Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 5 oktober 2018

Vergelijkbare documenten
Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 8 maart 2016

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 mei 2011 Betreft Externe contacten van ambtenaren

Gedragsregels van de Raad van Advies van Sint Maarten Omtrent de handhaving van de onafhankelijkheid van de Raad en de kwaliteit van zijn adviezen

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Constitutioneel recht

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Het koningschap wordt erfelijk vervuld door de wettige opvolgers van Koning Willem I, Prins van Oranje-Nassau.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds kandidaat-minister-president en kandidaat-gevolmachtigde Minister;

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Besluit van 2 maart 1994, houdende vaststelling van een reglement van orde voor de ministerraad*

Resultaten verantwoordingsonderzoek

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus Datum 28 maart 2012

9 Europese regelgevende agentschappen

HOOFDSTUK 1 SAMENSTELLING. Artikel 1 1

Doe mee en test je kennis. Stuur je antwoorden naar mij en ik informeer je over de scoren.

Wijziging van de Experimentenwet Kiezen op Afstand in verband met de verlenging van de werkingsduur van die wet.

Datum 5 december 2018 Beantwoording aanvullende vragen voorhang Besluit bekostiging gvo en hvo op openbare scholen

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Samenvatting Maatschappijleer Politiek - Democratie en rechtstaat

Tweede Kamer der Staten-Generaal

MANDATENLIJST EN VERMOGENSAANGIFTE

Functie profiel. Collegelid in buitengewone dienst DE ORGANISATIE POSITIE KANDIDAAT PROFIEL PROCEDURE

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

De Eerste Kamer uitgelegd

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA Den Haag

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 13 september 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

5,9. Samenvatting door een scholier 1608 woorden 12 januari keer beoordeeld. Maatschappijleer Thema's maatschappijleer

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

BIJLAGEN. bij de MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD. Een nieuw EU-kader voor het versterken van de rechtsstaat

Grondwet van de Tweede Republiek der Nederlanden Neerlandiæ

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

STATUUT VAN DE HAAGSE CONFERENTIE VOOR INTERNATIONAAL PRIVAATRECHT

Tweede Kamer, vergaderjaar , (R2114), nr. 9 2

5,8. Par 1: Staat! Par 2: Rechtstaat! Stelling door een scholier 1818 woorden 3 november keer beoordeeld.

Het Statuut voor het Koninkrijk

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof AA DEN HAAG

IP Tweede Kamer STATEN-GENERAAL

Beginselen van het Nederlands Staatsrecht


De Voorzitter van de Eerste Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Bestuurslagen in Nederland rijksoverheid provinciale overheid gemeentelijke overheid

Wat is een constitutie?

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 10 februari 2016 Beantwoording Kamervragen

Eindexamen geschiedenis en staatsinrichting vmbo gl/tl I

EERSTE KAMER DER STATEN-GENERAAL. Vergaderjaar 2016/17

1/2. Verenigde Vergadering Regeling van het ouderlijk gezag over de minderjarige Koning en het toezicht daarop. Vergaderjaar

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

1 Bent op de hoogte van de demonstratie op 14 april jl. in Brussel tegen de verdere liberalisering van de postsector?

Inhoud. Voorwoord XI. 3 Staatshoofd en ministers De liefde van een crimineel De Grondwet Het Statuut 50

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG

Voorgesteld raadsbesluit: Vast te stellen de Verordening op de vertrouwenscommissie gemeente Dinkelland 2015

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal Postbus ES Den Haag

Naar aanleiding van de opmerking van de Afdeling is paragraaf 2.2 van de toelichting aangepast.

Consultatieversie. Memorie van toelichting. Algemeen. 1. Inleiding

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten- Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 23 januari 2017 Beantwoording Kamervragen

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht en de Gemeentewet;

Schriftelijk overleg over het initiatiefwetsvoorstel tot wijziging van de Mededingingswet ter versterking van de positie van leveranciers uit het mkb

Wat is een constitutie?

Gelet op artikel 26 van de statuten en artikel 17 van het reglement van orde van De Nederlandsche Bank NV;

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds Advies Raad van State betreffende onrechtmatigverklaring ontbindingsbesluit

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag..

