Profielwerkstuk Biologie Evolutie mens en de externe factoren daarop

Vergelijkbare documenten
En toen kwam Darwin. On the origin of species. 1. Het ontstaan van het leven. Fossielen. 2. Getuigen van deevolutietheorie

Werkstuk Biologie Evolutie van de mens

Ik houd mijn spreekbeurt over de eerste mensen en mensachtigen op aarde, zoals de Neanderthalers.

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS. College 6 Evolutie mens

EVOLUTIE VAN OERSOEP TOT OERMENS. College 6 Evolutie mens

WEST-VLAAMSE ARCHEOKRANT

6,7. Praktische-opdracht door een scholier 2169 woorden 28 juni keer beoordeeld. Inleiding

TIJDLIJN. Een reis door de geschiedenis

Eindexamen biologie vmbo gl/tl II

Panter. Ook wel luipaard genoemd

Werkbladen Voortgezet onderwijs. Naam leerling:

Oerboeren in de Friese Wouden.

Werkstuk Levensbeschouwing De prehistorie

Werkstuk door M woorden 15 juni keer beoordeeld. Wat zijn Pterosauriërs Inleiding:

Bijlage VMBO-GL en TL 2006

DE SIBERISCHE TIJGER

Apen. Inhoud. Orang-oetan. Gibbons. 1. Orang-oetan. 2. Gibbons 3. Handen en voeten 4. Bavianen 5. Zuid-Amerikaanse apen 6. Chimpansees 7.

Veel bezoekers van de dierentuin blijven geboeid voor het verblijf van één van de

De tijger. De geschiedenis van de tijger. De kenmerken van de tijger

Vissen op prehistorische botten

WESTELIJKE LAAGLANDGORILLA

Voor/na het bezoek. Museum voor Natuurwetenschappen.be Vautierstraat, Brussel

De steentijd Jagers en verzamelaars

Kijk je mee? Oerwoud. 2006, Parasol N.V. België

WOLF. Huilend roofdier

Tijger. Een machtige streepjeskat

DE WESTELIJKE LAAGLANDGORILLA

Voeding. klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

KOMODOVARAAN. Door: Jade Boezer

vissen amfibieën reptielen zoogdieren dinosauriërs primaten

Voeding. Voor klas 1 en 2 van het voortgezet onderwijs

1. Ontstaan van de mens

Stokstaartje. Inhoud. 1. Wat is een stokstaartje. 2. Mijn familie onder de grond

IJsbeer. Wetenschappelijke naam ursus maritimus

Bijlage-VMBO-KB 2006 BIOLOGIE CSE KB. tijdvak 2. Deze bijlage bevat informatie b

Werkstuk Biologie De Pandabeer

Spreekbeurt ANW Evolutie van de mens

Antwoordmodel opdrachten Fossielen en evolutie met gif

DE ORANG OETAN. Bosmens

Evolutie, wat is dat nu feitelijk?!

Werkstuk Biologie De Sneeuwuil

Deze mooi gekleurde vogels hebben een grote snavel. Niemand weet precies waarom, maar hij lijkt handig om noten open te breken.

OVER CHIMPANSEES LENGTE

INHOUD. Inleiding Mensapen Haaien Wolven Walvissen Vleermuizen Kwallen Panda s...

geschiedenis van de mens. Deel I jagers en verzamelaars. Boek 1 van Pan tot homo sapiens Woord vooraf

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

DINOSAURIËRS. Marthe Terny

5,9. Werkstuk door een scholier 1441 woorden 9 juni keer beoordeeld

WEST-VLAAMSE ARCHEOKRANT

2. We nu nog levende katachtige is volgens deze stamboom het meest verwant aan de Poema? A de Cheeta B de Europese lynx C de Huiskat D de Jaguar

Jagers met pijl en boog.

Praktische opdracht Biologie Evolutie van de Mens

Weerleggingen van pagina 255

HOOFDSTUK 1 HET ONTSTAAN VAN HET LEVEN OP AARDE BLZ 3. HOOFDSTUK 3 DE VELOCIRAPTOR BLZ 5. HOOFDSTUK 4 DE SPINOSAURUS BLZ 6.

Levenswijze van jagers-verzamelaars. CC Naamsvermelding-GelijkDelen 4.0 Internationale licentie.

Empathie. Natuurlijk gegeven van een evolutionaire moraal

Inhoud. Inleiding blz. 3. Wat is een fossiel? blz. 4. Hoe fossielen ontstaan blz. 5. Fossielen van zacht weefsel blz. 6. Zeedieren blz.

Korte inhoud. De prehistorie

Wat zijn apen? Is een aap mijn oom? Oud en nieuw. Kennismaking met de bende. Groot en klein. Sociaal leven. De koning van de slingeraars

HET STOKSTAARTJE. Aardmannetje

dieren Werkstuk Arianne van der Graaf dieren

DE WOLF. Huilend roofdier

Praktische opdracht Biologie Evolutie en ordening PO

Dinosauriërs. Inhoudsopgave. 1. Inleiding. 2. Wat is een dinosauriër?

