Tweede Kamer der Staten-Generaal

Vergelijkbare documenten
Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Aanpassing van de Wet investeren in jongeren en enkele andere wetten ter verduidelijking en verbetering van enige punten

Gemeenteraad 7 september 2010 Gemeenteblad EERSTE WIJZIGING VERORDENING TOESLAGEN EN VERLAGINGEN WWB HELMOND 2009

RAADSBESLUIT. gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d ;

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010 (1 e wijziging)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Besluit: vast te stellen de 4e wijziging van de Verordening toeslagen en verlagingen WWB Helmond 2009.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van d.d.10 november 2009; gezien het advies van de commissie Burger van 24 november 2009;

RAADSVOORSTEL. Vergadering van : 27 april 2010 Agendanummer : 8 Onderwerp : Wijziging Toeslagenverordening WWB Programma : Zorgzaam Dantumadiel

Verordening toeslagen en verlagingen Wet Werk en Bijstand

2513AA22XA. De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Binnenhof 1 A 2513 AA S GRAVENHAGE

Vast te stellen de navolgende Toeslagenverordening WWB 2013 HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN

Toeslagenverordening WWB Asten e wijziging De Toeslagenverordening WWB Asten 2012 wordt als volgt gewijzigd:

De Raad van de gemeente Mill en Sint Hubert,

De regeltechnische aanpassingen zijn opgenomen in de onderdelen A tot en met F.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011.

Voorstel van wet [[ ]] tot aanpassing van de Wet investeren in jongeren en enkele andere wetten ter verduidelijking en verbetering van enige punten

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand Inhoudsopgave:

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Wijziging van de Wet werk en bijstand en enkele andere sociale zekerheidswetten (Wet maatregelen Wet werk en bijstand en enkele andere wetten)

Vergadering van : 24 april Onderwerp : Toeslagen- en Maatregelverordening WWB 2012

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013 Lemsterland. Inhoudsopgave: Verlaging toeslag alleenstaanden van 21 en 22 jaar.

Onderwerp: Vaststelling van de Verordening Toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2009.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenverordening WWB 2012 gemeente Apeldoorn. Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 13 januari 2011;

agendanummer afdeling Simpelveld VI- Burgerzaken 21 april 2010

Pagina 1. Wijzigingenoverzicht bij Wijzigingsverordening op de Toeslagenverordening WWB gemeente Bergen augustus 2012

1. In het tweede lid, onderdeel a, wordt na tenzij het betreft ingevoegd: een aanverwant in de eerste graad,.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

I org MBANSZ Nr Gewijzigde versie Houten, 4 september 2012 xxx Onderwerp:

HOOFDSTUK 2 CRITERIA VOOR HET VERHOGEN VAN DE BIJSTANDSNORM

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE DOETINCHEM gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 28 maart 2012;

Tweede Kamer der Staten-Generaal

VERORDENING TOESLAGEN WET WERK EN BIJSTAND GEMEENTE GELDERMALSEN 2012

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2013

Eerste Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 11 november 2013;

2009D VERSLAG VAN EEN SCHRIFTELIJK OVERLEG Vastgesteld

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2011

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Toelichting Toeslagenverordening WWB gemeente Rijssen-Holten 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenverordening WWB ISD BOL 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

TOELICHTING TOESLAGEN- EN VERLAGINGENVERORDENING WWB

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders d.d , dienst/afdeling Beleid en strategie, nr. 2011/276;

Toelichting Verordening toeslagen en verlagingen WWB Asten 2010

TOESLAGENVERORDENING WWB GEMEENTE PUTTEN

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

TOESLAGENVERORDENING WET WERK EN BIJSTAND 2012

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Verordening toeslagen en verlagingen Wet werk en bijstand 2013

Wijziging van enkele wetten van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (Verzamelwet SZW 2016)

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand 2013

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

B In artikel 5, onderdeel d, wordt langdurigheidstoeslag vervangen door: individuele inkomenstoeslag.

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Artikel I Wijziging van de Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen. De Wet werk en inkomen naar arbeidsvermogen wordt als volgt gewijzigd:

Allen die deze zullen zien of horen lezen, saluut! doen te weten:

Toeslagen verordening Wet Werk en bijstand 2012

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenverordening Wet werk en bijstand

Eerste Kamer der Staten-Generaal

Tweede Kamer der Staten-Generaal

gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders van Onderbanken d.d. 19 februari 2013;

Voorstel van Wet. De Wet werk en bijstand wordt als volgt gewijzigd:

gezien het voorstel inzake aanpassen verordeningen Wwb in verband wetswijzigingen 2013 (Gem. blad Afd. A 2013, no. );