Klachtenregeling Winkler Prins 2017

C O N C E P T. gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 14 maart 2017, corsanummer ;

1/2. Staten-Generaal. Vergaderjaar B/ Nr. 2 ADVIES AFDELING ADVISERING RAAD VAN STATE VAN HET KONINKRIJK EN NADER RAPPORT 1

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA Den Haag. Datum 26 oktober 2016 Betreft Belastingvrijdom

Derde Kamer Handboek Politiek 1

(Mededelingen) EUROPEES PARLEMENT

Inhoudsopgave Klachtenregeling Winkler Prins 2014

Artikel 1. Deze wet regelt een aangelegenheid als bedoeld in artikel 77 van de Grondwet.

Eerste Kamer der Staten-Generaal

2015D08919 INBRENG VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 4 Den Haag

OVEREENKOMST BETREFFENDE BELASTINGHEFFING OP INKOMSTEN UIT SPAARGELDEN EN DE VOORLOPIGE TOEPASSING ERVAN

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten Generaal. Postbus EA DEN HAAG

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

AFKONDIGINGSBLAD VAN SINT MAARTEN

RAAD VAN STATE. Gecoördineerde wetten van 12 januari 1973 op de Raad van State (artikelen 2, 3, 3bis, 4, 6bis, 84, 85, 85bis)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 29 juni 2018 Onderwerp Wettelijke experimenteerruimte

Resultaten verantwoordingsonderzoek De Koning (I) Rapport bij het jaarverslag

DE GRONDWET - ARTIKEL 34 - OUDERLIJK GEZAG MINDERJARIGE KONING

Cursus Politiek Actief Provincie Flevoland

met ten minste twee derden van het aantal uitgebrachte stemmen.

Datum 11 februari 2015 Vragen van het lid Bisschop (SGP) over de samenwerking tussen ROC Amsterdam en ROC Flevoland

Eerste Kamer der Staten-Generaal

De voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus EA DEN HAAG. Datum 28 december 2016 Betreft Kamervragen. Geachte voorzitter,

Transcriptie:

> Retouradres Postbus 20001 2500 EA Den Haag Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Postbus 20018 2500 EA Den Haag Binnenhof 19 2513 AA Den Haag Postbus 20001 2500 EA Den Haag www.rijksoverheid.nl Hierbij bied ik U de antwoorden aan op vragen die zijn opgenomen in het verslag van de vaste commissie van Binnenlandse Zaken over mijn brief aan U van 17 september 2018. DE MINISTER-PRESIDENT, Minister van Algemene Zaken, Mark Rutte Pagina 1 van 6

De leden van de VVD-fractie hebben met belangstelling kennisgenomen van de brief inzake regelingen voor zeer extreme noodsituaties waarin politieke ambtsdragers voor onbepaalde tijd niet langer kunnen functioneren. Zij willen hierover graag een paar vragen stellen. Aan het slot van de brief stelt de Minister-president dat het wenselijk kan zijn dat niet de voltallige regering aanwezig is bij een bepaalde bijeenkomst of gebeurtenis waarbij eveneens de Raad van State en het parlement (bijna) geheel aanwezig zijn. De leden van de VVD-fractie vragen of in dergelijke situaties de niet voltallige aanwezigheid van de regering de norm zal zijn. Of is het slechts een optie en wordt er per keer een afweging gemaakt? Hoe zijn de regelingen voor extreme noodsituaties in andere EU-landen? Beschikt de regering over die informatie? In hoeverre zouden onderdelen van die regelingen ook in Nederland toepasbaar zijn? Graag krijgen leden van de VVD-fractie een reactie van de regering. Ter beantwoording van de in het verslag gestelde vragen over de brief van 17 september 2018 zij in algemene zin opgemerkt dat het onderwerp van de brief naar zijn aard reeds een speculatief karakter draagt omdat zowel de omstandigheden als de gevolgen ervan tevoren onbekend zijn. Binnen de grenzen van het redelijke kan worden ingegaan op hetgeen voorzien is in wet- en regelgeving, met inbegrip van het staatsnoodrecht. Het ongeschreven staatsnoodrecht heeft geen tevoren concreet bepaalde en te bepalen inhoud maar is veeleer een aanduiding van de situatie waarvoor en waarin geen regelgeving van toepassing is en op basis van algemene rechtsbeginselen als proportionaliteit naar bevind van zaken wordt gehandeld. Elke nadere duiding vooraf van het laatste is speculatief bij uitstek met inbegrip van de hieraan verbonden bezwaren en risico s in relatie tot onbekende en onvoorziene omstandigheden. Tegen deze achtergrond is in de brief opgenomen dat het wenselijk kan zijn dat niet de voltallige regering aanwezig is bij een bepaalde bijeenkomst of gebeurtenis waarbij eveneens de Raad van State en het parlement (bijna) geheel aanwezig zijn. In een dergelijk geval zal de ministerraad vooraf een lid aanwijzen dat de bijeenkomst of gebeurtenis niet zal bijwonen. Hierover zullen in verband met veiligheid geen nadere mededelingen worden gedaan. Het laatste houdt in dat ook terughoudendheid past bij mededelingen in algemene zin hierover. Uit hetgeen in de brief is opgenomen volgt dat de ministerraad zich tevoren rekenschap zal geven van de situaties die het betreft en daaraan mogelijk te verbinden gevolgen. Onderdeel hiervan kan zijn dat een inventarisatie plaatsvindt van de verwachte aan- en afwezigheid van leden van de ministerraad bij een bepaalde bijeenkomst of gebeurtenis. Zo nodig kan de ministerraad vervolgens bezien of het aangewezen is vooraf over te gaan tot aanwijzing van een lid dat die bijeenkomst of gebeurtenis niet zal bijwonen. Wat betreft de situatie in het buitenland, zij het volgende opgemerkt. De vragen die hebben geleid tot de toezegging om de hierboven genoemde brief te sturen, werden gesteld naar aanleiding van de situatie in de Verenigde Staten van Amerika. Kort samengevat wordt het ambt van de president van de Verenigde Pagina 2 van 6

