1,0 mm 80-100 1,0-1,5 1,5 mm 90-110 1,0-1,5 2,0 mm 2,5 mm 3,0 mm 110-130 1,0-1,5 130-150 1,5-2,0 150-160 1,0-1,5 160-170 1,5-2,0 170-180 1,0-1,5 180-200 1,5-2,0 Het wordt voor een optimale bescherming aangeraden om vanaf de ontsteking een voorgastijd te gebruiken van tussen de 0,3-0,5 seconden en op die manier oxidatie van het eerste lasgedeelte te voorkomen. Hetzelfde geldt voor het laatste gedeelte waar een voorgastijd wordt aangeraden van ten minste 3 seconden. 33

10 WERKING VN DE TOORTSSCHKELR D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 80 L30 L13 L14 L15 L16 L17 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 SELECTEREN Druk op toets S5 om de gewenste TOORTSSCHKELR-modus te kiezen. L26 L27 S5 L28 L29 L26 L27 L28 L29 2-TKT 4-TKT 4-TKT B-LEVEL 2-TKT SPOT fhankelijk van het gekozen lasproces, zijn er specifieke werkwijzen van de toortsschakelaar beschikbaar. Een aantal werkwijzen worden beschikbaar door bepaalde parameters of functies van de apparatuur via de menu s te activeren of in te stellen. In de tabel wordt aangegeven welke instellingen nodig zijn om de verschillende werkwijze te activeren. LEGEND 2T: 2-TKT LIFT-RC 2T HF: 2-TKT MET HOOGFREQUENT ONTSTEKING (HF) 4T: 4-TKT LIFT-RC 4T HF: 4-TKT MET HOOGFREQUENT ONTSTEKING (HF) 4T B-L: 4-TKT B-LEVEL 4T B-L HF: 4-TKT B-LEVEL MET HOOGFREQUENT ONTSTEKING (HF) 2T Q-SPOT: 2-TKT PUNTLSSEN 2T Q-SPOT HF: 2-TKT PUNTLSSEN MET HOOGFREQUENT ONTSTEKING (HF) : ltijd beschikbaar. 1: Beschikbaar bij de volgende instelling: HF= on 34

Tab. 16 - Tabel werkwijzen toortsschakelaar PROCES WERKWIJZEN 2T 2T HF 4T 4T HF 4T B-L 4T B-L HF 2T Q-SPOT 2T Q-SPOT HF MM SCHOON- BRNDEN MET ELEKTRODE TIG DC CONTINU 1 1 1 1 TIG DC PULSEREND 1 1 1 1 TIG DC PULSREND SYNERGISCH 1 1 1 1-2-TKT LIFT: Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Druk de (1T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. Til de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De lasboog dooft. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. 1- TKT 2- TKT LSSTROOM GELIJKSTROOM STRTSTROOM EINDSTROOM LIFT ONTSTEKING UPSLOPE DOWNSLOPE NGS 35

- 2-TKT HF: Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. Druk de (1T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). Laat de (2T) toortsschakelaar los om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"- kromme. De lasboog dooft. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. 1- TKT 2- TKT LSSTROOM STRTSTROOM EINDSTROOM VOORGS UPSLOPE DOWNSLOPE NGS HF-ONTSTEKING - 4-TKT LIFT: Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Druk de (1T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. Til de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasboog ontsteekt en de lasstroom stelt zich in op de waarde van de primaire boogstroom (indien geactiveerd door SET UP menu). Laat de (T2) toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). Druk de (3T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). Laat de (4T) toortsschakelaar los om de lasboog te onderbreken. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. 36

1-TKT 2-TKT 3-TKT 4-TKT LSSTROOM GELIJKSTROOM STRTSTROOM EINDSTROOM LIFT ONTSTEKING UPSLOPE DOWNSLOPE NGS - 4-TKT HF: Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. Druk de (T1) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. De lasboog ontsteekt zonder contact te maken met het werkstuk en de HF-ontladingen stoppen automatisch, de lasstroom stelt zich in op de waarde van de primaire boogstroom (indien geactiveerd door SET UP menu). Laat de (2T) toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). Druk de (3T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"- kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). Laat de (4T) toortsschakelaar los om de lasboog te onderbreken. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. 1-TKT 2- TKT 3- TKT 4- TKT LSSTROOM STRTSTROOM EINDSTROOM VOORGS UPSLOPE DOWNSLOPE NGS LIFT ONTSTEKING 37