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Staatsblad van het Koninkrijk der Nederlanden

Verordening toeslagen en verlagingen normen Wet investeren in jongeren

Toeslagenverordening WWB gemeente Kerkrade 2012

vergadering 16 september 2010 portefeuillehouder K. Lambrechts

Verordening tot eerste wijziging van de Toeslagenverordening Wet werk en bijstand gemeente Bergen 2012

Toeslagenverordening WWB 2010

Toeslagenverordening WWB II gemeente Hellevoetsluis.Nummer:

Tijdelijke regels aanscherping Wet Werk en Bijstand

Wijzigingen ten opzichte van de vorige druk

Tweede Kamer der Staten-Generaal

Toeslagenverordening Wwb 2010

Toeslagenverordening Wet Werk en Bijstand gemeente Coevorden.

Transcriptie:

Tweede Kamer der Staten-Generaal 2 Vergaderjaar 2009 2010 32 037 Wijziging van de Wet werk en bijstand, de Algemene Ouderdomswet en de Wet structuur uitvoeringsorganisatie werk en inkomen in verband met de overheveling van de uitvoering van de aanvullende bijstand voor personen van 65 jaar of ouder van de gemeenten naar de Sociale verzekeringsbank en het aanbrengen van enkele andere aanpassingen in de Algemene Ouderdomswet en tot wijziging van enkele sociale verzekeringswetten in verband met de gelijkstelling binnen de sociale zekerheid van voormalige pleeg- en stiefkinderen met eigen kinderen Nr. 7 NOTA VAN WIJZIGING Ontvangen 12 oktober 2009 1 Artikel I, onderdeel B, komt te luiden: B Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd: 1. Voor de tekst wordt de aanduiding «1.» geplaatst. 2. In het eerste lid, onderdeel d, wordt «de artikelen 9 en 9a,» vervangen door: de artikelen 9, 9a, 25, eerste lid, 26 en 30, tweede lid,. 3. Er wordt een lid toegevoegd, luidende: 2. Onder bloedverwant in de eerste graad als bedoeld in het eerste lid, onderdelen a en b, wordt mede verstaan een meerderjarig stiefkind of een meerderjarig voormalig pleegkind van de ongehuwde. 2 Ca In artikel I worden na onderdeel C drie onderdelen ingevoegd, luidende: Aan artikel 25, eerste lid, wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze kosten kunnen in ieder geval niet geheel of gedeeltelijk gedeeld worden met thuisinwonende kinderen van 18 jaar of ouder die een in aanmerking te nemen inkomen hebben van ten hoogste het normbedrag voor de KST135530 0910tkkst32037-7 ISSN 0921-7371 Sdu Uitgevers s-gravenhage 2009 Tweede Kamer, vergaderjaar 2009 2010, 32 037, nr. 7 1

kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000. Cb Aan artikel 26 wordt een zin toegevoegd, luidende: Deze kosten kunnen in ieder geval niet geheel of gedeeltelijk gedeeld worden met thuisinwonende kinderen van 18 jaar of ouder die een in aanmerking te nemen inkomen hebben van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000. Cc In artikel 30, tweede lid, onderdeel a, wordt na «ten laste komende kinderen» ingevoegd: of met thuisinwonende kinderen als bedoeld in artikel 25, eerste lid,. 3 In artikel I, onderdeel E, wordt in artikel 47b «9, 9a,» vervangen door «9, met uitzondering van het eerste lid, onderdeel b,» en wordt «48, derde lid,» vervangen door: 48, derde en vierde lid. 4 Artikel I, onderdeel H, wordt als volgt gewijzigd: a. In de aanhef wordt «vijf artikelen» gewijzigd in: zes artikelen. b. In de artikelen 78j, tweede lid, en 78k, eerste lid, wordt «geldlening op grond van artikel 50 en 78c» vervangen door: geldlening of borgtocht op grond van artikel 48, 50 en 78c. c. Na artikel 78m wordt een artikel toegevoegd, luidende: Artikel 78o Overgangsrecht verrekening in verband met uitvoering Sociale verzekeringsbank Indien het college vóór de datum van inwerkingtreding van paragraaf 5.4 ten aanzien van een persoon als bedoeld in artikel 47a, eerste lid, een vordering heeft waarop artikel 78j van toepassing is en die persoon een uitkering op grond van die paragraaf ontvangt, betaalt de Sociale verzekeringsbank, zonder dat daarvoor machtiging nodig is van de belanghebbende, op verzoek van het college ter verrekening van die vordering aan dat college. 5 In artikel IX, onderdeel B, tweede lid, wordt na «Er wordt een lid toegevoegd» toegevoegd:, luidende. 6 Na artikel XV wordt een artikel ingevoegd, luidende: Tweede Kamer, vergaderjaar 2009 2010, 32 037, nr. 7 2

