Evaluatie en afronding van het. Verbetertraject Toezicht Kinderopvang. Almere van B naar A-status gemeente. en het.



Vergelijkbare documenten
Toezichtinformatie Kinderopvang Eindhoven in 2014

Toezichtinformatie Kinderopvang Gouda in 2015

Jaarverslag 2015 Kinderopvang en peuterspeelzalen. Vastgesteld door het college, 19 april 2016

15R RAADSINFORMATIEBRIEF Oudewater 15R Gemeente Woerden

Toezichtinformatie Kinderopvang Assen in 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Haarlem 2013

Toezichtinformatie Kinderopvang Gouda 2014

onderwerp Jaarverslag toezicht en handhaving Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Koggenland 2013

Toezichtinformatie Kinderopvang IJsselstein in 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Renswoude in 2015

Gemeente Woerden. college van burgemeester en wethouders 8 juli 2014 Wethouder Duindam Onderwijs H. Steijn steijn.i@woerden.

Toezichtinformatie Kinderopvang Hendrik-Ido-

Toezichtinformatie Kinderopvang Doetinchem 2013

Toezichtinformatie Kinderopvang Peel en Maas... pagina 2 van 7 Afhandeling aanvragen (KDV, BSO, GOB, PSZ, VGO) Grafiek 1: Tijdig afgehandelde aanvrage

Toezichtinformatie Kinderopvang Menterwolde in 2016

Van: H. Steijn Tel.nr.: Nummer: 14A.00453

gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders

Toezichtinformatie Kinderopvang Bladel in 2016

Toezichtinformatie Kinderopvang Oude IJsselstreek in 2016

Toezichtinformatie Kinderopvang Nederweert in 2016

Gemeenteraad College van Burgemeester en Wethouders

&VI. Gemeente Delft. mr drs. G.A.A. Verkerk. drs. T.W. Andricsaen 1.s. Geachte leden van de raad,

Toezichtinformatie Kinderopvang Bloemendaal 2013

Toezichtinformatie Kinderopvang Olst-Wijhe in 2016

Toezichtinformatie Kinderopvang Gooise Merenin2016

Toezichtinformatie Kinderopvang Dongen in 2016

Waarover gaat deze brief? In onze vergadering van 19 juni 2018 hebben wij het navolgende onderwerp besproken:

Toezichtinformatie Kinderopvang Zaanstad in 2016

RAADSINFORMATIEBRIEF

Toezichtinformatie Kinderopvang Noord-Beveland in 2017

^Echt-Susteren. Raadsinformatiebrief. BBV. nr Datum B&W-vergadering. Portefeuillehouder(s) P.H.J. Pustjens. Onderwerp

Toezichtinformatie Kinderopvang Ridderkerk in 2017

Toezichtinformatie Kinderopvang Renswoude in 2017

Toezichtinformatie Kinderopvang Krimpen aan den IJssel 2013

Toezichtinformatie Kinderopvang Eindhoven in 2015

Jaarverslag Kinderopvang 2014 Aanvullingen voor Inspectie van het Onderwijs

Nr gemeente Barneveld. Aan het college van burgemeester en wethouders. Onderwerp: Toezichtinformatie Kinderopvang Gevraagde beslissing:

gemeentebestuur Afdeling Maatschappelijke Ontwikkeling Team Planontwikkeling Gemeenteraad Purmerend datum 23 juni 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Winsum in 2017

*Z007B24585A* documentnr.: INT/C/14/08848 zaaknr.: Z/C/14/10257

B en W Adviesnota ADVIES. Onderwerp Jaarverslag toezicht en handhaving kinderopvang 2017

Toezichtinformatie Kinderopvang Emmen in 2017

Toezichtinformatie Kinderopvang Ameland in 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang IJsselsteinin2017

postadres Postbus 26, 3400 AA IJsselstein Overtoom BK IJsselstein Leden Gemeenteraad Postbus 26 t f

Toezichtinformatie Kinderopvang Emmen In 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Ede in 2015

Doel Uw raad te informeren (gelet op artikel 67, eerste lid, van de Wet Kinderopvang) over de toezichtinformatie Kinderopvang Roosendaal 2014.

R,s. &'2'2'L. Toezichtinformatie Kinderopvang Emmenin2016. Introductie. 1. Criterium Registervoering. 2. Criterium Tijdig afgehandelde aanvragen

4^' Nr MEI 21)1/ S>2. gemeente \ Barneveld. Collegevoorstel. Onderwerp: Toezichtinformatie Kinderopvang Gevraagde beslissing:

Roosen. daal. /, s. Raadsmededeling. Gemeente

Toezichtinformatie Kinderopvang Coevorden in 2016

Toezichtinformatie Kinderopvang Marum in 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Bergen (L) 2015

Kinderopvang. Toezichtinformatie over Toezichtinformatie Kinderopang Rapport Toezichtinformatie ( Word versie )

Toezichtinformatie Kinderopvang Midden-Delfland 2013

Jaarverantwoording kinderopvang 2016

Jaarverslag 2014 Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen. Gemeente Den Haag

Jaarverantwoording Kinderopvang S. Kolkman Juni

Openbaar. Jaarverantwoording Kinderopvang Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Collegevoorstel. Zaaknummer Onderwerp Jaarverslag kinderopvang 2016

Postbus AA Bezoekadres Stadsplein LZ Bank Nederlandse Gemeenten

Toezichtinformatie Kinderopvang Dongeradeel in 2014

gemeente Roermond .oaoo van de gemeente (Wko) leggen wij het jaarverslag kinderopvang 2013 ter kennisneming aan u voor.

^Echt-Susteren. Raadsinformatiebrief. BBV. nr Datum B&W-vergadering Portefeuillehouders) P.H.J. Pustjens.

Toezichtinformatie Kinderopvang Veenendaal 2013

Raadsinformatiebrief. Aan: de leden van de raad Van:

intro Toezichtinformatie over 2014

GEMEENTE VALKE N SWAARD

Onderwerp Jaarverantwoording kinderopvang en peuterspeelzalen gemeente Woudrichem 2015

Toezichtinformatie Kinderopvang Harderwijk 2013

Toezichtinformatie Kinderopvang Vlissingen in 2017

Gemeente Delft. Onderwerp Ter kennisname Toezichtinformatie Kinderopvang Delft 2013

Het jaarverslag concludeert dat de gemeente Heusden het toezicht goed uitvoerde.

Geme. Toezicht en handhaving in het kader van de Wet kinderopvang verrichten gemeenten in samenwerking met de Gemeentelijke Gezondheidsdienst (GGD).

