Datum 15.09.2009 1 Fascinerende fouten Muriel Norde
Datum 15.09.2009 2 Taalverloedering Vroeger sprak vrijwel iedereen correct. Maar met het verstrijken van de tijd is het er niet beter op geworden.
Datum 15.09.2009 3 Taalverloedering Sed omnes tum fere [ ] recte loquebantur. Sed hanc certe rem deteriorem vetustas fecit. [Cicero: Brutus 258; 46 vchr]
Datum 15.09.2009 4 Echt fout is onmogelijk Meisje slaat het jongenen de.
Datum 15.09.2009 5 Hiërarchisch versus descriptief
Datum 15.09.2009 6 Nederlandse taalergernissen 1: Kennen i.p.v. kunnen: Ken jij dat even doen? Ze kennen morgen niet komen. 2: Kunnen i.p.v. kennen: Ik weet zeker dat ik hem ergens van kan. Kon jij die vrouw die daar fietste? 3: Hun als onderwerpsvorm: Toen hebben hun een suikerspin gekocht. Hun zijn maandag naar de kermis geweest. 4: Omschrijvend doen: Doe jij even de aardappels schillen? Wat doen we eten vanavond? [Van Bezooijen 2003]
Datum 15.09.2009 7 Stellingen 1: Fouten zijn aan regels gebonden. 2: Grammatica is het gevolg van slordig taalgebruik.
Datum 15.09.2009 8 Fouten zijn aan regels gebonden Sommige fouten worden nooit gemaakt. Andere fouten worden heel regelmatig gemaakt, in verschillende talen, of in verschillende fasen van één en dezelfde taal. Casussen: hun als onderwerp de herkomst van functiewoorden
Datum 15.09.2009 9 Hun als onderwerp 1. Hun hebben een nieuwe auto. 2. It s me. 3. L état, c est moi.
Datum 15.09.2009 10 Hun als onderwerp 4. Hun hebben een nieuwe auto. 5. De har en ny bil. [dɔm] Zij hebben een nieuwe auto. 6. Jag såg dem. [dɔm] Ik zag hen.
Datum 15.09.2009 11 Herkomst van functiewoorden Deens bag achter, Noors bak, Zweeds bakom Bron: zelfstandig naamwoord baker / bak rug Vgl. Engels back, Nederlands achterbaks
Datum 15.09.2009 12 Van rug naar achter
Datum 15.09.2009 13 Van rug naar achter
Datum 15.09.2009 14 Van rug naar achter
Datum 15.09.2009 15 Het antropomorfische model (Heine 1997: 48)
Datum 15.09.2009 16 Het zoömorfische model (Heine 1997: 41)
Datum 15.09.2009 17 Andere voorbeelden van grammatikalisering Zweeds mot tegen OZw mot ontmoeting, samenkomst Zweeds bland tussen OZw bland mengsel, vgl. Engels blend Zweeds till naar Proto-Germaans *tila- doel, vgl. Duits Ziel Zweeds hos bij Proto-Germaans *hūsa- huis, vgl Frans chez Latijn casa Oudijslands nakkvarr iemand Proto-Scandinavisch *ne wait ek hwarir niet weet ik wie ; vgl. nakkvat iets *ne wait ek hwat niet weet ik wat
Datum 15.09.2009 18 De herkomst van uitgangen (Deutscher 2005: 5)
Datum 15.09.2009 19 De herkomst van uitgangen Today s morphology is yesterday s syntax. (Givón 1971: 413)
Datum 15.09.2009 20 Het gesuffigeerde lidwoord Modern Zweeds: a. en fisk een vis fisken de vis b. ett barn een kind barnet het kind
Datum 15.09.2009 21 Het gesuffigeerde lidwoord Oorsprong: aanwijzend voornaamwoord (h)inn Aangetroffen op wetsteen van Strøm (Noorwegen, ca. 600) Wate hali hino horna Wette steen-acc deze-acc hoorn-nom moge de hoorn deze steen wetten
Datum 15.09.2009 22 Het gesuffigeerde lidwoord Steen van Ekkila Bro (Zweden, 11e eeuw) kuþ heabi ontini God helpe ziel-def.dat moge God de ziel helpen (i.e. de ziel van de overledene)
Datum 15.09.2009 23 Taalergernissen: omschrijvend doen Modern Engels a. Do you like Groningen? b. I did not see him. Kaart links: < Barbiers, S. et al (2006). Dynamische Syntactische Atlas van de Nederlandse Dialecten (DynaSAND). Amsterdam, Meertens Instituut. URL: http://www.meertens.knaw.nl/sand/.
Datum 15.09.2009 24 Taalergernissen en grammatikalisering Ik doe wel even de kopjes afwassen
Datum 15.09.2009 25 Zwakke verleden tijd ek hlewagastir holtijar horna tawidō ik Hlewagast Holt-GEN hoorn maakte Ik, Hlewagast van Holt, maakte de hoorn Hoorn van Gallehus, ca. 400
Datum 15.09.2009 26 Zwakke verleden tijd Gothisch Oudhoogduits Oudzweeds Sg 1 2 nasida redde nasidēs frumita steunde frumitōs ælskaþi beminde ælskaþi 3 nasida frumita ælskaþi Pl 1 2 nasidēdum nasidēduþ frumitum frumitut ælskaþum ælskaþin 3 nasidēdun frumitun ælskaþi(n)
Datum 15.09.2009 27 Zwakke verleden tijd Proto-Germaans Sg Pl 1 *salƀōðō n zalfde 2 *salƀōðēz 3 *salƀōðē(þ) 1 *salƀōðēðum(i)z 2 *salƀōðēðuþ(i) 3 *salƀōðēðun(þ) *deðō n *deðēz *deðē(þ) *deðum *deðuþ(i) *deðun(þ)
Datum 15.09.2009 28 Zwakke verleden tijd ek hlewagastir holtijar horna tawidō S(ubject) O(bject) V(erb) ik Hlewagast Holt-GEN hoorn maakte Ik, Hlewagast van Holt, maakte de hoorn dat ik de hoorn maakte S O V ik maakte de hoorn S V O
Datum 15.09.2009 29 Variatie en verandering Every one knows that language is variable. (Sapir 1921: 157) Variatie leidt onherroepelijk tot fascinerende fouten, ofwel verandering
Datum 15.09.2009 30 Ik heb gezegd