NIEUW > PLAATSINGSGIDS DE RECTOR OPLOSSINGEN Samenvatting 1- Legplan 2- Ontvangst, stockering en behandeling 3- Plaatsing > voorbereiding van de opleg > plaatsen van de balkjes > onderschoring en wegnemen ervan > plaatsen van de vulstenen > wapening aanbrengen > storten van beton 4- Afwerking en specifieke voorzorgsmaatregelen 5- Structuurelementen > Prelintelen PRECOF > Structuurbalken PSR en PR
Deze plaatsingsgids is bestemd voor de vakmensen in de bouw. Omdat het succes van Uw werf en Uw veiligheid onze eerste bekom mernis zijn, leek het ons noodzakelijk U dit referentie document aan te bieden. Het toont de basisprincipes voor de plaatsing van de RECTOR oplossingen. Op het welslagen van Uw werf!! Voor het plaatsen van de vloer, is het noodzakelijk het legplan te lezen. Het is van groot belang de aanwijzingen betreffende behandeling en stockering te respecteren. Voor de plaatsing, moet de oplegzone voorbereid te worden, alsook de plaatsing van de balken PSR. De balkjes mogen slechts op 2 punten steunen. Het plaatsen van de schoren is noodzakelijk voor de veiligheid op de werf. Rector biedt U een breed gamma van vulstenen aan, naargelang uw behoeften en afhankelijk van de toepassing. De RECTOSTEN toepassingen garanderen U een optimale thermische oplossing. Het aanbrengen van de wapening is doorslaggevende fase om de stevigheid van de constructie te garanderen. Het gieten van de betonlaag zal slechts plaats vinden na controle van de vloer en de onderschoring. Het wegnemen van de schoren kan slechts in de laatste fase. Sommige voorschriften hebben betrekking op een volgende fase in de afwerking. SAMEN BETER BOUWEN
8 1- Legplan en borderel. 20 17 9 18 4 10 6 11 2 13 3 7 12 1 19 15 5 14 20 8 11 12 2 16 1- Draagmuur. 2- Betonbalk of metaal profiel. 3- Koker, opening of sparing. 4- Tussenwand met steun op de vloer.(berekening lasten) 5- Lasten specifiek voor het betreffend lokaal.(mobiele, vaste en tussenwanden) 6- Dikte van druklaag en dikte van de vloer. 7- Beginpunt en richting voor het plaatsen van de balkjes en de tussenast. 8- Informatie over specifieke eisen en materialen voor brandweerstand. ( in voorkomend geval) 9- Positionering van de rijen stempels, en de door hen op te vangen lasten. 10- Benaming en aantal balkjes te plaatsen voor een bepaalde zone. 11- Plaatsings wijze: enkele montage. 12- Plaastings wijze: dubbele montage.. 13- Balkje, enkele montage met uitstekende wapening (U) opgevangen door een prefab-wapeningskorf.(raveel Ulysse) 14- Balkjes, dubbele montage met uitstekende wapening (U) opgevangen door een ter plaatse gegoten betonbalk. 15- Type vulsteen. 16- Gedeelte dat dient gemonteerd te worden met pasvulstenen, verzaagd of op te gieten via een bekisting. 17- Zone van verlaagde vulstenen. 18- Bijkomende wapening ( wapeningskappen aan te brengen op de tralieliggers, zie hoofdstuk wapening) 19- Prefab- raveel Ulysse.(in optie) 20- Bijlegwapening (te plaatsen tussen de balkjes bij dubbele montage, zie hoofdstuk wapening) om te voldoen aan de eisen van brandweerstand.( in voorkomend geval)
1 9 7 8 2 4 5 6 3 10 1- Berekende vloerbelasting.(mobiel+vast+scheidingswand) 2- Lijst van de standaard-balkjes. 3- Lijst van de speciale producties.(u uitstekende wapening, Z zooluitsparing) 4- Lijst van de vulstenen. 5- Voorgestelde constructie-elementen in optie : raveel Ulysse. 6- Gelaste tralie-ligger. 7- Bijlegbewapening, in voorkomend geval. 8- Indicatie van het volume beton voor het gieten van de druklaag. OPGELET, er dient nog bijkomend rekening gehouden te worden met het benodigde volume voor de oplegzones, de verankeringen en de compensatie van het tegenpeil. 9- Inlichtingen over het transportgewicht en volume. 10- Bijkomende inlichtingen.