De mens begon paarden te temmen rond 3000 voor Christus, en werden op grote schaal gebruikt voor diverse werkzaamheden.

Beestige bundel van: 1

Andere boeken in deze serie:

ZOO Antwerpen van A tot Z. Handleiding en leerdoelen - 1ste graad

Paarden zijn hoefdieren: dieren met hoeven aan hun voeten. Een hoef is een hele dikke nagel die de poot beschermt.

inhoud blz. 1. Roofdieren 2. De leeuw 3. De tijger 4. De luipaard 5. De wolf 6. De ijsbeer 7. De bruine beer 8. Filmpjes Pluskaarten

inhoud 1. Apen 3 2. Gert de gorilla 4 3. Sjors de chimpansee 6 4. Goof de gibbon 8 5. Boris de bonobo Ollie de orang oetan 12 7.

RATELSLANGEN PEKARI S

Oog in oog met de dino s expeditie oertijd

W.O. Tweede leerjaar Geert DE JAEGER

4,8. Praktische-opdracht door een scholier 1160 woorden 5 februari keer beoordeeld. Inleiding

HET TRECHTERBEKERVOLK. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei. het hunebed de trechterbeker de provincie Drenthe de zwerfkei

6.4. Boekverslag door V woorden 11 april keer beoordeeld. Inhoudsopgave. Inleiding. Groep van het dierenrijk

LESPAKKET ECOLOGIE. Naam. Dierenrijk is onderdeel van

5,7. Werkstuk door een scholier 1693 woorden 15 oktober keer beoordeeld. Hoofdstuk 1: Inleiding

Antwoordkernen bij Eureka 1 Prehistorie H. 1 t/m 4

CALIFORNISCHE ZEELEEUW

Werkstuk Biologie Nijlpaarden

3000 v. Chr v. Chr v. Chr v. Chr.

* makkelijk (voor kleine kinderen) ** normaal (voor kinderen) *** moeilijk (voor volwassenen)

Spreekbeurten.info Spreekbeurten en Werkstukken

In deze digitale les worden de volgende onderwerpen rondom de ijstijd besproken:

Ontdek de topstukken van het Museum voor Natuurwetenschappen. Voor kinderen van 6 tot 8 jaar

Werkstuk Biologie De olifant

BRUINE BEER. Grote alleseter

LESBRIEF ONDERBOUW VOORTGEZET ONDERWIJS - VMBO - GESCHIEDENIS OPDRACHTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Flora en fauna. Flora

Begrippen. mammoet Een dier uit de prehistorie. Een mammoet leek op een grote harige olifant. jagers

Lesbrief BIJZONDERE SCHATTEN OPDRACHT 1 - SCHATGRAVEN IN DE NOORDZEE

Vos. De kop-romplengte van 58 tot 90 cm met een staart van 32 tot 48 cm.

Kaartenset gewervelde dieren

Werkstuk Biologie De aap

DE CALIFORNISCHE ZEELEEUW

SPEURTOCHT. Groep 7 en 8. Met deze speurtocht loop je door de hele dierentuin. Beantwoord de vragen, verzamel alle letters en raad het geheime woord!

SPREEKBEURT GEELWANG-, GEELBUIK- en ROODWANGSCHILDPAD

Transcriptie:

Profielwerkstuk Biologie Evolutie mens en de externe factoren daarop Profielwerkstuk door Drudge 4796 woorden 18 januari 2005 5,9 97 keer beoordeeld Vak Biologie Hoe is de evolutie van de mens gelopen? 300 miljoen jaar verschenen de eerste amfibieën en reptielen, of terwijl, de eerste landdieren. 245 Miljoen jaar geleden verschenen de eerste dinosauriërs. De dinosauriërs domineerden de aarde tot 65 miljoen jaar geleden. Toen sloeg waarschijnlijk een komeet of een meteorietenregen in op aarde en veranderde de temperatuur drastisch, zodat de grote dinosauriërs uitstierven, omdat ze zich niet konden aanpassen. Kleine dieren in de zee en op het land hadden het gemakkelijker. Zij overleefden de ramp. Kort voor deze ramp waren de eerste zoogdieren en vogels verschenen. Zij waren warmbloedig en konden beter tegen klimaatsveranderingen. Zij konden zich ook goed handhaven bij koudere temperaturen. En nu de dinosauriërs verdwenen waren hadden zij de mogelijkheid zich te ontwikkelen. Tussen 65 miljoen jaar geleden en 3 miljoen jaar geleden werden zoogdieren en vogels de dominante soorten. Verschillende soorten zoogdieren leerden gereedschap te gebruiken. Niet alleen primaten (aapachtigen), maar ook otters. Een aantal primaten waren zeer succesvol. Van hen stammen de chimpansees, de gorilla s, de orang oetan's en de mensen af. Toen in afrika de tropische regenwouden kleiner werden en er meer savanne kwam zijn er verschillende primaten uit de bomen gekomen om op de grond te gaan leven, sommige groepen hebben zich zelfs op de savannes gewaagd. Uit deze gemeenschappelijke voorouder van aap en mensaap die op de savanne is gaan wonen is de mens ontstaan, de apen op de savannes gingen namelijk rechtop lopen om de savannes te overzien om gevaar of eten waar te nemen. De gemeenschappelijke voorouder van de mens en de mensapen klom in bomen, maar liep ook al op zijn achterpoten. De gemeenschappelijke voorouder van de mens was waarschijnlijk erg chimpansee achtig en was relatief licht, zo een 40 kilo. Hij leefde in half bosachtig gebied. De oran oetan spiltste zich al 10 miljoen geleden van de gemeenschappelijke voorouder van mens en mensaap af, de gorilla deed dat 8 miljoen jaar geleden en de chimpansee 7 miljoen jaar geleden.niet alle op de savannes levende apen zijn echter rechtop gaan lopen (bijvoorbeeld bavianen) Ardipithecus ramidus Dit is de meest primitieve soort van de mens die tot nu toe is gevonden en ook de oudste. Hij heeft ongeveer 4,4 miljoen jaar geleden geleefd in het gebied waar nu Ethiopië ligt en was ongeveer 122 cm lang. Ramidus heeft een meer chimpansee-achtig uiterlijk dan alle andere soorten. Zijn poten leken namelijk een beetje op die van chimpansees, maar ook op die van de Australopithecus afarensis. De Pagina 1 van 9

