Koninklijk besluit betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen.



Vergelijkbare documenten
Familierechtbank Brussel (Ned.), vonnis van 28 mei 2018

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap,

OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË MONTENEGRO INZAKE HET VERRICHTEN VAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR BEPAALDE GEZINSLEDEN

Richtlijn van de Raad d.d. 21 mei 1973, nr. 73/148/EEG, Pb EG 1973, nr. L1 72.

Datum : 21/10/2002 BS : 29/10/2002

Koninklijk besluit tot regeling van de werking van en de rechtspleging voor de Vaste Beroepscommissie voor vluchtelingen.

ONTWERP VAN MEMORIE VAN TOELICHTING

De Federale Regering, De Vlaamse Regering, De Waalse Regering, De Brusselse Hoofdstedelijke Regering, De Regering van de Duitstalige Gemeenschap,

Art. 39 Algemene wet inzake rijksbelastingen In de gevallen waarin het volkenrecht, dan wel naar het oordeel van Onze Minister het internationale

Onder afhankelijke gezinsleden wordt verstaan:

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN TITEL

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

PERSONEN DIE NIET MEER

VR DOC.0343/3

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Datum: 24/05/1994 B.S.: 21/07/1994

CIRCULAIRE NOTA. (16 mei 2008)

REGELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBE- WIJZEN M36, M18 EN M3

Tweede Kamer der Staten-Generaal

PROTOCOL (Nr. 7) BETREFFENDE DE VOORRECHTEN EN IMMUNITEITEN VAN DE EUROPESE UNIE

Als uw aanvraag betrekking heeft op meerdere personen, betaalt u een bijdrage per persoon.

CIRCULAIRE NOTA. (10 juin 2012)

HOOFDSTUK 24 BELGISCH MILITAIR RIJBEWIJS EN SHAPE-RIJBEWIJS

1392 ( ) Nr november 2017 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Omzendbrief tot wijziging van de omzendbrief van 15 september 1998 betreffende het verblijf van vreemdelingen die in België wensen te komen studeren

2017 no. 6 AFKONDIGINGSBLAD VAN ARUBA

CIRCULAIRE NOTA SPECIAAL STATUUT VAN DE GEZINSLEDEN VAN HET PERSONEEL VAN INTERNATIONATIONALE INSTELLINGEN. (10 januari 2013)

GELEN VOOR ALLE VOORLOPIGE RIJBEWIJZEN M36, M18 EN M3

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

TRACTATENBLAD VAN HET KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 2000 Nr. 97

Voortgezet verblijf secundaire migranten

HOOFDSTUK 24 BELGISCH MILITAIR RIJBEWIJS EN SHAPE-RIJBEWIJS

De Staten van de Benelux hebben besloten om de op de visumvignetten aangebrachte vermeldingen te vereenvoudigen (1).

12. EU-REIZIGERSLIJST voor SCHOOLREIZEN voor NIET-EU SCHOLIEREN

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling «Sociale Zekerheid»

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

Gelet op het auditoraatsrapport van de Kruispuntbank ontvangen op 12 mei 2005; A. CONTEXT VAN DE AANVRAAG EN ONDERWERP ERVAN

INFORMATIEBROCHURE VOOR DE GARANTEN

Gelet op de geldende wettelijke en reglementaire bepalingen inzake vestiging en invordering van de gemeentebelastingen;

I. INLEIDING A. Algemeen kader B. Herinnering : toegang tot het grondgebied van het Koninkrijk en kort verblijf

- de toepasselijke procedure inzake de indiening en de behandeling van het verzoek tot machtiging tot terugkeer;

De Europese Economische Ruimte

OVEREENKOMST TUSSEN HET KONINKRIJK BELGIË DE REPUBLIEKARMENIË INZAKE HET VERRICHTENVAN BETAALDE WERKZAAMHEDEN DOOR GEZINSLEDENVAN HET PERSONEEL

HOOFDSTUK 23 HET INTERNATIONAAL RIJBEWIJS

Hof van Cassatie van België

479 ( ) Nr september 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

opgesteld en stelt hem in het bezit van een attest van immatriculatie model A, waarvan de geldigheid negen maanden na de datum van afgifte van het

Deze richtlijn dient nog omgezet te worden in Belgisch recht. De termijn voor omzetting verstrijkt op 30 april 2006.

