Auteur: Lisa Op den Kamp & Cridi Frissen-Moors Layout: Lisa Op den Kamp Foto omslag: Groot streepzaad, Oranje havikskruid en Icarusblauwtje (Lisa Op



Vergelijkbare documenten
Oeverplanten in Lelystad

Bermenplan Assen. Definitief

Veldbezoeken Het gebied is op 16 juli 2014 bezocht door Menno Reemer (EIS) samen met Hendrik Baas (gemeente Zoetermeer).

15 ton ds. 7,5 ton ds. Bron: Opbrengst in kg ds per ha. kg meetmelk per ha

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal, BWK en Habitatkaart

De dambord borders: 1 Arme leemborder.

PVM AKKERRANDENMENGSELS MATERIALEN. Telefoon Telefax

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Bos/Bosplaats Perceelsnummer LH1 Bestandsnummer

Onderwerp Advies ex artikel Bro voorontwerpbestemmingsplan "Landgoed Colmont", hierna te noemen het plan.

SLOBKOUSNIEUWS 17 jrg7

Soortensamenstelling van de Kamgrasweiden

Bermbeheerplan voor een ecologisch waardevolle berm langs te Elingen

Onkruid in kassen Westland

Jaarverslag Stadsnatuurgebieden Maastricht 2015

Bermbesluit. Aard : Besluit van de Vlaamse regering Over : maatregelen inzake natuurbehoud op de bermen beheerd door publiekrechtelijke rechtspersonen

Wat hebben bijen nodig?

SLOBKOUSNIEUWS 26 jrg2

SLOBKOUSNIEUWS 18 jrg2

Extra Nieuwsbrief W.H. Vliegenbos

Ontwikkelingsperspectief Madurodam

QUICKSCAN EDESEWEG 51 WEKEROM

De biologische waarderingskaart en habitatkaart. Natuurmanagement: kaartmateriaal

Notitie. Referentienummer Datum Kenmerk november Betreft Notitie actualisatie natuuronderzoek Willevenstraat te Schaijk

Soortenkennis O43. Bloemplanten

Bureauonderzoek natuurwaarden wijzigingsplan Boekenrode

Oevers 2x maaien Oever 2

WERKPROTOCOLLEN VOOR WERKZAAMHEDEN IN HET KADER VAN BESTENDIG BEHEER EN ONDERHOUD.

Onderzoek naar beschermde soorten aan de Eikenlaan in Sleeuwijk

Bermbeheer: ook voor plant en dier van knautia en knautiabij tot bruin dikkopje. Hasselt - 2 februari 2012 Kars Veling, De Vlinderstichting

RWZI HILVERSUM. Informatiebrochure Groenplan. H+N+S Landschapsarchitecten. Koninklijke Ginkel Groep. Contactpersoon Mark Rotteveel

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

maaibeheer GRAS EN HOOILAND Maximapark

Planten in bossen: beheer en biodiversiteit

SLOBKOUSNIEUWS 25 jrg2

een overzicht van beschermde en bedreigde dier- en plantensoorten Ruud, spaar ons mooie Keersopdal!

SLOBKOUSNIEUWS 31 jrg2

Een vegetatieopname maken 6 Een flora-inventarisatie uitvoeren 9 Een natuurtoets uitvoeren 11

veldgids Beheer van water- en oeverplanten in het gebied van Waterschap De Dommel

Quick scan natuurwaarden plangebied Kerkakkerstraat te Dommelen

Rapportage: Eric Verkaik Veldwerk: Elmar Prins. Quickscan. Spankerenseweg 20 Dieren

Meer dan gras. Terreinstudie in de Bourgoyen

NATTE ECO ZONE SCHUYTGRAAF BEELDENBOEK

Inventarisatie van ecologische waarden van het agrarisch natuurbeheer in Zeeland juni 2014

Resultaten soortenonderzoek

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

SLOBKOUSNIEUWS 28 jrg2

Screening ecologisch potentieel grasvlakken:

Zijn Limburgse bermen lokale natuurgebieden?

Aanvullend onderzoek Kempkensberg te Groningen. A&W-notitie 2588kev

PVM FLORAMENGSELS MATERIALEN. Kruidenrijke bermen geven een positieve uitstraling. Telefoon Telefax

Een nieuwe en eenvoudige inventarisatiemethode voor wegbermen bij de opmaak van bermbeheerplannen (?)

SLOBKOUSNIEUWS 30 jrg5

Betaalbaar Natuurlijk Groenbeheer in Eindhoven. Frank Verhagen Beheerder natuurlijke gebieden

Inheems zaaizaad. Gehakkelde aurelia op Knoopkruid

Soortenlijst Flora faunawet. Bestendig beheer gemeentelijke groenvoorziening

Summary and future On the basis of the flora survey of 1999 and 2004 is chosen for the areas which looks promising for the development of nature.

Monitoring en beheer extensief beheerde grasvlakken en oevers in de gemeente Wageningen

Biodiversiteit in Zundert Korte samenvatting

Aandachtssoorten voor de natuursurvey Dilbeek

Wat hebben bijen nodig?

Natuurtoets deel 1 aanleg fietspad in Houtrak in

De Staart in kaart. 4 jaar bosontwikkeling op voormalige akkers

Johan de Wittlaan 2 te Woerden

Dieren in de vrije natuur in het Park Berg en Bos door Henk Otto

SLOBKOUSNIEUWS 37 jrg2

Bijlage 8 Samenstelling habitatkaarten

memo datum: 22 juli 2011

foto inzet: Staf de Roover

Provincie Zeeland. Zeeuwse bermen steeds bonter

ONTHEFFINGSAANVRAAG WNB VOOR TIJDELIJKE NATUUR CLAUSCENTRALE RWE 11 JANUARI 2018

Wolvenberg. Poel. Deze poel werd door de Stad Antwerpen gegraven in 1995 ter gelegenheid van het Europese Jaar van het Natuurbehoud.

Bloemenweides. Bloemenweides, kleurenpracht in een zee van groen

Ooibossen zijn bossen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan en langs rivieren groeien.

Beheerplan Bloemendaalsebos

CERTIFICERING ZORGVULDIG HANDELEN FLORA & FAUNA, WET NATUURBESCHERMING NIVEAU 1, 2 EN 3 AOC KEURMERK

Ruimtelijke onderbouwing Flora en fauna De Monarch I, II, III en IV

Quick-scan natuurtoets Perceel naast Lage Heurnseweg 2a/2b De Heurne

Natuurwaarden Bermen en ruigten Sloten en kanalen Beschermde flora

Sthveglxkiziv# # # Eyxiyv# # # # # # # # # # # # # # N1#Qipmw# # R1Z1#Rihivperhwi#Kewyrmi## # Tswxfyw#495# #;733#EH#Hizirxiv#

Natuurtoets Kop Zuidas

Natuurontwikkeling op de de Volgermeerpolder (2012)

Wat is een vlinderidylle?

Bert van t Holt UNIEKE NATUUR VLIEGBASIS BEDREIGD

Natuurcompensatie Fietspad Epen - Mechelen 2013

FLORA- EN FAUNASCAN TERREIN VELDOVEN WINTERSWIJK

Kleurkeur: keurmerk voor goed bermbeheer. Context: steeds minder insecten. -76% insectenbiomassa Anthonie Stip

Gemeente Heusden Quick-scan Wethouder van Buulweg Nieuwkuijk

Bostypes: deel 2 Voedselrijke types. Bosgemeenschappen

Beheerplan voor Groengebied Park & Walk Cabergerweg te Maastricht

LANDLAB studio voor landschapsarchitectuur. Iepenarboretum, Amsterdam. EYE-plein, Amsterdam

' I 6300 HERZIEN VEGETATIEBEHEER VOOR DE KAVELS U 81 EN U 82 IN HET NATUURTERREIN "DE WILDWALLEN" door. J. Hoogesteger H.J. Drost

GEMEENTE NOORD-BEVELAND. Bijlagenboek Bestemmingsplan Wissenkerke Zuidoost

(on)kruiden kennen. Datum: woensdag 8 februari Leerjaar 1 en 2 Tuin, Park en Landschap

Nieuwsbrief Plantenwerkgroep KNNV Regio Alkmaar

Resultaten Quickscan, vissen en vleermuisonderzoek met betrekking tot de Flora- en Faunawet.