- 4-TKT B-LEVEL LIFT: Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Druk de (1T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. Til de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasboog ontsteekt en de lasstroom stelt zich in op de waarde van de primaire boogstroom (indien geactiveerd door SET UP menu). Laat de (2T) toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). Druk de toortsschakelaar in en laat hem meteen los om over te gaan naar de tweede lasstroom. De drukknop mag niet langer dan 0,3 seconden ingedrukt worden, anders begint de eindlasfase. Door deze knop in te drukken en weer los te laten, wordt de stroom weer gelijk aan de lasstroom. Druk de (3T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"-kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). Laat de (4T) toortsschakelaar los om de lasboog te onderbreken. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. 1- TKT 2-TKT INDRUKKEN EN LOSLTEN 3- TKT 4- TKT HOOFDSTROOM TWEEDE STROOM GELIJKSTROOM STRTSTROOM EINDSTROOM LIFT ONTSTEKING UPSLOPE DOWNSLOPE NGS - 4-TKT B-LEVEL HF: Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. Druk de (T1) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. De lasboog ontsteekt zonder contact te maken met het werkstuk en de HF-ontladingen stoppen automatisch, de lasstroom stelt zich in op de waarde van de primaire boogstroom (indien geactiveerd door SET UP menu). Laat de (2T) toortsschakelaar weer los. De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). Druk de toortsschakelaar in en laat hem meteen los om over te gaan naar de tweede lasstroom. De drukknop mag niet langer dan 0,3 seconden ingedrukt worden, anders begint de eindlasfase. Door deze knop in te drukken en weer los te laten, wordt de stroom weer gelijk aan de lasstroom. Druk de (3T) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt om de procedure voor het vervolledigen van de las te starten. 38

De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"- kromme. De elektrische boog blijft ingeschakeld en er wordt een stroom opgewekt gelijk aan de eindstroom. In deze omstandigheden is het mogelijk het smeltbad te vullen (crater filler current). Laat de (4T) toortsschakelaar los om de lasboog te onderbreken. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. INDRUKKEN EN LOSLTEN 1-TKT 2-TKT 3-TKT 4-TKT HOOFDSTROOM STRTSTROOM TWEEDE STROOM EINDSTROOM VOORGS UPSLOPE DOWNSLOPE NGS LIFT ONTSTEKING 39

10.1 2-TKT PUNTLSSEN - Q-SPOT FUNCTIE D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 SP.t. C INSTELLEN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 3 sec INSCHKELEN/ SELECTEREN S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 B INSCHKELEN om de modus TOORTSSCHKELR 2-TKT PUNTLSSEN te kie- Druk op toets S5 zen. B Houd toets S3 3 seconden ingedrukt om naar het menu van het 2 e niveau te gaan. De led gaat branden. Met encoder E1 scrollt u door de lijst met instellingen die gewijzigd moeten worden. Selecteer SP.t. PUNTLSTIJD De afkorting m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. Druk op de toets S3 om te bevestigen. De waarde m.b.t. de gekozen instelling verschijnt op het display D1. C Met encoder E1 wijzigt u de waarde van de gekozen instelling. Tab. 17 - Parameters van het menu van het 2 e niveau: modus 2-TKT PUNTLSSEN FKORTING / LED INSTELLING MIN STNDRD MX OPMERKINGEN SP.t. PUNTLSTIJD 0,01 s 0,01 s 10,0 s lleen bij 2-takt puntlassen Druk op een willekeurige toets (behalve S3) om de instelling op te slaan en het menu af te sluiten. - Q-SPOT Deze functie, die alleen beschikbaar is bij 2-TKT PUNTLSSEN, vereenvoudigt het puntlassen op beslissende wijze: Hiermee kan de elektrode exact op de plek geplaatst worden die moet worden verenigd. De elektrode wordt op het gewenste punt gehouden. Pas nadat de elektrode opgeheven wordt, geeft de machine de lasimpuls gedurende de vastgestelde tijd af. Het gevaar voor verontreiniging van de naad door de elektrode wordt aanzienlijk minder. Terwijl u de toortsschakelaar ingedrukt houdt, kan de procedure net zo vaak als u wilt worden 40