Een goede start! Jaarverslag 2016 Toezicht en Handhaving Kinderopvang

intro Toezichtinformatie over 2014

Inspectierapport Jeckio (KDV) Gansstraat EB UTRECHT Registratienummer:

Definitief Inspectierapport De Paddestoel (BSO) Ambachtsmark EE ALMERE Registratienummer:

Besluitenlijst d.d. d.d. d.d. [ ]Akkoordstukken -- [X]Openbaar [ ]Besloten --

Inspectierapport Peuterspeelzaal Pinokkio (PSZ) Zoeksestraat 5a 4721AC SCHIJF

Inspectierapport De Parel (BSO) Zuiderkruis VA AMERSFOORT

Inspectierapport The Cinemakids (BSO) Cinemadreef EH ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport KDV The Nanny's (KDV) Enschotsestraat DD TILBURG Registratienummer:

Inspectierapport BSO De Bron, locatie Spaubeek (BSO) Schoolstraat BZ SPAUBEEK Registratienummer:

GEMEENTE VAL KENSWAARD

Inspectierapport Elite Gastouderbureau (GOB) De Diagonaal XL ALMERE Registratienummer:

onderwerp Jaarverslag handhaving en toezicht Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen 2014

Openbaar. Jaarverantwoording Kinderopvang Alleen ter besluitvorming door het College Actief informeren van de Raad. Collegevoorstel.

Inspectierapport Op Stoom (BSO) Cypressenstraat AN DORST

Inspectierapport KDV Villa Cardan (KDV) Schiphollaan 28a 5042TR TILBURG Registratienummer:

Definitief Inspectierapport De Paddestoel (KDV) Ambachtsmark EE ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport BeeKidzzZ Speelparadijs (KDV) Duitslandstraat BG ALMERE Registratienummer:

Inspectierapport Trikkert (BSO) Koers GP HUIZEN. Dit is een publicatie van:

Inspectierapport SDK Driehoek (KDV) Driehoek KG DORDRECHT

Inspectierapport Dagopvang & BSO De Dag Door (KDV & BSO) de Raetsingel KC BOXMEER Registratienummer:

Intro. Toezichtinformatie over 2015

Inspectierapport L.J. ter Heide t.h.o.d.n. thuis-in-opvang.nl Drenthe (GOB) van Echtenstraat ER HOOGEVEEN

Inspectierapport Kinderdagverblijf De Toverfluit (KDV) Roskamweide XB NIEUWEGEIN Registratienummer:

Transcriptie:

Evaluatie en afronding van het Verbetertraject Toezicht Kinderopvang Almere van B naar A-status gemeente en het Jaarverslag 2013 SB-VTH, mei 2014

Samenvatting Dit betreft de Evaluatie van 2013 in het kader van het Verbetertraject Toezicht Kinderopvang (Verbetertraject). De Inspectie van het Onderwijs (IvhO) concludeerde tijdens haar tweedelijns toezicht op Almere dat we sinds 2013 de uitvoeringseisen van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (Wkkp) goed uitvoeren. We sluiten het Verbetertraject nu af en hebben de zogenaamde A-status gekregen van de IvhO. De Inspectie van het Onderwijs kent deze A-status toe aan gemeenten die voldoen aan de Wkkp en publiceert de statussen van alle gemeenten op haar site: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/kinderopvang. Voor het eerst wordt samen met de Evaluatie ook het door het college vast te stellen Jaarverslag 2013 met toelichting aangeboden. Op deze manier wordt het college in één voorstel op de hoogte gebracht van de ontwikkelingen rondom kinderopvang en kan het college het Jaarverslag vaststellen. Het traject is gestart met het Verbeterplan Toezicht Kinderopvang (Verbeterplan) dat op 16 december 2010 werd vastgesteld door het college. De IvhO wees Almere echter op het feit dat het uitgangspunt proportioneel toezicht naar autonoom toezichtbeleid niet in overeenstemming was met de Wkkp. Het Verbeterplan werd zodoende aangepast op de uitvoeringseis dat elke geregistreerde locatie voor de opvang van kinderen jaarlijks geïnspecteerd dient te worden. Het aangepaste Verbeterplan is op 20 december 2011 vastgesteld. Hierin werd meteen de inhaalslag conform nieuw landelijk beleid ingewilligd dat ook alle peuterspeelzalen én alle geregistreerde gastouders voor 1 januari 2013 werden geïnspecteerd. Deze inhaalslag is volledig uitgevoerd in 2012 en daarnaast inspecteerden we 75% van het totaal aantal geregistreerde opvanglocaties. Vanaf 2013 voldoen we aan de uitvoeringseis dat álle geregistreerde opvanglocaties worden geïnspecteerd. Ook zetten we daar waar nodig handhaving in om overtredingen op te laten lossen. Op 25 juni 2013 heeft het college de Evaluatie Kinderopvang 2012 vastgesteld waarin twee belangrijke uitgangspunten worden onderschreven: het behalen van de A-status in 2013 heeft prioriteit en het standpunt van de gemeente Almere met betrekking tot het toezicht op de kinderopvang dient kenbaar te worden gemaakt bij de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Dit betreft het onveranderde standpunt over proportioneel toezicht naar autonoom toezichtbeleid. Het ministerie heeft een programma opgestart ter verbetering van toezicht en handhaving in de kinderopvang onder de titel Het Nieuwe Toezicht 1. In dat programma is nog geen ruimte gemaakt voor proportioneel toezicht zoals wij dat voorstaan. Naar aanleiding van de inspecties van de GGD vallen enkele zaken op: Procentueel zijn er iets meer locaties bij de eerste inspectie in overtreding dan in 2012. Daardoor zien we procentueel ook iets meer opgestarte handhavingstrajecten dan in 2012. Toch kunnen we ook constateren dat er een verbetering van de kwaliteit zichtbaar is geworden ten opzichte van 2012. De grootste stijging (van 3% naar 24%) zien we namelijk van de groep van locaties die door de GGD gelabeld wordt als zonder risico op overtredingen in de (nabije) toekomst. De GGD heeft aangegeven dat ze beginnen te merken dat steeds meer locaties meerdere jaren achtereen zijn geïnspecteerd. Het lijkt erop dat hierdoor een beter naleefgedrag is ontstaan. Het gaat steeds vaker om de puntjes op de i. Het zogenaamde profielbeeld van Almere is zodoende duidelijk verbeterd ten opzichte van 2012. 1 Meer informatie over de visie van het ministerie over Het Nieuwe Toezicht vindt u in de Kamerstukken II, vergaderjaar 2013-2014, 31 322 nr 200 van 14 februari 2013 en 31 322 nr 225 van 1 december 2013 2