B 19 Voortgezet verbliif 19

C14-1 Richtlijn voor de coördinatie van de voor vreemdelingen geldende bijzondere maatregelen ten aanzien van verplaatsing en verblijf, die

GEMEENTERAAD ZITTING VAN 16 DECEMBER 2013 ONDERWERP : REGLEMENT - BELASTING OP DE AFGIFTE VAN ADMINISTRATIEVE STUKKEN HERNIEUWING EN WIJZIGINGEN

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar Nr. 337 BRIEF VAN DE MINISTER VAN BUITENLANDSE ZAKEN

BERICHT AAN DE GEMEENTEN GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN VAN 14 OKTOBER 2012

Verdrag inzake de voltrekking en de erkenning van de geldigheid van huwelijken

619 ( ) Nr januari 2016 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

INFORMATIEBROCHURE VOOR DE GARANTEN

Bescherming van stagiairs

Dat dit reglement op de bepalingen van de ordonnantie van 3 april 2014 door een beslissing van het College op 26 juni 2014 aangepast is;

478 ( ) Nr september 2015 ( ) ingediend op. Ontwerp van decreet

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Verblijfsrechtelijke gevolgen van. (tijdelijk) verblijf buiten Nederland

CIRCULAIRE NOTA ADMINISTRATIEVE PROCEDURE VOOR DE ACCREDITATIE VAN DE PERSONEELSLEDEN EN HUN GEZINSLEDEN VAN DE BEROEPSCONSULAIRE POSTEN IN BELGIË

Molukkers. Inleiding. Personen op wie de Wet betreffende de positie van Molukkers van toepassing is

OMZENDBRIEF AAN DE GEMEENTEBESTUREN HOOFDSTUK 28 HET INTERNATIONALE RIJBEWIJS

Wet arbeid Vreemdelingen

Financiën - Belasting op de afgifte van administratieve documenten - Reglement - Hernieuwing.

CIRCULAIRE NOTA OVER DE ACCREDITATIE VAN HET HOOFD VAN EEN DIPLOMATIEKE ZENDING IN BELGIË

Sectoraal Comité van de Sociale Zekerheid en van de Gezondheid Afdeling Sociale Zekerheid

Vreemdelingen op wie het Europees Verdrag betreffende sociale en medische bijstand van toepassing is

Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname

Datum: 30/09/1997 (Bijgewerkt 28/08/2007) BS: 14/11/1997 Gewijzigd ingevolge de omzendbrief van 06/12/2005 (B.S. 30/12/2005)

TRACTATENBLAD KONINKRIJK DER NEDERLANDEN. JAARGANG 1975 Nr. 132

FEDERALE OVERHEIDSDIENST BINNENLANDSE ZAKEN

Dossier voor het indienen van een aanvraag om vergunning voor het tewerkstellen van een buitenlandse au pair-jongere (behalve E.E.R.

5 Machtiging tot voorlopig verblijf

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

1 van 6 12/03/ :19

UITTREKSEL UIT HET REGISTER DER BERAADSLAGINGEN VAN DE GEMEENTERAAD ZITTING VAN 21 december 2015

Goedkeuren reglement betreffende de ambulante activiteiten op het openbaar terrein

Datum: 15/4/1998 (Bijgewerkt 27/08/2007) B.S. : Niet verschenen Gewijzigd ingevolge omzendbrief van 21/09/2005 (B.S. 11/10/2005)

CIRCULAIRE NOTA. (Bijgewerkt op 1 juli 2016)

MINISTERIE VAN ECONOMISCHE ZAKEN, MINISTERIE VAN FINANCIEN EN MINISTERIE VAN MIDDENSTAND EN LANDBOUW

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 17 november 2000 (20.11) (OR. fr) 13095/1/00 REV 1 LIMITE MIGR 91 COMIX 802

De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer

C18-4 Uitvoeringsovereenkomst bij het Akkoord van Schengen (excerpt: Titel II, Hoofdstuk 7, artt. 28 t/m 381

