Centraal Bureau voor de Statistiek Statistisch Bulletin 56e jaargang no. 47 / 23 november 2 Inhoud Bevolking Bevolkingsontwikkeling, september 2 pag. 2 t/m 6 Arbeid Werkloosheidscijfers augustus 2-oktober 2. pag. 1 Delfstoffenwinning en industrie Hoeveelheidsindexcijfers van de productie in de nijverheid, september 2. pag. 8 Productie in de nijverheid en industrie, volumemutaties, september 2. pag. 8 Bouwnijverheid Indexcijfers van de omzet in de bouwnijverheid, augustus 2. pag. 11 Berekend gemiddeld aantal productieve uren per arbeider in de nieuwbouw (B en U), 3 e kwartaal 2. pag. 11 Handel, horeca en reparatie Ontwikkeling van de omzetten (incl. BTW), de prijzen en de berekende hoeveelheden in de horeca, september 2. pag. 11 Financiële instellingen en markten Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aandelenindexcijfers, week no. 46. pag. 12 Energie Aardgasbalans, juni 2. pag. 9 Elektriciteitsbalans, juni 2. pag. 9 Rechtsbescherming en veiligheid Meldingen bij de brandweer naar type, per provincie,1999. pag. 7 Branden en brandschade naar objekt, 1999. pag. 7 Verklaring van de tekens. = gegevens ontbreken; = nihil; x = geheim; * = voorlopig cijfer. ( ) achter de titel = nummer met de laatst gepubliceerde overeenkomstige tabel. Auteursrecht CBS, Voorburg/Heerlen, 2. Bronvermelding is verplicht. Verveelvoudiging voor eigen of intern gebruik is toegestaan. ISSN: 166 968 Prijs: ƒ 131, per jaar (excl. verzendkosten); los nummer ƒ 12,5. Informatie Infoservice: tel. (45) 57 7 7; E-mail: infoservice@cbs.nl Website: www.cbs.nl; Conjunctuur: teletekst pag. 56 en 57 Redactie SB: CBS, Postbus 4, 227 JM Voorburg, V3143
Bevolkingsontwikkeling, september 2 Bevolkingsgroei en de componenten daarvan Bevolking groeit sneller, maar niet in alle provincies Het aantal inwoners van Nederland is in de periode september 1999 tot en met augustus 2 met bijna 113 duizend personen toegenomen. Het groeitempo ligt daarmee hoger dan in 1999, toen de bevolking met bijna 14 duizend personen groeide. De bevolkingsgroei is hoger doordat zowel het aantal geboorten als het aantal immigranten is toegenomen. In de onderzoeksperiode september 1999 tot en met augustus 2 werden ruim 24 duizend kinderen geboren. Dit is het hoogste aantal sinds begin jaren zeventig. Vooral het aantal geboorten van tweede kinderen is flink gegroeid. Deze stijging is niet onverwacht, aangezien sinds 1998 de geboorte van eerste kinderen is gestegen. De meeste vrouwen krijgen 2 à 3 jaar na het eerste kind een tweede kind. Het CBS telde in de onderzoeksperiode bijna 127 duizend immigranten. In 1999 werden 119 duizend immigranten waargenomen. De groei heeft zich bij verschillende categorieën immigranten voorgedaan. Zo steeg zowel de immigratie uit de EU-landen als de immigratie uit Oost-Europa, maar ook kwamen er meer immigranten van buiten Europa. 25 2 15 1 5-5 -1-15 -2 overledenen immigratie emigratie levendgeborenen bevolkingsgroei januari-december 1999 september 1999-augustus 2 Op 3 september telde Nederland 15,95 miljoen inwoners. Als het tempo van de bevolkingsgroei zich de komende maanden voortzet, kan worden verwacht dat rond maart 21 het aantal van 16 miljoen wordt bereikt. De mijlpaal van 15 miljoen werd in 199 gepasseerd. De provincies verschillen in hun relatieve groei. Met name Flevoland en Limburg springen er uit. De hoogste groei is te vinden in Flevoland (36,1 per duizend inwoners). Ter vergelijking: in Nederland als geheel bedraagt de bevolkingsgroei 7,1 per duizend inwoners. Flevoland heeft dan ook relatief veel geboorten en relatief weinig sterfgevallen per duizend inwoners. Ook is er een uitzonderlijk hoge toestroom van buiten de provincie. In Limburg geeft de bevolkingsontwikkeling een ander beeld. De groei is er het laagst van alle provincies: 1,7 per duizend. Dit heeft vooral te maken met een combinatie van relatief weinig geboorten en relatief weinig vestiging vanuit het buitenland. Bovendien vertrekken er meer mensen uit Limburg naar andere provincies dan omgekeerd. In Limburg en Noord-Brabant is het groeitempo ten opzichte van 1999 niet of nauwelijks gestegen. In Noord-Holland en Utrecht is het groeitempo zelfs iets afgenomen. De andere provincies laten een versnelling van de bevolkingsgroei zien. Asielzoekers per maand, januari 1995-september 2 8 x 1 7 6 5 4 3 2 1 Bevolkingsgroei per maand, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, januari 1995-september 2 x 1 12 11 1 9 8 7 6 5 4 3 2 1995 1996 1997 1998 1999 jaargemiddelde 2 1 1995 1996 1997 1998 1999 jaargemiddelde 2 2 Centraal Bureau voor de Statistiek