Leeswijzer In hoofdstuk 1 van de Evaluatie behandelen we eerst de acties die in 2012 geformuleerd zijn om te komen tot de A-status in 2013. In hoofdstuk 2 komen de vervolgacties aanbod die belangrijk worden geacht voor de nabije toekomst. Deze acties bestaan uit zowel onze ambities van het eerste uur als actiepunten die ontstaan door de actualiteiten zoals de vorming van Het Nieuwe Toezicht door het ministerie van SZW. Vervolgens geven we in hoofdstuk 3 inzicht in het naleefgedrag van de kinderopvang in Almere. In Bijlage 1 vindt u het Jaarverslag 2013 met toelichting op de gegenereerde gegevens. Afkortingen voor de diverse soorten kinderopvang: KDV: kinderdagverblijf BSO: buitenschoolse opvang GOB: gastouderbureau VGO: vraag- en gastouderopvang PSZ: peuterspeelzalen 3

Hoofdstuk 1: Evaluatie van de uitgezette acties om te komen tot de A-status Inleiding In 2012 zijn er diverse verbeteringen gerealiseerd zoals het vaststellen van de Nota Integraal Handhavingsbeleid 2012-2014, een juiste en volledige registratie van alle kindcentra in het Landelijk Register Kinderopvang en Peuterspeelzalen (LRKP) en de intensievere interne afstemming over bijvoorbeeld de beschikbaarheidstelling van middelen. De ingezette koers werd in 2013 gecontinueerd zoals ook bekrachtigd in het collegebesluit van 25 juni 2013. Ook de continuering van de samenwerking met de GGD 2 gaf meer inzicht over aspecten van elkaars bedrijfsvoering. Actiepunten vanuit de Evaluatie Kinderopvang 2012 in de collegevaststelling van 25 juni 2013: 1. Het thans gevolgde beleid continueren waarbij het behalen van de A-status prioriteit heeft. Dit beleid wordt verdeeld over de volgende punten: - extra aandacht voor het realiseren van de jaarlijkse inspecties bij alle kindcentra In 2013 zijn we erin geslaagd alle kindcentra te laten inspecteren. Een steeds betere afstemming van de bedrijfsvoeringen van de gemeente en de GGD hebben hiervoor gezorgd. Bijvoorbeeld frequent planningsoverleg en rapportage door de GGD over de voortgang van de realisatie van het jaarprogramma heeft bijgedragen aan het volledig en op tijd afronden van het jaarprogramma. - een goede opvolging van handhaving daar waar sprake is van overtredingen Dit deden we al goed in 2012, maar omdat we toen nog niet alle locaties inspecteerden, bleef handhaving zodoende ook een verbeterpunt. In 2013 is gebleken dat we er zowel in slaagde om alle kinderdagverblijven, buitenschoolse opvanglocaties, de peuterspeelzalen en de gastouderbureaus te laten inspecteren. Daarnaast is de steekproef op de gastouders uitgevoerd. We hanteren hierbij 5% van de geregistreerde gastouders. De wet bepaald dat de steekroef tussen de 5 30% moet liggen. Alle handhaving als gevolg van dit toezicht is eveneens uitgevoerd. De maandrapportage van de GGD faciliteert ons in de controle op de opvolging van de bestuursrechtelijke handhaving door de inspecteurs. - het blijven spelen van een actieve rol in de discussie op landelijk niveau over de verschillende vormen van risicogestuurd toezicht waarbij wordt ingezet op meer beleidsvrijheid zodat in Almere proportioneel toezicht kan worden ingezet. Het college vindt het belangrijk dat er meer beleidsvrijheid mogelijk wordt om het toezicht op de kinderopvang proportioneel en naar lokale omstandigheden te kunnen inrichten. Het is bijvoorbeeld ongebruikelijk om ondernemingen die al jaren de wet goed naleven toch jaarlijks blijvend te belasten met toezicht. Als de GGD geen risico ziet op overtredingen van de wet op zowel de korte als de lange termijn bij een houder: waarom wordt dan toch een jaarlijkse inspectie bij wet verplicht gesteld? Almere is in 2013 aangesloten bij de klankbordgroep van het VNG Expertisecentrum Toezicht en Handhaving Kinderopvang. Deze klankbordgroep onderschrijft de visie die al in ons eerste verbeterplan stond: proportioneel toezicht op de kinderopvang (op basis van autonoom toezichtbeleid). Via dit platform wordt de VNG gevoed voor haar gesprekken met het ministerie van SZW over de formulering van de uitgangspunten voor Het Nieuwe Toezicht. De minister wil voor het einde van de huidige kabinetsperiode een herijking van de kwaliteitsdefinitie van kinderopvang en, naast een aangepaste wetgeving, een nieuwe manier van toezicht invoeren. De nieuw in te voeren wet- en regelgeving staat gepland op 1 januari 2017. - het verder versterken van de gemeentelijke regiefunctie ten aanzien van de uitvoering door het intensiveren van de samenwerking en het overleg met de GGD. In 2013 zijn verdere stappen ondernomen om de bedrijfsvoering nog beter op elkaar af te stemmen. De overlegstructuur is geïntensiveerd en de uitwerking om te komen tot een dienstverleningsovereenkomst kreeg een concrete vorm. In maart 2014 is deze dienstverleningsovereenkomst door beide partijen ondertekend. 2 per 1 januari 2014 heet GGD Nederland: Publieke Gezondheid en Veiligheid Nederland (PGVN): de afkorting GGD zal gebruikt worden in deze evaluatie, zoals zij dat zelf ook blijven doen. 4