KAARTEN VOOR VREEMDELINGEN EN VERBLIJFSDOCUMENTEN AFGEGEVEN IN HET KADER VAN DE GEZINSHERENIGING

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Besluit uitbreiding en beperking kring verzekerden volksverzekeringen 1999

Cijfer in veld 6.4 type titel. 67 Vorige verblijfstitel werd ingetrokken. 68 Langdurig ingezetene (CZ) 69 Langdurig ingezetene (EU)

HOOFDSTUK I. Definities. Artikel 1. Voor de toepassing van dit besluit wordt verstaan onder :

GEMEENTERAADSVERKIEZINGEN 2006

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Regeling tachograafkaarten

Algemene Directie Dienst Vreemdelingenzaken ACADEMISCHE MIGRATIE

VREEMDELINGEN. Wijzigingen in de formulieren die de gemeentebesturen moeten gebruiken

Concordantietabel A. 19 januari Vlaamse omzettingsmaatregel(en) Artikel 1 Onderwerp

Transcriptie:

Datum : 30/10/1991 Gewijzigd door het K.B. van 17/10/2000 (B.S. : 21/11/2000) Gewijzigd door het K.B. van 25/05/2005 (B.S. : 13/06/2005) B.S. : 17/12/1991 (Bijgewerkt 14/06/2005) Koninklijk besluit betreffende de documenten voor het verblijf in België van bepaalde vreemdelingen. Gelet op de wet van 15 december 1980 betreffende de toegang tot het grondgebied, het verblijf, de vestiging en de verwijdering van vreemdelingen, met name op het artikel 10, eerste lid, 1, gewijzigd bij de wet van 28 juni 1984; Gelet op het advies van de Raad van State; Op de voordracht van Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie en van Middenstand en van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid,... Artikel 1. De Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft verstrekt kosteloos de diplomatieke identiteitskaart, overeenkomstig het hierbijgevoegd model I : 1 aan de diplomatieke ambtenaren van de in het Rijk geaccrediteerde diplomtieke zendingen; 2 aan de beroepskanselier, hoofd van de kanselarij van de in het Rijk geaccrediteerde diplomatieke zendingen; 3 aan de leden, die de diplomatieke status genieten, van de permanente vertegenwoordigingen en de zendingen bij de in het Rijk gevestigde publiekrechtelijke internationale instellingen; 4 aan de leden, die de diplomatieke status genieten, van de in het Rijk gevestigde publiekrechtelijke internationale instellingen; 5 aan de beroepskanselier, hoofd van de kanselarij van de permanente vertegenwoordigingen en de zendingen bij de in het Rijk gevestigde publiekrechtelijke internationale instellingen; 6 aan de echtgenoot, aan de familieleden en aan de ongehuwde kinderen van meer dan vijf jaar van de personen bedoeld van 1 tot 5, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 37, 1, van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer. Artikel 2. De Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft verstrekt kosteloos de consulaire identiteitskaart, overeenkomstig het hierbijgevoegd model II : 1 aan de consulaire beroepsambtenaren, die gemachtigd zijn hun consulaire taak in het Rijk uit te oefenen; 2 aan de beroepskanselier, hoofd van de kanselarij van een consulaire post in het Rijk; 3 aan de echtgenoot, aan de familieleden en aan de ongehuwde kinderen van meer dan vijf jaar van de personen bedoeld in 1 en 2, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 46, 1, van het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer.