I. Stand en loop van de bevolking September September Jan. sept. Jan. sept. September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2* 1999 2* 1999 2* 1999 2* (43) Absoluut Bevolking aan het begin van de periode 15 826 589 15 943 743 15 76 225 15 863 95 Levendgeborenen 17 566 17 723 151 344 156 369 13,5 13,6 12,8 13,1 1e kind 8 314 8 392 7 215 72 216 6,4 6,4 5,9 6,1 2e kind 6 194 6 213 54 3 56 317 4,8 4,8 4,6 4,7 3e kind 2 153 2 2 18 878 19 559 1,7 1,7 1,6 1,6 4+ kind 95 918 7 951 8 277,7,7,7,7 Overledenen 1 694 1 69 15 486 15 59 8,2 8,1 8,9 8,9 mannen 5 317 5 181 51 752 51 527 8,3 8, 8,9 8,7 vrouwen 5 377 5 428 53 734 54 63 8,2 8,2 9, 9, Immigratie 13 74 12 885 89 46 98 255 1, 9,9 7,6 8,2 Emigratie 5 584 5 94 44 849 46 282 4,3 4,5 3,8 3,9 Saldo correcties 1 562 1 272 11 251 1 136 1,2 1, 1,,9 Totale bevolkingsgroei 12 8 12 823 79 164 92 616 9,8 9,8 6,7 7,8 Bevolking aan het einde van de periode 15 839 389 15 956 566 15 839 389 15 956 566 De cijfers zijn op jaarbasis en per 1 van de gemiddelde (totale dan wel mannelijke of vrouwelijke) bevolking bepaald. Emigratie per maand, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, januari 1995-september 2 Immigratie per maand, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, januari 1995-september 2 12 x 1 12 x 1 11 11 1 1 9 9 8 8 7 7 6 6 5 5 4 4 1995 1996 1997 1998 1999 2 1995 1996 1997 1998 1999 2 jaargemiddelde jaargemiddelde II. Stand en loop van de niet-nederlandse bevolking September September Jan. sept. Jan. sept. September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2* 1999 2* 1999 2* 1999 2* (43) Absoluut Bevolking aan het begin van de periode 654 443 657 571 662 372 651 532 Levendgeborenen 829 859 7 769 7 591 15,4 15,9 15,8 15,5 1e kind 354 39 3 22 3 267 6,6 7,2 6,5 6,6 2e kind 254 241 2 355 2 24 4,7 4,5 4,8 4,5 3e kind 11 135 1 255 1 196 2, 2,5 2,5 2,4 4+ kind 111 93 957 924 2,1 1,7 1,9 1,9 Overledenen 163 153 1 56 1 465 3, 2,8 3,2 3, mannen 16 12 962 95 3,8 3,7 3,7 3,6 vrouwen 57 51 598 56 2,2 2, 2,5 2,4 Immigratie 9 16 9 77 57 59 65 157 167,4 168, 116,6 132,6 Emigratie 1 826 1 849 15 851 15 74 33,9 34,2 32,1 32, Saldo correcties 1 14 752 8 228 6 851 18,8 13,9 16,7 13,9 Saldo wijzigingen van nationaliteit 4 812 3 756 45 538 39 227 89,3 69,5 92,3 79,8 Totale bevolkingsgroei 2 3 3 426 5 899 9 465 37,7 63,6 11,9 19,4 Bevolking aan het einde van de periode 656 473 66 997 656 473 66 997 De cijfers zijn op jaarbasis en per 1 van de gemiddelde (totale dan wel mannelijke of vrouwelijke) niet-nederlandse bevolking bepaald. Statistisch bulletin 47 (CBS) 23/11/2 3
III. Buitenlandse migratie van Nederlanders en niet-nederlanders naar geboorteland (43) Immigratie Emigratie September September Jan. sept. Jan. sept. September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2* 1999 2* 1999 2* 1999 2* Totaal 13 74 12 885 89 46 98 255 5 584 5 94 44 849 46 282 Nederlanders 4 58 3 88 31 897 33 98 3 758 4 55 28 998 3 542 met geboorteland Nederland 2 212 1 896 18 231 17 667 2 946 3 13 22 66 24 61 Overige EU-landen 267 229 1 75 1 653 11 156 1 67 1 36 Overig Europa 82 68 658 656 76 78 597 6 Nederlandse Antillen + Aruba 835 1 24 6 62 7 985 142 22 1 444 1 355 Suriname 155 133 1 82 1 198 84 47 522 463 Overig Amerika 175 199 1 191 1 544 73 71 62 599 Azie 171 137 1 23 1 164 167 179 1 64 1 34 Afrika 142 12 94 1 1 135 21 895 1 231 Oceanie 19 2 195 23 25 18 147 163 Niet-Nederlanders 9 16 9 77 57 59 65 157 1 826 1 849 15 851 15 74 met geboorteland Belgie 225 198 1 448 1 421 73 81 625 681 BR Duitsland 524 484 3 296 3 397 233 277 2 158 2 16 Verenigd Koninkrijk 515 5 3 314 3 794 155 193 1 58 1 525 Overige EU-landen 1 294 1 23 7 37 7 775 414 451 3 339 3 615 Voormalig Joegoslavie 486 376 2 93 3 195 72 53 341 519 Voormalige Sovjet-Unie 332 592 1 945 3 765 27 3 174 234 Turkije 451 498 3 22 3 592 5 68 498 4 Overig Europa 56 612 2 511 3 435 125 123 981 936 Suriname 145 223 1 376 1 548 24 12 134 126 VS van Amerika 354 32 2 295 2 454 142 11 1 345 1 276 Overig Amerika 422 352 2 447 2 645 64 75 73 738 Afghanistan 469 512 4 388 2 946 4 12 24 China 193 35 1 317 1 761 18 28 146 165 Irak 314 297 2 432 2 914 5 11 93 67 Iran 116 17 732 1 75 5 5 68 51 