ARTIKEL XVA. VERNUMMERING WET WERK EN ARBEIDSONDERSTEUNING JONGGEHANDICAPTEN Voor de plaatsing in het Staatsblad brengt de Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid de in artikel VII van deze wet voorkomende aanhaling van het artikel van de Wet werk en arbeidsondersteuning jonggehandicapten in overeenstemming met de nieuwe nummering van die wet, zoals vastgesteld op grond van artikel II van de Wet van PM tot wijziging van de Wet arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten in verband met het bevorderen van de participatie van jonggehandicapten door werk en arbeidsondersteuning (Stb. PM). Toelichting Deze nota van wijziging betreft de codificatie van een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) in de Wet werk en bijstand (WWB). Daarnaast wordt de in de WWB opgenomen definitie van «kind» uitgebreid. Verder wordt geregeld dat het college verantwoordelijk blijft voor het aanbieden van op arbeidsinschakeling gerichte voorzieningen aan een jongere partner. Voorts zal de ontheffing voor de plicht tot arbeidsinschakeling voor alleenstaande ouders in de praktijk niet kunnen overgaan op de Sociale verzekeringsbank. Ook wordt het overgangsrecht uitgebreid. Tenslotte zijn in deze nota van wijziging een aantal technische wijzigingen opgenomen. Onderdeel 1 Onderdeel B van artikel I van het wetsvoorstel wordt opnieuw vastgesteld. Aan de wijziging van artikel 4 van de WWB wordt toegevoegd dat voor de toepassing van meer artikelen dan alleen artikel 9 en 9a onder kind mede wordt verstaan pleegkind. Hierdoor geldt hetgeen in deze nota van wijziging wordt geregeld voor thuisinwonende kinderen van 18 jaar en ouder, ook voor thuisinwonende pleegkinderen van 18 jaar en ouder. Verder geldt hierdoor ook dat alleenstaande en alleenstaande ouders met ten laste komende pleegkinderen die recht hebben op een toeslag, op grond van artikel 30, tweede lid, onderdeel a, de maximale toeslag ontvangen indien geen ander in de woning zijn hoofdverblijf heeft. Deze uitbreiding van de definitie van «kind» heeft geen financiële gevolgen. Onderdeel 2 De gemeenteraad moet in een verordening vaststellen voor welke categorieën de (basis)bijstandsnorm wordt verhoogd of verlaagd en op grond van welke criteria de hoogte van de verhoging of verlaging wordt bepaald. Hierbij speelt de vraag of de belanghebbende al dan niet de algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan kan delen met een ander, een belangrijke rol. De woonsituatie van de belanghebbenden is daarbij van doorslaggevende betekenis. De gemeenten hebben binnen de wettelijke kaders zoals vastgelegd in artikel 30 van de WWB een discretionaire bevoegdheid bij de invulling van deze verordening. Hieronder valt ook het hanteren van leeftijds- en inkomensgrenzen van inwonende meerderjarige kinderen en het al dan niet hanteren van een glijdende schaal daarbij. Uit de uitspraak van de CRvB van 17 april 2007 (LJN: BA5045, nr. 06/965 WWB) valt af te leiden dat ouders geen woonkosten kunnen delen met een thuiswonend niet ten laste komend kind dat enkel inkomsten heeft uit studiefinanciering. Uit het «Onderzoek compensatie inkomensdaling voormalige alleenstaande ouders in de WWB» van de Inspectie Werk en Inkomen dat naar aanleiding van de motie Karabulut (Kamerstukken II 2008/09, 30 545, nr. 60) was ingesteld, bleek dat niet alle gemeenten Tweede Kamer, vergaderjaar 2009 2010, 32 037, nr. 7 3