Collectieve weidevogelpakketten SAN beheerspakketten 18 t/m 21

Notitie aanvullend veldonderzoek vleermuizen en zandhagedis Warande Zeist

Project rosse sprinkhaan: monitoringverslag 2001

Transcriptie:

Auteur: Lisa Op den Kamp & Cridi Frissen-Moors Layout: Lisa Op den Kamp Foto omslag: Groot streepzaad, Oranje havikskruid en Icarusblauwtje (Lisa Op den Kamp) Overige foto s: Lisa Op den Kamp 1

Jaarverslag Stadsnatuurgebieden Maastricht 2012 Educatie I Voorlichting I Beheer I Advies Statensingel 138 6217 KH Maastricht Tel: 043-3219941 2

INHOUDSOPGAVE INHOUDSOPGAVE... 3 INLEIDING... 4 DEEL 1 RESULTATEN STADSNATUUR 2012... 5 DEEL 2 MONITORINGSRESULTATEN... 12 2.1 MONITORINGSSYSTEMATIEK... 12 2.2 GEBIEDEN... 16 2.2.1 BOS VAESHARTELT... 16 2.2.2 SCHILDRUWE MALBERG... 21 2.2.3 HOGE FRONTEN... 24 2.2.4 LAGE FRONTEN... 39 2.2.5 NATUURSPEELPLAATS MARIËNWAARD... 45 2.2.6 NATUURPARK NAZARETH OOST (NATUURSPEELTUIN)... 52 2.2.7 BERMEN... 59 2.2.8 VESTINGWERKEN... 66 LITERATUUR... 72 3

INLEIDING Maastricht wordt mooier en soortenrijker! Maastricht is uniek in vele opzichten. En dit geldt zeker ook voor de flora en fauna. Door de ondergrond en het klimaat komen er in Zuid Limburg hele andere soorten voor dan in de rest van Nederland. Denk maar aan de muurhagedis. De gemeente Maastricht werkt hard aan het vergroenen van de stad, zie ook campagne Groen Maastricht en heeft hierbij ook oog voor deze bijzondere biodiversiteit. CNME en gemeente Maastricht werken samen aan de beleefbaarheid van het groen met name in de stadswijken. De gebieden worden op een natuurlijke manier beheerd, waardoor de soortenrijkdom langzaam toeneemt. Dit vergroot ook de beleefbaarheid voor burgers. Wat is nou mooier dan een ontmoeting met een vos, dwalen door een bloemenveld of picknicken tussen de vlinders? Op deze manier zorgen deze groene oases voor inspiratie voor burgers en bezoekers. In totaal beheert CNME twintig stadsnatuurgebieden. Van Hoge Fronten tot Jekerdalpark en van natuurspeelplaatsen tot bossen. Iedereen is welkom, scholen, wandelaars, scouting, etc. Bij het beheer willen we zoveel mogelijk mensen betrekken, zodat de gebieden ook echt van hun zijn of worden. Dit gebeurt via de handen uit de mouwen - natuurwerkdagen, scholen die een van deze gebieden adopteren, voorlichting en excursies, maar ook samenwerking met kleinschalige activiteiten als theater. In 2012 vonden in alle natuurgebieden activiteiten met en voor de burgers plaats. In 2012 zijn CNME en gemeente Maastricht gestart met een nieuwe werkwijze. Alle stadsnatuurgebieden zijn in kaart gebracht, er zijn streefbeelden per gebied bepaald (Hornman-Voesten, M. 2012) en in het bestek zijn alle beheermaatregelen opgenomen. Tevens is gestart met monitoring van flora en fauna. In dit verslag worden per gebied kort de resultaten en stand van zaken weergegeven. En al dit werk heeft zeker resultaat! De graslanden, bosschages en ruigtes worden steeds interessanter. Er ontstaat steeds meer variatie in structuur, bloemenpracht en ook het dierenleven. De gebieden worden stap voor stap mooier en soortenrijker. Zo komen er in Malberg door uitzaaiingen bijzondere planten en dieren voor. En door het kleinschalige werk, ook met de hulp van vrijwilligers kan er ingespeeld worden op bestaande waarden. Ook de schapenbegrazing zorgt voor een extra waarde in de Maastrichtse bermen, door een uitgekiende planning en fasering, en door rekening te houden met bloeitijden van planten zoals de ratelaar, worden de bermen steeds mooier! De begrazing zorgt voor verschraling en openheid in de vegetatie, en maakt zo plaats voor bloemen. In vergelijking met beheer door een maaizuigcombinatie, neemt de variatie en de soortenrijkdom toe. Zaden, planten en fauna kunnen zich zo verder verspreiden door Maastricht. In deel I van dit rapport is van alle stadsnatuurgebieden een beschrijving opgenomen over de natuurwaarden, ontwikkelingen in het gebied en evt. kansen en bedreigingen. In deel II zijn de monitoringssystematiek en monitoringsresultaten beschreven. 4

DEEL 1 RESULTATEN STADSNATUUR 2012 Organisatie ecologisch beheer CNME voert als sinds 1995 ecologisch beheer uit in en voor de gemeente Maastricht. Doelstelling van het ecologisch beheer is het vergroten van de biodiversiteit in de stad en het betrekken van burgers bij de stadsnatuurgebieden. Door passende beheermaatregelen worden de aanwezige natuurwaarden verder ontwikkeld. CNME Maastricht heeft een eigen beheerploeg, met professionele krachten voor het uitvoeren van natuurbeheer. Daarnaast werken bij deze ploeg vrijwilligers, stagiaires van o.a. groenopleidingen en reïntegratiemedewerkers mee. Op deze wijze wordt kennis van natuurbeheer en ook de Maastrichtse natuurgebieden uitgedragen. Verder wordt het werk aangevuld door succesvolle werkdagen samen met de Maastrichtse bevolking. Een groot deel van de gebieden bestaat uit bloemrijke graslanden. Deze graslanden worden op dergelijke wijze beheerd, dat de soortenrijkdom kan toenemen. Hierbij is aandacht voor gunstige tijdstippen van maaien en begrazen, het goed afvoeren van het maaisel, en ook duidelijke fasering in de uitvoering. Maaibeheer wordt uitgevoerd met kleinschalige machines, die goed passen bij het kleinschalige karakter van de stadsnatuur, zoals een alpentrekker, maaibalk en bosmaaiers. De begrazing wordt door CNME ingehuurd. In 2012 trokken er 2 kuddes van 200 schapen door Maastricht. Bij de begrazing worden duidelijke keuzes gemaakt in planning, fasering en uitrasteren. Tevens vindt er in natuurpark Nazareth begrazing met Gallowayrunderen plaats. Overige beheermaatregelen die worden uitgevoerd bestaan uit natuurlijk bosbeheer, poelenbeheer, natuurvriendelijk onderhoud vestingmuren, bestrijding exoten, onderhoud boomgaarden, onderhoud recreatieve padenstructuren, etc. Per natuurgebied is hieronder een beschrijving opgenomen over de natuurwaarden, ontwikkelingen in het gebied en evt. kansen en bedreigingen. Per gebied wordt ook kort ingegaan op de beoogde streefbeelden uit Natuurterreinen Maastricht, Inventarisatie en streefbeelden ( Hornman-Voesten, 2012). De omschrijving van streefbeelden en doelsoorten is te vinden in het Handboek streefbeelden voor natuur en water in Limburg (Provincie Limburg, 2002). Bos Vaeshartelt Bos Vaeshartelt is een prachtige oude boslocatie met mooie voorjaarsflora. Ondanks dat het bos meer dan 1000 jaar oud is (Hornman-Voesten M., 2012) staan hier heel weinig oude bomen. Echt bijzonder zijn de honderden slanke sleutelbloemen. Maar ook andere beschermde plantensoorten, zoals herfsttijloos, maretak en brede wespenorchis komen hier voor. In het bos worden woekersoorten, zoals braam, klimop en sneeuwbes bestreden. Ook plaatselijke opslag van struiken wordt teruggezet. Hierdoor wordt de voorjaarsflora (ondergroei) steeds interessanter. Er is een kolonie watervleermuizen aanwezig in een Canadese populier. Verder is het bos interessant voor andere vleermuizen, zoogdieren als eekhoorn en amfibieën. 5