fossielen die zijn gevonden wijzen op het leven in de bossen. Ze schijnen wel tweevoetig te zijn geweest; zo konden ze naar een savanneklimaat trekken. Australopithecus anamensis Hij leefde zo'n 4,2 tot 3,9 miljoen jaar geleden. Het lichaam van anamensis was een mengeling van de primitieve en de meer ontwikkelde soorten. Zijn tanden leken veel op die van oudere apen. Benen en armen waren al meer ontwikkeld. Door dit laatste is het vrij zeker dat ze op twee voeten liepen. Australopithecus afarensis Tot de afarensis behoort "Lucy". Afarensis leefde zo'n 3,9 tot 3,0 miljoen jaar geleden. Het gezicht van de afarensis lijkt veel op dat van een aap, het had een laag voorhoofd, een richel van bot boven de ogen, een platte neus en geen kin. De hersenen hadden een inhoud variërend van 375 cm3 tot 550 cm3. Hij leek nog veel op chimpansees, alleen de tanden leken meer op die van de meer ontwikkelde soorten. Hij had namelijk wat kleinere tanden dan de hedendaagse apen, maar wel weer wat groter en scherper dan de huidige mens. Het gebit had een vorm die tussen een rechthoek van de apen en de parabool van de mensen lag. Afarensis kon al lopen en was vrij sterk. De vrouwen waren kleiner dan de mannen. De lengte van de afarensis kon variëren van 107 cm tot 152 cm. De vingers en tenen waren nog erg krom, waarschijnlijk nog een overblijfsel van het klimmen in de bomen. Het kan ook zo zijn dat ze nog steeds in bomen klommen, hierover twisten de geleerden nog steeds. De vingers en tenen waren groter dan die van mensen. Australopithecus africanus Africanus leefde tussen 3 en 2 miljoen jaar geleden en leek al meer op de mens. De tanden waren achterin groter en voorin kleiner en minder scherp dan die van de afarensis. Dit duidt erop dat ze fruit en planten aten. De vorm waarin de tanden stonden had nu een echte paraboolvorm, zoals die van de moderne mens. De hersens waren ook groter dan die van de afarensis, maar nog net niet groot genoeg om te kunnen praten. Ze hadden een inhoud tussen de 400 cm3 en 500 cm3. De Australopithecus africanus leefde in de grassteppen in oost en zuid Afrika. De Australopithecus afarensis en de africanus staan bekend als de gracile Australopithecines, omdat ze lichter waren gebouwd in de schedel en tanden. Gracile betekent dan ook tenger of zwak. Australopithecus aethiopicus Aethiopicus leefde zo'n 2,6 tot 2,3 miljoen jaar geleden. Van deze soort zijn een paar opgravingen gedaan, de bekendste is de Black Skull die door Alan Walker is gevonden. Dit kan een soort zijn geweest die een voorvader van de Australopithecus robustus en boisei was. De aethiopicus heeft verschillende trekken van de primitieve en de meer ontwikkelde soorten. De hersenen hadden een kleine inhoud van ongeveer 410 cm3. Erg veel is er nog niet bekend over de aethiopicus, omdat de opgravingen niet gehele skeletten naar boven brachten. Australopithecus robustus Robustus leefde ongeveer 2 tot en met 1,5 miljoen jaar geleden. Hij had een lichaam dat bijna gelijk was aan dat van de africanus, maar hij had wel een grotere kop die meer op die van de mens leek dan die van alle voorgaande soorten. Het gezicht was wat vlakker geworden. Het mondgedeelte was dus niet meer zo naar voren geschoven als bij de voorgaande soorten. Hij had relatief kleine voortanden en massieve grove tanden achter in het gebit. De hersenen hadden een inhoud van gemiddeld 530 cm3. De botten die zijn gevonden van de robustus wijzen erop dat ze die botten hebben gebruikt als graafgereedschap. De Australopithecus Robustustus en de Australopithecus boisei zijn de laatsten der Australopithecussen. Deze Pagina 2 van 9

