Tweede Kamer der Staten-Generaal



Vergelijkbare documenten
Voortgang Grotestedenbeleid, Doorzettingsmacht en het jaarboek GSB 2003

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Rotterdam

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Antwoord. van Gedeputeerde Staten op vragen van A. van Hunnik (GroenLinks) (d.d. 15 maart 2016) Nummer 3156

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Datum 18 december 2017 Onderwerp Antwoorden Kamervragen over het bericht Criminele Albanezen zijn de opkomende groep in de drugshandel

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Schriftelijke antwoorden Minister S. Blok van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties ( & )

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2 Vergaderjaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Huisvesting van woningzoekenden in opvanghuizen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 maart 2015 Betreft Inzet huishoudelijke hulp toelage

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

T WEEDE K AMER DER STATEN-G ENERAAL

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Actieplan tegen geweld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Bundeling van uitkeringen inkomensvoorziening aan gemeenten NOTA NAAR AANLEIDING VAN HET VERSLAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Afwezig: *) bij agendapunt 1 mevrouw Engering en de heren Meijer, Noordanus en Verkerk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2003 2004 21 062 Grotestedenbeleid Nr. 117 BRIEF VAN DE MINISTERS VOOR BESTUURLIJKE VERNIEUWING EN KONINKRIJKRELATIES EN VOOR VREEMDELINGENZAKEN EN INTEGRATIE Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 23 april 2004 Op 1 december 2003 heeft het College van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam haar Actieprogramma 2004 «Rotterdam zet door, op weg naar een stad in balans» aan het kabinet gezonden, met het verzoek om (re)actie. Dit Actieprogramma bevat een agenda voor overleg met de rijksoverheid over oplossingen van de zwaarwegende problemen van sociaal-economische en demografische aard in Rotterdam. Op 2 februari jl. bent u geïnformeerd over de aanpak door het kabinet van deze agenda voor de rijksoverheid 1. In voorliggende brief berichten wij u namens het kabinet over de uitkomsten hiervan. Ons standpunt ten aanzien van het Actieprogramma Rotterdam treft u meer uitgebreid aan in de als bijlage gevoegde brief aan het College van Burgemeester en Wethouders van Rotterdam van gelijke datum 2. In samenspraak met Rotterdam is in drie maanden tijd een kabinetsbrede reactie tot stand gekomen met beleid en maatregelen die voor Rotterdam meer adequate mogelijkheden bieden om problemen aan te pakken. Deze reactie vormt de kop op de voorstellen die het kabinet doet in het beleidskader voor de derde periode van het Grotestedenbeleid. Daarbij is het kabinet van mening dat een aantal van de door Rotterdam gesignaleerde problemen zich ook voordoet in de andere grote steden. Een deel van de door het kabinet voorgestelde maatregelen zijn generiek van aard en kunnen derhalve ook door de andere grote steden worden benut. 1 Kamerstukken I, 2003/04, 21 062, nr. 111. 2 Ter inzage gelegd bij het Centraal Informatiepunt Tweede Kamer. Zowel in de brief van 2 februari jl. als in bijgevoegde brief aan Rotterdam is stilgestaan bij de aard van de Rotterdamse problematiek. Kortheidshalve beperken wij ons hier met de stelling dat het kabinet de «buitenmaatse» problemen van Rotterdam erkent en bereid is een bijdrage te leveren aan het versterken van de slagkracht van Rotterdam in de aanpak van de problemen. In overleg met de betrokken collega s in het kabinet zijn alle mogelijkheden bezien die kunnen bijdragen aan een oplossing KST76181 0304tkkst21062-117 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2004 Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 062, nr. 117 1