- interne samenwerking en coördinatie van de ambtelijke en bestuurlijke portefeuilles. Op de onderdelen toezicht, handhaving, registratie enerzijds en de ontwikkelingen op het gebied van de Harmonisatie anderzijds vond ook in 2013 een goede samenwerking en coördinatie plaats. Dit resulteerde onder andere in de realisatie van een gecombineerde ambtelijke functie op beide onderdelen. Hierdoor is ook meer uitvoering gegeven aan afstemming tussen de portefeuillehouders Beheer en leefomgeving en Jeugd, onderwijs en sport en indien relevant de portefeuillehouder Participatie, zorg en inkomen. Deze opzet wordt in 2014 gecontinueerd, passend naar de portefeuilleverdeling voor de nieuwe collegeperiode 2014-2018. - het monitoren van de ontwikkeling van het aantal gastouderlocaties en indien nodig het formuleren van aanvullend toezichtbeleid. We zagen in zowel 2013 als 2012 eenzelfde soort mutatie in aantallen bij de gastouderopvang. Net als in 2012 hebben we in 2013 van het totale bestand 25% geïnspecteerd. Het gaat hierbij om 5% van de bestaande gastouders (de zogenaamde steekproef) en alle nieuw aangemelde gastouders die in totaal 20% van het gastouderbestand vertegenwoordigen.. Op 1 maart 2013 is de Continue Screening ingevoerd. Dit is een landelijk register waar alle Verklaringen Omtrent Gedrag (VOG) van mensen die werken in de kinderopvang continu gescreend worden op nieuwe strafbare feiten. In opdracht van het ministerie is een onderzoek uitgevoerd naar de werking van het systeem over het eerste half jaar tot 31 augustus 2013. Een van de conclusies was dat de meeste signalen over nieuwe strafbare feiten werden geconstateerd bij huisgenoten van gastouders. In 2014 zullen we eventuele vervolgonderzoeken betrekken de evaluatie van ons toezichtbeleid ten aanzien van gastouderopvang. - zorg te dragen dat de GGD doorgaat met het opstellen van risicoprofielen van het totale bestand van locaties Omdat in 2013 alle kinderdagverblijven, buitenschoolse opvanglocaties en gastouderbureaus zijn geïnspecteerd, hebben al die locaties een risicoprofiel. Omdat peuterspeelzalen pas per 2012 onder deze wet zijn geschaard, worden deze locaties pas in 2014 geprofileerd. Het risicogestuurd toezicht is niet van toepassing op gastouders. Gastouders worden altijd op de dezelfde punten geïnspecteerd, waardoor de systematiek van risicogestuurd toezicht (meer waar het moet, minder waar het kan) niet van toepassing is. Gastouders krijgen dus geen risicoprofiel. Dit actiepunt is dus gerealiseerd. Zolang jaarlijks wordt geïnspecteerd vindt dus jaarlijks een update plaats van de profielen. In hoofdstuk 3 wordt het profielbeeld nader toegelicht. 2. De afdeling VTH de opdracht te geven om met een voorstel te komen voor de structurele financiering voor deze wettelijke taken. Zodoende kan ook op de langere termijn worden voldaan aan de wettelijke uitvoeringseisen. Het college heeft besloten de raad niet te vragen om een structurele borging van het benodigde budget. Het college is van mening dat het financieringsvraagstuk een gevolg is van de gedetailleerde rijksregelgeving en wil dit punt meenemen in de lobby richting rijksoverheid om meer beleidsvrijheid om het toezicht in te richten naar lokale omstandigheden. Het rijk heeft aangegeven in 2015 samen met de VNG het rijksbudget voor het toezicht op kinderopvang te evalueren. Besloten is om in afwachting van de uitkomst van deze gesprekken, het uitvoeringsbudget met incidentele middelen aan te vullen. Het extra benodigde budget wordt jaarlijks op basis van de begrote GGD kosten bepaald. Voor 2014 zijn evenals in 2012 en 2013 aanvullende middelen beschikbaar gesteld vanuit de decentralisatie uitkering Wet Oké. Ook voor 2015 en 2016 is incidentele aanvulling vanuit deze middelen beschikbaar. Recentelijk is door het rijk bekend gemaakt dat gemeenten per 2017 deze uitkering kwijt raken. Hierdoor kan opnieuw een tekort ontstaan op de dekking van de uitvoeringskosten. Bij de programmabegroting 2015 wordt hiervan melding gemaakt ten behoeve van het financieel perspectief 2017. 3. Het standpunt van de gemeente Almere met betrekking tot het toezicht op kinderdagverblijven onder de aandacht brengen van de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Op 19 november 2013 heeft het college ingestemd om de voorgestelde brief over de visie van de gemeente Almere over de huidige en toekomstige inrichting van het toezicht op de kinderopvang te verzenden aan minister Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, de vaste Kamercommissie SZW, de VNG en de G32. Op 6 maart 2014 is een brief van de minister ontvangen met een antwoord op onze visie. In hoofdstuk 2 gaan we hier inhoudelijk verder op in. 5

Hoofdstuk 2: Vervolgacties voor de (nabije) toekomst Inleiding In dit hoofdstuk beschrijven we de acties die in de (nabije) toekomst onderdeel uit maken van onze uitvoering in het kader van kinderopvang. De acties komen voort uit zowel het allereerste Verbeterplan als door recente inzichten en ontwikkelingen zoals de vorming van nieuwe kwaliteitseisen en Het Nieuwe Toezicht. De acties zijn gericht op het blijven voldoen aan de uitvoeringseisen zoals deze nu in de wet zijn omschreven. Daarnaast zijn er acties die complementair zijn aan de uitvoering zoals Almere die wenst vorm te geven. 1. Ondersteuning van de eigen verantwoordelijkheid van de markt (ouders+houders) Ouders zijn allereerst en eindverantwoordelijk voor (de opvoeding van) hun kinderen. De houders zijn dat voor een verantwoorde opvang die voldoet aan de Wkkp. De GGD houdt in opdracht van de gemeente toezicht op de Wkkp. De gemeente neemt onder andere haar verantwoordelijkheid als er gehandhaafd dient te worden bij overtredingen op de Wkkp door de houders. Via de Wkkp hebben ouders een rol van medezeggenschap gekregen. De oudercommissie kan gevraagd en ongevraagd advies uitbrengen ter bewaking en bevordering van de kwaliteit. Idealiter heeft elke locatie een oudercommissie. De praktijk wijst uit dat dit vaak niet het geval is. Dit is een landelijk beeld gebleken. Oudercommissies worden door de GGD op de hoogte gehouden van de inspectie bij de locatie. Daar waar geen oudercommissie is ingesteld, gebeurt dat niet. In 2013 is de Wkkp aangescherpt met de regel dat een houder verplicht is de inspectierapporten op de site te vermelden. Op die manier wordt gefaciliteerd dat inspectierapporten toch beter in het zicht van ouders komen dan alleen via het LRKP. Ondernomen actie: Er is een kwartaaloverleg met de vertegenwoordiging van een deel van de markt (de houders) opgezet. Bij dit overleg faciliteren we informatie-uitwisseling onderling en tussen de gemeente (VTH en indien van toepassing team Lokaal Onderwijsbeleid van DSD), de GGD en de houders over landelijke ontwikkelingen en concrete lokale casussen. Een onderwerp bij dit overleg is ook de communicatie over kinderopvang en hoe ouders meer betrokken kunnen worden. In februari 2013 is een symposium georganiseerd rondom de Harmonisatie van kinderopvang en peuterwerk waar wij een presentatie hebben gehouden over toezicht en handhaving. Vervolgacties(s): In 2014 zal wederom een bijeenkomst voor alle houders worden georganiseerd. Hierbij worden de mogelijkheden onderzocht om partijen hierbij uit te nodigen als oudercommissies, Boink, Branchevereniging Kinderopvang, GGD en VNG. Almere is gestart met de harmonisatie van peuterwerk, voor- en vroegschoolse educatie (VVE), kinderopvang en basisonderwijs. Deze ontwikkeling moet ertoe leiden dat peuters vanaf 2-2,5 jaar t/m 6 jaar, in samenwerking met de basisschool goed begeleid worden in hun ontwikkeling, al dan niet met speciale programma s. Er zullen in deze werkwijze meer dan voorheen mogelijkheden zijn om ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind. Het effect kan daarvan zijn dat ouders meer betrokken raken bij de kwaliteit en uitvoering van de opvang van hun kind. 2. Lobbytraject ten behoeve van de gemeentelijke visie op het toezicht Zoals in hoofdstuk 1 al is beschreven heeft minister Asscher onze brief 3 over onze visie op het toezicht beantwoord. Onze visie behelst proportioneel toezicht door autonoom toezichtbeleid naar lokale omstandigheden in plaats van een wettelijk opgelegd landelijk kader voor de uitvoering van dit toezicht. Het loslaten van de 100%-norm is hier onderdeel van. Met de juiste combinatie van toezichtmiddelen hoeft goede opvang niet elk jaar te worden geïnspecteerd volgens onze visie. Met de ambtenaar van het ministerie van SZW is onze visie besproken. Het ministerie wil nu nog niet inzetten op de door ons voorgestelde methodiek. Het ministerie is van mening dat pas na enkele jaren van verzamelen van naleefgegevens bij dit nieuwe toezicht, geconcludeerd kan worden of de voorspellende waarde van het oordeel van de toezichthouder over het naleefgedrag van de houder geschikt is voor een afwijking van de huidige 100%-norm. 3 Brief van het ministerie verzonden op 4 maart 2013, behandeld door drs. P.J. Sleegers, referentie 2014-0000004483 6