De beoogde streefbeelden Eiken-haagbeukenbos en Doornstruweel zijn plaatselijk al aanwezig. Met name de kruidlaag is al sterk ontwikkeld, met o.a. de doelsoorten Herfsttijloos en Slanke sleutelbloem. In 2013 gaat een deel van het terrein over naar een nieuwe eigenaar. Het is aan te bevelen om in het toekomstige beheer, verder te werken aan de unieke eigenschappen van dit bos, door het bevorderen van voorjaarsflora door gericht beheer, het behouden van oude bomen met holtes, het behouden dood hout en takkenrillen en het verder uitvoeren van bosrandbeheer. Groene wig Malberg Groene wig Malberg is een groene ontmoetingsplek voor jong en oud. Er bevindt zich een trapveldje, een basketbalveld, levende wilgenhutten, en er kan gespeeld worden met alles wat de natuur biedt. Het beheer is gericht op het toegankelijk houden, maar ook het ontwikkelen van interessante, beleefbare natuur. Er zijn mooi vlinderweides, boomstammen en een speelmuur van natuursteen. In 2012 is het terrein uitgebreid. Het maaibeheer gebeurd gefaseerd, zodat altijd een stuk niet gemaaid wordt waarin zich dieren zoals sprinkhanen, vlinders en kevers kunnen schuilen, foerageren en voortplanten. Er is in 2012 en voorgaande jaren ook zaadgoed van bloemenrijke weilanden uit andere gebieden in Maastricht uitgebracht. Aan de bonte graslanden in het gebied is goed te zien, dat het uitbrengen van het zaadgoed goed is aangeslagen. Beschermde soorten, zoals wondklaver, veldsalie, wilde marjolein en grasklokje gedijen hier goed. Het streefbeeld is het huidige glanshavergrasland en ruderale ruigte met de soortenrijkdom te behouden en verder te ontwikkelen. In 2012 zijn er een paar buurtdagen georganiseerd op de groene wig. Verder zou het terrein nog vaker gebruikt kunnen worden door school en buurtbewoners. Hoge Fronten De Hoge Fronten is een zeer gevarieerd gebied met een hoge biodiversiteit. De vestingmuren zijn een soort kunstmatige rotsen, waar muurplanten en muurfauna zich prima thuis voelen. De ondergrondse gangen worden gebruikt als overwinteringsplaats door vleermuizen en insecten. Doordat de muren warmte kunnen vasthouden, en ook door de ligging in het Maasdal, komen er veel warmteminnende soorten voor. Vooral vanwege het voorkomen van de in ons land zeldzame muurhagedis heeft het gebied een beschermde status. Jarenlang beheer werpt resultaten af. We zien dat beschermde soorten zich uitbreiden in het gebied, zoals brede ereprijs, harige ratelaar en kleine ratelaar, kleine pimpernel en geelhartje. De populatie muurhagedissen bleef in het redelijk zonnige 2012 ongeveer gelijk in omvang, vergeleken met 2011. De populatie heeft ongeveer zijn maximale grootte bereikt. In totaal bestond de populatie uit 137 volwassen dieren, 164 subadulte dieren en 168 juvenielen. Verder waren er 3 vossenfamilies in de Hoge Fronten, een bezienswaardigheid voor alle bezoekers. De graslanden bestaan met name uit Glanshaverhooilanden, en worden botanisch rijker. Kamgrasweide en Kalkgrasland zullen in de toekomst plaatselijk kunnen ontwikkelen, maar het grootste oppervlakte heeft zeer specifieke eigenschappen van de glanshaverhooilanden. De poelen en muren zijn ecologisch zeer waardevol conform de streefbeelden. 6

Bij het beheer wordt gefaseerd gewerkt, waarbij rekening wordt gehouden met de zaadzetting en bloei van plantensoorten. Het gebied is ook opener geworden door beheermaatregelen, waardoor de vestingwerken beter beleefbaar zijn. Hiertoe is ook een aantal zichtlijnen hersteld. Sinds een paar jaar wordt de Japanse duizendknoop met succes bestreden. In 2012 zijn zeer goede resultaten geboekt. De bedekkingsgraad is nog maar ca. 15% van de uitgangssituatie. Verder wordt het gebied m.n. in de zomer goed bezocht door stadsbewoners. Helaas is er ook bezoek van drugsgebruikers en dealers. Hierover is contact met politie en de provincie Limburg. Lage Fronten De Lage Fronten kent ook een hoge biodiversiteit. De aanwezige muurvegetatie valt onder de muurvarenklasse. In de graslanden groeien onder andere de volgende beschermde soorten: wondklaver, voszegge, harige ratelaar, wilde marjolein en grasklokje. In 2012 is de muurhagedis in de Lage Fronten niet systematisch gemonitord. De aanwezige glanshaverhooilanden zijn soortenrijker geworden (het streefbeeld glanshaverhooiland is hier mogelijk beter op zijn plaats als kalkgrasland en kamgrasweide). Sommige gebiedsdelen moeten echter nog omgevormd worden (dit kan na opschoning van gebied en consolidatie van muren) en kunnen zich daarna ook ontwikkelen tot glanshaverhooiland. In de Lage Fronten werd het reguliere beheer voortgezet (maaien, begrazen en snoeien). En ook werden er nieuwe terreindelen ontgonnen. Er is veel aandacht voor de begroeiing op muren. Houtige gewassen worden verwijderd, en muurplanten, zoals het stengelomvattend havikskruid worden juist vrijgesteld. Hiermee wordt ook het biotoop van de muurhagedis behouden. De graslanden worden gefaseerd beheerd, waardoor bijzondere plantensoorten zich kunnen uitbreiden. En ook de muurhagedis voldoende beschutting en voedsel kan vinden. De reuzenbereklauw wordt al sinds een paar jaar bestreden. Mariënwaard Mariënwaard bestaat uit een voormalige barokke tuin en een bosgedeelte. De voormalige barokke tuin is door een sloot omgeven. Aan de noord-west-kant zijn twee vijvers met ieder een eiland. Zuidoostelijk van dit gedeelte bevindt zich een vochtig grasveld. Het bosgedeelte buiten de barokke tuin bestaat vooral uit een Esdoorn- Essenbos. In het westen van dit gedeelte bevind zich een voormalige begraafplaats. Deze is van een beukenbos omgeven en er leidt een laan van taxusstruiken naartoe. In het Esdoorn- Essenbos bestaan nog een beukenlaan en een rode beukenlaan. Het aanwezige bos is bijzonder in zijn samenstelling, hier groeien o.a. bosanemonen, slanke sleutelbloemen, gele dovenetel en 7

herfsttijloos en heksenkruid. Op het vochtige grasland komt het Moerasspirea-verbond voor, een plantengemeenschap waarin moerasspirea samen met engelwortel, kale jonker en valeriaan voorkomen. In 2012 zijn er in het kader van de A2 werkzaamheden uitgevoerd ter plaatse van deze vochtige graslanden en is er plaatselijk een laag met zand achtergebleven. Waarschijnlijk hebben deze bijzondere vegetaties hieronder te lijden gehad. In het bos zijn ook verblijfplaatsen van baardvleermuis, gewone grootoorvleermuis, ingekorven vleermuis en rosse vleermuis. De watervleermuis maakt gebruik van de waterpartijen. Ook is er een populatie van de kamsalamander aanwezig, die het gebied gebruikt om de winter door te brengen. De bossen hebben al verschillende eigenschappen van het Eiken-haagbeukenbos. De graslanden waren plaatselijk zeer specifiek (Moerasspireaverbond), echter is moeilijk in te schalen in de systematiek van Limburgse natuurdoeltypen. In het gebied zijn elementen aangebracht om het spelen in de natuur door kinderen te bevorderen, zo zijn er een vuurplek en wilgenhutten. Het terrein kan door OBS de Opstap als buitenspeelveld gebruikt worden. Door het gebied in de toekomst verder open te stellen voor publiek, kunnen meer mensen, zoals ook scoutinggroepen ervan genieten. Jekerdalpark In 2012 waren er meerdere waarnemingen van klaverblauwtje. Ook het bruin blauwtje, bont zandoogje en kaasjeskruiddikkopje werden gezien. Het park stond ook weer prachtig in bloei deze zomer. In het zuidelijk deel van het park is sinds 2011 voor het eerst ook schapenbegrazing ingezet. In 2012 zijn een aantal voor vlinders interessante stukken ook in het najaar begraasd, in overleg met degene die de vlindermonitoring uitvoert in het park. De bloemrijke graslanden vallen al grotendeels onder de beoogde glanshaverhooilanden. Het park wordt druk bezocht door wandelaars, toeristen en sporters. In de Natuurtuinen Jekerdal kunnen bezoekers ook met vragen of opmerkingen terecht. Helaas is er ook afgelopen jaar overlast geweest in de zin van vernielingen. Zo zijn een aantal borden en een boom vernield. CNME is samen met de buurt en gemeente Maastricht in gesprek om naar oplossingen te zoeken. In 2012 vonden er verschillende publieksactiviteiten plaats zoals een natuurwerkdag tijdens NL Doet en een hooidemonstratie. Natuurpark Nazareth Oost Natuurspeelplaats Het oostelijk deel van natuurgebied Nazareth bevindt zich tussen het landgoed Dr. Poelsoord, de woonwijk Nazareth en de A2. Het betreft een natuurontwikkelingsterrein, waar begrazing door Gallowayrunderen plaatsvindt. Door de begrazing ontwikkelt een gevarieerde vegetatie, met graslanden, struweel en bosjes. Deze afwisseling zorgt ook voor een verscheidenheid aan planten- en diersoorten. Met maai- en snoeibeheer wordt nog de toegankelijkheid, zichtplaatsen en ook de vegetatiestructuur versterkt. Buiten het raster wordt ook nog een strook op ecologische wijze gemaaid. Op de open plekken bevinden zich natte/vochtige en droge graslanden. Op de natte/vochtige plekken 8