Japan 115 111 965 1 19 62 57 84 834 Overig Azie 936 775 5 135 5 886 145 159 1 28 1 199 Egypte 6 44 444 32 6 2 49 55 Marokko 494 46 3 263 3 485 4 33 367 249 Somalie 143 174 1 157 1 357 7 3 39 25 Zuid-Afrika 79 92 793 749 41 22 348 229 Overig Afrika 75 711 4 359 5 82 82 28 517 43 Oceanie 84 86 75 822 32 28 295 283 Immigratie inclusief in Nederlandse asielzoekerscentra geboren kinderen. IV. Buitenlandse migratie van Nederlanders en niet-nederlanders naar land van herkomst resp. bestemming (43) Immigratie Emigratie September September Jan. sept. Jan. sept. September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2* 1999 2* 1999 2* 1999 2* Totaal 13 74 12 885 89 46 98 255 5 584 5 94 44 849 46 282 Nederlanders 4 58 3 88 31 897 33 98 3 758 4 55 28 998 3 542 uit/naar Belgie 376 328 2 835 2 815 567 668 4 194 5 41 BR Duitsland 331 272 2 858 2 414 371 466 3 9 3 31 Verenigd Koninkrijk 259 219 1 767 1 719 38 5 2 44 2 972 Overige EU-landen 511 47 3 44 3 526 69 698 5 437 5 346 Overig Europa 256 23 1 962 1 862 224 218 1 917 1 96 Nederlandse Antillen + Aruba 1 81 1 279 8 853 1 372 289 335 2 938 2 793 Suriname 156 124 1 58 1 73 97 55 57 45 Verenigde Staten van Amerika 236 2 1 961 2 7 285 295 2 455 2 444 Overig Amerika 169 166 1 417 1 617 21 24 1 64 1 578 Azie 316 275 2 762 2 53 287 32 1 942 2 166 Afrika 295 244 2 179 2 262 29 179 1 473 1 492 Oceanie 72 91 841 91 158 117 1 82 1 53 Niet-Nederlanders 9 16 9 77 57 59 65 157 1 826 1 849 15 851 15 74 w.o. uit/naar EU-landen 2 719 2 552 16 82 17 716 837 1 1 7 763 7 97 Overig Europa 1 85 2 85 1 617 13 926 277 269 1 924 1 965 Amerika 963 867 6 244 6 75 252 238 2 477 2 615 Azie 2 42 2 99 14 381 15 57 237 226 2 192 2 123 Afrika 1 48 1 385 9 44 1 958 176 69 1 144 742 Oceanie 79 89 745 795 47 37 351 325 Immigratie inclusief in Nederlandse asielzoekerscentra geboren kinderen. 4 Centraal Bureau voor de Statistiek
V. Asielaanvragen naar land van nationaliteit September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2 1999 2 (43) Totaal 3 444 3 412 31 32 31 971 Afghanistan 39 41 2 692 3 68 Azerbajdzjan 31 87 1 788 956 Angola 133 165 985 1 477 Bosnie-Herzogovina 1 185 874 1 179 Irak 297 222 2 664 1 978 Iran 154 23 997 1 644 Servie en Montenegro 228 198 6 538 3 252 Sierra Leone 87 156 9 1 426 Soedan 96 97 1 189 964 Somalie 299 194 1 91 1 78 Slowakije 48 51 352 862 Turkije 114 29 977 1 631 Overige 1 197 1 28 9 166 11 286 Bron: Ministerie van Justitie. VI. Saldo administratieve correcties van Nederlanders en niet-nederlanders naar geboorteland (43) September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2* 1999 2* Totaal 1 841 1 272 13 791 1 136 Nederlanders 827 52 5 563 3 285 met geboorteland Nederland 477 273 3 134 1 612 Overige EU-landen 17 12 176 15 Overig Europa 27 14 176 112 Nederlandse Antillen + Aruba 91 32 53 277 Suriname 62 63 36 214 Overig Amerika 35 33 233 144 Azie 36 4 323 234 Afrika 81 54 612 572 Oceanie 1 1 46 15 Niet-Nederlanders 1 14 752 8 228 6 851 met geboorteland Belgie 24 19 143 137 BR Duitsland 65 52 542 356 Verenigd Koninkrijk 86 12 981 725 Overige EU-landen 177 127 1 453 1 293 Voormalig Joegoslavie 22 38 144 268 Voormalige Sovjet-Unie 33 12 145 183 Turkije 74 2 577 47 Overig Europa 45 46 372 342 Suriname 27 9 193 84 Verenigde Staten van Amerika 56 39 394 463 Overig Amerika 38 31 332 287 Afghanistan 4 2 76 66 China 16 11 144 143 Irak 56 38 314 316 Iran 7 13 57 79 Japan 17 15 161 19 Overig Azie 64 57 673 777 Egypte 21 4 144 49 Marokko 57 15 477 216 Somalie 33 22 214 188 Zuid-Afrika 11 22 76 1 Overig Afrika 69 67 526 589 Oceanie 12 13 9 128 Statistisch bulletin 47 (CBS) 23/11/2 5
VII. Binnen Nederland verhuisde personen (43) September 1999 September 2 Jan. sept. 1999 Jan. sept. 2* Totaal w.o. Totaal w.o. Totaal w.o. Totaal w.o. in gezins- in gezins- in gezins- in gezinsverband (%) verband (%) verband (%) verband (%) Totaal 144 386 41,6 134 42 41,2 1 27 75 44,7 1 191 76 44,5 binnen gemeenten 84 579 47, 77 236 45,8 791 26 48,7 727 544 48,1 tussen gemeenten 59 87 34, 56 86 34,9 479 724 38,1 463 532 38,8 binnen provincies 31 77 38, 3 852 38,8 276 592 4,2 27 27 4,5 tussen provincies 28 37 29,5 25 954 3,1 23 132 35,3 193 55 36,4 VIII. Huwelijkssluiting, geregistreerd partnerschap en echtscheiding (43) September September Jan. sept. Jan. sept. September September Jan. sept. Jan. sept. 1999 2* 1999 2* 1999 2* 1999 2* Absoluut Huwende mannen 2) 13 