Actuele stand van zaken vanuit het Ministerie van SZW In 2014 wordt een nieuwe kwaliteitsvisie beschreven over het product kinderopvang. Het zwaartepunt hierbij ligt op de ontwikkeling van het kind. Het ministerie heeft hiertoe opdracht verleend via het programma Kwaliteitsimpuls: focus, effectiviteit en verbinding aan BBK: Bureau Kwaliteit Kinderopvang. Een stichting die in 2008 opgericht is door brancheverenigingen van werkgevers, werknemers, ouders voor de verbetering van de kwaliteit van kinderopvang. Een verzwaring op het onderdeel pedagogiek zal hiervan onderdeel zijn. Dit zal nader te bepalen consequenties hebben voor wijze van uitvoering van het toezicht: meer op pedagogiek én meer op doelvoorschriften dan middelvoorschriften. Hierbij hoort een toezicht waarbij meer in overleg met de houder zal worden bepaald wanneer het doel bereikt dient te zijn en minder hoé het doel bereikt dient te worden. Hierbij wordt onderzocht of meer transparantie over de bedrijfsvoering van de houder hiertoe kan bijdragen. Een wezenlijk onderdeel van de kwaliteitsverbetering moet de lerende organisatie zijn. Ook wordt onderzocht of de systematiek van beoordelen vormgegeven kan worden zoals bij scholen het geval is: zwak, matig, goed en excellent. Deze beoordeling wordt mogelijk gepubliceerd. Vervolgactie: De gemeentelijke lobby zal zich de komende tijd richten op beïnvloeding van de visie van het ministerie dat er nog geen doorontwikkeling mogelijk is op proportioneel toezicht zoals wij dat voorstaan. Wij zijn van mening dat het huidig naleefgedrag van houders niet per definitie zal veranderen door aangepaste regelgeving. Als het zou veranderen zou het zelfs beter moeten worden omdat, naast de herijking van de kwaliteitsvisie, ook getracht wordt de regels te verduidelijken. Naleefgedrag wordt ook beïnvloed door goede voorlichting vooraf, de wetenschap dat men gecontroleerd kan worden in combinatie met de wetenschap dat de gemeente altijd handhaaft. Als daarnaast maximaal wordt ingezet op transparantie waardoor houders, bijvoorbeeld digitaal, de nodige verplichte administratie al online kunnen zetten, kan toezicht proportioneel en dus efficiënter worden ingericht. Kortom: er zijn voldoende aanknopingspunten om deze aspecten van toezicht nu al mee te nemen in de huidige ontwikkelingen. 3. Het behoud van de A-status We voeren de taken conform de Wkkp uit en zullen de landelijke ontwikkelingen rondom de nieuwe wetgeving kritisch blijven volgen. Via de lobby en het landelijke netwerk proberen we invloed uit te oefenen op de vorming van de uitgangspunten van Het Nieuwe Toezicht. De samenwerking met de GGD is nu verwoord in de door beide partijen ondertekende dienstverleningsovereenkomst. De basisuitgangspunten worden door beide partijen onderschreven. Dit is een solide basis voor de uitvoering. Andere ontwikkeling: Pilot efficiënter toezicht door de GGD 2014 Vanuit de goede samenwerking met de GGD is in februari 2014 een pilot gestart waarbij het toezicht meer ingericht wordt naar onze eigen ervaring dat met een goede investering vooraf, handhaving achter kan worden voorkomen. Samengevat houdt dit in dat tijdens de toezichtfase meer overleg tussen de GGD-inspecteur en de houder plaatsvindt. Hierbij kan het zijn dat de inspecteur een extra onaangekondigde inspectie uitvoert na het verstrijken van een afgesproken termijn om overtredingen op te lossen. Als de houder hieraan meewerkt, wordt mogelijk bestuursrechtelijke handhaving voorkomen. Waar dit lukt is sprake van besparing van inspectie-uren en de administratieve last die hoort bij het effectueren van bestuursrechtelijke handhaving achteraf. Dit zijn nieuw op te starten procedures met nieuwe administratieve lasten zoals planning, voorbereiding, verslaglegging en het opstellen van handhavingbesluiten. De uitkomst van dit pilot zal onderdeel uitmaken van de rapportage over 2014. 7