herhaald. Deze functie is perfect voor het puntlassen van dunne platen, voor stompe lasverbindingen en op buizen. Plaats de toorts met de elektrode op het exacte punt dat moet worden vastgezet. Druk de toortsschakelaar in en til de toorts daarna op. Na de toorts te hebben opgetild volgt een precieze ontsteking. Tip: stel de stroom zo hoog mogelijk in met een zo laag mogelijke duur. Waarde: 0,01-0,5 sec. Let op: belangrijk: controleer of de upslopes en downslopes nul zijn (0 sec.). De Q-Spot functie heeft een dubbele werkwijze, d.w.z. dat het ook mogelijk is te puntlassen zonder het werkstuk aan te raken. Bij dunne platen (dunner dan 1,5 mm) wordt aangeraden te puntlassen terwijl de elektrode het werkstuk aanraakt. Bij dikkere platen kan het zonder het werkstuk aan te raken. - 2-TKT SPOT LIFT: Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Druk de (T1) toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. Til de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. Laat de (2T) toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"- kromme. De lasboog dooft. Blijf gas toevoeren gedurende de nagastijd. 1-TKT 2-TKT LSSTROOM STRTSTROOM GELIJKSTROOM EINDSTROOM LIFT ONTSTEKING UPSLOPE PUNTLSTIJD DOWNSLOPE NGS 41

- 2-TKT SPOT HF: Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. Druk de (1T) toortsschakelaar in. De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. Laat de (2T) toortsschakelaar weer los. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"- kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. 1-TKT 2-TKT LSSTROOM STRTSTROOM EINDSTROOM VOORGS UPSLOPE PUNTLSTIJD DOWNSLOPE NGS HF-ONTSTEKING 42

1. Positioneer de toorts met de elektrode op het werkstuk. 2. Druk de toortsschakelaar in en houd hem ingedrukt. 3. Til de toorts een beetje op. Zodra de elektrode van het werkstuk vrijkomt, komt de HFontsteking tot stand. 4. De lasboog ontsteekt gedurende enkele honderdsten van een seconde (instelbaar) 5. Het resultaat is een precies niet-geoxideerd punt zonder vervormingen van de plaat. PROCEDURE MET CONTINU INDRUKKEN VN DE TOORTSSCHKELR Breng de toorts dichter bij het te lassen werkstuk tot de punt van de elektrode op 2 of 3 mm van het werkstuk komt te liggen. Druk de (1T) toortsschakelaar in. De lasboog ontsteekt zonder contact met het werkstuk en de (HF) spanningsontladingen stoppen automatisch. De lasstroom neemt toe tot de ingestelde waarde, eventueel volgens een bepaalde kromme (upslope). De lasstroom blijft gelijk aan de ingestelde stroom, gedurende de tijd die ingesteld is met de parameter puntlastijd (SPOT). De stroom bereikt de ingestelde eindstroom in de tijd die overeenkomt met de "downslope"- kromme. De lasboog dooft. Ga door met gas toe te voeren gedurende de gasnastroomtijd. Raak het werkstuk aan met de elektrode van de toorts. Til de toorts langzaam op om de lasboog te ontsteken. De lasparameters zijn beschikbaar afhankelijk van de gekozen werkwijze en het ingestelde lasproces. De beschikbaarheid van bepaalde parameters is mogelijk na vrijgave of instelling van andere parameters of functies van de apparatuur. De tabel geeft aan welke instellingen moeten worden uitgevoerd om voor elke parameter de vrijgave te verkrijgen. LEGEND : ltijd beschikbaar 1 : Beschikbaar met instelling via de actieve gebruikersinterface 2 : Verkrijgbaar met rc= on en met verbonden afstandsbediening 3 : Verkrijgbaar met HF= on 4 : Niet verkrijgbaar met M.ta. geactiveerd 5 : Verkrijgbaar met PUL.= Slo. 43