2- Ontvangst, stockeren en behandeling. Bij de receptie van de vloer, is het absoluut noodzakelijk een controle uit te voeren van de overeenkomst tussen de geleverde elementen, de leveringsbon en het borderel van het legplan. Dit om het monteren van niet-conforme elementen te voorkomen. De balkjes dienen gestockeerde te worden op een horizontaal, vlak oppervlak, met voldoende draagkracht. De houten tussenbalkjes worden aangebracht tussen iedere laag balkjes, en moeten precies in één lijn boven elkaar geplaatst worden. De oversteek mag niet meer dan 50 cm bedragen. De manipulatie van de balkjes moet ter plaatse gebeuren, schokken dienen vermeden, de oversteek bedraagt maximum 80 cm Het gebruik van banden of een hijsbalk is aanbevolen. JA NEE 3- Plaatsing van de vloer. Bewapening Aanbrengen van de druklaag Openingen en raveel-constructies Voorbereiding van de oplegzone Plaatsing van de balkjes Plaatsing van de vulstenen Onderschoring 3.1 Voorbereiding van de oplegzone. De balkjes mogen rechtstreeks op de muur geplaatst worden, toch wordt aanbevolen om eerst een mortellaag met hoog cementgehalte aan te brengen, om eventuele hoogteverschillen weg te werken. De mortel moet waterdicht zijn voor toepassingen boven kruipkelders. In geval het gaat om ouden muren, dienen gaten van voldoende diepte gemaakt te worden, dit om een juiste positionering van de balkjes mogelijk te maken. Daarna een stabiele opleg klaarmaken door te effenen en eventueel randbekisting aan te brengen.
3.2 Plaatsen van de balkjes. Identificatie van de balkjes. Type balkje, lengte Balkjes gebakken aarde Met uitstekende wapeningen (U) Met zool uitsparing (Z) De kokers en openingen lokaliseren door middel van het architectenplan. De balkjes plaatsen, rekening houdend met het beginpunt en legrichting op het legplan aangeduid. De tussenafstanden bepalen door het plaatsen van een vulsteen of een afsluitplaat (obturateur) In acht te nemen minimum opleg afhankelijk van het soort oplegzone. - Balkjes zonder uitstekende wapeningen 2- Aard van de oplegzone Minimum opleg (*) Nieuw metselwerk 7cm In bekisting gegoten beton 7cm Ter plaatse gegoten balk (A en B) 7cm Staalprofiel (C) 7cm Oude muur 7cm (*) In sommige gevallen kan een grotere opleg voorgeschreven worden door het studiebureau (zie legplan) A B C - Balkjes met uitekende wapeningen van 8 tot 10cm (speciale productie type U) Aard van de oplegzone Minimum opleg (*) Nieuw metselwerk met betonverankering 5cm In bekisting gegoten beton of ter plaatse gegoten balk (D) 2cm Verzonken, opgetrokken balk of raveel ULYSSE (E) 2cm Prefab- balken (PSR) (F) 2cm (*) In sommige gevallen kan een grotere opleg voorgeschreven worden door het studiebureau (zie legplan) D E F
3.3 Onderschoring 3.3.1 Plaatsing met schoren. Het aantal en de juiste positionering van de rijen stempels wordt aangeduid in het legplan. De stempels moeten het gewicht, aangeduid in het legplan, kunnen opvangen, en in voldoende aantal geplaatst worden conform aan het legplan, voor het plaatsen van de vulstenen. Het gebruik van de stempels moet gebeuren volgens de aanbevelingen van de fabrikant, alsook volgens de geldende professionele regelgeving. De stempels worden geplaatst van beneden naar boven. Het bovenste dwarshout moet in contact zijn met de betonbalkjes, zonder deze te forceren en moet degelijk vastgemaakt aan de stempel met behulp van spelden of nagels. Indien nodig kunnen windschoren geplaatst behulp van spelden of nagels. Indien nodig kunnen windschoren geplaatst worden, ten einde het geheel te stabiliseren. Zonder specifieke aanwijzingen, wordt de plaatsing van de schoren als volgt vastgelegd, ingeval van 1 rij en 2 rijen. 1 rij stempels 2 rijen stempels Vulsteen of afsluitplaat 0,5 x L 0,5 x L 0,4 x L 0,2 x L 0,4 x L L L Voor het plaatsen van de schoren, dient men zich te verzekeren van voldoende draagvermogen van de grond, of het steunvlak waarop ze geplaatst worden. ( de voorbeelden hieronder geven niet alle mogelijke slechte plaatsingen van onderschoring weer) NEE NEE NEE JA
