Samenvatting M&O Stichting en Vereniging Samenvatting door Y. 1473 woorden 5 juli 2017 6,5 13 keer beoordeeld Vak M&O Stichting en vereniging Hoofdstuk 1 Een organisatie is een samenwerkingsverband tussen personen gericht op het bereiken van een bepaald doel. Commerciële organisatie--> Onderneming. Doel: Winst maken. Niet-commerciële organisatie-->doel: ideëel doel. het realiseren van dat doel is hun belangrijkste bestaansgrond- ->non-profitorganisatie. Rechtsvorm= De juridische vorm van de organisatie waarin wordt vastgesteld wie de leiding heeft en wie aansprakelijk is voor de schulden van de organisatie. Meest voorkomende rechtsvormen voor commerciële organisaties: Naamloze vennootschap Besloten vennootschap De eenmanszaak Niet-commerciële organisaties: De vereniging De stichting In de rechtsvorm is vastgesteld: Wie de leiding heeft Wie er aansprakelijk is voor de schulden van de organisatie Hoe er besluiten worden genomen Of er belasting betaald moet worden over de winsten Hoe de organisatie wordt opgericht Hoe de organisatie wordt beëindigd. Je hebt organisaties met rechtspersoonlijkheid en organisaties zonder rechtspersoonlijkheid. Je hebt natuurlijke personen en rechtspersonen. Rechtspersonen zijn geen mensen maar organisaties met rechtspersoonlijkheid- ->Organisaties die mensen in dienst kunnen nemen, leningen kunnen aangaan en koopcontracten kunnen afsluiten. Eenmanszaak-->De eigenaar gaat de rechten en plichten aan en is volledig aansprakelijk voor de schulden van zijn onderneming. Een rechtspersoon heeft dezelfde rechten en plichten als een natuurlijk persoon. Voor organisaties die een ideëel doel nastreven zijn de vereniging en de stichting de meest geschikte Pagina 1 van 7
organisatievormen. Bij maatschappelijke dienstverlening zoals algemeen maatschappelijke organisaties, tehuizen en kinderdagverblijven zijn de stichtingen veel sterker vertegenwoordigd. Een vereniging mag geen commerciële organisatie zijn. Verenigingen en stichtingen mogen wel winst maken, maar mag deze niet onder de leden verdelen. Stichting De stichting is een rechtspersoon die geen leden kent en opgericht is om met behulp van een bepaald vermogen een doel te realiseren. Het doel mag niet zijn: het doen van uitkeringen aan oprichters of bestuurders van de stichting. Uitkeringen aan derden mogen alleen gedaan worden als deze van ideëele of sociale aard zijn. Een stichting mag wel winst maken maar mag de gemaakte winst niet zo maar uitkeren. Een stichting heeft een bestuur maar geen leden. Bestuur benoemt zichzelf-->coöptatie. Vaak is er naast een algemeen bestuur ook een dagelijks bestuur dat beslissingen neemt over de minder belangrijke zaken van het bestuur. De directeur(bij grote organisaties) is de uitvoerder van de dagelijkse werkzaamheden van het bestuur. De oprichting van een stichting vindt plaats bij notariële akte. Zo'n akte is een door een notaris volgens wettelijke eisen opgemaakt stuk. De statuten dienen te voorzien zijn van: De naam van de stichting Het doel van de stichting De wijze van benoeming en ontslag van bestuursleden De gemeente waar de stichting haar zetel heeft De bestemming van het overschot van de stichting in geval van ontbinding. Hoofdelijk aansprakelijk--> Wanneer de stichting haar schulden niet meer kan terugbetalen kan de schuldeiser een willekeurig bestuurslid persoonlijk aansprakelijk stellen voor de schulden. Volgens de wet neemt het bestuur alle besluiten. Mandaat-->De directeur handelt in naam en onder verantwoordelijkheid van het bestuur. Vereniging De vereniging is een samenwerkingsvorm tussen 2 of meerdere personen die een bepaald niet-commercieel doel willen realiseren. De leden nemen deel aan de besluitvorming van de organisatie. Verenigingen worden opgericht voor een onbepaalde tijd en zijn in hun voortbestaan