Tab. 18 - Tabel vrijgave lasparameters MENU MODUS PROCES PRMETER 1 LSSTROOM (MM) 1 1 RC MXIMLE LS- STROOM MM 2 1 HOT STRT 1 RC FORCE 1 VOORGSTIJD 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 1 STRTSTROOM 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 UPSLOPE TIJD 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 LSSTROOM (TIG) 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 MXIMLE PEDL- STROOM TIG 2 2 2 2 2 2 1 TWEEDE LSSTROOM 1 BSISSTROOM 1 PIEKTIJD 1 BSISTIJD 5 5 5 5 5 5 5 5 1 PULSFREQUENTIE 1 DOWNSLOPE TIJD 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 EINDSTROOM 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 4 1 NGSTIJD 2 TYPE ELEKTRODE 2 VRD 2 2 SPNNING LNGE LSBOOG MM CTIVERING FSTNDSBEDIENING 2 PUNTLSTIJD 2 2 CTIVERING HF- ONTSTEKING LSBOOG MINIMLE PEDLSTROOM 2 2 2 2 2 2 SPECIL Q-STRT 3 3 3 3 3 3 SPECIL DYNMIC RC SPECIL MULTI TCK 3 3 3 3 3 3 3 3 3 44

11 TKBEHEER (JOBS) Persoonlijke lasinstellingen kunnen op specifieke geheugenplaatsen opgeslagen en geladen worden die "JOBS" genoemd worden. Er zijn 50 JOBS mogelijk (j01-j50). Het beheer van de JOBS is alleen mogelijk wanneer er niet gelast wordt. De instellingen van het SETUP menu kunnen niet opgeslagen worden via de JOBS. Wanneer een JOB geladen is en een UP/DOWN-toorts op de apparatuur aangebracht, is het mogelijk de verschillende opgeslagen JOBS d.m.v. een druk op de toetsen van de toorts te kiezen. ls er geen JOBS geladen zijn, wordt de lasstroom veranderd met de UP/DOWN-toetsen van de toorts. 11.1 JOB OPSLN D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 S. C SELECTEREN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 3 sec INSCHKELEN BEVESTIGEN OPSLN B D B C D Houd toets S4 3 seconden ingedrukt om het menu JOB OPSLN/VERWIJDEREN te activeren. S. : het bericht verschijnt op het display D1. Druk op toets S4 om te bevestigen. S.xx : het bericht verschijnt op het display D1. xx= nummer van de eerste vrije job. Kies met encoder E1 het nummer van de gewenste job. S.yy : het bericht verschijnt op het display D1. ls het nummer van een bezette geheugenplaats wordt gekozen, zal het nummer van de JOB knipperen. Druk op toets S4 om de JOB op te slaan en het menu af te sluiten. Door te bevestigen zal de nieuwe JOB de oude overschrijven. Druk op een willekeurige toets (behalve S4) om zonder bevestiging af te sluiten. 45

11.2 JOBS VERWIJDEREN D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 Er. B D SELECTEREN L30 L13 L14 L15 L17 L16 L18 L19 L21 L20 L22 L23 L25 L24 SYN L31 L32 L33 S2 3 sec INSCHKELEN BEVESTIGEN WISSEN S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 C E B C Houd toets S4 3 seconden ingedrukt om het menu JOB OPSLN/VERWIJDEREN te activeren. S. : het bericht verschijnt op het display D1. Kies met encoder E1 de volgende instelling: Er. -- Het bericht verschijnt op het display D1 alleen wanneer er JOBS opgeslagen zijn. Druk op toets S4 om te bevestigen. E.xx : het bericht verschijnt op het display D1. xx= nummer van de laatste gebruikte job. D E Kies met encoder E1 Druk op toets S4 het nummer van de job die moet worden gewist. om de JOB te wissen en het menu af te sluiten. Druk op een willekeurige toets (behalve S4) om zonder bevestiging af te sluiten. 46