797 12 645 69 811 68 48 21,4 19,5 11,9 11,6 niet eerder gehuwd 11 58 1 551 56 861 55 399 18, 16,3 9,7 9,4 voorheen gescheiden 2 17 1 853 11 663 11 79 3,1 2,9 2, 2, voorheen verweduwd 2 241 1 287 1 372,3,4,2,2 Huwende vrouwen 2) 13 637 12 634 68 558 68 315 2,7 19,1 11,5 11,4 niet eerder gehuwd 11 686 1 75 56 675 55 9 17,8 16,3 9,5 9,3 voorheen gescheiden 1 764 1 692 1 848 11 319 2,7 2,6 1,8 1,9 voorheen verweduwd 187 192 1 35 1 96,3,3,2,2 Geregistreerde partnerschappen 3) 32 276 2 417 2 195,2,2,2,2 tussen twee mannen 18 88 675 619,1,1,1,1 tussen twee vrouwen 14 83 688 615,1,1,1,1 tussen een man en een vrouw 18 15 1 54 961,1,1,1,1 Van echt scheidende mannen 2) 2 722 2 656 23 478 25 38 4,2 4,1 4, 4,2 Van echt scheidende vrouwen 2) 2 812 2 693 24 153 25 496 4,3 4,1 4, 4,2 2) De cijfers zijn op jaarbasis en per 1 van de gemiddelde (totale dan wel mannelijke of vrouwelijke) bevolking bepaald. Woonachtig in Nederland ongeacht de plaats van huwelijkssluiting of echtscheiding. Levendgeborenen per maand, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, januari 1995-september 2 Overledenen per maand, gecorrigeerd voor seizoeninvloeden, januari 1995-september 2 18 x 1 18 x 1 17 17 16 16 15 15 14 14 13 13 12 12 11 11 1 1 1995 1996 1997 1998 1999 2 1995 1996 1997 1998 1999 2 jaargemiddelde jaargemiddelde 6 Centraal Bureau voor de Statistiek
Meldingen bij de brandweer naar type, per provincie Brand Hulpver- Totaal lening loos alarm x 1 % 199 66,9 36,9 13,9 27,4 26 1995 81,1 37,8 118,9 39,2 33 1997 89,8 44,4 134,2 45,4 34 1998 85,5 46,5 132, 46,8 35 1999 9,6 4,8 131,4 46,9 36 Groningen 2,1 1, 3,1,6 2 Friesland 2,4,8 3,2 1, 3 Drenthe 2,2,9 3,1 1,1 34 Overijssel 5,5 2, 7,5 2,7 36 Flevoland 2,2,8 3, 1,3 43 Gelderland 1,2 4,5 14,8 5,1 35 Utrecht 7,4 2,6 9,9 4,4 44 Noord-Holland 16,5 9, 25,4 9,5 37 Zuid-Holland 23,5 11, 34,5 12,3 36 Zeeland 1,6,7 2,3,7 31 Noord-Brabant 11,7 4,5 16,1 5,5 34 Limburg 5,4 3,1 8,5 2,7 32 Branden en brandschade naar aard en object van de brand (1999, no. 38) Totaal w.o. Met schade Schadebedrag x 1 mln gld 1997 49,5 25,2 1 218 1998 44, 24, 1 223 1999 48,8 26,7 1 317 Aard van de brand Schoorsteenbrand 1,7 1, 8 Kleine binnenbrand 12,7 9,5 291 Middel/grote binnenbrand 1,5 1,4 823 Buitenbrand 33, 14,8 196 Binnenbrand 14,2 1,9 1 113 w.o. Woongebouwen 8,2 6,5 199 w.o. Woning 7,1 5,8 183 Kantoorgebouw,3,2 33 Onderwijsgebouw,3,2 34 Gezondheidszorg,7,3 4 Industrie, landbouw,veeteelt 1,4 1,1 63 Bijeenkomstgebouw (ontmoeting,verzamel) 1,,8 119 Buitenbrand 33, 14,8 196 w.o. Papier- vuilcontainer, afvalbak, los afval 14,8 3,9 16 Personenauto (incl. sloopauto) 5,2 4,7 59 Ander object 13, 6,2 121 Uitsluitend de branden waarvoor de brandweer is uitgerukt (excl. loos alarm/brandgerucht). Statistisch bulletin 47 (CBS) 23/11/2 7
Hoeveelheidsindexcijfers van de productie in de nijverheid (1995=, maandgegevens (42) 1999 2 aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart april mei juni juli aug. sept. Gemiddelde dagproductie Nijverheid 88,9 16, 112,5 118,4 114,5 17,7 114, 115,1 113,1 18,1 111,6 96,5 91,9 19,7 Delfstoffenwinning 55,5 59,6 82,1 12,1 145,4 145,7 134,6 124, 86,4 68, 6,4 53,7 51, 55,2 Industrie 93,7 114,1 117,7 118,2 19,4 11,8 111,1 114,4 118,5 115,6 12,9 13,2 97,9 119, Openbare nutsbedrijven 89,4 95,1 14,2 114,3 119,4 119,2 116,4 112,5 12,3 96,3 95,7 93,8 91,8 97,6 Gemiddelde dagproductie, gecorrigeerd voor seizoen Nijverheid 16,6 17, 17,8 18,6 19,3 15,2 19,3 11,8 19,6 19,3 111,8 11,5 11,1 11,6 Delfstoffenwinning 97,4 88,4 85,2 87,7 97,1 95,8 98,3 16,2 91,2 96,8 94,4 94,3 92,4 84,3 Industrie 18, 11, 111,5 111,9 111,7 17,8 111,9 112,5 113,2 111,7 114,8 113,1 112,7 114,8 Openbare nutsbedrijven 16,8 15,6 13,1 13,1 12,1 99,9 12,2 13,5 14,4 18,7 18,8 11,4 19,4 18,2 Exclusief bouwnijverheid en bouwinstallatiebedrijven. N.B. De indexcijfers zijn afgestemd op de Nationale rekeningen 1999. Productie in de nijverheid en industrie, volumemutaties NACE Aandelen 1998 1999 2 2 Okt. 99 REV1 in % sept. 4e kw. 1e kw. 2e kw. 3e kw. april mei juni juli aug. sept. (42) Gemiddelde dagproductie Procentuele mutatie t.o.v. de overeenkomstige periode van het voorgaand jaar Nijverheid 2) 11 41 1 2,4 2,2 3,3 1,7 3,5 2,7 3,6 1,9 5, 1, 3,4 3,5 2,8 Delfstoffenwinning 11 14 9 2,4 6,4 15,3, 2,3 5,4 6,8 8,5 6,3,6 8, 7,4 6,4 Industrie 15 37 82 3,3 3,1 6,7 2, 4, 3,3 4,8 1,1 6, 1,1 4,4 4,3 4, Voedings- en