Staten, bij afwezigheid van de eerste (grond)wettelijk aangewezen waarnemers (vice-president, voorzitters Huis van Afgevaardigden en Senaat), waargenomen door een lid van het kabinet (in een wettelijk bepaalde volgorde of als enig overgeblevene). In vergelijkbare omstandigheden wordt grondwettelijk het ambt van de president van de Franse republiek, in hoofdlijnen, waargenomen door de voorzitter van de Senaat respectievelijk het kabinet en het ambt van de president van de Bondsrepubliek Duitsland door de voorzitter van de Bondsraad. Informatie over andere EUlidstaten is niet bijeengebracht. De constitutionele en politieke verhoudingen in de onderscheiden lidstaten, waaronder de staatsvorm, het kiesstelsel en de parlementaire inrichting, die bepalend zijn voor de specifiek nationale benadering van dit onderwerp, verschillen zodanig dat hieraan geen eenduidige gezichtspunten ontleend kunnen worden. De leden van de D66-fractie hebben met waardering kennisgenomen van de analyse van de minister-president van de noodzaak van een regeling voor zeer extreme noodsituaties waarin politieke ambtsdragers voor onbepaalde tijd niet langer kunnen functioneren. Zij danken hem voor de bereidheid om hier voor het kabinet iets voor te regelen. Hoewel zij hopen dat zich nooit een situatie voortdoet waarin het nodig is hiervoor een regeling te hebben en de kans hierop bijzonder klein is, is het juist dan van belang de constitutionele continuïteit en democratische legitimatie van de macht goed geregeld te hebben. Zij hebben nog enige vragen over de voorgestelde regeling en daaraan ten grondslag liggende overwegingen. Ten aanzien van het parlement merken de leden van de D66-fractie het volgende op. Zij lezen meermaals in de brief de term ongeschreven staatsnoodrecht. Zo ook ten aanzien van de situatie waarin er geen of onvoldoende leden zouden zijn om het grondwettelijk vereiste onderzoek van de geloofsbrieven uit te voeren, waarover gesteld wordt dat er dan niets anders rest dan zoveel mogelijk in de geest van de Grondwet te handelen volgens ongeschreven staatsnoodrecht. Zij zien hier ook in het huidige Reglement van Orde geen waarborg voor. De leden van de fractie van D66 waarderen de woorden van de premier ten aanzien van de constitutionele verhoudingen en delen de mening dat dit primair een vraag is die beantwoord moet worden door het parlement zelf. Het lijkt de leden van deze fractie derhalve raadzaam als het Presidium van de Tweede Kamer zich hier verder over buigt. Desalniettemin vragen zij de regering om haar lezing van de staatsrechtelijke regeling zoals die thans geldt. Voor bovengenoemde situatie vragen de aan het woord zijnde leden de regering een nadere toelichting te geven op de geldende precedenten dan wel gewoonten die de invulling van dat ongeschreven staatsnoodrecht zouden normeren. Ligt het volgens de Ministerpresident dan in de lijn der verwachting leden uit de meest recente voorgaande samenstellingen van de geloofsbrievencommissie te vragen deze taak op zich te nemen, of is een andere handelwijze aangewezen? Mogen zij althans de analyse van de premier zo lezen dat deze zich zou kunnen voorstellen dat het parlement daadwerkelijk een praktische voorzorgsmaatregel treft om bovengeschetste situatie te voorkomen? Pagina 3 van 6