groeien zeggen zoals zeegroene zegge, ruige zegge, hazenzegge, bleke zegge en ijle zegge. Het bos bestaat vooral uit essen. In de ondergroei groeien veel varens, mossen en brede wespenorchis maar ook bosbingelkruid, gevlekte aronskelk en look-zonder-look te vinden. Er maakt een eekhoorn gebruik van het natuurpark. Bijzonder zijn ook de vele bloeiende sleutelbloemen in het voorjaar. Sommige gebiedsdelen kunnen in de toekomst mogelijk ontwikkelen naar het streefbeeld dotterbloemgrasland, waarvan nu de echte koekoeksbloem aanwezig is. Het park wordt goed bezocht door buurtbewoners en hondenbezitters. In 2012 zijn er verschillende activiteiten met groepen uit de wijken georganiseerd. In het terrein ligt ook een natuurspeelplaats. Regenwatervijver Amby Bij de regenwatervijver zijn in 2012 veel werkzaamheden uitgevoerd in verband met de bouw van de United World College, het uitbaggeren van de vijver en de herinrichting van het park. Hiertoe zijn veel bomen gekapt. CNME is hierin door de gemeente goed op de hoogte gehouden. De abelen in het terrein zouden in eerste instantie gekapt worden, echter later is besloten als compenserende maatregel de gekandelaberde bomen te laten staan. Hierdoor is wel een explosieve opslag van abelen uit de wortelstokken ontstaan. In 2013 is in overleg door de aannemer nog een groot deel van de wortelopslag uit de grond gehaald. In 2013 zal ook nog nieuwe aanplant plaatsvinden. Aandachtspunt bij herinrichting is, dat ook nog een gedeelte van de moeraszone, ongerept blijft. Voor het beheer is het belangrijk dat de hergroei van de abelen, als ook de reuzenbereklauw de aandacht blijven krijgen. Dit gebied kent een grote betrokkenheid vanuit de buurt en hondeneigenaren en er is een paddenoverzetgroep. In december is er een succesvolle buurtwerkdag georganiseerd. In het gebied zitten de belangrijkste natuurwaarden in de natte bosjes die in de toekomst verder kunnen ontwikkelen naar het streefbeeld elzenbroekbos. In 2013 zal in dit gebied de vegetatie worden onderzocht. Weide Campagne Weide campagne bestaat uit een gevarieerd bloemrijk grasland met een prachtig uitzicht. Het grasland heeft zich afgelopen jaren verder ontwikkeld, waarbij beemdkroon, wilde marjolein en harige ratelaar zich hebben uitgebreid. Bij 9

het beheer wordt altijd gefaseerd gewerkt. Beheer bestaat uit een combinatie van maaien en begrazen. Ook bij begrazen worden bloemrijke stukken uitgerasterd, waardoor deze ook tot zaadzetting komen. Naast het grasland ligt een prachtige graft, begroeid met een struiken en bomen. In de graft woont een dassenfamilie en over de hele lengte van de graft is activiteit van de das te vinden, zoals latrines, wissels en bijburchten. In de winter is er op de graft kleinschalig gekapt om de variatie van de begroeiing te vergroten. Helaas is afgelopen jaar bij werkzaamheden van derden de populier met maretak omgezaagd. Het terrein is een hellinggrasland met ontwikkelingskansen voor een lössschraalgrasland, echter zijn in 2012 nog niet onderzocht. In de zomer is er weer een mooie midzomeravondwandeling georganiseerd, met veel interesse vanuit de buurt. De poel in het gebied functioneert niet goed. Door veel bladinval is de poel erg troebel en kent veel algengroei. Hondeneigenaren ervaren dit als vervelend. Tevens is er afgelopen jaar overlast geweest van een jongerengroep. CNME heeft met een groep goede afspraken kunnen maken in het gebied. Een andere groep zorgde voor meer overlast, qua geluid en afval en met brommertjes rijden. Natuurpark Nazareth Spoorzijde Het gedeelte van natuurpark Nazareth gelegen aan de Meerssenerweg is afgelopen jaar verkleind, door de werkzaamheden aan het treinstation. Hierdoor zijn aan het einde van het jaar het aantal runderen die voor de begrazing zorgen terug gebracht van drie naar twee. De begroeiing in het terrein is afgelopen jaar minder ruig geworden door de hoge begrazingsdruk. Ook de opslag van essen is stevig aangepakt door de runderen. Met name in het midden van het terrein was er in de zomer een prachtig weelderige bloemenzee. De streefbeelden zijn kamgrasweide, grote zeggenmoeras en vochtige oeverruigte. De vegetatie wordt in 2013 onderzocht. Het terrein wordt weinig bezocht door wandelaars. Door dit gebied in de toekomst te verbinden met de landgoederen Jerusalem en Bethlehem zal dit zeker verbeteren. Zouwdal Het Zouwdal vormt een verbindingszone voor natuur en tevens als een groene muur om het industriegebied in België af te schermen. De nog redelijk jonge groenstrook aan beide zijden van het fietspad bestaat uit grasbermen, met afwateringsgreppels en besdragende struikbeplanting met bomen. Het beheer bestaat o.a. uit begrazing (3x per jaar), distelbeheer (maaien) en snoeibeheer. De aanplant staat onder druk. Afgelopen jaar waren struiken illegaal weggehaald voor een kleine wietplantage, en ook is een gedeelte plat gereden. In het najaar zijn rollen met maaisel van bloemrijke terreinen verspreid in het Zouwdal, om zo de bloemenrijkdom te vergroten. In de poel zijn afgelopen jaar rugstreeppadden aangetroffen. En de aangrenzende spoorlijn Maastricht Lanaken is een leefgebied van de levendbarende hagedis. Streefbeelden voor dit gebied zijn ecologisch waardevolle bermen, greppels en houtwallen. Deze wordt in 2013 onderzocht. 10

Bermen In Maastricht worden ca. 41 ha bermen en graslanden begraasd door schapen. Twee kuddes trekken rond door de stad. Het betreft afwisselende gebieden, zoals grondwal de Heeg, groene wig Amby en de Maasboulevard. In alle gebieden is een verandering in de vegetatie te zien door de uitgekiende begrazing, met en met, maken brandnetels plaats voor gras en bloemen. Continuering van het beheer zal zorgen voor verdere ontwikkeling. Ook de ontmoetingen met de kuddes door bewoners zorgen in de meeste gevallen voor positieve reacties. In 2012 is een globale beschrijving gemaakt van de vegetatie van alle bermen en graslanden. Van het gebied Maasboulevard, is een gedetailleerdere kartering en monitoring uitgevoerd (deel II). Dit is ook één van de mooist ontwikkelde bloembermen in Maastricht. Deze graslanden vallen nu al grotendeels onder goedontwikkelde glanshaverhooilanden (50%). Het andere deel kan zich verder door ontwikkelen. Vestingwerken De stadsmuren in Maastricht bevatten een heel bijzondere muurflora, met bijvoorbeeld het stengelomvattend havikskruid. Deze soort komt in Nederland volgens Denters (2004) alleen maar in Maastricht, in Valkenburg en op een plek in Utrecht voor. De muren van Maastricht zijn derhalve heel belangrijk voor deze plant. Naast het stengelomvattend havikskruid groeien hier ook een andere muurplanten zoals muurbloem, muurpeper, muurvaren, muurleeuwenbek, steenbreekvaren, gewone eikvaren en gele helmbloem. Streefbeeld voor deze locatie is ecologisch waardevolle muren. Sinds 2012 voert CNME beheerwerkzaamheden uit aan de muren. Houtige gewassen worden verwijderd en behandeld. De aanwezige muurplanten worden hierbij beschermd en indien mogelijk worden nieuwe kiemplaatsen gecreëerd. In 2012 werden de muren in het Lang grachtje, het Klein grachtje en in de Nieuwenhofstraat uitgebreid geïnventariseerd (deel II). 11