genotmiddelenindustrie 15/16 16,5 3,1 5,9 3,3 2,4 2, 2,8,5 3,8,1 2,1 3,8 3,4 Vervaardiging van veehouderijproducten 151/155 4 1,7,5 1,1 1,1,, 2,4 2,7 1,4 1,,2 Vervaardiging van overige voedingsmiddelen 152 158 8,2 7,2 9,5 7, 2,5 4,7 3,5 6,6,4 2,6 5,5 Drankenindustrie 159 2 1,,4 7,4 2,9 7,1,7 14,2 6,3 4,4 5,9 4,8 Tabakindustrie 16 2,7 2,4 2,6, 1,6 7,2 4,1 7,3 5,9 7,9 2,3 11, 1,5 Textiel-, kleding- en lederindustrie 17 19 2 3,2 1,8 1,5,6 3,7 2,5 5,4 1,8 7,5,5 1,7 4,9 1, Textielindustrie 17 1 5,8,2 1,5,3 5,3 4,7 2,1 9,3 2,7,6 2,4 Kledingindustrie 18 1 1,1 7,4 9, 1,6,7 8,3 9,9 4,7 4,4,5 1,7 Leder-, lederwaren- en schoenindustrie 19 1,2 2, 6,2 4,9 1,1 4,6 9,3 1,5 18,4 1,3 3,6 Papierindustrie en uitgeverijen, drukkerijen 21/22 1 4,5 1,5 1,6,7 5, 7,1 1,7 9,8 3,1 1,2 2,1 Papier-, karton- en papierwarenindustrie 21 2, 1, 1,5 1,7 3,2 5,6 3,,4 6,2 5,6 6,3 5, 3, Uitgeverijen, drukkerijen 22 8 5,9 2,2 1,6 1,3 5,5 8,3 2,3 1,8 2,4,2 1,9 Aardolie-, chemische- en rubber- en kunststofind. 23 25 16,6 6,6 11,1 4,8 3,6 3,3 1,4,8 8,4 1,5 5, 3,5 5,6 Aardolie-industrie 23 2 9, 2,4 3,4 4,5 9, 7,2 14,6 5,3,1 1,1 5, Chemische industrie 24 11 1,4 8,8 16,9 7,4 5,5 4,8 2,1 2,4 11,6 2,5 6,2 5,8 8,3 Chemische basisproductenindustrie 241/247 6 1,5 9,2 19,3 13,1 5,5 6,8 2,2 2,8 11,1,9 11,2 8,6 1,9 Chemische eindproductenindustrie 242 246 5 1,1 8,3 13,6,2 5,5 2, 2, 1,9 12,4 4,7,6 1,9 5, Rubber- en kunststofverw. industrie 25 3 4,9 2, 5,3 3,2 6,6 6, 7,1 6,5 1,7 3,8 4,5 Metaalindustrie 27 35 28 5,9 2,1 6,1,1 5,8 4,6 7,8 3, 6,7 1,4 7,1 5,4 4,2 Vervaardiging van: metalen in primaire vorm 27 2 2,1,7 14,9 2,1 3,7 8,4 2,6 5,7 3,6 5,5 producten van metaal 28 7 3,2 2,3 3,7, 3,4 5, 2,5 2,7 3,5 6,1 2,9 machines en apparaten 29 6 1,1,1 1,5 2,8 3,5 5,6 2,3 7,4 2,6,4 1, elektrotechnische en precisie-apparatuur 3 33 8 12,3 3,1 9,7 6,4 15,5 16, 12, 18,6 5,9 13,1 1,8 transportmiddelen 34/35 5 8,3 3,3 4, 6,9 2,6 1,4 2,1 7,1 13,3 9,8 2,5 Hout-, bouwmat.-, meubel- en overige industrie 2/26/36/37 1 5,4 2,6 9,9 3,6 1,3 2,8 2,7 1,1,2,6 4,5 4,6 4,4 Houtindustrie 2 1 19,3 2,3 6,9 2,,3 1,,7 2,7 2,5 6,1 3, 4,3 2, Bouwmat.-, aardewerk- en glasindustrie 26 3 3,7 4,3 1,4 1,1 1,4 1,9 1, 1,2 3,8 7,6,8 1, 1,9 Meubel- en overige industrie 36/37 6 3,6 1,8 1,4 5,3 3,2 4,1 2,1 3,4 4,4 7,9 6,3 Openbare nutsbedrijven 4/41 9 1,1 5,1 2,7 1,6 3,6 2,2 2,8 5,1 3,1 1,2 2,6 2,6 2,5 Gemiddelde dagproductie, gecorrigeerd voor seizoenbeweging Procentuele mutatie t.o.v. de voorgaande periode Nijverheid 2) 11 41 1 2,4 2,2,9,2 1,7,2 1,1,2 2,3 1,2,3,5 Delfstoffenwinning 11 14 9 2,4 6,4 3,9 11,2 5,9 4, 14,1 6,1 2,5,1 2,1 8,7 Industrie 15 37 82 3,3 3,1 1,6,9 2,3,3,6 1,2 2,8 1,5,3 1,8 Voedings- en genotmiddelenindustrie 15/16 16,5 3,1,2 1,3 2,4,9 2,1 1,4 3, 2,,9 2,4 Textiel-, kleding- en lederindustrie 17 19 2 3,2 1,8,2 2, 2,2 1,6 3, 3,6 6, 4, 1,6 2,7 Papierindustrie en uitgeverijen, drukkerijen 21/22 1 4,5 1,5,7 3, 5,3 2,5 2,9 8,1 4,8, Aardolie-, chemische- en rubber- en kunststofind. 23 25 16,6 6,6 2,,1,8,7 3,3,9 6,5 5,3 2, 1,2 Metaalindustrie 27 35 28 5,9 2,1 1,7,3 2,6,2 4,3 2,1,3 1,3 1,3,9 Hout-, bouwmat.-, meubel- en overige industrie 2/26/36/37 1 5,4 2,6 3,7 3,,9 1,,8,,8 1,7 2,2 4,2 Openbare nutsbedrijven 4/41 9 1,1 5,1 4,2,9 5,3 1,9,9 4,2, 1,5 1, 1,1 2) Aandeel in de toegevoegde waarde (bruto, basisprijzen, volgens Nationale rekeningen 1999). Exclusief bouwnijverheid en -installatiebedrijven. N.B. De ontwikkelingen zijn afgestemd op de Nationale rekeningen 1999. 8 Centraal Bureau voor de Statistiek
Aardgasbalans 1998 1999 2 jaar jaar jan. juni juni jan. juni (43) mln m3 Winning 77 15 71 72 39 162 3 479 39 269 Eigen verbruik winningsbedrijven 1 74 957 498 62 56 Afgefakkeld en/of afgeblazen 126 12 6 1 62 Levering aan aardgashandelaren 2) 75 95 7 625 38 664 3 47 38 71 Invoer 6 831 1 213 4 952 1 236 7 733 Uitvoer 36 841 36 12 19 813 1 976 22 611 Voorraadmutaties (onttrokken =+) 29 1 23 5 9 Levering tbv binnenlandsverbruik 3) 45 924 44 746 23 826 2 662 23 832 waarvan : via gasdistributiebedrijven 24 17 23 395 13 153 84 12 942 aan elektriciteitsproductiebedrijven 7 26 6 347 3 117 484 3 227 overige directe leveringen 14 881 15 4 7 556 1 338 7 663 2) 3) Winning tbv binnenlandse handel en verkoop aan buitenland, inclusief meetverschillen. Levering van winningsbedrijven aan aardgashandelaren. Levering van aardgashandelaren voor binnenlandsverbruik. Elektriciteitsbalans 1998 1999 2 