Ten aanzien van de regering merken de aan het woord zijnde leden het volgende op. Voor een volwaardige borging van het gezag zou in een zeer extreme noodsituatie waarin politieke ambtsdragers voor onbepaalde tijd niet langer kunnen functioneren, het koninklijk gezag moeten worden uitgeoefend en een lid van het kabinet in functie moeten zijn. Artikel 38 GW dicht daarbij een belangrijke rol toe aan de Raad van State in zeer extreme situaties. Immers, in de uitzonderlijke situatie dat er geen Koning is die het koninklijk gezag uitoefent, geen (meerderjarige) grondwettelijke erfopvolger en geen (opvolgend) regent die het koninklijk gezag uitoefent, neemt de Raad van State tijdelijk het koninklijk gezag waar totdat bij wet een regent is benoemd. De leden van de D66-fractie merken op dat in de brief slechts beperkt op de rol van de Raad van State ingegaan wordt. De Minister-president benoemt wel dat de Raad de grondwettelijke waarborg is voor het voortduren van het uitoefenen van het Koninklijk gezag, maar niet hoe gewaarborgd is dat de Raad van State - juist wanneer het onverhoopt nodig is - deze rol kan vervullen. Deelt de Ministerpresident deze analyse? De aan het woord zijnde leden zijn daarom benieuwd of met de Raad van State gesproken is in voorbereiding van de voorliggende brief, en in het bijzonder of de Raad van State een richtlijn hanteert waarbij op zijn minst één grondwettelijk lid niet bij Prinsjesdag aanwezig is. Indien dit laatste niet het geval is, vragen zij de Minister-president of deze bereid is de Raad van State alsnog te verzoeken een dergelijke regeling te ontwerpen? Of ziet hij daarvoor een andere aangewezen route? De leden van de D66-fractie lezen in de brief dat ter voorkoming van onduidelijkheid over de vraag welke politieke ambtsdragers rechtmatig gezag kunnen uitoefenen, conform de daarvoor bestaande structuren en afspraken, direct maatregelen zullen worden genomen ter ondersteuning van het herstel van volksvertegenwoordiging en bestuur en ter leniging van de acute nood. Zij lazen ook een verwijzing naar de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden, waarin het uitroepen van de noodtoestand slechts kan op voordracht van onze Ministerpresident. Dit lijkt een contradictio in terminis. Kan de Minister-president dit nader toelichten? Deze leden hebben gevraagd naar de zienswijze van het kabinet ten aanzien van de situatie met de betrekking tot de geloofsbrievencommissie van de Tweede Kamer. Op dit punt houdt de Grondwet in dat het kabinet de eigen positie en interne regelingen van de beide Kamers der Staten-Generaal volledig respecteert. Het kabinet is onze parlementaire democratie derhalve gehouden op dit punt te volstaan met het vestigen van de aandacht op artikel 58 van de Grondwet, nl. Elke kamer onderzoekt de geloofsbrieven van haar nieuwbenoemde leden en beslist met inachtneming van bij de wet te stellen regels de geschillen welke met betrekking tot de geloofsbrieven of de verkiezing zelf rijzen. alsmede artikel 72 van de Grondwet, nl. De kamers stellen elk afzonderlijk en in verenigde vergadering een reglement van orde vast. Verder hebben deze leden gevraagd naar de waarneming van het koninklijk gezag door de Raad van State. Deze taak van de Raad van State is geregeld in artikel 38 van de Grondwet en uitgewerkt in de Wet op de Raad van State. Navraag bij de Raad van State bij de voorbereiding van de genoemde brief heeft geleerd dat de Raad van State bij Prinsjesdag 2018 niet voltallig aanwezig was om redenen die geen verband houden met het onderwerp van de brief. Het kabinet respecteert, Pagina 4 van 6