van de problemen in Rotterdam. Samenvattend is daaruit het volgende voortgekomen: Vreemdelingen- en Integratiebeleid In het nieuwe Vreemdelingen- en Integratiebeleid wordt de integratie van vreemdelingen nadrukkelijk gestimuleerd en worden er eisen gesteld aan gezinsvorming en -hereniging. Het verlenen van een verblijfsvergunning wordt in het nieuwe Inburgeringsstelsel gekoppeld aan de mate van inburgering en burgerschap. Daarnaast gaat het nieuwe Terugkeerbeleid uit van de realisatie van de daadwerkelijke terugkeer van uitgeprocedeerden. Tot slot neemt het kabinet de nodige maatregelen om de afgifte van laissez-passers te vereenvoudigen. Woningcorporaties Om de kwaliteit en diversiteit van de woningvoorraad te verhogen, is de minister van VROM bereid de gemeente Rotterdam met voorrang te helpen bij de matching tussen woningcorporaties voor de realisatie van de herstructureringsopgave in bepaalde wijken. Ter bestrijding van onrechtmatige bewoning bestaat voorts de mogelijkheid om bij gemeentelijke verordening aan woningcorporaties voor bepaalde doeleinden GBA-gegevens beschikbaar te stellen. Gegevensuitwisseling Op korte termijn ontstaan ruimere mogelijkheden voor gegevensuitwisseling tussen partners en diensten ten behoeve van het opsporen van strafbare feiten. Het toestaan van een ruimere verstrekking van persoonsgegevens door de politie maakt dit mogelijk. Opvang overlastgevers Door VWS wordt nog voor de zomer een beleidsnotitie voorbereid waarin wordt ingegaan op de vraag hoe kan worden bereikt dat zorgwekkende zorgmijders zorg gaan accepteren. Daarbij wordt bezien in hoeverre het nodig is dat de mogelijkheden voor drang en dwang worden vergroot. Jongeren Op korte termijn en in overleg met Rotterdam wordt door het ministerie van OCW en het ministerie van SZW gezamenlijk een pilot georganiseerd, waarbij door een sluitende aanpak jongeren tot 23 jaar worden gebonden aan onderwijs of aan een leerwerktraject. Daarnaast kan Rotterdam voor het activeren van jongeren gebruik maken van bestaande en voorgenomen plannen in het kader van de Operatie Jong en de Taskforce Jeugdwerkloosheid. Agenda voor de Toekomst De afspraken ten aanzien van de reïntegratie-trajecten voor werklozen tussen het ministerie van SZW en de steden in het kader van de Agenda voor de Toekomst zullen worden verlengd tot eind 2005. Na het opmaken van de balans in de uitvoering wordt bezien of binnen de bestaande financiële kaders tot verlenging van de bestuurlijke afspraak kan worden overgegaan tot 2006 en 2007 en de uitvoering daarmee over meerdere jaren te spreiden. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 062, nr. 117 2

Gecombineerde Verzamel- en Uitzonderingswet Naast bovenstaande mogelijkheden en maatregelen, stelt het kabinet voor om een aantal extra maatregelen mogelijk te maken in een gecombineerde Verzamel- en Uitzonderingswet. Het gaat daarbij om maatregelen die ervoor zorgen dat de grootstedelijke problematiek effectiever kan worden aangepakt. Dit heeft tot gevolg dat alle gemeentebesturen die te maken hebben met dezelfde problematiek gebruik zullen kunnen maken van de verruiming van de wettelijke mogelijkheden. De samenhang tussen deze generieke maatregelen en de specifieke casuïstiek in Rotterdam is van dien aard dat een goede integrale afweging van de betreffende wetswijzigingen leidt tot de inzet om te komen tot één gebundelde wijziging, in plaats van een aantal diverse separate trajecten tot wijziging van bestaande wetten. De bundeling van deze wetten leidt derhalve tot één wijzigingswet waarin alle wetswijzingen, die naar aanleiding van het Actieprogramma aan de Kamer zullen worden voorgesteld, worden gebundeld. Daarnaast is er sprake van een tweetal wettelijk te nemen maatregelen die het karakter hebben van een «uitzondering op de regel». In dit onderdeel zullen met name de wettelijke voorzieningen moeten worden getroffen die te maken hebben met de invoering van economische kansenzones. Deze wijzigingen zullen in hetzelfde wetsvoorstel worden betrokken. Samengevat komen de voorstellen op het volgende neer: 1. Ter versterking van het vestigings- en investeringsklimaat worden op initiatief van Rotterdam enkele economische kansenzones aangewezen. Een combinatie van investeringssubsidie en differentiatie van de OZB voor bedrijfspanden (daarbij rekening houdend met het gelijkheidsbeginsel) moet leiden tot meer investeringen in deze gebieden. Voor de financiering van de regeling zal het Rijk voor een periode van 4 jaar een budget ter beschikking stellen van jaarlijks 6 miljoen euro, aan te vullen door Rotterdam met eenzelfde bedrag. Het kabinet acht het wenselijk om daarnaast binnen afzienbare tijd een tweetal aanvullende algemeen geldende fiscale maatregelen te nemen die van belang zijn om investeringen in stedelijke herstructurering in het algemeen, en de (her)ontwikkeling van bedrijfsterreinen en (binnen)stedelijke bedrijfslocaties in het bijzonder, te bevorderen. Recentelijk is al een bepaling in het leven geroepen die voorziet in de eenmalige vrijstelling van overdrachtsbelasting voor wijkontwikkelingsmaatschappijen. 2. De materiele gronden van de wetten Victor en/of Victoria worden verruimd op grond waarvan de in Rotterdam ervaren woonproblematiek (waaronder overbewoning) effectief kan worden aangepakt. 3. In die wijken waar het instrumentarium van de Huisvestingswet volledig wordt benut en onvoldoende effect sorteert, worden in afwijking van de Huisvestingswet ten aanzien van de volgende punten verdergaande stappen geboden, namelijk (1) om voor kansarme woningzoekenden van buiten de regio de toelating tot de woningmarkt verder te reguleren door het stellen van inkomenseisen en (2) om t.a.v. de particuliere sector dezelfde vormen van positieve ballotage toe te passen als die welke in de sociale sector worden toegepast. Inzet voor mogelijk verdere maatregelen Bij de door Rotterdam voorgestelde onderwerpen is zorgvuldig bezien in hoeverre deze aanleiding geven tot beleidsmatige dan wel wettelijke maatregelen. Hiervoor is uiteengezet welke wettelijke maatregelen aan de Kamer worden voorgesteld. De problematiek die hiermee wordt aange- Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 062, nr. 117 3