jaar jaar jan. juni juni jan. juni (43) mln kwh Bruto productie (incl. winning) 9 981 86 669 43 25 6 824 44 889 elektriciteitsproductiebedrijven (centraal) 62 254 55 126 27 324 4 388 28 152 overige elektriciteitsproductie (decentraal) 28 727 31 543 15 71 2 436 16 737 Eigen verbruik 3 54 3 6 1 78 282 1 821 elektriciteitsproductiebedrijven (centraal) 2 97 2 132 1 4 175 1 127 overige elektriciteitsproductie (decentraal) 1 47 1 468 74 17 694 Netto productie 87 477 83 69 41 317 6 542 43 68 Invoersaldo 11 814 18 44 8 51 1 598 8 73 Beschikbaar binnenland 99 291 11 59 49 818 8 14 51 798 via het openbare net 87 46 89 892 44 62 7 264 45 973 via het zelfopwekkers net 11 831 11 617 5 756 876 5 825 Netverliezen 3 871 3 96 1 944 317 2 2 Binnenlands verbruik 95 42 97 549 47 874 7 823 49 778 Statistisch bulletin 47 (CBS) 23/11/2 9
Dalingstempo werkloosheid neemt af In de maanden augustus-oktober kwam het aantal geregistreerde werklozen uit op 181 duizend. Dat is dertigduizend minder dan in dezelfde periode een jaar eerder. De daling van de werkloosheid gaat in een steeds langzamer tempo. Dit blijkt uit de nieuwste cijfers van het CBS. Ontwikkeling geregistreerde werkloosheid In de maanden augustus-oktober kwam het aantal geregistreerde werklozen uit op 181 duizend. Dat is vijfduizend meer dan in de maanden juli-september. In deze periode van het jaar zijn er per saldo nauwelijks seizoeneffecten zodat ook de seizoengecorrigeerde cijfers vrijwel eenzelfde stijging laten zien. Dit betekent nog niet dat de werkloosheid nu stijgt. De werkloosheidscijfers zijn namelijk gebaseerd op een steekproefonderzoek en hebben daarom een onnauwkeurigheidsmarge. De tendens van de werkloosheid kan om die reden het beste over een wat langere periode worden vastgesteld. Vergeleken met een jaar geleden is het aantal geregistreerde werklozen nu dertigduizend lager. Dat betekent een daling met twee à drieduizend per maand in de afgelopen twaalf maanden. Begin 1999 was het aantal geregistreerde werklozen nog ruim tachtigduizend lager dan een jaar eerder. De werkloosheid daalde daarmee in een tempo van zevenduizend per maand. In de loop van dat jaar nam de daling iets af tot ongeveer vijfduizend per maand eind 1999. Dit jaar liep de daling verder terug tot vierduizend per maand in het voorjaar en tot twee à drieduizend nu. De daling van de werkloosheid gaat dus in een steeds lager tempo. Technische toelichting Geregistreerde werklozen zijn mensen die bij een arbeidsbureau staan ingeschreven, direct beschikbaar zijn voor een baan van minstens twaalf uur per week en geen werk hebben of werk van minder dan twaalf uur per week. De cijfers zijn gebaseerd op de registratie van de arbeidsbureaus en de Enquête beroepsbevolking van het CBS, een steekproef-onderzoek dat maandelijks onder ruim tienduizend mensen in Nederland wordt gehouden. Omdat de geregistreerde werkloosheidscijfers zijn gebaseerd op een steekproefonderzoek, hebben ze een onnauwkeurigheidsmarge. Alleen uit grote veranderingen en uit veranderingen die zich gedurende een langere periode voortdurend aftekenen mogen conclusies worden getrokken over de tendens van de werkloosheid. Naast de maandelijkse cijfers van de geregistreerde werkloosheid, publiceert het CBS jaarlijks een breder scala van indicatoren van het onbenut arbeids-aanbod. Eén daarvan is de werkloze beroepsbevolking: mensen die niet of minder dan twaalf uur werken en actief zoeken naar werk voor twaalf uur of meer. Het Centraal Planbureau gebruikt dit cijfer voor economische analyses. Een nog bredere afbakening van het onbenut arbeidsaanbod is: alle mensen die niet of minder dan twaalf uur werken en betaald werk voor twaalf uur of meer zouden willen hebben (ongeacht of men direct in staat is om te werken, op zoek is naar werk, enzovoorts). Een andere indicatie van het arbeidspotentieel is het aantal mensen met een bijstands- of ww-uitkering. 1. Geregistreerde werklozen naar geslacht, naar duur inschrijving en naar leeftijd (driemaandsgemiddelden) 43) Totaal Mannen Vrouwen Korter dan 1 jaar < 25 25 34 35 64 1 jaar of langer jaar jaar jaar x 1 Juni 99 aug. 99 213 99 114 14 11 41 54 118 Juli 99 sept. 99 212 16 16 14 18 36 63 113 Aug. 99 okt. 99 211 14 17 111 1 34 63 114 Okt. 99 dec. 99 189 1 88 12 87 23 53 113 Jan. maart 217 123 94 121 96 26 57 133 April juni 173 91 82 95 78 21 44 18 Juni aug. 169 84 85 92 77 21 46 12 Juli sept. 176 87 88 98 78 24 42 11 Aug. okt. 181 86 96 14 78 23 45 114 Bron: Statistiek geregistreerde werkloosheid. N.B. Niet voor seizoen gecorrigeerde cijfers. Duur inschrijving volgens registratie arbeidsbureaus. 