Hoofdstuk 3: Naleefdata uit de periode 2011 t/m 2013 Inleiding Uit de periode 2011-2013 hebben we diverse naleefdata verzameld. Vanaf 2013 zijn alle geregistreerde locaties geïnspecteerd en kunnen we zodoende over 2013 een meest volledige beeld schetsen van het naleefgedrag van de kinderopvang. De registratiesystemen zijn continu in ontwikkeling en zodoende jaarlijks aangepast en uitgebreid. Sinds 2012 maken we gebruik van het LRKP. We registreren in het LRKP alle toezicht en handhaving op de kinderopvang. In de zogenaamde Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte (GIR-I) worden de inspectierapporten van de GGD verwerkt. In de module voor de gemeentelijke handhaving (GIR-H) wordt de handhaving als gevolg van de inspecties verwerkt. In 2014 zal verder worden gewerkt aan het mogelijk maken van het genereren van managementinformatie uit het systeem en zal er een planningsmodule worden ingebouwd. Hiermee kan directe opdrachtverstrekking plaatsvinden van gemeenten naar de betreffende GGD. Dit landelijke systeem wordt beheerd door DUO, de uitvoeringsorganisatie van de Rijksoverheid voor het onderwijs. Almere is lid van de gebruikersgroep die wordt geconsulteerd bij vernieuwingen van het systeem. Risicogestuurd toezicht Sinds 2012 wordt het zogenaamde risicogestuurd toezicht uitgevoerd. Dit wil zeggen dat de GGD op basis van het gebleken naleefgedrag uit de voorgaande jaren een risicoprofiel samenstelt op basis waarvan het aantal inspectie-uren voor de eerst volgende inspectie worden berekend. Dit resulteert in een van de 4 risicoprofielen: groen (geen risico op slecht naleefgedrag), geel (beperkt risico), oranje (risico) en ten slotte rood (hoog risico op slecht naleefgedrag). Gastouders (vgo) krijgen geen risicoprofiel en ook de peuterspeelzalen (psz) hebben in 2013 nog geen risicoprofiel. Dit betekent dat het profielbeeld dus alleen wordt gevormd door het naleefgedrag van de kinderdagverblijven (kdv), buitenschoolse opvangvoorzieningen (bso) en gastouderbureaus (gob). Hieronder worden de profielbeelden weergegeven zoals die naar aanleiding van de inspecties in 2012 en 2013 zijn ontstaan. In 2012 had ca. 50% een risicoprofiel. In 2013 hebben alle locaties met een toezichthistorie een risicoprofiel. Het totale bestand van 2013 bestaat uit 20% nieuwe locaties waarvan 8% nog geen profiel heeft gekregen in 2013. Profielbeeld na inspecties in 2012 Profielbeeld na inspecties in 2013 3% 10% 8% 24% 34% 50% 18% 7% 6% 40% geen risico risico geen profiel beperkt risico hoog risico geen risico risico geen profiel beperkt risico hoog risico 8

Naleefgedrag in cijfers Het naleefgedrag beoordelen we ook op het aspect wel/niet in overtreding bij de 1 e onaangekondigde inspectie. We zien dan onderstaande ontwikkeling. Naleefgedrag 2011 Naleefgedrag 2012 Naleefgedrag 2013 50% 50% 53% 47% 58% 42% in orde in overtreding in orde in overtreding in orde in overtreding Hoeveel procent van de overtreders komt in een intensief handhavingtraject? Er is dan sprake van een handhavingbesluit. 2011 2012 2013 5% 5% 8% 95% 95% 92% geen besluit besluit geen besluit besluit geen besluit besluit Conclusie: Procentueel zien we dus geen verbetering maar een kleine verslechtering in het naleefgedrag. Tegelijkertijd laat het profielbeeld zien dat steeds meer locaties positiever beoordeeld worden na de inspectie. Ondanks er bij meer locaties in 2013 dan in 2012 overtredingen worden aangetroffen, zijn de overtredingen minder zwaar geworden en/of in mindere aantallen per locatie aangetroffen. De GGDinspecteurs ervaren in het contact ook een betere medewerking en begrip van steeds meer houders. Onze medewerker die de bestuursrechtelijke handhaving uitvoert, ervaart ook dat de overtredingen steeds meer over details gaan die te labelen zijn als de puntjes op de i. Bij deze conclusie dienen we nog wel een aantal kanttekeningen te plaatsen: De wetgeving kende ook in 2013 weer een aantal aanpassingen zoals de uitrol van de continue screening en de verplicht geworden meldcode voor beroepskrachten: een verzwaring van de administratieve toezichtlast. Het is dus niet geheel vergelijkbaar met 2011 en 2012. In 2012 hebben we alleen de dagopvang berekend; in 2013 zijn alle opvanglocaties betrokken bij de berekening. Peuterspeelzalen zijn in 2012 voor het eerst geïnspecteerd. In 2013 hebben we voor het eerst alles geïnspecteerd waardoor alleen over 2013 een volledig beeld ontstaat. Door de vele stoppers en starters kent de markt elk jaar een andere samenstelling. We merken een toename van de kwaliteit van de rapporten van de GGD. Dit betekent dus dat de kwaliteit van de inspecteurs verbetert. Er is geen onderzoek ter onderbouwing, maar mogelijk heeft dit een verhogende werking op de score van het aantal geconstateerde overtredingen. Dit zelfde effect hebben we gezien bij de toezichthouders bouw-, milieu- en brandveiligheid van VTH. 9

Verwachting naleefgedrag 2014: Over het jaar 2014 zal het 2 e volledige beeld berekend kunnen worden omdat we dan ook weer alle locaties laten inspecteren. Het naleefgedrag zal dan weer worden berekend waarbij diverse relevante factoren zullen worden benoemd. We verwachten een doorontwikkeling van de markt waarin steeds minder houders voorkomen met een (zeer) slecht naleefgedrag. Anderzijds zal het toezicht strakker worden opgevolgd door handhaving en kan dit een toename van het aantal handhavingbesluiten tot gevolg hebben. Dat dit niet perse zo hoeft te zijn, heeft onze Tweestappenstrategie 4 al bewezen. Ontwikkeling van het kinderopvangbestand in Almere De cijfers over het naleefgedrag zijn samengesteld uit onderstaande marktgegevens. Tabel 1: het totaal aantal opvangvoorzieningen per soort per jaar 600 500 400 300 200 100 0 2011 2012 2013 2014 KDV BSO GOB VGO PSZ Hier zijn de aantallen gebruikt van het landelijk register aan het begin van elk jaar. Enkele conclusies: we zien een doorgaande sterke krimp van het aantal gastouderopvang vanaf 2012 we zien een lichte krimp bij de dagopvang en buitenschoolse opvang vanaf 2012 het aantal peuterspeelzalen en gastouderbureaus blijft nagenoeg gelijk. De krimp van de totale markt in 2012 heeft doorgezet in 2013 met ca. 10%. Taakstelling bij een volledige uitvoering van de Wkkp We hebben in 2013 het volledige programma uitgevoerd op basis van de totale aantallen en soorten opvang in de stad. In tabelvorm zijn het aantal inspecties en de kosten voor deze uitvoering door de GGD op een rij gezet van 2011, 2012, 2013 en de raming voor 2014: Jaar Totaal beschikba ar voor de GGD Incidentele aanvulling vanuit DSD (Wet Oké) Offertebedrag GGD Daadwerkelijk gedeclareerd door GGD Aantal inspectieuren 2011 325.000 Nee Nvt 321.000 3606 ( 89/u) Wettelijke taak volbracht? Nee, van de kdv/bso/gob is 78% geïnspecteerd. Vgo en psz hoefde toen nog niet. 2012 530.000 Ja, 150.000 2013 586.000 Ja, 250.000 2014 560.000 Ja, 250.000 589.000 510.000 5730 ( 89/u) 595.000 543.000 5902 ( 92/u) Nee, van de kdv/bso/gob is 75% geïnspecteerd. Wel zijn alle vgo s (386!) en psz s (40) geïnspecteerd: de inhaalslag. Vandaar een veel hoger aantal inspecties. De bedrijfsvoeringen van de GGD en de gemeente sloten in dit jaar nog niet optimaal op elkaar aan. Een klein deel van het budget is zodoende niet besteed. Ja. Het doorzetten van de krimp van de markt heeft ertoe geleid dat met minder budget 100% uitvoering van de wetgeving kon worden gerealiseerd. Juist een aantal risicovolle locaties met dito meer inspectie-uren. Zodoende hoefden vele inspectie-uren niet te worden uitgevoerd. 560.511 n.b. 6027 N.b. De uurprijs voor 2014 is 93. 4 Tweestappenstrategie zoals opgenomen in de Kadernota Integraal Handhavingsbeleid 2012-2014 10