niet afhankelijk van 1 of enkele personen. Een vereniging heeft een bestuur dat gekozen is door en uit de leden van de vereniging. Algemene ledenvergadering-->hoogste besluitvormingsorgaan van een vereniging. Formele vereniging-->verenigingen met volledige rechtsbevoegdheid(vvr). Informele verenigingen zijn verenigingen met beperkte rechtsbevoegdheid(vbr). VBR: Bestuurders zijn hoofdelijk aansprakelijk voor alle schulden die een vereniging maakt. Een VVR heeft statuten die bij notariële akte zijn vastgesteld. Bij de VVR zijn de bestuurders niet persoonlijk aansprakelijk voor de schulden van de organisatie. Een VVR is verplicht tot inschrijving in het Handelsregister bij de Kamer van Koophandel. Het bestuur is belast met: Pagina 2 van 7
Het financiële beheer van de vereniging Het vertegenwoordigen van de vereniging naar buiten toe Het voorbereiden van de besluitvorming binnen de vereniging en de zorg voor het goed functioneren van de vereniging Het uitvoeren van de besluiten van de algemene ledenvergadering Op de algemene ledenvergadering legt het bestuur haar jaarverslag ter goedkeuring aan de leden voor. Ook is het belast met het benoemen, schorsen en ontslaan van bestuursleden en het nemen van besluiten tot wijziging van de statuten en het ontbinden van de vereniging. De bevoegdheden die niet toegekend zijn aan het bestuur, worden toegekend aan de algemene ledenvergadering. Bij verenigingen worden bestuurders gekozen door de algemene ledenvergadering<-->bij een stichting benoemt het bestuur zichzelf. Bij verenigingen word het beleid bepaald door de algemene ledenvergadering<-->bij een stichting bepaalt het bestuur het beleid. Stichting: geen leden<-->vereniging: leden. FINANCIERING VAN NIET-COMMERCIËLE ORGANISATIES Financieringsbronnen: contributies van leden giften van sympathisanten bijdragen van de overheid sponsoring door het bedrijfsleven extra gelden uit commerciële activiteiten Leningen afsluiten bij banken voor financiering van hun vaste activa. Bijdrage overheid: subsidie Inputfinanciering - financiering op declaratiebasis Kijken wat men nodig heeft om het onderwijs te verzorgen en daar wordt geld voor beschikbaar gesteld. Hierdoor is het niet zinvol om een uitgaven niet te doen Efficiënt: opgelegde doelen realiseren met een minimum aan middelen Scholen gingen niet efficiënt met de beschikbare middelen om Outputfinanciering Niet-commerciële organisaties krijgen een vergoeding van het rijk op basis van de prestaties (output) die zij leveren. -lumpsumfinanciering Pagina 3 van 7
Scholen krijgen op basis van het aantal leerlingen dat opgeleid wordt een bepaald bedrag. Scholen zijn gedwongen om keuzes te maken Gelden die niet zijn uitgegeven worden gereserveerd Effectief: als de vooraf gestelde doelen bereikt zijn (doelgericht werken) -budgetfinanciering De geldgever stelt vooraf vast welk bedrag de instelling krijgt en welke prestaties hier tegenover moeten staan. Kenmerken: Maximumsubsidie staat van tevoren vast. Tegenover de subsidie staat een prestatie. De wijze waarop de prestatie wordt geleverd, wordt overgelaten aan de instelling Overschotten mogen naar eigen inzicht aangewend worden. Tekorten moet de instelling zelf aanvullen LEASEN Leasen is het huren van producten voor een bepaalde tijd. Operational lease het geleasede object blijft eigendom van de verhuurder (de lessor). De huurder (lessee) kan het leasecontract op korte termijn opzeggen. De huurder betaalt periodiek de huur. De verhuurder blijft juridisch en economisch eigenaar van het object. Verhuurder zorgt voor het onderhoud van het verhuurde object. Het object staat niet op de balans van de huurder. Financial lease Lange looptijd Contract tussentijds niet opzegbaar De huurder heeft het economisch eigendom en draagt alle risico s (onderhoud, afschrijving) De verhuurder blijft juridisch eigenaar Na afloop van de leaseperiode kan de huurder: - het object van de verhuurder kopen voor een symbolisch bedrag - het leasecontract voortzetten - het object terug geven aan de verhuurder Pagina 4 van 7