Bos Vaeshartelt Groene wig Malberg Hoge Fronten Jekerdalpark Lage Fronten Regenwatervijver Amby Natuurpark Nazareth oostzijde Weide Campagne Natuurpark Nazareth westzijde Zouwdal Bermen Vestingwerken DEEL 2 MONITORINGSRESULTATEN In deel 2 zijn de monitoringsmethode met een overzicht van de onderzochte gebieden en de monitoringresultaten van 2012 beschreven. 2.1 MONITORINGSSYSTEMATIEK Door de door CNME beheerde stadsnatuurgebieden te monitoren, kan bekeken worden of het beheer het gewenste effect heeft, en ook kan het beheer afgestemd worden op de aanwezige soorten en vegetatietypen. Jaarlijks wordt een rapportage gemaakt van de monitoring. Er wordt een onderscheid gemaakt tussen jaarlijkse monitoring en optionele monitoring door vrijwilligers en/of onderzoekers (Figuur 1). Door een afweging van kosten en bruikbaarheid voor afstemming voor beheer, wordt gekozen om voor de gebieden alleen op vegetatietypen en bijzondere plantensoorten te monitoren. soortgroep Jaarlijkse monitoring Vaatplanten x x x x x x x x x x x x (vegetatietypen) Vaatplanten x x x x x x x x x x x x (bijzondere soorten) Vaatplanten x x (streeplijst) Muurhagedis x x Optioneel (vrijwilligers of onderzoekers) Reptielen x x (overig) en amfibieën Broedvogels x x x x x Dagvlinders x x x x x Vleermuizen x x x x (actief in zomer) Vleermuizen x x (overwinterend) Eekhoorn x x Insecten (of groepen zoals sprinkhanen) x x x x x x x x x x x x Figuur 1: onderzoeksmethode per gebied 12

Vegetatie: Om de vegetatie in beeld te brengen worden 3 methoden gebruikt. De vegetatietypen worden bepaald, bijzondere soorten worden gekarteerd en voor sommige gebieden wordt een streeplijst opgesteld. Uitgangspunt is voor bijzondere soorten maximaal 3 bezoeken per gebied te doen. Vegetatietypen Per deelgebied worden verschillende vegetatietypen begrensd, op kaart ingetekend en beschreven. De typen worden benoemd naar de terminologie van De vegetatie van Nederland naar Schaminée et al. (2010) en Weeda et al. (2000 t/m 2005). Indien de vegetatietypen in het veld moeilijk ruimtelijk te scheiden zijn en door elkaar groeien, worden per typen bedekkingspercentages geschat. De vegetatiekaart wordt in de zomer gemaakt, wanneer de vegetatie tot volle wasdom is (vóór of voldoende lang na maaibeheer en begrazing). Van de vegetatie worden in de zomer ook foto s gemaakt. De vegetatietypen geven het beste weer, hoe de gebieden zich ontwikkelen. Goed ontwikkelde gebieden krijgen bij het beheer prioriteit. Voor de Hoge Fronten wordt de systematiek gevolgd zoals beschreven in het Jaarverslag Hoge Fronten 2009, elk jaar wordt 1/5 deel van het gebied gekarteerd. Bijzondere plantensoorten karteren Een aantal bijzondere soorten worden gekarteerd. Onder bijzondere soorten verstaan we aandachtssoorten, Flora- en Faunawetsoorten, Rode lijst soorten (Rode Lijst Floron en Rode lijst Heuvelland) en woekerplanten. Van de Rode Lijsten werden alleen de planten ingetekend die onder de categorie 0 t/m 2 (RL Heuvelland) en VN t/m BE (RL Floron) staan. In figuur 2 is de indelingsklassen gebruikt bij de verspreidingskaartjes weergegeven Figuur 2. Indeling aantalsklassen gebruikt bij verspreidingskaartjes Klasse aantal exemplaren of bloeistengels a 1 b 2-5 c 6-25 d 26-50 e 51-500 f 501-5000 g > 5000 Figuur 2: indeling aantalsklassen Deze soorten zeggen ook iets over de ontwikkeling van de graslanden. Bij maaibeheer/ begrazing kan rekening gehouden worden met bijzonder groeiplaatsen. Voor woekerplanten is ook speciale aandacht in het beheer. Van de bijzondere soorten worden verspreidingskaartjes gemaakt. Zodat bekend is waar de soorten groeien, en ook te zien is of soorten zich uitbreiden of minder worden. Voor de Hoge Fronten wordt de systematiek gevolgd zoals beschreven in de Jaarverslag Hoge Fronten 2009 (Frissen, 2011), elk jaar wordt 1/5 deel van het gebied gekarteerd. In de Hoge Fronten werden er ook de meetsoorten van de subsidieregeling natuurbeheer 2000 (PSN) en sommige plantensoorten van de Rode Lijst Limburg categorie 0 t/m 2 gekarteerd. De volgende planten staan wel op de Rode Lijst maar zijn ook tuinplanten en daarom niet ingetekend: Wollige sneeuwbal, Ruwe iep en Zomerlinde. Wel werd de Bosanemoon 13

ingetekend, terwijl deze niet op de lijsten stond. De Bosanemoon verwijst namelijk naar oude bosstandplaatsen en is daarom een belangrijke indicatieplant voor oude loofbossen. Streeplijst Van de Hoge Fronten en het Jekerdalpark wordt ook een FLORON streeplijst (2011) bijgehouden. In de Hoge Fronten wordt gewerkt met een systematiek dat elk jaar 1/5 deel van het gebied gemonitoord wordt. Muurhagedis De muurhagedissenpopulatie wordt geteld volgens de systematiek, zoals beschreven in het jaarverslag Hoge Fronten, 2009. Uitgegaan wordt van 10 bezoeken per jaar. Door de populaties te monitoren, kan met het beheer ingespeeld worden op populatieontwikkelingen, en kan ook aan de bel getrokken worden als de populatie kleiner wordt. De muurhagedissenpopulatie wordt al sinds 1977 gevolgd. Het is belangrijk de langlopende monitoringsreeksen te continueren. Onderzochte gebieden 2012 Er zijn in 2012 zeven gebieden geïnventariseerd geworden: Hoge Fronten, Bos Vaeshartelt, Nazareth oostzijde (natuurspeeltuin), Mariënwaard, Lage Fronten, Schildruwe Malberg en de bermen van de Maasboulevard (Figuur 3). In 2013 worden de Hoge Fronten, de regenwatervijver in Amby, Campagne, het Jekerdalpark Nazareth westzijde (langs spoor) inventariseert. Behalve de Hoge Fronten, de bermen en de Vestingmuren werden alle gebieden om de twee jaar geïnventariseerd. 14

Figuur 3: overzicht gebieden die in 2012 zijn geïnventariseerd 15

2.2 GEBIEDEN 2.2.1 BOS VAESHARTELT De vegetatietypen in Bos Vaeshartelt Figuur 4: Vegetatietypen in het bos Vaeshartelt Legenda van de vegetatietypen in het Bos Vaeshartelt B BOSSEN B1-B3: Esdoorn- Essenbos met esdoorn, es, haagbeuk, populier, kers, iep, vlier, hulst, hazelaar, klimop, ribes, brede wespenorchis, salomonszegel, heksenkruid, brandnetel, hondsdraf, bosandoorn, braam en robertskruid (Pruno-Fraxinetum) B1: 10% Struiklaag 90% Kruidlaag vooral klimop B2: 50% Struiklaag met esdoorn, vlier, hazelaar, ribes en braam 90% Kruidlaag vooral met brandnetel verder met hondsdraf, heksenkruid en kleefkruid; tot 1 meter hoog B3: 30% Struiklaag met iep, es, hazelaar en vlier 16

20% Kruidlaag vooral met hondsdraf verder met geel nagelkruid, esdoorn (jong) en braam; tot 0,40 meter hoog B4: Essen-Iepenbos (Fraxino-Ulmetum) 50% Boomlaag met es en iep 10% Struiklaag met es en vlier 100% Kruidlaag met brandnetel, kleefkruid, geel nagelkruid, es (jong), esdoorn (jong), salomonszegel en bosandoorn B5: Eiken-Haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum) 80% Struiklaag met hazelaar en es (jong) 20% Kruidlaag vooral met hondsdraf B6: Essen-Iepenbos (Fraxino-Ulmetum) B6a: 10% Boomlaag met es 80% Struiklaag met hazelaar, esdoorn, es en iep 10% Kruidlaag met gele dovenetel, geel nagelkruid, heksenkruid, esdoorn (jong) en salomonszegel B6b: 30% Boomlaag met es 80% Struiklaag met hazelaar, esdoorn, es en iep 10-80% Kruidlaag met brandnetel, hondsdraf, kleefkruid, gele dovenetel, geel nagelkruid, heksenkruid, esdoorn (jong) en salomonszegel B7: Hakhoutbos (Eiken-Haagbeukenbos (Stellario-Carpinetum)) 70% Boomlaag met es en iep 100% Struiklaag met hazelaar (Hakhout) en vlier 30% Kruidlaag met es (jong), hondsdraf, braam en salomonszegel B8: Jong bos/struweel (Rompgemeenschap) onder hoogspanningsleiding 0% Boomlaag 100% Struiklaag met hazelaar, vlier, wilgen, es, esdoorn, meidoorn en braam 0% Kruidlaag R RUIGTEN (KLASSE VAN DE NITROFIELE ZOMEN, GALIO-URTICETEA): R1: nitrofiele zoom: Open plek met brandnetel en kleefkruid R2-R3: 100% nitrofiele zoom met brandnetel, kleefkruid, distels, gewone berenklauw en dagkoekoeksbloem In het voorjaar bloeien bosanemoon, muskuskruid en salomonszegel. 17