Opvallend: de mutatiegraad In een marktsegment waar weinig winst te behalen valt en waar een krimp de trend is sinds 2012, komen er elk jaar toch vele nieuwe aanmeldingen. We zien hierbij dat nieuwe ondernemingen het jaar niet eens vol maken. Dit is een kostenpost voor ons aan registratieonderzoeken in 2012 à 34.000 en in 2013 à 45.000. Nieuwe ondernemingen stunten ook steeds meer met aanbiedingen om klanten te werven. Als gevolg van deze concurrentiestrijd en de bezuinigingen vanuit het Rijk zien we juist ook de kwalitatief goede aanbieders stoppen omdat de kosten boven de baten uitgroeien. Helaas gaat hier dus niet altijd op dat de kwalitatief besten overleven. Vanuit de informatiebron: Stichting Waarborgfonds Kinderopvang werd in 2012 al gesignaleerd dat de kinderopvang nauwelijks tot geen reserves meer heeft. De trend in de krimp werd voorspeld. In onderstaande tabel het totale aantal in- en uitschrijvingen in het LRKP van alle opvangsoorten. Tabel 2: mutatiegraad: 250 200 216 205 150 100 50 56 69 120 133 gestart gestopt 0 2011 2012 2013 Enkele conclusies uit de aantallen (niet direct uit de tabel afleidbaar): Zowel bij de dagopvang als naschoolse opvang zien we in 2013 een dubbel aantal uitschrijvingen ten opzichte van inschrijvingen: een sterke krimp. Dit gold in 2012 al voor de naschoolse opvang. In 2012 zagen we ook al een sterke daling van het aantal gastouders; dat heeft doorgezet in 2013 zoals in Tabel 1 al duidelijk te zien is. We horen ook van andere gemeenten dat de mutatiegraad hoog is. Al met al een beweging die we niet kunnen verklaren. De naleving verder uitgesplitst naar soort opvang: Dagopvang Naschoolse opvang Peuterspeelzalen Gastouders Gastouderbureaus 41% 42% 40% 50% 50% 50% 50% 59% 58% 60% in orde niet in orde in orde niet in orde in orde niet in orde in orde niet in orde in orde niet in orde 11

Welke overtredingen zijn er geconstateerd en hoeveel? Dit wordt uitgesplitst naar de diverse domeinen in percentages van het totaal aantal overtredingen. Het totaal aantal overtredingen is namelijk niet zo relevant maar of er domeinen zijn die vaker worden overtreden dan andere. En kunnen we hier vervolgens conclusies aan verbinden? Dagopvang Naschoolse opvang Peuterspeelzalen Gastouderbureaus 11% 18% 11% 17% 7% 23% 25% 16% 21% 10% 19% 12% 4% 50% 6% 11% 13% 4% 23% 1 2 3 4 5 6 7 7% 23% 1 2 3 4 5 6 7 21% 2 3 4 5 6 7 29% 13% 0% 6% 2 3 4 5 6 7 Conclusies: De dagopvang en naschoolse opvang laten een vergelijkbaar beeld zien. De top 3 bestaat voor beide uit: 1. domein 3: de aanwezigheid van een actuele risico-inventarisatie en in hoeverre daar naar wordt gehandeld. 2. domein 6: de aanwezigheid van een actueel pedagogisch beleidsplan en in hoeverre daar naar wordt gehandeld. 3. domein 1: informatieverstrekking aan ouders zoals bijvoorbeeld het inspectierapport over de locatie Voor de peuterspeelzalen geldt de volgende top 3: 1. domein 3: de aanwezigheid van gekwalificeerd personeel* 2. domein 2: informatieverstrekking aan ouders 3. domein 4: de aanwezigheid van een actuele risico-inventarisatie en in hoeverre daar naar wordt gehandeld. Voor de gastouderbureaus geldt de volgende top 3: 1. domein 2: informatieverstrekking aan ouders 2. domein 7: de algehele kwaliteit van het bureau (bemiddeling en begeleiding voor gastouderopvang) 3. domein 5: de externe klachtenregeling Daar de gastouderbureaus verantwoordelijk zijn voor de kwaliteit van de gastouderopvang, is voor gastouders individueel geen overzicht van toepassing. *Verschil tussen dagopvang en peuterspeelzalen In 2012 zijn de kwaliteitseisen ook gaan gelden voor de peuterspeelzalen. Omdat er een verschil zit in de opleidingseisen die in de Wkkp zijn opgenomen en de eisen die van oudsher gelden voor het personeel van de peuterspeelzalen, zijn er tijdens de inspecties overtredingen geconstateerd die vallen in domein gekwalificeerd personeel. Inmiddels zijn de beroepskrachten met verouderde kwalificaties ook in het bezit van de kwalificaties die worden erkend door de Wkkp. Bij de peuterspeelzalen wordt nauwelijks de beroepskracht-kind-ratio overtreden en zien we dat er veel beter wordt gescoord op het domein pedagogiek dan bij de dagopvang en naschoolse opvang. Hier is duidelijk het verschil te merken tussen de van oudsher door de gemeente gesubsidieerde peuterspeelzalen en de commerciële dagopvang die moeten putten uit eigen middelen voor voor- en vroegschoolse educatie (VVE). Per 1 mei is een subsidieverordening 5 van kracht geworden die stimuleert dat er samenwerkingsverbanden plaats gaan vinden tussen de opvang, de peuterspeelzalen en het onderwijs. Deze tussenstap wordt gezet om te komen tot een goede infrastructuur van de voorschoolse voorzieningen in Almere en kan daar waar deze initiatieven ontstaan een kwaliteitsverbetering van dit product opleveren. 5 Nadere regels subsidies Peuterwerk en Voorschoolse Educatie 2014 12