Australopithecussen aten voornamelijk vruchten noten en zaden en zij leefden samen met de eerste Homoiden (de homo habilis). Ze bleken het verkeerde voedsel gekozen te hebben en daarom zijn ze uitgestorven als een aftakking van de stamboom der homoiden (net als neanderthalers). De homo habilis heeft de evolutionaire strijd gewonnen van deze twee soorten Australopithecussen. Australopithecus boisei Boisei leefde tussen 2,0 en 1,1 miljoen jaar geleden en leek zeer veel op de robustus. Veel nieuws valt er dus niet over te vertellen. Alleen het hoofd had een andere vorm. Het hoofd was nog wat massiever geworden, wat wil zeggen dat het gezicht dus nog vlakker werd. Het gezicht begon wat meer op dat van de mens te lijken. Het eerste exemplaar van deze soort is gevonden in de Olduvai-kloof door Leaky, een bekende archeoloog. De Australopithecus aethiopicus, robustus en boisei zijn bekend als de robuuste Australopithecines, omdat hun lichaam vrij robuust gebouwd was. Homo habilis habilis heeft niet voor niets een andere naam dan Australopithecus. Hij is namelijk bekend als de "handyman", omdat habilis bij primitieve werktuigen is gevonden en al veel meer leek op de moderne mens dan de Australopithecines. Leaky, een bekende archeoloog, vond in de Olduvai-kloof namelijk vele primitieve stenen werktuigen als vuistbijlen en slingerstenen. habilis leefde tussen de 2,4 en de1,5 miljoen jaar geleden. Hij leek in veel opzichten nog veel op de Australopithecines. Het gezicht was bijvoorbeeld nog altijd vrij primitief. De achtertanden zijn wel kleiner dan die van de Australopithecines, maar nog altijd groter dan die van de moderne mens. De hersenen waren ook groter dan die van de Australopithecines, ze hadden namelijk een inhoud variërend van 500 cm3 tot 800 cm3 en de vorm leek al meer op die van de moderne mens. Het is ook zeer waarschijnlijk dat de habilis al kon spreken. Deze soort werd ongeveer 127 cm lang. Homo erectus erectus leefde zo'n 1,8 miljoen tot 300.000 jaar geleden. Het gezicht leek veel op dat van de habilis. Hij had een grote bovenkaak en gezicht met opvallende wenkbrauwwallen. De hersenen kregen een inhoud tussen de 750 cm3 en 1225 cm3. Het lichaam was nog steeds robuust. Er zijn verschillende overblijfselen gevonden in Afrika, Europa en Azië. In Europa zijn een aantal opgravingen gedaan in Duitsland en in Azië in China en voormalig Nederlands- Indië (Indonesië). De opgravingen in Afrika en Europa wijzen op een lange, slanke man, terwijl de opgravingen in Azië meer op een kleine, stevig gebouwde man wijzen. De opgravingen op Java (Indonesië) wijzen op een veel primitievere erectus (de Java-mens) dan die in de buurt van Peking (China). De erectus van Peking (de Peking-mens) had een grotere herseninhoud (+/- 1055 cm3) en het is mogelijk dat hij over een primitieve taal beschikte. De Afrikaanse en Europese erectus schijnen wel efficiënter te hebben gelopen dan de moderne mens. De vorige soorten zijn tot nu toe alleen nog maar in Afrika gevonden, maar de erectus is ook in Europa en Azië gevonden. erectus heeft verder waarschijnlijk ook als eerste vuur gebruikt. Bij de Peking-mens is dit het meest waarschijnlijk, omdat bij de overblijfselen van dit soort oude vuurplaatsen zijn gevonden. De stenen werktuigen die ze maakten werden steeds beter. Homo sapiens (archaic) sapiens leefde zo'n 500.000 jaar geleden. De hersenen hadden een gemiddelde inhoud van 1200 cm3, de tanden werden kleiner en minder robuust. Er vormde zich een kin en een voorhoofd, hierdoor werd het hoofd iets ronder. De fossielen van deze soort zijn gevonden in Afrika en Europa. Pagina 3 van 9

