vergadering 16 september 2010 portefeuillehouder K. Lambrechts

Transcriptie

1 RAADSVOORSTEL Doel: besluitvormend voorstelnummer registratienummer behandelend ambtenaar Roalda van Tilburg vergadering 16 september 2010 portefeuillehouder K. Lambrechts doorkiesnummer r.vantilburq (^tevlingen. nl Aan de raad van de gemeente Teylingen onderwerp Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2010 Het college van B&W stelt de raad voor voorstel 1. De Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2010' met terugwerkende kracht per 1 juli 2010 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de 'Bijstandsverordening WWB ISD Bollenstreek'. Inleiding Volgens de Wet Werk en Bijstand (WWB) is de hoogte van een bijstandsuitkering gebaseerd op twee elementen: 1. De basisnorm. Deze staat in de WWB. De gemeente heeft hier geen invloed op. 2. De gemeentelijke toeslag of verlaging. Het toeslagen- en verlagingenbeleid moet volgens de WWB in een verordening zijn neergelegd. Deze wordt vastgesteld door de gemeenteraad. Eind vorig jaar hebben zich een paar ontwikkelingen voorgedaan die reden zijn om de Bijstandsverordening aan te passen. Zo is de Wet investeren in Jongeren (WIJ) is ingevoerd. Jongeren tot 27 jaar vallen daardoor niet meer onder de WWB en de WWBverordeningen. Daarnaast is de WWB zelf onlangs gewijzigd. Ook die wetswijziging noodzaakt tot wijziging van de Verordening. Verder is van de gelegenheid gebruik gemaakt om waar mogelijk de tekst te vereenvoudigen en - waar het de schoolverlatersverlaging betreft - conform de 'Toeslagenverordening WIJ' op te zetten. De gemeenteraad stelt de verordening vast. Voorgesteld wordt dan ook om de 'Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2010' met terugwerkende kracht per 1 juli vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de 'Bijstandsverordening WWB ISD Bollenstreek'. Argumenten 1.1 Een aantal ontwikkelingen maakt aanpassing van de huidige 'bijstandsverordening WWB ISD' noodzakelijk. I 1. De titel van de verordening is gewijzigd De verordening werd genoemd: 'Bijstandsverordening WWB ISD Bollenstreek'. De nu voorgestelde verordening is genoemd: 'Toeslagenverordening WWB 2010'. Dit sluit aan bij de benaming van de verordening die de toeslagen en verlagingen regelt voor jongeren die onder de WIJ vallen (de 'Toeslagenverordening WIJ'). 2. Tekstuele aanpassingen De tekst van de nieuwe verordening is iets eenvoudiger gemaakt en sluit beter aan bij de tekst van de 'Toeslagenverordening WIJ'.