11.3 JOB LDEN D1 L1 L2 L3 L12 L10 L11 S1 E1 L5 L4 L7 L6 L8 L9 L13 L14 L15 B L. SELECTEREN L30 L18 L19 L21 L25 L31 L17 L23 L32 L16 L20 L22 L24 SYN L33 S2 S3 S4 L26 L27 S5 L29 L28 S6 INSCHKELEN BEVESTIGEN C Druk op toets S4 om het menu JOB LDEN te activeren. L.xx : alleen wanneer er jobs geladen zijn, verschijnt het bericht op het display D1. xx= nummer van de laatste gebruikte job. no.j : wanneer er geen jobs zijn opgeslagen verschijnt het bericht op het display D1. B Kies met encoder E1 het nummer van de job die moet worden geladen. C Druk op toets S4 De led gaat branden. om de JOB te laden en het menu af te sluiten. Om de geladen JOB af te sluiten, wijzigt u een willekeurige instelling d.m.v. de gebruikersinterface van de stroombron. Druk op een willekeurige toets (behalve S4) om zonder bevestiging af te sluiten. 11.4 JOBS KIEZEN MET DE TOETSEN VN DE TOORTS Wanneer een UP/DOWN-toorts is aangebracht, is het mogelijk om de verschillende opgeslagen JOBS d.m.v. een druk op de toetsen van de toorts te kiezen. D.m.v. de gebruikersinterface van de stroombron kiest en laadt u een van JOBS die bij de gewenste sequentie behoren (bijvoorbeeld J.06). D.m.v. de toetsen van de toorts kunt u nu door de verschillende opgeslagen JOBS scrollen. 47

12 TECHNISCHE GEGEVENS fgedankte elektrische en elektronische apparatuur (EE) Toegepaste richtlijnen Constructienormen Elektromagnetische compatibiliteit (EMC) Laagspanningsrichtlijn (LVD) Beperking van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen in elektrische en elektronische apparatuur (RoHS) EN 60974-1; EN 60974-3; EN 60974-10 Klasse pparatuur conform de geldende Europese richtlijnen Conformiteitsmarkering pparatuur die kan worden gebruikt in ruimtes met verhoogd risico op elektrische schokken pparatuur conform de EE-richtlijn pparatuur conform de RoHS-richtlijn 12.1 DISCOVERY 172T Voedingsspanning Bescherming van het net Zmax fmetingen (B x D x H) Gewicht Isolatieklasse Beschermingsgraad Koeling Maximale gasdruk 1 x 230 Vac ± 15 % / 50-60 Hz 16 traag Deze apparatuur is conform de norm IEC 61000-3-12 op voorwaarde dat de toegelaten maximale systeemimpedantie kleiner is dan of gelijk is aan Zmax (25 mohm) op het interfacepunt tussen de voeding van de gebruiker en het openbaar systeem. De installateur of de gebruiker van de apparatuur moet er, zo nodig in overleg met de operator van het distributienet, voor zorgen dat de apparatuur slechts met één voeding verbonden is met een toegelaten maximale systeemimpedantie van kleiner dan of gelijk aan Z max. 400 x 160 x 260 mm 8,6 kg H IP23S F: Geforceerde luchtkoeling (met ventilator) 0,5 MPa (5 bar) Statische karakteristiek MM TIG Dalende karakteristiek Dalende karakteristiek Lasmodi MM TIG Regelbereik stroom en spanning Lasstroom / Werkspanning Maximaal opgenomen vermogen Maximaal opgenomen stroom 10 / 20,4 V 150-26,0 V 5 / 10,2 V 170-16,8 V 40% (40 C) 170-16,8 V 50% (40 C) 150-26,0 V -- 60% (40 C) 130-25,2 V 150-16,0 V 100% (40 C) 120-24,8 V 130-15,2 V 40% (40 C) 4.8 kv - 3,5 kw 50% (40 C) 6,2 kv - 4,5 kw -- 60% (40 C) 5,1 kv - 3,7 kw 4,1 kv - 2,9 kw 100 % (40 C) 4,7 kv - 3,4 kw 3,4 kv - 2,4 kw 40% (40 C) 20,8 50% (40 C) 28,9 -- 60% (40 C) 22,3 17,5 100 % (40 C) 20,4 14,6 48

Effectief opgenomen stroom Spanning in onbelaste toestand (U0) 40% (40 C) 13,2 50% (40 C) 20,4 -- 60% (40 C) 17,3 13,6 100 % (40 C) 20,4 14,6 53 V 53 V Beperkte open spanning (Ur) 8 V 8 V Nominale HF piekspanning (Up) 7.8 kv Systeem voor het ontsteken van de boog ontworpen voor de werking met de toorts met handbediening. 49