Homo sapiens neanderthalensis Bij dit soort staan we even wat langer stil. De Neanderthaler is dan wel als één van de eerste soorten gevonden, zijn uitsterven is tot op heden dag nog een raadsel. De Neanderthaler is genoemd naar de eerste vindplaats van hem in het Neanderthal, oud Duits voor het Neander Dal, dichtbij Düsseldorf in 1856. Op 4 februari 1857 werd de vondst door Schaaffhausen voor een genootschap in Bonn beschreven en sinds die dag is de 'Neanderthaler' in de wetenschappelijke wereld opgenomen. Door verschillende gefossiliseerde beenderen en tanden kunnen we een goed beeld van de grootte en de bouw van de Neanderthaler vormen. Hij leefde zo'n 230.000 tot 30.000 jaar geleden. Hij was gemiddeld 1.60 meter lang en woog circa 70 kilogram. Hij was dus kleiner dan de Europeanen van tegenwoordig, maar zwaarder gebouwd. Hij bezat sterke en gedrongen botten, grote en stevige gewrichten, stevige spieren, een lang lichaam met relatief korte benen. De Neanderthaler liep rechtop. Zijn herseninhoud lag tussen de 1300 en 1700 cm3, wat ongeveer even groot is als dat van de moderne mens, maar 10% kleiner als men rekening houdt met het verschil in de lichaamsafmetingen. De Neanderthaler had een terugwijkend voorhoofd, geprononceerde wenkbrauwwallen en een enigszins naar voren uitstekend gezicht, zonder een echte kin. De schedel was laag en, van voor naar achteren gemeten, tamelijk lang. Waarschijnlijk had hij een grote, enigszins gezwollen neus. Al deze kenmerken passen bij een aanpassing aan een koud klimaat. De kleine, zware bouw houdt de warmte goed vast. De grote neus en de forse neusholte konden de ijskoude lucht opwarmen, voordat die de longen bereikte. De Neanderthaler leefde in de periode van de laatste ijstijd. De Neanderthaler had verschillende werktuigen, namelijk: messen, speerpunten, beitels, boortjes en schrabbers. Om deze werktuigen te maken moest de Neanderthaler een hoge mate van 'intelligentie' en handvaardigheid bezitten. De Neanderthaler leefde in kleine groepen, verzamelde planten als voedsel en jaagde op prooidieren als herten, runderen, hole beren, mammoeten en wolharige neushoorns. Vuur was erg belangrijk voor de Neanderthaler. Het bood bescherming tegen al te lage temperaturen, hield plunderende roofdieren op afstand en was nuttig voor het ontdooien en voor het koken van voedsel. Ze hebben waarschijnlijk dierenhuiden gebruikt als primitieve kleren en tenten te maken. Ze hebben zich ook om ouden en zieken bekommerd. De meeste overblijfselen van de Neanderthaler zijn in grotten gevonden. Dit wijst erop dat ze waarschijnlijk in grotten leefden, maar ook dat zij daar hun doden bergroeven. Zij waren het eerste soort met de aanwijzing voor ritueel gedrag. Er zijn geen opgravingen meer gedaan van Neanderthaler-overblijfselen van na 30.000 jaar geleden. Op dat moment waren de Cro-Magnon mensen, de sapiens sapiens, ook aanwezig in Europa. Het is niet duidelijk wat de oorzaak is voor het plotseling verdwijnen. Enkele geleerden beweren dat ze de voorouders van de Cro-Magnon mensen waren, omdat er overblijfselen waren gevonden die Neanderthal- en sapiens sapiens kenmerken bezaten. Andere denken dat ze zijn uitgestorven vanwege het klimaat. Ze leefden in de periode van de laatste ijstijd en op een gegeven ogenblik werd het te koud. Weer andere denken dat ze zijn uitgestorven vanwege vele ziektes. Dat waren dan ziektes, waartegen ze niet bestendig waren, die door de sapiens sapiens waren meegenomen uit de warmere gebieden nat zoals er in de 16e en 17e eeuw gebeurde met Europa toen zij kolonies stichten. Eigenlijk is er nog steeds geen harde bewijzen voor het uitsterven van de Neanderthaler. Het blijft allemaal bij gissingen. Homo sapiens sapiens (modern) Één van de eerste sapiens sapiens is het Cro- Magnon mens. Dit soort werd in 1868 gevonden in een grot in de Dordogne in Frankrijk. De botten en de schedel leken precies op dat van de moderne mensen, maar Pagina 4 van 9