Voor het onderschoren van RECTOSTEN vulstenen, bij voorkeur bovenaan een bredere dwarssteun gebruiken, opdat de lippen niet zouden afbreken. In geval van RECTOSTEN DECOR, bovendien een PVC film aanbrengen boven de dwarsbalk, om de vulstenen te beschermen tegen vuil bij contact met het schoringsysteem ofwel afstandsringen gebruiken bij het schoren. Methode van schoren met afstandsringen voor RECTOSTEN DECOR. 1- De positie van de bakjes lokaliseren.(perforaties) 2- De afstandsringen induwen tot er contact met het balkje plaatsvindt. 3- De dwarsbalk plaatsen in contact met de afstandsring, zonder te forceren. Zijzicht 3.3.2 Het wegnemen van de onderschoring. De stempels worden weggenomen te beginnen van boven, dan beneden en dit wanneer de druklaag (minimum C25/30) zijn maximale weerstand bereikt heeft, of ten laatste 28 dagen na het gieten. De schoren in de kruipkelders dienen weggenomen te worden, anders zullen ze puntbelastingen creëren, met tot gevolg vervorming van de vloer en schade aan het systeem van de vloerverwarming en de vloerbetegeling. Slechts na het wegnemen van de schoren kunnen eventuele tussenwanden opgetrokken worden. 3.3.3 Plaatsing zonder schoor. Een vloer te plaatsen zonder schoor, moet altijd berekend worden door ons studiebureau. Het is mogelijk dat een klein gedeelte met schoren dient geplaatst te worden (versterkingen, kokers, uitsparingen ) Terug te vinden en verifiëren op het legplan. De balkjes type B+ BB+ RSE vormen het versterkte gamma voor plaatsing zonder schoor. Voor de plaasting, verifiëren : - dat het legplan wel degelijk preciseert dat het om een vloer, te plaatsen zonder schoren, gaat. - dat de gebruikte balkjes wel degelijk behoren tot het versterkte gamma voor plaatsing zonder schoor.
3.4 Plaatsing van de vulstenen RECTOR kan U een breed gamma van vulstenen aanbieden, naargelang Uw behoefte, en het soort toepassing. Traditionele oplossingen, lichte of isolerende vulstenen, de plaatsing is gemakkelijk en kan in alle veiligheid plaatsvinden. 3.4.1 Vulstenen beton en gebakken aarde. Nieuwbouw Het plaatsen van een randbekisting is aanbevolen Renovatie Voor beide vulsteen-types, kan het paswerk uitgevoerd worden in beton ter plaatse gegoten, aan het uiteinde of in het midden, na de plaatsing van een bekisting met bijkomende wapening. Deze werkwijze laat toe van een bekisting met bijkomende wapening. Deze werkwijze laat toe het gebruik van de passtukken VB2 of VT1 te vermijden. 3.4.2 RECTOLIGHT-vulsteen In dwarsrichting, is de plaatsing identiek aan 3.4.1 met het voordeel dat er geen passtukken moeten gebruikt worden. De rectolight-vulsteen kan gemakkelijk verzaagd worden op de werf. Start-vulsteen mechanisch te bevestigen. Aanbevolen wordt te beginnen aan de zijkant met een balkje om de ondersteuning van de vulsteen te verzekeren. De plaatsing van de vulstenen met greep langs onder, verbetert de ergonomie. Bij renovatie, als de kwaliteit van het metselwerk het toelaat, kan de start-vulsteen ook steunen op een hoekijzer L80 of L100 ( te verifiëren) dat in de muur bevestigd wordt. Het realiseren van nieuwe tussenmaten door het versnijden in de lengte van de vulstenen. Als de tussenmaat gelijk valt met een muur, dient de afgezaagde kant tegen het betonbalkje geplaatst te worden.
De verdeling en het passen in de langs richting vereisen de toepassing van nauwkeurige werkwijze bij de plaatsing: Kopse kant Verhoogde rand 1- Plaatsen van de balkjes 2- Plaatsen van de afsluitplaten die zorgen voor een juiste tussen-afstand tussen de balkjes 3- Plaatsen van uiterste vulsteen kopse kant met verhoogde rand op de oplegzone (de hoogte is aangepast aan de afsluitplaat) 4- De volgende vulstenen plaatsen in de richting van verlaagde rand naar verhoogde rand met een overlapping van 1 à 2 cm ( speling in de overlapping is max 6 cm bij iedere verbinding) 5- Plaatsen van de andere uiterste vulsteen : kopse kant met verhoogde rand op de oplegzone 6- Plaatsen van de laatste vulstenen : Vulsteen verh.rand verh.rand Lengte > 20cm bruikbaar Vulsteen kopse kant verh.rand Lengte =120cm Vulsteen kopse kant verh.rand Lengte > 20cm ruikbaar Gebruik maken van de speling in de overlappingen, en het verleggen van reeds geplaatste vulstenen, naargelang de vereiste lengte. De vulsteen verzagen in het hoogste gedeelte, om zo een verhoogde rand tegen een verhoogde rand te bekomen. Het resterende gedeelte van de vulsteen is voldoende stevig, en kan gebruikt worden als een verkorte vulsteen (minimun 20cm). Dan de vulsteen met twee verhoogde randen plaatsen tegen de twee vulstenen met verlaagde randen ernaast. Het maken van schuine kanten of afrondingen door de vulsteen in de gewenste vorm te verzagen. Om schuine kanten af te sluiten, kan men, naargelang de omstandigheden, een enkele, of een combinatie van verschillende afsluitplaten gebruiken. Uitsparingen maken kan door middel van een klokboor of een doorslag.