13 ELEKTRISCH SCHEM 50

13.1 CONNECTOR VN DE TOORTS (voorpaneel) 2 3 4 1 3 4 2 5 5 1 Toorts cod. 021.0004.3360 UP/ DOWN toorts P. T. GND P. T. N.C. X N.C. X N.C. X 1 2 3 4 5 P. T. GND P. T. UP DOWN N.C. X 1 2 3 4 5 13.2 CONNECTOR VOOR FSTNDSBEDIENING (achterpaneel) 021.0004.0602 F E B D C B C F D E REMOTE CONNECTOR cod. 021.0004.0602 Toorts met potentiometer fstandsbediening fstandsbediening met pedaal MX RIF MIN SWITCH N.C. X N.C. X B C D E F MX RIF MIN X N.C. N.C. X N.C. X POT : 2KOhm - 10KOhm POT : 2KOhm - 10KOhm POT. 2 kohm - 10 kohm POT. 2 kohm - 10 kohm POT. 2 kohm - 10 kohm B C D E F MX RIF MIN SWITCH N.C. X B C D E F 51

14 RESERVEONDERDELEN 14.1 DISCOVERY 172T 52

N CODE BESCHRIJVING 1 011.0003.0051 LOWER COVER 2 010.0006.0048 RER PLSTIC PNEL 3 010.0006.0043 FRONT PLSTIC 4 021.0001.0260 FIXED SOCKET 400 5 011.0003.0101 FNS SUPPORT 6 050.0002.0153 TORCH CONNECTOR BORD 7 016.5001.1132 HOSE DPTER 8 016.5001.1303 RINGNUT 9 003.0002.0002 FN 10 012.0001.0007 NYLON BSE 11 015.0001.0027 HET SINK L= 75mm 12 032.0002.2802 ISOTOP DIODE 13 040.0003.1080 THERML CUT-OUT 80 C 14 045.0006.0102 MCHINED COPPER 15 015.0001.0002 HET SINK L= 50mm 16 015.0001.0001 HET SINK L= 107mm 17 012.0001.0000 INTERNL FRMES 18 011.0006.0031 HNDLE 19 045.0002.0021 NEOPRENE CBLE 20 050.0006.0001 POWER BORD 21 046.0002.0013 INSULTING SHEET 22 010.0007.0005 PLNR TRNSFORMER 23 050.0002.0003 SNUBBER BORD 24 045.0006.0097 TRNSFORMER-SOCKET COPPER BRCKET 25 050.0001.0004 HF BORD 26 022.0002.0300 THERML CUT-OUT 100 C 27 010.0002.0009 H.F. COIL + MOUNTING 28 041.0004.0301 CURRENT SENSOR 29 017.0001.5542 SOLENOID VLVE 30 011.0000.0121 COVER PLTE 31 013.0014.0501 FRONT LBEL 32 014.0002.0002 KNOB WITH CP 33 011.0003.0102 HF PROTECTION PLTE 34 050.5045.0000 COMPLETE FRONT PNEL 35 013.0014.0500 RER PNEL 36 022.0002.0005 REMOTE CONTROL WIRING 37 040.0001.0011 BI-POLE SWITCH 38 045.0000.0014 CBLE CLMP 39 011.0002.0018 SOLENOID VLVE PLTE 40 011.0003.0103 FN PLTE 53

14.2 TORCH CONNECTORS COMPLETE KIT N CODE BESCHRIJVING 021.0000.0001 TORCH CONNECTORS COMPLETE KIT 1 016.5001.0822 SLEEVE HOSE DPTOR 1/4 2 016.0007.0001 HOSE CLMPS Ø=11-13 3 016.0007.0709 HOSE CLMP Ø=07-09 4 016.5001.0821 SLEEVE HOSE DPTER FOR RUBBER HOSE M10 5 021.0004.3360 MPHT3360-001 M/5V. VOL. CONNECTOR 6 016.5001.1311 NUT M10 7 016.5001.0823 NUT 1/4 54

55

WECO srl Via S. ntonio 22 - Loc. Belvedere 36056 Tezze sul Brenta (Vicenza) - Italy Tel +39 0424 561 943 - fax +39 0424 561 944 www.weco.it 03/05/2019 V.2.3