2. Geregistreerde werklozen naar geslacht en leeftijd en naar geslacht en duur inschrijving (driemaandsgemiddelden) 43) Totaal < 25 jaar 25 64 jaar Korter dan 1 jaar 1 jaar of langer Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw Man Vrouw x 1 Juni 99 aug. 99 213 12 29 87 85 46 58 53 57 Juli 99 sept. 99 212 14 22 92 84 55 5 52 57 Aug. 99 okt. 99 211 14 2 9 87 57 54 47 53 Okt. 99 dec. 99 189 9 14 91 75 53 49 48 39 Jan. maart 217 16 11 17 83 68 53 55 41 April juni 173 1 12 82 7 47 48 44 34 Juni aug. 169 12 9 72 76 47 45 37 4 Juli sept. 176 11 14 77 75 51 48 37 41 Aug. okt. 181 8 15 78 81 48 56 38 4 Bron: Statistiek geregistreerde werkloosheid. N.B. Niet voor seizoen gecorrigeerde cijfers. Duur inschrijving volgens registratie arbeidsbureaus. 1 Centraal Bureau voor de Statistiek
Indexcijfers van de omzet in de bouwnijverheid (1998= (16) SBI 93 1999 2* Wijzigingen in % aug. sept. okt. nov. dec. jan. febr. maart april mei juni juli aug. aug. jan. t.o.v. aug. aug. 99 t.o.v. jan. 99 aug. 99 Bouwrijp maken van terreinen (SBI 45 117 77 128 134 139 145 86 119 136 141 15 146 138 84 1 16 Burgerlijke en utiliteitsbouw; grond-, wateren wegenbouw excl.grondverzet (SBI 452) 11 64 124 125 134 142 73 11 125 122 136 132 115 76 19 1 Burgerlijke en utiliteitsbouw 2) 111 55 123 122 134 139 76 116 129 126 134 13 114 71 28 1 Grond-, water- en wegenbouw 2) 11 85 126 134 136 153 69 96 117 116 143 138 121 87 2 13 Bouwinstallatie (SBI 453) 111 92 123 115 13 15 87 11 131 114 125 123 11 89 8 Afwerken van gebouwen (SBI 454) 14 7 122 126 127 128 72 99 19 17 121 122 11 75 8 8 Verhuur van bouw- en sloopmachines met bedienend personeel (SBI 455) 115 95 127 128 128 151 74 99 125 117 139 135 131 13 9 12 Totaal bouwnijverheid (SBI 45) 11 71 124 123 133 143 76 19 125 12 133 129 114 79 13 1 bedrijven met 1 tot 1 werknemers 19 64 119 119 131 138 75 113 125 123 134 129 118 73 16 11 1 en meer werknemers 112 8 129 129 135 15 78 14 125 116 131 13 11 87 9 9 2) Door bedrijven met 1 of meer werknemers gefactureerde en/of gedeclareerde bedragen. Basis is het 1/12 deel van het totaal gefactureerde en/of gedeclareerde bedrag in 1998. Zie voor de samenstelling van deze bedrijfsgroepen de Maandstatistiek Bouwnijverheid, augustus 1993 pag. 9 e.v. Berekend gemiddeld aantal productieve uren per arbeider in de nieuwbouw (B en U) (16) TheoretischProductief Improductief 2) verlet wegens vorst of neerslag beschikbaar 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. jaar 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. jaar 1e kw. 2e kw. 3e kw. 4e kw. jaar uren 1994 2 8 33 385 3 39 1 45 18 135 23 13 675 6 1 15 2 1 1995 2 8 36 3) 37 4) 3 4) 38 1 41 16 15 22 14 67 2 15 1 3 75 1996 2 95 275 4 31 38 1 365 245 12 22 15 73 12 5 5 25 15 1997 2 9 335 41 31 375 1 425 18 11 22 155 66 55 1 5 2 95 1998 2 9 38 385 3 355 1 42 135 135 225 17 67 35 2 15 4 11 1999 2 9 37 37 3 375 1 41 145 15 23 155 68 55 2 1 2 15 2 2 8 365 39 28 155 13 24 2 5 15 2) 3) 4) Met inbegrip van vakantie, bijzondere feestdagen, snipperdagen en roostervrije dagen. Eventuele gevolgen van neerslag (bijv. hoge grondwaterstand) worden niet waargenomen. Deze vorm van verlet komt dus niet in de cijfers tot uitdrukking. De door staking verloren gegane uren zijn in de improductieve uren opgenomen. Naast de door staking verloren gegane uren is ook rekening gehouden met inhaaleffekten. Ontwikkeling van omzetten (incl. BTW), prijzen en hoeveelheden in de horeca (1995= (34) 2 Wijzigingen in % juli aug. sept.* juli 2 jan. 2 sept. 2 sept. 2 t.o.v. t.o.v. juli 1999 jan. 1999 sept.1999 sept. 1999 Horeca traditioneel (SBI 551, 553 en 554) Omzet 141 147 145 5,2 6, Hotels, pensions en conferentie-oorden (SBI 55 Omzet 151 161 18 7,8 8,7 Restaurants, cafetaria s, snackbars e.d. (SBI 553) Prijs 111 111 111 2,8 2,5 Hoeveelheid 129 133 127 2,5 3, Omzet 143 147 141 5,4 5,6 w.o. Restaurants (SBI 553 Prijs 11 11 11 2,5 2,6 Hoeveelheid 133 137 136 3,7 3,6 Omzet 146 151 15 6,3 6,2 Cafetaria s, snackbars e.d. (SBI 5532) Prijs 113 113 113 3,6 2,5 Hoeveelheid 119 121 113,5 2,1 Omzet 135 137 127 4,2 4,7 Caf+s e.d. (SBI 554) Prijs 117 117 117 3,2 3,1 Hoeveelheid 111 114 15 1, 1, Omzet 13 133 123 2,2 4,2 De wijzigingen zijn berekend op basis van niet-afgeronde indexcijfers. Statistisch bulletin 47 (CBS) 23/11/2 11