RL Floron* RL Heuvelland** FFH RL Limburg** Flora. -Faunawet Tuinplanten De ondergroei is heel groen en op sommige plekken zijn ruderale ruigten met brandnetel en braam te vinden. Beschermde planten in Bos Vaeshartelt Tabel 1: beschermde planten in het Bos Vaeshartelt Latijnse naam Nederlandse naam BE 3 1 + Colchicum autumnale Herfsttijloos 2 2 + Galanthus nivalis Gewoon sneeuwklokje 3 2 + Viscum album Maretak 2 + Primula elatior Slanke sleutelbloem + Epipactis helleborine Brede wespenorchis 2 + + Vinca minor Kleine maagdenpalm * Rode Lijst Floron: VN = uit Nederland verdwenen, EB = ernstig bedreigd, BE = bedreigd, KW = kwetsbaar, GE = gevoelig ** Rode Lijst Heuvelland en Limburg: 0 = vermoedelijk uitgestorven, 1 = met uitsterven bedreigd, 2 = sterk bedreigd, 3 = bedreigd + plant is aanwezig 18

Figuur 5: beschermde planten in het Bos Vaeshartelt. sneeuwklokjes tussen dood hout slanke sleutelbloem herfsttijloos 19

Invasieve planten in het Bos Vaeshartelt In het Bos Vaeshartelt staat aan de oostelijke kant de Japanse duizendknoop (zie Figuur 6). Deze plant moet verwijderd werden. Figuur 6: Woekerplanten in het Bos Vaeshartelt. Zoogdieren in Bos Vaeshartelt Het bosgebied Vaeshartelt is als foerageergebied in gebruik bij de volgende soorten vleermuizen: baardvleermuis, gewone dwergvleermuis, ingekorven vleermuis, laatvlieger, ruige dwergvleermuis en watervleermuis. Daarnaast zijn als vaste rust- en verblijfplaatsen kolonieplaatsen van rosse en watervleermuis bekend in de beukenlaan aan de zuidkant van het bos (Frissen, 2006). Er komt een kolonie watervleermuizen voor in een Canadese populier. Verder zijn in het bos werden twee eekhoornnesten gevonden. Broedvogels Bos Vaeshartelt Dit bos herbergt bijzondere broedvogels, zoals boomkruiper, grote lijster, grote bonte specht, boomklever, holenduif, glanskop, groene specht en vuurgoudhaantje (gegevens Provincie Limburg). 20

2.2.2 SCHILDRUWE MALBERG Aan de bonte graslanden in het gebied is goed te zien, dat het uitbrengen van het zaadgoed goed is aangeslagen (zie Figuur 7). Figuur 7: De stenen terrasjes zijn met mooie, bonte bloemen overgroeid (G4). Links: bloemenrijk grasland. Tweede van links: slangenkruid, wondklaver en gewone margriet. Derde van links: groot streepzaad en rode klaver. Rechts boven: beemdkroon. Rechts onder: avondkoekoeksbloem en wilde reseda. De vegetatietypen van de Groene Wig Malberg Figuur 8: vegetatietypen Groene Wig Malberg 21

Legenda van de vegetatietypen van de Groene Wig Malberg G GLANSHAVERGRASLAND (KLASSE VAN MATIG VOEDSELRIJKE GRASLANDEN; MOLINIO- ARRHENATHERETEA) G1: Glanshavergrasland met witbol, smalle weegbree, wikken, klaver, bitterkruid, knoopkruid, geoorde zuring, glanshaver en beemdgras ((Rompgemeenschap: Gestreepte witbol - Engels raaigras) G2: Gazon met straatgras, witte klaver, raaigras en madeliefje G3: Glanshavergrasland met zachte dravik, witbol, beemdgras, glanshaver, bitterkruid en kruipende boterbloem ((Rompgemeenschap: Gestreepte witbol - Engels raaigras) G4: Ruderale ruigte met ruige weegbree, grote pimpernel, bitterkruid, veldsalie, wikkes, wondklaver, gele en paarse morgenster, klaver, beemdgras, dravik, knoopkruid, wede, walstro, wilde reseda, ooievaarsbek, bevertjes en luzerne (Rompgemeenschap tussen Molinio-Arrhenatheretea en Artemisietea vulgaris) S STRUWEEL (NIET TOE TE WIJZEN AAN EEN BEPAALDE KLASSE) S1: Wilgenhut O OMGEPLOEGDE GROND (NIET TOE TE WIJZEN AAN EEN BEPAALDE KLASSE) O1: open aarde en eenjarige planten, ingezaaid met graszaad Het Glanshavergrasland G1 bestaat vooral uit gestreepte witbol, boterbloemen en rode klaver. G2 is een gazon, waar de jeugd spelen kan. Het Glanshavergrasland G3 is iets soortenarmer dan G1 en bestaat vooral uit gestreepte witbol Het Glanshavergrasland G4 is heel bloemenrijk en bevat bijna geen gras. 22

RL Floron* RL Heuvelland** FFH RL Limburg** Flora. -Faunawet Tuinplanten Beschermde planten in de Groene Wig Malberg Tabel 2: beschermde planten in de Groene Wig Malberg Latijnse naam Nederlandse naam KW 2 1 Anthyllis vulneraria Wondklaver 1 (0) 1 Rumex thyrsiflorus Geoorde zuring 3 + Origanum vulgare Wilde marjolein + Campanula rotundifolia Grasklokje KW 2 Sanguisorba minor Kleine pimpernel KW 1 1 Salvia pratensis Veldsalie 1 0 Tragopogon porrifolius Paarse morgenster * Rode Lijst Floron: VN = uit Nederland verdwenen, EB = ernstig bedreigd, BE = bedreigd, KW = kwetsbaar, GE = gevoelig ** Rode Lijst Heuvelland en Limburg: 0 = vermoedelijk uitgestorven, 1 = met uitsterven bedreigd, 2 = sterk bedreigd, 3 = bedreigd + plant is aanwezig Figuur 9: Beschermde planten in de Groene Wig Malberg 23

De geoorde zuring is een oostelijke soort, die in Nederland zijn westelijke grens bereikt De wondklaver staat in G4 vrij veel. 2.2.3 HOGE FRONTEN Flora In 2012 werd terreindeel 4, voor het eerst sinds 2007 weer onderzocht (indeling begrazingseenheden zie Figuur 10). Er komen in dit terreindeel afwisselend glanshavergraslanden, ruderale ruigtes, marjoleinruigte struweel en bosjes voor. Van het floraonderzoek zijn de vegetatiekartering en de kartering van een aantal bijzondere soorten opgenomen. De Floron-streeplijst is in het archief van CNME aanwezig. Figuur 10: indeling begrazingseenheden Hoge Fronten 24

Vegetatietypen in de Hoge Fronten Bij de vergelijking van de vegetatietypen tussen 2007 en 2012 (zie Figuur 11) zijn verschillen als gevolg van beheer- en inrichtingsmaatregelen terug te zien. De bosjes in het gebied zijn door beheerwerkzaamheden verdwenen. Op deze plekken staan nu deels ruderale ruigten en deel zijn ze omgevormd tot glanshavergraslanden. De oppervlaktes ruderale ruigten in de grachten zijn sterk verminderd. vegetatietypenkaart 2007 vegetatietypenkaart 2012 Figuur 11: Vergelijking vegetatietypenkaart 2007 en 2012 (begrazingseenheid 4) en de subsidieregeling natuurbeheer 2000 (PSN)*** 25