pakt gaat ons zeer ter harte. Dit betekent dat wij de ontwikkelingen rondom de aanpak van deze grootstedelijke problematiek op de voet zullen volgen. Wij zijn bereid om met de gemeente Rotterdam in overleg te blijven om, daar waar het gaat om nieuwe ontwikkelingen die zich na het verschijnen van deze kabinetsreactie kunnen voordoen, de effectieve aanpak van de problemen waar Rotterdam en andere grote steden mee worstelen ook in de toekomst te waarborgen. Het kabinet kan niet op alle voorstellen van het Actieprogramma 2004 conform de door Rotterdam voorgestelde maatregelen positief reageren. Identificatieplicht Zo voert het kabinet geen algemene identificatieplicht in, omdat het door uw Kamer aanvaarde wetsvoorstel op de uitgebreide identificatieplicht 1 naar de mening van het kabinet voldoende de mogelijkheden verruimt om een identificatiebewijs te vorderen samen met de mogelijkheden die de Vreemdelingenwet daartoe biedt. Illegaliteit Verder is het kabinet van mening dat de strafbaarstelling van illegalen niet leidt tot een effectieve aanpak van illegaliteit. Het kabinet zoekt de oplossing juist in het onaantrekkelijk maken van illegaliteit door een gerichte en geïntensiveerde aanpak van de arbeidsmarktfraude. Via het «regionale platform interventieteams» worden hiertoe mogelijkheden geboden. Oudkomers In het nieuwe inburgeringstelsel zal de verantwoordelijkheid voor de inburgering verschuiven van de overheid naar de inburgeraar zelf. Het kabinet zal in dit kader geen extra middelen ter beschikking stellen voor de inburgering van oudkomers. Wel zijn er mogelijkheden op dit punt beter gebruik te maken van het Europees Sociaal Fonds (ESF). De Staatssecretaris van SZW heeft in december middels een brief aan de Tweede Kamer aangegeven welke nadere maatregelen worden genomen om de benutting te verbeteren 2. Tot slot Het kabinet neemt de signalen uit Rotterdam zeer serieus en streeft ernaar, samen met Rotterdam en de andere grote steden, om de slagkracht van het lokale bestuur te vergroten in het oplossen van de door Rotterdam aangekaarte grootstedelijke problematiek. Het kabinet verwacht een substantiële bijdrage van de maatregelen die in de kabinetsreactie aan Rotterdam zijn gepresenteerd. Realisme vereist te erkennen dat problemen die in decennia zijn ontstaan niet op korte termijn zijn opgelost. Kortom, lange termijn aandacht blijft nodig. Daarom blijft het kabinet met Rotterdam en de andere grote steden in gesprek over een verdere verbetering van de aanpak. Het Grotestedenbeleid zoals dat thans vorm krijgt voor de periode 2005 2009 vormt hiervoor een belangrijke bijdrage. Het kabinet zal minimaal één maal per jaar Burgemeester en Wethouders van Rotterdam uitnodigen voor overleg over de voortgang en de effectiviteit van de aanpak. 1 Kamerstukken I, 2003.04, 29 218. 2 Brief TK d.d. 19 december 2003. Kamerstukken II 2003/04, 26 642, nr. 60. Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 062, nr. 117 4

Nu is Rotterdam aan zet om het Actieprogramma 2004 verder uit te voeren en synergie tussen de diverse maatregelen aan te brengen. Wij zullen zo spoedig mogelijk een wetsvoorstel voor de hierboven omschreven gecombineerde Verzamel- en Uitzonderingswet bij u indienen. De Minister voor Bestuurlijke Vernieuwing en Koninkrijksrelaties, Th. C. de Graaf De Minister voor Vreemdelingenzaken en Integratie, M. C. F. Verdonk Tweede Kamer, vergaderjaar 2003 2004, 21 062, nr. 117 5