Bijlage 1: Het Jaarverslag Toezichtinformatie Kinderopvang Almere 2013 Toelichting bij het Jaarverslag 2013 Sinds 2012 registreren we al onze handelingen in het LRKP. Het onderdeel waar de inspecties van de GGD worden geregistreerd en de handhavingsacties van de gemeenten heet het GIR: Gemeenschappelijke Inspectie Ruimte. Vanuit dit landelijke registratiesysteem worden alle acties gegenereerd naar het jaarverslag. De format voor het jaarverslag is door de IvhO opgesteld waarbij advies is gevraagd bij VNG en GGD. Sinds 2013 wordt dit format via www.waarstaatjegemeente.nl gepubliceerd. Zodra het college de Evaluatie met Jaarverslag heeft vastgesteld wordt de raad geïnformeerd en wordt het Jaarverslag vrijgegeven op de genoemde internetsite. Per onderdeel vindt u indien van toepassing een toelichting op de gegenereerde cijfers uit het Jaarverslag. De format van het Jaarverslag ziet er zodoende ook anders uit dan de Evaluatie zelf. Alleen de dik gedrukte toelichting is een aanvulling van Almere. 13

Toezichtinformatie Kinderopvang Almere 2013 Introductie De kinderopvang omvat de volgende voorzieningen: Kinderdagverblijven (KDV), Buitenschoolse Opvang (BSO), Gastouderbureau's (GOB), Peuterspeelzalen (PSZ) en Voorziening Gastouders (VGO). Gemeenten zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de kwaliteit van de kinderopvang. Als een voorziening de wet overtreedt moet de gemeente handhaven. Dit overzicht is gebaseerd op de gegevens zoals ontleend aan de databases van het LRKP, GIR I en GIRH met uitzondering van de toelichtingen die door gemeenten zijn ingevuld. Dit rapport bevat de belangrijkste onderdelen voor het toezicht op de kinderopvang. Afhandeling aanvragen (KDV, BSO, GOB, PSZ, VGO) Grafiek 1: Tijdig afgehandelde aanvragen (%) Gemeenten zijn wettelijk verplicht om een aanvraag binnen 10 weken af te ronden. Het aandeel tijdig afgehandelde aanvragen geeft een indicatie hoe processen binnen een gemeente zijn geregeld. Toelichting gemeente: In een aantal gevallen is met de aanvrager overeengekomen meer tijd te gunnen zonder dat een dergelijke opschorting in het register is gemuteerd. Zodoende worden ook deze procedures als niettijdige afgehandelde aanvragen gegenereerd. Dit is een aandachtspunt bij de verwerking van de aanvragen in het landelijk register voor de toekomst. In 6 gevallen is daadwerkelijk sprake van te laat beslissen op de aanvraag. Volgens de controlelijst van de Inspectie van het onderwijs worden bij de niet-tijdig afgeronde aanvragen ook gastouders gerekend. Dit zien we echter niet terug in dit jaarverslag bij het totaal aantal procedures van 166. Met de gastouders erbij zijn er in totaal 247 aanvragen verwerkt in 2013. Als we op basis hiervan het scoringspercentage zouden berekenen met de 6 gevallen, dan komen we uit op 97,6%. 14

Uitvoering inspecties (KDV, BSO, GOB, PSZ) Grafiek 2: Geïnspecteerde locaties (%) Het toezicht op de kinderopvang wordt door de GGD uitgevoerd in opdracht van de gemeente. De GGD voert inspecties uit en rapporteert hierover. Iedere bestaande locatie moet jaarlijks worden geïnspecteerd. Voor iedere nieuwe locatie dient binnen 3 maanden een onderzoek plaats te vinden. Indicator zegt iets over in hoeverre de gemeente erin is geslaagd om alle locaties te laten inspecteren. Uitvoering inspecties (VGO nieuw) Grafiek 3: Geïnspecteerde locaties (VGO nieuw) (%) Het percentage geïnspecteerde locaties geeft aan in welke mate de taakstelling ten aanzien van nieuwe VGO-locaties wordt gehaald. De indicator zegt iets over de mate waarin de gemeenten alle nieuwe gastouders heeft laten inspecteren. 15

Uitvoering inspecties (VGO bestaand) Grafiek 4: Geïnspecteerde locaties (VGO bestaand) (%) norm = 5% Het percentage geïnspecteerde locaties geeft aan in welke mate de taakstelling ten aanzien van bestaande VGO-locaties wordt gehaald. De wettelijke norm is dat tenminste 5% van het bestaande bestand wordt geïnspecteerd. Toelichting gemeente: KDV/BSO/GOB/PSZ (96,6% geïnspecteerd): Hier betreft het hier ca. 10 nieuwe registraties van voor 1 oktober 2013 die in januari 2014 zijn geïnspecteerd en zodoende niet meetellen voor 2013. Hierdoor blijft dit percentage net onder de 100%. Gastouders (VGO, 4,7% geïnspecteerd: DUO heeft hierbij alleen de inspecties geteld bij gastouders die aan het einde van 2013 nog steeds waren geregistreerd. Er hebben echter ook inspecties plaatsgevonden bij gastouders die later in het jaar uitgeschreven zijn. We gaan bij de planning uit van het aantal geregistreerde gastouders aan het begin van het jaar. Aan het begin van 2013 stonden er 420 geregistreerd waarvan we er 22 hebben geïnspecteerd (=5,2%). Door de gebruikte filter zijn er 7 niet geselecteerd. Handhaving Grafiek 5: Ingezette handhavingstrajecten op tekortkomingen (%) 16

Gemeenten moeten handhaven als zij tekortkomingen signaleren. Een voorbeeld van een tekortkoming is als een leidster niet de juiste diploma's heeft. De indicator geeft aan in hoeverre de gemeente bij iedere overtreding handhaaft. Tekortkomingen zonder handhavingsactie Tabel 1: Tekortkomingen zonder handhavingsactie (aantal) Tekortkomingen zonder handhavingstraject Almere 0 Als er een tekortkoming wordt geconstateerd dient er te worden gehandhaafd. Er kunnen redenen zijn om toch niet te handhaven. Een voorbeeld is als het een geconstateerde overtreding betreft op een locatie die inmiddels failliet is. Als er zonder reden niet wordt gehandhaafd loopt de gemeente het risico dat de gemeente niet aan de handhavingsplicht voldoet. Tabel 2: Toezicht Kinderopvang (aantal) Almere Aanvragen 166 Tijdig afgehandelde aanvragen 150 Te inspecteren locaties 291 Geinspecteerde locaties 281 Te inspecteren VGO-locaties nieuw 81 Geinspecteerde VGO-locaties nieuw 79 Te inspecteren VGO-locaties bestaand 16 Geinspecteerde VGO-locaties bestaand 15 Rapporten met handhavingsadvies 138 Ingezette handhavingstrajecten 138 Tekortkomingen zonder handhavingstraject 0 Bronnen De gegevens zijn afkomstig van Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) en aangeleverd door de gemeente Almere 17