Legenda vegetatietypenkaart terreindeel 4 Hoge Fronten G MATIG VOEDSELRIJKE GRASLANDEN G1 Glanshavergrasland 85 % Glanshavergrasland met glanshaver, echt bitterkruid, groot streepzaad, veldlathyrus, klaver, walstro, gewoon duizendblad, beemdkroon, knoopkruid, goudhaver, wikkes, kruiskruid, witbol, beemdgras, rode ogentroost, boterbloem en weegbree 15% Ruigte met boerenwormkruid, gewone smeerwortel, distels, Canadese guldenroede, wilde marjolein, dauwbraam en hondsroos G2 Glanshavergrasland G1 met harige ratelaar G3 Glanshavergrasland 58% Glanshavergrasland met glanshaver, beemdgras, kleine ratelaar, beemdkroon, boterbloem, gewoon duizendblad, klein streepzaad, honingklaver, echt bitterkruid, gewoon duizendblad, scherpe boterbloem, goudhaver, witbol en witte klaver 40% Ruigte met hondsroos, rode kornoelje, gladde iep, dauwbraam, Canadese guldenroede, wilde marjolein, smeerwortel, peen, sint-janskruid en kleine pimpernel 2% Struweel met gladde iep en rode kornoelje G4 Glanshavergrasland 80% Glanshavergrasland met glanshaver, beemdgras, wikken, beemdkroon, echt bitterkruid en groot streepzaad 20% Ruigte met dauwbraam, wilde marjolein en smeerwortel G5 Glanshavergrasland 80% Glanshavergrasland met glanshaver, beemdgras en rode ogentroost 20% Ruigte met dauwbraam, wilde marjolein en smeerwortel G6 Glanshavergrasland 70 % Glanshavergrasland met glanshaver, beemdgras, wikkes, beemdkroon en groot streepzaad 30% Ruigte met dauwbraam, peen en smeerwortel R RUDERALE RUIGTE R1 Ruderale ruigte 100% Ruigte met brandnetel en dauwbraam R2 Ruderale ruigte 95% Ruigte met distels, smeerwortel, Canadese guldenroede, boerenwormkruid, dauwbraam, bijvoet, sintjjanskruid en wilde marjolein 5% Glanshavergrasland met glanshaver en beemdgras R3 Ruderale ruigte 90% Ruigte met ronde ooievaarsbek, distels, wilde marjolein, kompassla en dauwbraam 5% Glanshavergrasland met glanshaver en beemdgras 5% Struweel met meidoorn R4 Ruderale ruigte 90% Ruigte met distels, smeerwortel, Canadese guldenroede, boerenwormkruid, dauwbraam, bijvoet, sint-janskruid en wilde marjolein 5% Glanshavergrasland met glanshaver, geel walstro en beemdgras 5% Struweel met meidoorn en gladde iep R5 Ruderale ruigte 92% Ruigte met distels, canadese guldenroede en dauwbraam 5% Glanshavergrasland met glanshaver, kleine ratelaar en beemdgras 3% Struweel met gladde iep 26

R6 Ruderale ruigte 40% Ruigte met dauwbraam, smeerwortel, rode ogentroost en wilde marjolein 40% Glanshavergrasland met glanshaver en beemdgras 20% Struweel met gladde iep, rode kornoelje en hondsroos R7 Ruderale ruigte 80% Ruigte met brandnetel, dauwbraam, smeerwortel, rode ogentroost, wilde marjolein, peen en zomerfijnstraal 20% Glanshavergrasland met glanshaver, geel walstro, wikkes, streepzaad, echt bitterkruid, heggendoornzaad en beemdgras R8 Ruderale ruigte langs de muren 90% Ruigte met brandnetel, gladde iep, dauwbraam, Canadese guldenroede, ronde ooievaarsbek en wilde marjolein 10% Glanshavergrasland met glanshaver en beemdgras R9 Ruderale ruigte 80% Ruigte met distels, gewone smeerwortel en peen 20% Glanshavergrasland met glanshaver en beemdgras R10 Ruderale ruigte 60% Ruigte met dauwbraam, kattendoorn, knoopkruid, distels, boerenwormkruid, gewone smeerwortel, Canadese guldenroede, heermoes, 40% Glanshavergrasland met glanshaver, knoopkruid, beemdgras, gewoon duizendblad, geel walstro, beemdkroon, wikkes en echt bitterkruid 3% Struweel met hondsroos, meidoorn, eik, en rode kornoelje S STRUWEEL S1 Struweel (Klasse van doornstruwelen) 100% Struweel met meidoorn ondergroei: 50% Ruigte met zwarte nachtschade, wilde marjolein, gras, vijfvingerkruid en brandnetel 50% Open grond M M1 M2 M3 M4 M5 MUURVEGETATIES Muurvegetatie Muurvegetatie met schaduwgras, donderkruid, dauwbraam, wilde marjolein, kraailook, gladde iep, schapengras, boshavikskruid en grote zandkool Muurvegetatie Muurvegetatie met schaduwgras, kropaar, glad walstro, goudhaver, grasklokje, ijle dravik, boshavikskruid en glanshaver Muurvegetatie Muurvegetatie met roos, grasklokje, slangenkruid, goudhaver, geel walstro, dauwbraam, muizenoortje, donderkruid, schaduwgras, wilde marjolein, klaproos, grote zandkool, knoopkruid, ijle dravik, muurvaren, moeslook, boshavikskruid en smalle weegbree Muurvegetatie net als M3 maar ook met muurpeper, ruw vergeet-mij-nietje en slangenkruid Muurvegetatie Muurvegetatie met grote zandkool, dauwbraam, schaduwgras, goudhaver, muurleeuwenbek, wilde marjolein, muurleeuwenbek en gladde iep M6 Muurvegetatie 5% Muurvegetatie met dauwbraam, akkerwinde, grote zandkool en muurvaren M7 Muurvegetatie Muurvegetatie met grasklokje, dauwbraam, goudhaver, schapengras, klimop, schaduwgras, kropaar, wilde marjolein en boshavikskruid 27

M8 M9 M10 M11 M12 Muurvegetatie Muurvegetatie met geel walstro, kleine pimpernel, slangenkruid, veldereprijs, donderkruid, viltige hoornbloem, kraailook en grote zandkool Muurvegetatie Muurvegetatie met grote zandkool, ijle dravik, geel walstro, veldereprijs, wilde marjolein, schapengras, kweek en gladde iep Muurvegetatie Muurvegetatie met muurvaren en dauwbraam Muurvegetatie Muurvegetatie met ijle dravik, schapengras en grote zandkool Muurvegetatie Muurvegetatie met dauwbraam, slangenkruid, grote zandkool, schapengras, wilde marjolein, roos, echt bitterkruid, beemdgras, wikkes, veldlathyrus en kleine pimpernel WATERVEGETATIE (Riet-Klasse) W1 W2 Watervegetatie Poel met kleine lisdodde, fonteinkruid, gewone waterbies en struisgras Watervegetatie Poel met grote lisdodde, aarvederkruid, gewone waterbies en ruige zegge Foto s Vegetatietypen en bijzondere planten in de Hoge Fronten Glanshavergrasland: G1 Glanshavergrasland: G1 met klaver, wilde reseda en guldenroede Glanshavergrasland: G3 is doorgroeit met kleine ratelaar en struiken zoals roos en iep 28

Ruderale ruigte: Op open plekken binnen de ruderale ruigten kunnen eenjarige planten zoals klaproos en ronde ooievaarsbek groeien. Muurvegetatie met muurpeper, wilde marjolein en grasklokje. Watervegetatie: In de poelen in de Hoge Fronten groeien waterplanten zoals kleine lisdodde, gewone waterbies en aarvederkruid groeien. Verspreiding van bijzondere plantensoorten In totaal zijn in terreindeel 4, 195 plantensoorten gevonden. Van die 195 soorten staan 17 planten op de Rode Lijst 2000 Floron, 28 op de Rode Lijst Heuvelland, 50 soorten op de Rode Lijst Limburg, 4 soorten op de Lijst van de Flora- Faunawet en 17 op de meetsoortenlijst van de 29

subsidieregeling natuurbeheer 2000. Hiervan zijn volgende plantensoorten in een kaart ingetekend (zie figuur 3 t/m 17): Rode Lijst Floron categorie VN t/m BE Rode Lijst Heuvelland categorie 0 t/m 2 Flora- Faunawet meetsoorten subsidieregeling natuurbeheer 2000 (PSN) Sommige plantensoorten van de Rode Lijst Limburg categorie 0 t/m 2 Woekerplanten Figuur 12: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-1 Figuur 13: kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-2 30

Figuur 14: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-3 Figuur 15: kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-4 31

figuur 16: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-5 Figuur 17: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-6 32

Figuur 18: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-7 Figuur 19: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-8 33

Figuur 20: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-9 Figuur 21: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-10 34

RL Floron* RL Heuvelland** PSN FFH RL Limburg** Flora- Faunawet Woekerplanten Figuur 21: Kartering bijzondere plantensoorten Hoge Fronten 2012-11 Er zijn positieve veranderingen in de verspreiding van de bijzondere soorten. Er komen in dit deelgebied van de Hoge Fronten Een aantal plantensoorten zijn duidelijk toegenomen. Hieronder vallen onder andere moeslook, geelhartje en kleine ratelaar. Gulden sleutelbloem en ruige weegbree zijn ook redelijk toegenomen. Tabel 3: beschermde planten, planten van de subsidieregeling natuurbeheer 2000 (PSN) en woekerplanten Latijnse naam Nederlandse naam 2 3 Myriophyllum spicatum Aarvederkruid GE x 3 Knautia arvensis Beemdkroon KW 3 1 Clinopodium vulgare Borstelkrans BE 1 x 0 Veronica austriaca ssp. teucrium Brede ereprijs 3 x 1 Inula conyzae Donderkruid 1 1 Arctium tomentosum Donzige klit x Galium verum Geel walstro KW 3 1 Linum catharticum Geelhartje GE x 3 Agrimonia eupatoria Gewone agrimonie GE x 3 Trisetum flavescens Goudhaver x Campanula rotundifolia Grasklokje KW 2 - Carex divulsa Groene bermzegge x 3 Crepis biennis Groot streepzaad 35