op basis van de Grondwet, eveneens de eigen positie van de Raad van State, ook ten aanzien van de interne regelingen en werkwijze. Indien de Raad van State reden zou zien tot interne aanpassingen te komen, zal ook hiervoor gelden, zowel in algemene zin als ten aanzien van een concrete situatie, dat in verband met de veiligheid hierover geen nadere mededelingen worden gedaan. Deze leden lazen in de brief verwijzingen naar ondersteuning van het herstel van volksvertegenwoordiging en bestuur en de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden en zagen hierin een contradictio in terminis. Deze elementen komen in verschillende onderdelen van de brief afzonderlijk aan de orde. De regeling in de Coördinatiewet uitzonderingstoestanden bepaalt dat een beperkte of algemene noodtoestand kan worden uitgeroepen door een koninklijk besluit op voordracht van de minister-president. Verder is in de brief opgenomen dat het streven gericht dient te zijn op ondersteuning van het herstel van volksvertegenwoordiging en bestuur en ter leniging van acute nood. Het eerste bevat een beschrijving van een onderdeel van het geldend staatsnoodrecht, het tweede een uitgangspunt. De leden van de GroenLinks-fractie hebben met belangstelling kennis genomen van de brief van de Minister-president van 17 september 2018 op een voorziening voor extreme noodsituaties. Uiteraard hopen deze leden dat het niet nodig is, maar als er dan toch een extreme noodsituatie is, dan is het van belang dat er een regeling is om democratisch landsbestuur te waarborgen. De leden van de GroenLinks-fractie hebben naar aanleiding van deze brief nog een aantal vragen aan de regering. De regering schrijft dat zodra sprake is van situatie waarin de Grondwet en andere bestaande wet- en regelgeving geen grondslag bieden voor oplossingen, er gehandeld wordt op basis van ongeschreven staatsnoodrecht. Kan de regering voorbeelden uit het (recente) verleden noemen waarbij sprake was van zo n situatie waarbij ongeschreven staatsnoodrecht aan de orde was? De regering schrijft in de brief dat bij het ontbreken van een erfopvolger het koninklijk gezag niet wordt uitgeoefend en dat het koninklijk gezag dan door de Raad van State wordt uitgeoefend. In het zeer hypothetische geval dat er ook geen leden van de Raad van State zijn, welke functionaris of welk orgaan zou volgens ongeschreven staatsnoodrecht dan concreet het meest logische zijn om het koninklijk gezag uit te oefenen? De regering schrijft dat het wenselijk kan zijn dat de regering voltallig aanwezig is bij bepaalde gebeurtenissen. Ook schrijft de regering dat het parlement zou moeten nadenken over de vraag of er ook parlementariërs bij bepaalde bijeenkomsten afwezig zouden moeten zijn. De fractie van GroenLinks zou graag aan de regering willen vragen hoe dit in andere Europese landen geregeld is? Tot slot nog een vraag over de andere landen in het Koninkrijk. De brief van de regering gaat over de Grondwet en over de landsorganen van het land Nederland. Het parlement, de regering en de Raad van State zijn echter bij koninkrijkaangelegenheden ook Koninkrijksorganen. Kan de regering in het kader van extreme noodsituaties nader ingaan op de relatie tussen de Grondwet en het Statuut en de Koninkrijksorganen? Pagina 5 van 6

Deze leden vroegen naar voorbeelden uit het (recente) verleden van een situatie waarbij ongeschreven staatsnoodrecht aan de orde was. Dit was het geval tijdens en kort na de Tweede Wereldoorlog, onder meer bij de totstandkoming van een tijdelijke en voorlopige Staten-Generaal in de jaren 1945 en 1946. Verder vroegen deze leden naar de waarneming van het koninklijk gezag volgens het ongeschreven staatsnoodrecht in het geval er geen leden van de Raad van State zijn. Het ongeschreven staatsnoodrecht biedt naar zijn aard geen antwoord op deze vraag. Voor het antwoord op de vraag van deze leden naar regelingen in andere landen ten aanzien van de aanwezigheid van parlementariërs bij bepaalde bijeenkomsten, wordt verwezen naar het antwoord op de algemene vraag hierover van de leden van de VVD-fractie. Tot slot vroegen de leden van de fractie van GroenLinks naar de relatie tussen de Grondwet, het Statuut en de Koninkrijksorganen in dit verband. Het Statuut bevat op dit punt geen specifieke bepalingen en verwijst in artikel 5 voor nadere regelingen met betrekking tot de Koninkrijksorganen naar de Grondwet. Pagina 6 van 6