dateerde 30.000 jaar geleden. De mannen waren gemiddeld 1.80 meter lang, de vrouwen 1.65 meter. Ze waren krachtig gebouwd en ze hadden geen wenkbrauwwal meer en wel een kin. Het Cro- Magnon zou nu niet op straat worden herkent. De werktuigen van het Cro- Magnon mensen werden steeds mooier en meer bruikbaar. Door deze vooruitgang van werktuigen konden ze beter jagen. Ze jaagden erg veel. Dit kan erop duiden dat ze veel monden moesten voeden. We zullen nu de sapiens sapiens in zijn algemeen behandelen. Wij behoren ook tot de sapiens sapiens. Hij verscheen voor het eerst 120.000 jaar geleden. Het voorhoofd werd groter en de hersenen waren groter dan die van de sapiens, maar weer relatief kleiner dan die van de Homo sapiens neanderthalensis. Onze hersenen zijn ongeveer 1350 cm3 groot. 40.000 jaar geleden begonnen we voor het eerst andere grondstoffen te gebruiken voor het gereedschap, zoals botten en geweien. De mens begon toen ook meer kleren te maken en meer te graveren. In de 20.000 jaar daarna begon de mens steeds meer te fabriceren, ook muziekinstrumenten! De mens was 100.000 jaar geleden robuuster dan nu, daarom worden ze nu soms aangeduid als 'de primitieven'. Hoe leefde de mensen in hun verschillende evolutionaire stadia? De gemeenschappelijke voorouder van de mens en mensapen Deze mensen leefden in een half bebost gebied en ze aten fruit, bladeren, noten. Soms aten ze ook vlees en hun eigen uitwerpselen. Klimaatverandering leed tot verandering in gedrag. Ook veranderde dat het aanbod van planten en dieren. Ardipithecus ramidus prooidieren niet vastgesteld. Australopithecus anamensis prooidieren niet vastgesteld. Australopithecus afarensis prooidieren niet vastgesteld. De basis van hun dieet bestond uit vruchten. Ze stonden zelf op het menu van vleeseters. Gebruikte geen wapens. Ze waren tenger en mager en niet sterk. Australopithecus africanus prooidieren niet vastgesteld. In de tijd van de Australopithecus africanus was het klimaat was erg droog en er was weinig plantenleven. Dat heeft de Australopithecus africanus waarschijnlijk gebracht tot het eten van aas en/of tot enige vorm van enige samenwerking tijdens de jacht. Het is echter niet zeker of deze mensachtigen al jaagden. Wel is Pagina 5 van 9

zeker dat zij van geraamtes de botten openbraken met stenen en het beenmerg opaten. Er was waarschijnlijk een zeer sterke sociale structuur met mannelijke hiërarchie. Dit komt doordat de mannen veel groter en sterker waren dan de vrouwen (sexueel dimorfisme). Het verschil tussen mannen en vrouwen was groter dan tussen chimpansee mannetjes en vrouwtjes. Australopithecus aethiopicus prooidieren niet vastgesteld. Australopithecus robustus Gebruikten botten als graafgereedschap om noten te zoeken. Daarnaast gebruikten ze simpele stenen werktuigen die ze zelf maakten. Maar vanwege hun relatief kleine herseninhoud en het feit dat ze tegelijk leefden met de Homo habilis (handige mens) gaan wetenschappers ervan uit dat zij het gebruik van deze werktuigen hebben afgekeken en/of de werktuigen niet zelf hebben gemaakt. Wellicht vonden ze de werktuigen waar homo hablissen het hadden achter gelaten als ze het niet meer nodig hadden of stalen ze het. Australopithecus boisei Gebruikten ook botten als graafgereedschap om noten te zoeken. Daarnaast gebruikten ze simpele stenen werktuigen die ze zelf maakten. Maar vanwegen hun relatief kleine herseninhoud en het feit dat ze tegelijk leefden met de Homo habilis (handige mens) gaan wetenschappers ervan uit dat zij het gebruik van deze werktuigen hebben afgekeken en/of de werktuigen niet zelf hebben gemaakt. Wellicht vonden ze de werktuigen waar homo hablissen het hadden achter gelaten als ze het niet meer nodig hadden of stalen ze het. Homo habilis De homo habilis was klein, niet gespierd en geen goede loper. Het was zeer waarschijnlijk dat ze konden spreken. Het waren aaseters maar ze kwamen vaak laat bij het aas aan. Er wordt vanuitgegaan dat bij het eten van aas een uitgebreidde samenwerking bestond. Sommigen verzamelden merg, anderen joegen andere aaseters weg. Hiervoor was waarschijnlijk spraak nodig. Er wordt vanuit gegaan dat ergens tijdens het bestaan van de homo habilis er jacht is ontstaan er werden hierbij ook zeer simpele wapens gebruikt. Maar sprake van georganiseerde jacht is er waarschijnlijk niet Homo erectus De homo erectus gebruikte zeker spraak. Ook liep hij een stuk betere dan de homo habilis, wetenschappers zeggen zelfs dat de homo erectus efficienter liep dan wij (homo sapiens sapiens) nu doen. Vlees was hun hoofdmenu. Ze waren de eersten van wie het zeker was dat ze zelf jaagden, en daarvoor ook zelf gemaakte wapens gebruikten. De latere homo erectus waren zelfs georganiseerde jagers.de homo erectus was de eerste mensensoort die het vuur ging gebruiken. Hierdoor kon vlees gebraden worden zodat er uit voedsel meer energie gehaald werd.er ontstond daardoor opnieuw een groei in de hersenen. Homo sapiens (archaic) Homo sapiens neanderthalensis De neanderthalers waren jagers. Ze hadden dan ook een dieet van voornamelijk vlees. Op fossielen van Neanderthalers zijn dezelfde jachtsporen gevonden als op hun prooidieren. Hieruit valt te concluderen dat Pagina 6 van 9