2 3. Inhoudelijke aanpassingen De doelgroep van de verordening is beperkt De huidige 'Bijstandsverordening' geldt voor personen in de leeftijd van 21 jaar tot 65 jaar. De WIJ is echter op 1 oktober 2010 ingevoerd. De WIJ is bedoeld voor jongeren tot 27 jaar. Die jongeren vallen dus niet meer onder de WWB en de WWB-fverordeningen. Op grond van het overgangsrecht blijft de WWB (en WWB-verordeningen) tot uiterlijk 1 juli 2010 van toepassing op jongeren die op 30 september 2009 onder de WWB vielen. Na 1 juli 2010 vallen alle jongeren tot 27 jaar onder de WIJ. De werking van de WWB en de Toeslagenverordening WWB is dus vanaf 1 juli 2010 beperkt tot personen tussen de 27 en 65 jaar. De verordening moet daarom worden aangepast. Het in de huidige verordening opgenomen artikel dat jongeren van 21 of 22 jaar een lagere toeslag ontvangen, kan daarmee vanzelfsprekend ook komen te vervallen. Deze bepaling is daarom verwijderd uit de nieuwe 'Toeslagenverordening'. Wijziging van de WWB Eind 2009 zijn de artikelen 25 en 26 van de WWB gewijzigd. In de wet staat nu dat ouders met thuiswonende meerderjarige kinderen met een inkomen tot maximaal het normbedrag Wet Studiefinanciering (WSF-norm; per ,15 per maand) hun woonkosten niet kunnen delen met die kinderen. Die ouders kunnen daardoor de maximale toeslag (van 20%) ontvangen. Daarbij is niet van belang wat voor soort inkomen het kind ontvangt (studiefinanciering, loon, uitkering enz.). In de huidige 'Bijstandsverordening' is nog geregeld dat de ouder(s) van inwonende, niet ten laste komende kinderen met een inkomen tot maximaal 40% van de gehuwdennorm (per ,62 per maand) de maximale toeslag ontvangen. Voornoemde in de WWB opgenomen WSF-norm is hoger. Thuiswonende kinderen mogen op grond van de WWB dus meer verdienen zonder dat dit gevolgen heeft voor de toeslag van hun ouder(s). Deze wetswijziging betekent dat de Bijstandsverordening moet worden aangepast om in overeenstemming te zijn met.de WWB. Uniformering; de verlaging voor schoolverlaters In de huidige 'Bijstandsverordening' ontvangen schoolverlaters een lagere norm en toeslag. Deze 'schoolverlatersverlaging' mag worden toegepast tot 6 maanden na de beëindiging van de opleiding. De verlaging geldt alleen voor personen die aanspraak hadden op WSF-studiefinanciering of een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en schoolkosten op grond van de WTOS. In de huidige verordening staat dat de norm voor schoolverlaters wordt bepaald op de toepasselijke WSF-norm en daarbij wordt rekening gehouden met de gezinssituatie. Het is daardoor een bewerkelijke verlaging die tot veel verschillende uitkomsten kan leiden. In de nieuwe 'Toeslagenverordening WIJ' en de VNG-modelverordening is gekozen voor een eenvoudiger uitvoerbare bepaling. De verlaging van de norm/toeslag voor een schoolverlater is daar bepaald op 20% van de gehuwdennorm. In de nieuwe Toeslagenverordening WWB' is daarom ook gekozen voor die oplossing. Deze bepaling wordt overigens maar weinig toegepast. Op dit moment is er geen enkele persoon van 27 jaar of ouder waarop deze bepaling van toepassing is. In de bijlage is de toeslagenverordening opgenomen waarin is aangegeven welke wijzigingen exact zijn doorgevoerd. Aanpak Alle ISD Bollenstreek stellen de nieuwe verordening vast. De ISD Bollenstreek verzorgt de communicatie richting (toekomstige) cliënten. De uitvoering ligt in de handen van de ISD Bollenstreek. De concept 'Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2010' wordt behandeld in de vergadering van de Commissie Welzijn van 30 augustus Na positief advies van de Commissie, wordt de concept verordening ter vaststelling aangeboden aan de gemeenteraad in haar vergadering van 16 september 2010 aanstaande.

3 De ISD Bollenstreek wordt schriftelijk op de hoogte gesteld van het raadsbesluit. Dit besluit wordt tevens gepubliceerd op de gemeentelijke website en in de Gemeenteberichten. 15 juni 2010 Burgemeester en wethouders De/secretaris, de yan Rhijn

4 HOOFDSTUK 4 Slotbepalingen Artikel 9 Omschrijving Deze verordening kan worden aangehaald als: Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek Artikel 10 Inwerkingtreding 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 juli Met de inwerkingtreding van deze verordening wordt de 'Bijstandsverordening WWB ISD Bollenstreek ingetrokken. Aldus besloten i/i de openbare vergadering van 16 september De rai Afschriften van dit besluit naar: ISD Bollenstreek Postbus AG LISSE

5 RAADSBESLUIT Voorstelnummer , registratienummer De raad der gemeente Teylingen; gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 15 juni 2010; gelet op de Gemeenschappelijke Regeling Intergemeentelijke Sociale Dienst Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen; BESLUIT: de Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2010' met terugwerkende kracht per 1 juli 2010 vast te stellen onder gelijktijdige intrekking van de 'Bijstandsverordening WWB ISD Bollenstreek'. Toeslagenverordening WWB ISD Bollenstreek 2010 HOOFDSTUK 1 Algemene bepalingen Artikel 1 Begripsomschrijving 1. Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Wet werk en bijstand en de Algemene wet bestuursrecht. 2. In deze verordening wordt verstaan onder: a. de wet: de Wet werk en bijstand b. gehuwdennorm: de norm als bedoeld in artikel 21, onderdeel c, van de wet c. woning: een woning als bedoeld in artikel 1, onderdeel j, Wet o de huurtoeslag, alsmede een woonwagen of een woonschip. d. woonkosten: 1. indien een huurwoning wordt bewoond, de per maand geldende huurprijs als bedoeld in de Wet op de huurtoeslag. 2. indien een eigen woning wordt bewoond, de tot een bedrag per maand omgerekende som van de ten behoeve van de financiering van de woning verschuldigde hypotheekrente en de in verband met het in eigendom hebben van de woning te betalen zakelijke lasten, waarbij onder zakelijke lasten wordt verstaan: rioolrechten, het eigenaresaandeel van de onroerende zaak belasting, de brandverzekering, de opstalverzekering en het eigenaresaandeel van de waterschapslasten. e. dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de Intergemeentelijke Sociale Dienst van de gemeenten Hillegom, Lisse, Noordwijk, Noordwijkerhout en Teylingen (ISD Bollenstreek). Artikel 2 Algemene bepalingen 1. De bepalingen in deze verordening gelden alleen voor belanghebbenden van 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar. In geval van gehuwden gelden de bepalingen in deze verordening alleen indien beide echtgenoten 27 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar zijn. 2. De bepalingen in hoofdstuk 2 en 3 laten de toepassing van artikel 18, eerste lid, van de wet onverlet. HOOFDSTUK 2 de norm Criteria voor het opleggen van toeslagen en het verlagen van Artikel 3 Alleenstaanden en alleenstaande ouders 1. De norm van de alleenstaande of alleenstaande ouder wordt verhoogd met een toeslag voor zover de belanghebbende hogere algemeen noodzakelijk kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm voorziet als gevolg van het niet of niet geheel kunnen delen van de woonkosten met een ander.