gevolg geven aan genoemde uitspraak van de CRvB. In verband hiermee heb ik aangegeven deze jurisprudentie te willen codificeren en daarbij de hoogte van het inkomen uit studiefinanciering als norminkomen aan te merken, hetgeen inhoudt dat ook andere inkomstenbronnen ter hoogte van de studiefinanciering hier onder vallen. Het betreft een in aanmerking te nemen inkomen van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering 2000 (WSF). Bovenstaande wordt uitgewerkt in de onderdelen Ca tot en met Cc van artikel I. In artikel 25, eerste lid, van de WWB (artikel I, onderdeel Ca) wordt bepaald dat algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan van een alleenstaande of een alleenstaande ouder in ieder geval niet gedeeld kunnen worden met een thuisinwonend kind van 18 jaar of ouder die ten hoogste een in aanmerking te nemen inkomen heeft van het bedrag voor levensonderhoud op grond van de WSF. Dit heeft tot gevolg dat het college de bijstandnorm van de alleenstaande of alleenstaande ouder met zo n thuisinwonend kind moet verhogen met een toeslag. Uit artikel 30 van de WWB (zie ook de toelichting op artikel I, onderdeel Cc) volgt dan dat dit een maximale toeslag dient te zijn. Aan artikel 26 van de WWB (artikel I, onderdeel Cb) wordt een zin toegevoegd waardoor geregeld is dat ook voor gehuwden geldt dat zij algemeen noodzakelijke kosten van bestaan niet met het genoemde thuisinwonend kind kunnen delen. Dit heeft tot gevolg dat het college hun bijstandsnorm niet op basis van artikel 26 mag verlagen. Verder wordt voorgesteld om aan artikel 30, tweede lid, onderdeel a, van de WWB (artikel I, onderdeel Cc) toe te voegen dat indien een alleenstaande met een thuisinwonend kind als bedoeld in artikel 25, eerste lid, of een alleenstaande ouder met zo n thuisinwonend kind, recht heeft op een toeslag, dit de maximale toeslag moet zijn indien in de woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft. Onderdeel 3 Dit onderdeel bevat een aantal wijzigingen in de verwijzing naar de artikelen waarin voor «het college» de SVB wordt gelezen. Het gaat daarbij om het volgende. De SVB wordt niet verantwoordelijk voor het verlenen van een ontheffing als bedoeld in de artikelen 9a aan een alleenstaande ouder die de zorg heeft voor jonge kinderen; als die ouder 65 jaar is deze ontheffing niet aan de orde. Het is daarom niet nodig voor de toepassing van artikel 9a de SVB aan te wijzen. Bij het verstrekken van bijstand aan personen van 65 jaar en ouder door de SVB wordt de SVB formeel verantwoordelijk voor het verstrekken van een tijdelijke ontheffing voor de verplichting tot arbeidsinschakeling van de jongere partner (artikel 9, tweede lid, van de WWB), maar blijft het college verantwoordelijk voor het aanbieden van de op arbeidsinschakeling gerichte voorzieningen voor die jongere partner (artikel 9, eerste lid, onderdeel b). De noodzaak tot een ontheffing zal dan ook bij het aanbieden van de voorzieningen door het college blijken. Op basis daarvan meldt het college aan de SVB of de omstandigheden voor een besluit tot tijdelijke ontheffing aanwezig zijn. De SVB zal zijn besluit dan baseren op het signaal van het college. Verder wordt de SVB bij de verlening van bijstand in de vorm van een geldlening bevoegd om die geldlening te verrekenen met algemene bijstand of een uitkering. Deze bevoegdheid is geregeld in het laatste lid van artikel 48, dat thans abusievelijk twee vierde leden en niet een vierde en een vijfde lid bevat. Deze laatste twee leden van artikel 48 zullen middels een ander wetsvoorstel (Verzamelwet SZW-wetgeving 2010) worden voorzien van een correcte nummering. Met de onderhavige Tweede Kamer, vergaderjaar 2009 2010, 32 037, nr. 7 4

wijziging wordt dus niet beoogd om de SVB een bevoegdheid te geven tot het verstrekken van bijzondere bijstand in natura (het huidige eerste lid vier van artikel 48), maar wel om de SVB voormelde bevoegdheid tot verrekening te geven (het huidige tweede lid vier van artikel 48). Onderdeel 4 Het overgangsrecht wordt uitgebreid. Allereerst wordt geregeld dat het overgangsregime dat in de artikelen 78j en 78k van de WWB wordt neergelegd, ook geldt voor bijstand die op grond van artikel 48 van de WWB in de vorm van een geldlening of borgtocht is verstrekt aan personen van 65 jaar en ouder. Verder wordt in artikel 78o van de WWB een regeling getroffen voor gemeenten die voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze wet een vordering in verband met terugvordering of verhaal verrekenden met de algemene bijstand die zij aan personen van 65 jaar of ouder verstrekten. Deze mogelijkheid vervalt als de SVB verantwoordelijk wordt voor de verlening van algemene bijstand aan personen van 65 jaar of ouder. Om te voorkomen dat het innen van een dergelijke vordering daardoor bemoeilijkt wordt, kan de SVB op verzoek van het college en zonder dat daarvoor machtiging nodig is van de belanghebbende aan de gemeente betalen. De gemeente kan een dergelijke vordering aldus nog steeds verrekenen. De staatssecretaris van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, J. Klijnsma Tweede Kamer, vergaderjaar 2009 2010, 32 037, nr. 7 5