De kosten kunnen in mindering worden gebracht op de winst zodat de fiscus weer een groot deel van de leasekosten draagt. Hoofdstuk 2 Een balans geeft een overzicht van de bezittingen en van het vermogen waarmee die bezittingen zijn gefinancierd op één bepaald moment. Door rentebetalingen, huur, premies, vergoedingen, etc. neemt het EV af. Ontvangsten en uitgaven leiden tot veranderingen in de balansposten, baten en lasten vind je niet op een balans. Ontvangsten en uitgaven: Vinden op één bepaald moment plaats. Overzicht ontvangsten en uitgaven Wat er veranderd in de kas/bank Eén periode Verandering liquide middelen Saldo staat aan ontvangsten kant: Je hebt meer uitgegeven dan verdient. Saldo staat aan uitgaven kant: Je hebt meer ontvangen dan uitgegeven. Zie blz 42. Hoofdstuk 3 Financiële verslaggeving op kasbasis: Een administratie waarbij alleen maar financiële feiten worden vastgelegd die leiden tot een verandering van de liquide middelen. Met een waardevermindering van VA wordt er geen rekening gehouden. Voordelen: EenvoudàAlleen binnenkomende en uitgaande geldstromen worden geadministreerd & ObjectiviteitàDe VA staan tegen aanschafprijs op de balans en blijven tegen dat bedrag op de balans staan. Nadeel: Geeft geen goed inzicht in de financiële situatie en vermogenspositie van een organisatie. Baten en lasten: Hebben betrekking op een bepaalde periodeàhuur per maand, Contributie per jaar, etc. Staat van baten en lasten=resultatenrekeningàoverzicht van de baten en lasten in een bepaalde periode. Baten>Lastenà Toename EV - Baten<LastenàAfname EV Zie pagina 66. Periodetoerekeningsstelsel: Maakt onderscheid tussen ontvangsten & uitgaven en baten & lasten. Ook worden de baten en lasten toegerekend aan de periode waarop ze feitelijk betrekking hebben, ongeacht of de baten zijn ontvangen en de lasten tot uitgaven hebben geleid. Pagina 5 van 7
Rentebetalingen worden geboekt op een overzicht van ontvangsten en uitgaven in het jaar dat de uitgaven hebben plaatsgevonden. Rentelasten worden geboekt op een staat van baten en lasten in het jaar dat de lasten op de organisatie drukken. Matching-principe: Baten en lasten worden toegerekend aan de periode waarop ze ook werkelijk betrekking hebben. Contributies zijn baten die als ze betaald worden ontvangsten worden. De huur is een last die bij betaling leidt tot een uitgave, etc. Contributiebaten= Contributieontvangsten te vorderen contributie beginbalans + te vorderen contributie eindbalans Contributiebaten= Contributieontvangsten vooruit ontvangen contributie eindbalans + vooruit ontvangen contributie beginbalans. Overzicht opbrengsten en kosten -baten en lasten -verandering eigen vermogen Voorbeeld: De organisatie huurt een gebouw, de lasten hiervoor zijn 800 per maand. We hebben hier niks te maken met een uitgave maar we worden geconfronteerd met de lasten per periode. Zodra de huur betaald wordt hebben we weer te maken met een uitgave op één bepaald tijdstip, bijvoorbeeld de eerste dag van iedere maand. Afschrijvingen zijn waardeverminderingen van vaste activa en behoren tot LASTEN Afschrijvingen leiden echter NOOIT tot UITGAVEN Aflossing op een lening is een UITGAVE maar nooit een LAST Rente of interest is wel LAST van een lening. Een waardevermeerdering is een BATE maar leidt nooit tot een ONTVANGST Pagina 6 van 7
Sommige posten boek je zowel op het overzicht van ontvangsten en uitgaven als op een staat van baten en lasten. -contributies huur rente vergoedingen Contributies zijn baten die als ze betaald worden tot ontvangsten leiden. Pagina 7 van 7