6 2. De toeslag als bedoeld in het eerste lid bedraagt 20% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder in wiens woning geen ander zijn hoofdverblijf heeft. 3. De toeslag als bedoeld in het eerste lid bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor de alleenstaande of alleenstaande ouder die met één of meer anderen zijn hoofdverblijf heeft in dezelfde woning. 4. Voor de toepassing van dit artikel worden de volgende personen niet in aanmerking genomen als een ander die in dezelfde woning zijn hoofdverblijf heeft: thuisinwonende kinderen van 18 jaar of ouder die een in aanmerking te nemen inkomen hebben van ten hoogste het normbedrag voor de kosten van levensonderhoud voor hoger onderwijs, genoemd in artikel 3.18 van de Wet studiefinanciering Artikel 4 Gehuwden 1. De norm van gehuwden wordt lager vastgesteld voor zover de belanghebbenden lagere algemeen noodzakelijke kosten van bestaan hebben dan waarin hun norm, voorziet als gevolg van het geheel of gedeeltelijk kunnen delen van de woonkosten met een ander. 2. De verlaging bedraagt 10% van de gehuwdennorm voor gehuwden die met één of meer hun hoofdverblijf hebben in dezelfde woning. 3. Het vierde lid van artikel 3 is van overeenkomstige toepassing. Artikel 5 Geen woonkosten 1. De norm of de toeslag wordt lager vastgesteld indien de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de gehuwde lagere algemeen noodzakelijke kosten van het bestaan heeft dan waarin de norm of de toeslag voorziet als gevolg van de bewoning van een woning waaraan voor die alleenstaande, alleenstaande ouder of gehuwde geen woonkosten zijn verbonden. 2. De verlaging bedoeld in het eerste lid bedraagt: a. 10% van de gehuwdennorm indien belanghebbende een (anti-) krakerswoning bewoont; b. 20% van de gehuwdennorm indien de belanghebbende geen woonkosten is verschuldigd. Artikel 6 Schoolverlaters 1. De norm of toeslag wordt lager vastgesteld voor de alleenstaande, de alleenstaande ouder of de gehuwde die recent de deelname aan onderwijs of een beroepsopleiding heeft beëindigd: a. indien voor het onderwijs of de beroepsopleiding aanspraak bestond op studiefinanciering op grond van de Wet studiefinanciering 2000, op een tegemoetkoming in de onderwijsbijdrage en de schoolkosten op grond van hoofdstuk 4 van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten. 2. Van een recente beëindiging van de deelname aan onderwijs of beroepsopleiding als bedoeld in het eerste lid is sprake zolang nog geen periode van een halfjaar is verstreken, gerekend vanaf het tijdstip van die beëindiging. 3. De verlaging als bedoeld in het eerste lid bedraagt 20% van de gehuwdennorm. Artikel 7 Cumulatie De toepassing van de artikelen 3 tot en met 6 geschiedt zodanig, dat de norm voor belanghebbende tenminste bedraagt: a. 50% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande; b. 70% van de gehuwdennorm voor een alleenstaande ouder; c. 80% van de gehuwdennorm voor gehuwden. Artikel 8 Uitvoering Het dagelijks bestuur is belast met de uitvoering van het bepaalde in de artikelen 3 tot en met 7.