Artikel 3. De Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft verstrekt kosteloos een bijzondere identiteitskaart, overeenkomstig het hierbijgevoegd model III : 1 aan de leden van het administratief en technisch personeel van de in het Rijk gevestigde diplomatieke zendingen en van de permanente vertegenwoordigingen en de zendingen bij de in het Rijk gevestigde publiekrechtelijk internationale instellingen evenals aan hun echtgenoot, aan hun familieleden en hun ongehuwde kinderen van meer dan vijf jaar, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 37, 2, van het Verdrag van Wenen inzake diplomatiek verkeer; 2 aan de beroepsconsulaire bedienden van de in het Rijk gevestigde consulaire posten die worden geleid door een beroeps- of honorair consulair ambtenaar evenals aan hun echtgenoot, aan hun familieleden en aan hun ongehuwde kinderen van meer dan vijf jaar, onder de voorwaarden bepaald bij artikel 46, 1 en 2, van het Verdrag van Wenen inzake consulair verkeer; 3 aan de ambtenaren en personeelsleden van de in het Rijk gevestigde publiekrechtelijke internationale instellingen; 4 aan de leden van het Europees Parlement die uitsluitend om reden van hun mandaat in het Rijk verblijven; 5 aan de echtgenoot en aan de ongehuwde kinderen van meer dan vijf jaar en aan de overige familieleden van de personen bedoeld in 3 en 4 overeenkomstig de verdragen of zetelakkoorden terzake; 6 aan de honoraire consulaire ambtenaren die gemachtigd zijn hun ambt in het Rijk uit te oefenen en die alhier geen duurzaam verblijf hielden op het ogenblik van hun indiensttreding, evenals aan hun echtgenoot en aan de inwonende ongehuwde kinderen van meer dan vijf jaar en minder dan achttien jaar. Artikel 4. De Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft verstekt kosteloos een bijzondere identiteitskaart, overeenkomstig het hierbijgevoegd model IV : 1 aan de assistenten van de in artikel 3, 4, bedoelde personen; 2 aan de ambtenaren en personen belast met een officiële opdracht in het Rijk;3 aan de officieren aan wie toestemming is verleend om in het Rijk stage te lopen; 4 aan de personeelsleden van elk der internationale instellingen waaraan de Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft het recht op de afgifte van zulke bijzondere identiteitskaart ten gunste van hun personeelsleden heeft toegezegd; 5 aan de leden van het bedienend personeel van de in het Rijk gevestigde consulaire posten die worden geleid door een beroepsconsulaire ambtenaar; 6 aan de leden van het bedienend personeel van de in het Rijk gevestigde diplomatieke zendingen en van de permanente vertegenwoordigingen en zendingen bij de in het Rijk gevestigde publiekrechtelijke internationale instellingen; 7 aan de particuliere bedienden die uitsluitend tewerkgesteld worden in de persoonlijke dienst van de in de artikelen 1, 1 tot 5, en 2, 1 en 2, bedoelde personen; 8 aan de inwonende echtgenoot en aan de inwonende ongehuwde kinderen van meer dan vijf en minder dan achttien jaar van de personen bedoeld in 1 tot 7. Artikel 5. De Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft verstrekt kosteloos een identiteitsbewijs, overeenkomstig het hierbijgevoegd model V, aan de kinderen die de leeftijd van vijf jaar niet hebben bereikt, van de in de artikelen 1 tot 4 bedoelde personen.

Artikel 6. Met uitzondering van de in artikel 1, 1, bedoelde personen, kunnen alleen de vreemdelingen die in het Rijk verblijven op de in het huidig besluit bedoelde documenten aanspraak maken. Deze documenten worden hun geweigerd of ontnomen indien zij in het Rijk een winstgevend bedrijf uitoefenen dat niet in verband staat met de uitoefening van het ambt dat recht geeft op het verkrijgen van een van de bedoelde documenten of, wanneer het een familielid betreft, indien zij in het Rijk eender welk winstgevend bedrijf uitoefenen. Echter, in afwijking van het voorgaande, zullen de begunstigden van een wederkerigheidsovereenkomst afgesloten door België, die toelaat aan bepaalde gezinsleden van diplomatieke en consulaire ambtenaren, alsook van andere titularissen van een bijzondere verblijfstitel vermeld in dit besluit, om betaalde werkzaamheden te verrichten, genoemde documenten kunnen ontvangen of behouden. Artikel 7. Zolang de vreemdeling in het bezit is van één van de in het huidig besluit bedoelde documenten en hij voldoet aan de voorwaarden om er aanspraak op te maken, valt hij, om het ambt te kunnen uitoefenen dat recht geeft op het verkrijgen van één van die documenten, niet onder de regeling betreffende de tewerkstelling van werknemers van vreemde nationaliteit in België en betreffende de uitoefening, door de vreemdelingen, van zelfstandige beroepsactiviteiten. Artikel 8. De in de artikelen 1 tot 4 bedoelde documenten moeten worden aangevraagd zodra de betrokken personen in het Rijk zijn binnengekomen. Artikel 9. Elke verandering van de hierna vermelde gegevens dient binnen de vijftien dagen aan de Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft medegedeeld te worden : - naam en voornaam; - nationaliteit; - verblijfplaats; - burgerlijke stand; - samenstelling van het gezin; - functie of status. Artikel 10. De geldigheidsduur van de in de artikelen 1 tot 5 bedoelde documenten zal door de Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft vastgesteld worden. Deze documenten moeten uiterlijk acht dagen voor hun vervaldatum aan de Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft voor eventuele verlenging of vernieuwing worden overgemaakt. Artikel 11. De houders van een van de in de artikelen 1 tot 4 bedoelde documenten moeten steeds dit document bij zich hebben en het op vordering van elke gezagdrager vertonen. Artikel 12. De in het huidig besluit bedoelde documenten worden ongeldig en moeten onmiddellijk aan de Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft terugbezorgd worden als de houder de voorwaarden om houder ervan te zijn niet meer vervult.