ze deden aan kannibalisme. Welke dieren waren van betekenis tijdens de evolutie van de mens? We hebben een aantal diersoorten geselecteerd omdat deze voor de mens belangrijk waren. Het is natuurlijk onmogelijk om de totale dierenwereld die paralel liep aan de evolutie van de mens, we willen alleen de invloeden bekijken. Bij de mens is vooral de wisselwerking prooi zijn voor de mens, of prooi zijn van de mens verandert gedurende de evolutie. De mens is zelf ook prooi geweest van carnivoren zoals vermoedelijk katachtigen zoals de sabeltandtijger, al kun je je dat tegenwoordig niet meer voorstellen.toen de mens rechtop ging lopen, kon hij predatoren eerder zien aankomen, dit was misschien wel het eerste succes van de verandering van viervoeter naar rechtop. Een zeer belangrijke verandering is geweest toen de Homo Erectus als eerste georganiseerde jacht toepaste die ergens toe leed. Tegenwoordig jagen chimpanchees ook georganiseerd; er is een leidend mannetje dat de jacht laat beginnen. Er hoeft maar iets te gebeuren tijdens de jacht en alle jagende apen zijn met iets anders bezig. De homo Erectus had betere wapens gemaakt en wist ze ook beter te gebruiken, dan de homo habilis. De mens was altijd al jager, wellicht op kleine, makkelijk vangbare dieren. Zoals het met stenen doodgooien van bavianen. Vlees behoorde niet tot het hoofdmenu, behalve in de vorm van aas. De homo Erectus veranderde dat. Erectus beheerste ook als eerste mens het vuur bewust. Duizenden jaren oude as vondsten uit groten duiden erop dat er generaties lang voor een vuur is gezorgd op een plek. Op de grotere zoogdieren werd ook veel gejaagd door de Neanderthaler en de Homo Sapiens (wij dus). De Neanderthaler jaagde in kleine groepen op onderstaande prooidieren. Deze dieren leefden overigens in het pleistoceen. Tijdens het laat pleisoceen was de Noordzee een grote grasvlakte waar mammoeten, sabeltandtijgers en veel andere flora en fauna leefde. Dit is bewezen aan de hand van de duizenden fossielen die zijn gevonden op de bodem van de Noordzee. Mammoet De mammoet was compleet aangepast aan de ijstijd en kun je qua uiterlijk vergelijken met een olifant.mammoeten leven in grote kuddes die vooral bestaan uit koeien en kalven (volwassen vrouwtjesmammoeten en hun nageslacht), een kudde staat onder leiding van een matriach. Mammoeten zijn echter een stuk groter en hadden een dikke vacht.veel zoogdieren trokken weg uit de kouder wordende gebieden, de mammoet verkoos het om te blijven. De mammoet leefde tegelijk met de wolharige neushoorn en ze leefden ook in ongeveer hetzelfde gebied. De mammoet had als tijdgenoot de Neanderthaler en de Homo Sapiens. De Neanderthaler en Homo Sapiens maakte uitvoerig jacht op de mammoet, als rijke voedselbron. Mammoeten waren enorme beesten, een groep Neanderthalers kon er misschien weken van eten. Er moet zonder goede apparatuur en alleen wat primitieve wapens, een goede georganiseerde jacht zijn geweest van zowel de Neanderthaler als de Homo Sapiens. In je eentje is het bejagen van een gigant als de mammoet onmogelijk. Sommige wetenschappers denken dat de mammoet een van de eerste dieren is die door de mens (homoiden) is uitgeroeid, anderen denken dat het door klimaatverandering kwam. Het werd te warm voor de mammoet die volledig was aangepast aan het leven in de kou. Wolharige Neushoorn De neushoorns van vandaag lijken sterk op de Wolharige neushoords, ze zijn alleen wat groter. De wolharige neushoorn heeft een schofthoogte van slechts anderhalve meter en net als de mammoet een Pagina 7 van 9