RL Floron* RL Heuvelland** PSN FFH RL Limburg** Flora- Faunawet Woekerplanten Tabel 3: beschermde planten, planten van de subsidieregeling natuurbeheer 2000 (PSN) en woekerplanten Latijnse naam Nederlandse naam x 3 Pimpinella major Grote bevernel 2 x Dipsacus fullonium Grote kaardebol KW 3 x 2 x Primula veris Gulden sleutelbloem KW 2 x 1 Rhinanthus alectorolophus Harige ratelaar x 2 Verbena officinalis IJzerhard Fallopia japonica = x Polygonum cuspidatum Japanse duizendknoop 3 1 Saxifraga tridactylites Kandelaartje 2 2 Hypericum tetrapterum Kantig hertshooi GE 3 x 2 Ononis spinosa Kattendoorn NB 1 Dipsacus pilosus Kleine kaardebol 2 Typha angustifolia Kleine lisdodde KW 2 Sanguisorba minor Kleine pimpernel GE 3 x 1 Rhinanthus minor Kleine ratelaar BE 3 2 Saxifraga granulata Knolsteenbreek x Centaurea jacea Knoopkruid KW 2 x -1 Allium oleraceum Moeslook 3 1 Mycelis muralis Muursla 2 2 Hieracium aurantiacum Oranje havikskruid NB 1 Poa compressa Plat beemdgras GE 3 2 Odontites vernus ssp. serotinus Rode ogentroost 3 1 Geranium rotundifolium Ronde ooievaarsbek KW x 2 Plantago media Ruige weegbree 3 2 Myosotis ramosissima Ruw vergeet-mij-nietje Fallopia sacchalinense = x Polygonum sacchalinense Sachalinse duizendknoop 3 2 Erigeron acer Scherpe fijnstraal 3 x Origanum vulgare Wilde marjolein 3 x 1 Carex flacca Zeegroene zegge * Rode Lijst Floron: VN = uit Nederland verdwenen, EB = ernstig bedreigd, BE = bedreigd, KW = kwetsbaar, GE = gevoelig ** Rode Lijst Heuvelland en Limburg: 0 = vermoedelijk uitgestorven, 1 = met uitsterven bedreigd, 2 = sterk bedreigd, 3 = bedreigd + plant is aanwezig Invasieve planten in de Hoge Fronten De Japanse duizendknoop is in 2012 weer verder met succes bestreden. Een aantal van de kleine groeiplaatsen is verdwenen. Alle andere groeiplaatsen zijn in aantal en omvang verkleind. Op de grootste groeiplaats wordt de duizendknoop sinds 2 jaar bestreden. In 2011 zijn worteldelen verwijderd, is het terrein opgeschoond en zijn de planten bestreden met bestrijdingsmiddel (aantal beurten per jaar). Op deze locatie is de bedekking van 100% teruggegaan naar nu gemiddeld 15%. Sommige gedeelten kennen nog een bedekking van 36

70% (dit zijn delen die in het verleden jaarlijks gemaaid werden) en een heel groot gedeelte kent een bedekking van 2%. De overgebleven planten hebben het zichtbaar moeilijk, weinig groene bladeren veel vergroeiingen. Figuur 22: Japanse duizendknopen 2012 Fauna Muurhagedissenpopulatie stabiel t.o.v. 2011 In de periode maart tot en met oktober werd de populatie muurhagedissen door medewerkers en vrijwilligers van CNME geïnventariseerd. Dit gebeurde volgens de gebruikelijke telmethode (zie voor beschrijving jaarverslag Hoge Fronten 2009). De gegevens zijn verwerkt in figuur 18, waarin de populatieontwikkeling vanaf 1977 is weergegeven. 37

1977 1979 1981 1983 1985 1987 1989 1991 1993 1995 1997 1999 2001 2003 2005 2007 2009 2011 600 500 400 300 200 juveniel subadult adult 100 0 Figuur 23: aantal muurhagedissen in de Hoge Fronten 1977-2012 In 2012 is de muurhagedissenpopulatie nagenoeg gelijk gebleven in aantallen (sub)adulten. Het aantal volwassen dieren in 2012 werd geschat op 137 exemplaren. Het aantal subadulten was 164. Dit is 68% van de in 2011 geboren juvenielen, die in 2012 de subadulte leeftijd bereikte. Dit jaar werden er 168 juvenielen geteld. Dit aantal is 30% lager als vorig jaar. Dit is waarschijnlijk gevolg van de koele en natte periode in de zomer. Het KNMI meldt dat 2012 zonnig en vrij nat, met een normale temperatuur was. Het jaar begon zacht, maar in februari was er een koudegolf. De lente was vervolgens zacht. De gemiddelde zomertemperatuur was vrij normaal, maar de start was uitermate wisselvallig en koel. Juni was erg koel. En ook juli kende een lang, nat, koel tijdvak. De warme augustusmaand maakte de zomer goed.. De herfstmaanden verliepen normaal qua temperatuur. December begon wel koud, maar kende een zeer zacht vervolg (www.knmi.nl). Overige reptielen en amfibieën In 2012 zijn door verschillende onderzoekers nog amfibieën- en reptielenwaarnemingen gedaan. Hierbij werden dezelfde soorten als in voorgaande jaren waargenomen, nl. alpenwatersalamander, kleine watersalamander, gewone pad, bruine kikker, groene kikker, vroedmeesterpad en hazelworm. Overige diersoorten Qua vlinders is er gedurende het hele vliegseizoen geïnventariseerd, o.a. argusvlinder, boswitje en bont zandoogje zijn waargenomen. Qua nachtvlinders is de spaanse vlag meerdere malen waargenomen. In 2012 waren er drie vossen families, met in totaal 10 15 vossen. Deze konden goed aanschouwd worden door wandelaars. Op waarneming.nl zijn veel waarnemingen ingediend, en ook bijzonderheden, zoals de Stenoria analis, een zeldzame oliekever, de zeer zeldzame kielnaaktslak en het zeer zeldzame korstmos Turfkrijtkorst. Hieruit blijkt weer dat de Hoge Fronten een hoge biodiversiteit kent. 38

2.2.4 LAGE FRONTEN De vegetatietypen in de Lage Fronten Figuur 24: Vegetatietypen in de Lage Fronten Legenda van de vegetatietypen in de Lage Fronten G GLANSHAVERGRASLAND (KLASSE VAN MATIG VOEDSELRIJKE GRASLANDEN; MOLINIO- ARRHENATHERETEA) G1: 80% Glanshavergrasland met glanshaver, kropaar, beemdgras, witbol, kweek, duizendblad, klaver, bitterkruid, walstro, knoopkruid en beemdkroon 20% Ruderale ruigte met braam, smeerwortel, guldenroede, gewone berenklauw, zevenblad, klit, langbaardgras, ganzerik, kamille en bijvoet > 1% Struweel met esdoorn, wilg en hondsroos R RUDERALE ROMPGEMEENSCHAPPEN EN NITROFIELE ZOMEN R1: 80% nitrofiele zoom met brandnetel, vlier, bosrank, zevenblad, look-zonder-look, dolle kervel, es, zuring, beemdgras en ganzerik (Klasse van de nitrofiele zomen, Galio-Urticetea) 20% Glanshavergrasland R2: 100% nitrofiele zoom met brandnetel, glanshaver, klaproos, kaasjeskruid en dravik R3 = S1 R4: 60% Ruderale rompgemeenschap met braam, wilg (jong), gewone berenklauw, esdoorn (jong) en rode kornoelje 40% Glanshavergrasland met glanshaver, bitterkruid, roos, dolle kervel en walstro R5: 70% Ruderale ruigte met reuzenberenklauw 30% Glanshavergrasland R6: 100% Ruderale rompgemeenschap met vlier, brandnetel en bosrank B BOSSEN, KLASSE VAN DE EIKEN- EN BEUKENBOSSEN OP VOEDSELRIJKE GROND (QUERCO-FAGETEA) B1: 100% Esdoornbos, meidoorn, vlier, look-zonder-look, hop en bosrank Bosrandvegetatie met dolle kervel, brandnetel, kropaar, kweek, glanshaver en klit (Pruno- Fraxinetum) 39