Artikel 13. De volgende personen, alsmede hun kinderen die de leeftijd van vijf jaar niet bereikt hebben en in het bezit zijn van het identiteitsbewijs bedoeld in artikel 5, worden vrijgesteld van immigratiebeperkingen en van de formaliteiten betreffende vreemdelingenregistratie : 1 de houders van de diplomatieke identiteitskaart en de houders van de consulaire identiteitskaart; 2 de houders van de bijzondere identiteitskaart bedoeld in artikel 3, 1 en 2, op voorwaarde dat zij in vaste dienst van de Zendstaat zijn, alsmede hun echtgenoot, hun ongehuwde kinderen en hun familieleden; 3 de houders van de bijzondere identiteitskaart bedoeld in artikel 3, 3, die krachtens door België ondertekende internationale verdragen van de formaliteiten van de vreemdelingenregistratie zijn vrijgesteld, alsmede hun echtgenoot, hun ongehuwde kinderen en hun familieleden die recht hebben op de bijzondere identiteitskaart; 4 de houders van de bijzondere identiteitskaart bedoeld in artikel 3, 4, alsmede hun echtgenoot, hun ongehuwde kinderen en hun familieleden die recht hebben op de bijzondere identiteitskaart; 5 de houders van de bijzondere identiteitskaart bedoeld in artikel 3, 6, alsmede hun echtgenoot en hun ongehuwde kinderen die de leeftijd van achttien jaar niet bereikt hebben. Artikel 14. Bij verlies van een van de documenten vermeld in het huidig besluit, wordt een duplicata afgeleverd tegen kostprijs. De Minister die buitenlandse zaken tot zijn bevoegdheid heeft bepaalt het bedrag van deze kostprijs. Artikel 15. Het konninklijk besluit van 6 december 1955 betreffende het verblijf in België van zekere bevoorrechte vreemdelingen, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 16 januari 1957 en 8 februari 1960, wordt opgeheven. Het koninklijk besluit van 11 december 1989 betreffende de documenten voor het verblijf in België van de bevoorrechte vreemdelingen, wordt ingetrokken. De in het koninklijk besluit van 6 december 1955 bedoelde documenten blijven geldig gedurende drie jaar vanaf de datum van inwerkingtreding van dit besluit. Artikel 16. Onze Minister van Buitenlandse Zaken, Onze Minister van Justitie en Middenstand, Onze Minister van Binnenlandse Zaken en Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit. Gegeven te Brussel, 30 oktober 1991. BOUDEWIJN Van Koningswege: De Minister van Buitenlandse Zaken, M. EYSKENS De Minister van Justitie en Middenstand, M. WATHELET De Minister van Binnenlandse Zaken, L. TOBBACK De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, L. VAN DEN BRANDE

Model I

Model II

Model III

Model IV

Model V Gezien om te worden gevoegd bij Ons Besluit van 30 oktober 1991. BOUDEWIJN Van Koningswege De Minister van Buitenlandse Zaken, M. EYSKENS De Minister van Justitie en Middenstand, M. WATHELET De Minister van Binnenlandse Zaken, L. TOBBACK De Minister van Tewerkstelling en Arbeid. L. VAN DEN BRANDE