dikke vacht. Hij kwam net als de Wolharige mammoet voor in de uitgestrekte gebieden van Eurazie. Zijn voorste neushoorn was heel lang, en de tweede is korter. Ook de wolharige neushoorn behoorde tot de prooidieren van de Neanderthaler en de homo Sapiens. Dit dier is ook niet bepaald makkelijk vangbaar te noemen. Om een beest als de wolharige neushoorn te vangen, zal net als bij de mammoet, een goede georganiseerde jacht nodig geweest zijn. Sabeltandtijger Een katachtig roofdier van een meter hoog. Hij lijkt veel op de hedendaagse poema. De sabeltandtijger leefde ook in het pleistoceen en kwam voor in Amerika waar nu de staat Californie ligt. De sabeltandtijger had hele lange hoektanden waaraan hij zijn naam te danken heeft. De hoektanden hadden als nut het neersabelen van de prooidieren en zorgde voor optimale grip in het vlees. De mond moest, om deze hoektanden goed te kunnen gebruiken, heel wijd opengespert kunnen worden. De sabeltandtijger had als prooidieren wolharige neushoorns en mammoeten. De sabeltandtijger was samen met de mens de enige natuurlijke vijand van deze twee dieren. De sabeltandtijger kon met zijn hoektanden de halsslagaders van de neushoorns en mammoeten doorbijten. Een andere manier was om het dier eerst hevig te laten bloeden en het bloedspoor blijven volgen. En als het dier vervolgens bezweek, oppeuzelen. De sabeltandtijger moest een mammoet wel in de hals bijten want daar bevinden zich geen skeletdelen. Als hij op een andere plek zou bijten zou hij riskeren zijn tanden stuk te bijten, hetgeen hem op den duur zijn leven zou kosten omdat hij niet meer goed kan jagen. De oudtse vondsten van overblijfselen van de sabeltandtijger dateren van 400 000 jaar terug. Waarschijnlijk zou een sabeltandtijger als hij de kans had, een mens ook als prooi zien. Bijvoorbeeld als de homo erectus in de nacht op jacht was op bavianen en daardoor minder kon zien. Reuzenluiaard Een ding is zeker, deze gigant behoorde niet tot de prooidieren van de Neanderthaler en de Homo Sapiens. Het beest was zes meter lang en 2 meter hoog. Hij stierf pas enkele honderden jaren geleden uit en recente sporen toonden aan dat het beest regelmatig op 2 poten liep. Dit maakte hem waarschijnlijk tot een 6,5 meter hoge, trage, gepantserde verschijning. Hij had namelijk een onderhuidse botstructuur die hem bescherming bood tegen scherpe tanden van de sabeltandtijger en de speren van de mens. Daarnaast woog hij 3800 kilo en beschikte hij, staand, over 2 paar enorme klauwen waarmee hij zich goed kon verdedigen. Ondanks zijn enorme gewicht was het mogelijk om op twee poten te lopen zonder door zijn rug te gaan. Hij behoort namelijk tot de familie Xenartha, deze zoogdieren hebben extra gewrichten tussen hun ruggenwervels. Holebeer De holebeer leefde in grotten en was rechtopstaand zo een drie meter hoog. Het beest lijkt op de hedendaagse grizzlybeer. Ondanks zijn grote zware schedel met 10 cm. lange hoektanden, leefde de beer van wortels, knollen en bessen, in plaats van vlees. De mannetjes waren ongeveer twee keer zo zwaar als de vrouwtjes. De Neanderthaler en de Homo Sapiens zullen de holebeer het liefst met rust hebben gelaten. Door zijn enorme klauwen was hij alles behalve weerloos. De overwintering zorgde wel voor veel slachtoffers onder de holeberen. Vaak was er niet genoeg voedsel en konden sommige beren geen vetlaag aanleggen die dik genoeg was voor de winter.net als bij de mammoet en de wolharige neushoorn kwam hun uitsterven mogelijk door het stoppen van de ijstijd. Reuzenhert Het reuzenhert is een grotere versie van het damhert.ze leefden in Eurazië. De mannetjes hadden een gewei van 3,5 tot 4 meter in lengte. Het reuzenhert behoorde wel tot de prooidieren van de Neanderthaler Pagina 8 van 9

en homo Sapiens. Mede door de enorme geweien van de reuzenherten bleven ze haken achter bomen en konden ze moeilijker voedsel vinden wat ze tot relatief makkelijk doelwit maakten. Luipaard De luipaard heeft kleuren van wit tot goudbruin met zwarte kringen en vlekken. Deze kringen bevinden zich vooral op de rug en de achter billen. De kringen zijn opgebouwd uit 4 tot 6 zwarte vlekken. De staart is zeer lang, meer dan de helft van zijn lichaam. De luipaard is het meest actief in de avond en de nacht. Hij is een zeer schuw dier en is een zeer goede boomklimmer, hij slaapt, rust en eet in bomen. Zijn prooi kan hij helemaal in de boom meesleuren. Een luipaard had meestal meerdere bomen waarin hij zijn prooien bewaarde voor als hij genoeg gegeten had. Voor de Australopethicus Afarensis en de Homo Habilis was dit een belangrijke manier om aan vlees te komen. Zodra de luipaard weg ging, konden ze de resten uit de bomen halen en zelf opeten. De homoiden onthielden in welke bomen de luipaard zijn prooien meestal neerlegden, zodat ze daar regelmatig vlees vandaag konden halen. Bizons De bizons hebben een belangrijke rol gespeeld voor de verspreiding van de Homo Sapiens. Toen de landbrug die Siberie en Amerika met elkaar verbond eenmaal ontstaan was trok daarover wild weg. De volop jagende Homo Sapiens trok hier achteraan. De bizon trok eenmaal in Amerika aangekomen, ook verder Amerika in. De mens trok hier achter aan. Zo zijn de Homo Sapiens in Amerika gekomen en daar stammen alle oorspronkelijke Amerikanen vanaf ; de Indianen dus.goudbruin Pagina 9 van 9