Gemiddeld rendement van obligatieleningen, obligatie- en aandelenindexcijfers (46) Gemiddelden Week 46 per dag 2 13-11 14-11 15-11 16-11 17-11 sept. okt. week 44 week 45 week 46 Gemiddeld effectief rendement % Staatsleningen, algemeen 5,4 5,34 5,34 5,36 5,31 5,33 5,31 5,32 5,29 5,29 met gemiddeld resterende looptijd van 3 < 5 jaar 5,26 5,18 5,19 5,2 5,14 5,17 5,13 5,14 5,13 5,13 5 < 8 jaar 5,37 5,27 5,26 5,28 5,23 5,25 5,22 5,24 5,21 5,21 3 < 8 jaar 5,32 5,23 5,23 5,25 5,19 5,22 5,19 5,2 5,18 5,18 Vijf langstlopende staatsleningen 5,51 5,49 5,48 5,51 5,47 5,49 5,48 5,48 5,45 5,45 Nieuwste 1-jarige staatslening 5,41 5,35 5,33 5,36 5,31 5,32 5,31 5,32 5,29 5,29 CBS-koersindex voor staatsobligaties ultimo 1983=1 Gemiddeld resterende looptijd 3 < 5 jaar 112,2 112,5 112,4 112,4 112,6 112,5 112,7 112,6 112,6 112,6 5 < 8 jaar 12,5 122,1 122,6 122,7 123,2 123, 123,2 123,2 123,4 123,4 8 <1 jaar 123,9 124,5 124,6 124,4 124,8 124,6 124,7 124,7 125,1 125, ultimo 1993=1 CBS/Stroeve-index voor converteerbare obligaties 37,9 373, 387,7 389,7 39,6 385, 393, 392,3 39,3 392,6 CBS-herbeleggingsindex voor obligaties ultimo 1983=1 Staatsleningen 346,8 349, 349,7 349,7 35,8 35,4 35,6 35,8 351,1 351,1 Financiele instellingen gewone obligaties 326,9 329,1 329,9 33,1 331,1 33,7 331, 331,1 331,3 331,4 achtergestelde obligaties 396,8 399,8 41,1 41,2 42,6 42,1 42,4 42,5 42,9 42,9 Algemeen 344,5 346,7 347,4 347,5 348,5 348,1 348,3 348,5 348,8 348,8 jaar Duration van staatsleningen met een vaste looptijd 4,69 4,7 4,68 4,65 4,64 4,64 4,64 4,64 4,64 4,61 CBS-koersindex voor aandelen ultimo 1983=1 Officiele Markt Algemeen 964,9 945,6 966,8 967,1 959,2 942,9 96,7 966,4 96,9 964,9 Algemeen excl. Kon. Olie 975,6 947,5 985, 985,6 969,1 951,4 974,3 977,1 969,4 973,5 Internationals 923,7 911,8 95,2 94,8 911,6 892, 96,9 92,5 917,7 92,6 Lokale fondsen 1 27,5 1 2,6 1 43,1 1 43,9 1 25,9 1 11,3 1 31,6 1 32,2 1 24,6 1 29,5 Financiele instellingen 1 128,9 1 16,8 1 239, 1 253,5 1 245,9 1 226,3 1 253,2 1 25,6 1 24,9 1 258,6 Niet-financiele instellingen 1 22,1 955,2 971,8 963, 936,4 924,4 941,4 944,4 937,7 933,9 CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen ultimo 1993=1 Algemeen 27,2 2,9 22,2 21,5 197,5 194,9 196,4 198,2 199,2 198,7 aandelenfondsen 312,3 298,2 3,4 299,1 29,6 285,4 288,3 292,1 294,4 293, obligatiefondsen 129, 129,5 129,9 129,4 129,6 129,3 129,6 129,7 129,7 129,9 geldmarktfondsen 117,8 118,1 118,3 118,4 118,5 118,6 118,5 118,5 118,5 118,5 CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 45,8 432,7 436,8 432,3 423,9 417,9 424,4 427,7 424,3 425,1 CBS MIT-index 757,5 65,8 663,2 632,6 587, 566, 598,9 68,1 586,3 575,5 CBS MIT Small-index 957,9 826,5 844,7 817,8 75,8 734,6 764,7 768,5 749,7 736,5 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 95,4 93,8 94,3 94,2 94, 93,4 94,3 94,2 93,8 94,4 CBS-herbeleggingsindex voor aandelen ultimo 1983=1 Officiele Markt Algemeen 1 814,5 1 778,6 1 818,5 1 819,8 1 84,9 1 774,4 1 87,7 1 818,6 1 88,1 1 815,7 Algemeen excl. Kon. Olie 1 686,2 1 637,9 1 73, 1 74,9 1 676,4 1 645,8 1 685,4 1 69,1 1 676,8 1 683,9 Internationals 1 862,5 1 838,6 1 825,9 1 827, 1 84,6 1 81,2 1 831,2 1 858,7 1 853, 1 858,9 Lokale fondsen 1 78,2 1 737,3 1 87,6 1 89, 1 777,7 1 752,5 1 787,6 1 788,8 1 775,6 1 784,1 Financiele instellingen 2 317,8 2 383,2 2 543,8 2 573,5 2 558,1 2 517,8 2 572,9 2 567,7 2 547,8 2 584,2 Niet-financiele instellingen 1 613,9 1 58,8 1 535,1 1 521,3 1 479,2 1 46,3 1 487,1 1 491,8 1 481,3 1 475,3 CBS/MoneyView-index voor beleggingsfondsen ultimo 1993=1 Algemeen 225,5 218,8 22,1 219,4 215,1 212,3 213,9 215,9 217, 216,4 aandelenfondsen 343,4 327,9 33,4 329,1 319,7 314, 317,2 321,4 323,9 322,3 obligatiefondsen 137,8 138,9 139,3 138,9 139,1 138,8 139,1 139,2 139,2 139,4 geldmarktfondsen 118,6 118,9 119,1 119,2 119,4 119,4 119,3 119,4 119,4 119,4 CBS/NIB-index voor niet AEX-aandelen 524,3 53,5 58,3 53, 493,2 486,2 493,8 497,7 493,7 494,6 CBS MIT-index 865,7 743,9 758,1 723,1 671, 647, 684,6 695,1 67,2 657,9 CBS MIT Small-index 1 36,9 894,9 914,7 885,6 813, 795,5 828,1 832,2 811,8 797,6 CBS/SBV Vastgoedindex algemeen 145,7 143,3 144,2 144,2 144,1 143,2 144,5 144,4 143,8 144,7 Tot 1 1 2 CBS/KBW Wesselius index. 12 Centraal Bureau voor de Statistiek