3.4.3 RECTOSTEN-vulsteen RECTOSTEN gewoon, met geprofileerde onderkant RECTOSTEN DECOR met platte onderkant 1-Plaatsen van de betonbalkjes 2-Begin van de plaatsing, de eerste vulsteen op de muur leggen, met behulp van de daarvoor voorziene uitsteek, dan de voorkant goed tegen de muur aandrukken.(*) 5- Plaatsing van de laatste rij (ingeval de breedte niet juist overeenkomt). De vulsteen versnijden met inachtname van een minimum opleg van 2 cm, dan de plaatsing uitvoeren door de versneden gedeelten in elkaar te schuiven. r la longueur. 3- Plaatsen van de vulstenen : De volgende vulstenen in elkaar schuiven, en indien nodig de laatse verzagen op de gewenste lengte. 6- Indien voorzien, de opzetstukken vastclippen. Bij gebruik van meerdere opzetstukken, dit van 8 cm bovenaan plaatsen. 4- Het balkje goed aanspannen tegen de vulstenen.. Hetzelfde herhalen voor alle volgende rijen. 7- Rookafvoer plaatsen. Een passtuk maken, dat voldoet aan de gevraagde brandweerstand, met minimum een vrije doorsnede van 16 cm. Dmv rotswol bv. (*) In geval men start met een balkje tegen de muur, wordt aanbevolen de vulsteen te oriënteren met de uitstekende lip naar de muur georiënteerd. Het uitstekende gedeelte wordt dan op de juiste breedte versneden.
In geval van dubbele montage balkjes : Voor de Rectosten met geprofileerde onderkant, (vooral voor kruipkelders), wordt aanbevolen de isolatiestrookjes onmiddellijk tijdens het plaatsen van dezelfde rij aan te brengen. (Isolatiestrookje PL6E lengte 60 cm- gladde uitvoering). De mechanische verankering kan door in te schuiven, maar de afwerking met een cementlijm wordt aanbevolen. Voor de RECTOSTEN DECOR, kunnen de isolatiestrookjes aangebracht worden na het gieten van de druklaag en het wegnemen van de schoren. (isoleerstrookje PLD6E - lengte 120 cm - afwerking DECOR). Het aanbrengen gebeurt dmv cementlijm. De isoleerstrook kan aan iedere vulsteen aangepast worden door eenvoudigweg de nokken te versnijden op de gepaste dikte. 3.4.4 Negatieve vulstenen Hieronder verschillende praktische toepassingen in constructies, met gebruik van negatieve vulstenen zoals VB6, VB8, VT8, RL 9. De druktafel verstevigen in de zone van de structuurbalken. Tegengewicht vormen voor een balkon of een ander uitstekend gedeelte.
3.5 Het aanbrengen van de wapening Deze fase van vloerversterking wordt volledig gespecifieerd in het legplan. Zij is bepalend voor het verzekeren van de eindsterkte van het geheel. 3.5.1 Bewapening in het algemeen Het is aanbevolen de druktafel te wapenen met gelaste netten. De druklaag kan ook uitgevoerd worden met vezelbeton (bv Dramix van Bekaert ), in dat geval kan alleen de verantwoordelijkheid van de vezelfabrikant ingeroepen worden. Het gebruik van vezelbeton is strikt verboden voor vloeren ontworpen voor een bepaalde brandweerstand, en voor de vloeren RECTOSTEN. Aanbevelingen : - Respecteer de draaddiameters voorgeschreven op het legplan - Verdeel de netten over het gehele oppervlak van de vloer - Plaats de netten met een overlapping van minimum 3 lassen 3.5.2 Bijlegwapening of continu-wapening Plaats de bijkomende wapening boven de netten, recht boven ieder balkje. 3.5.3 Ravelen De ravelen worden uitgevoerd volgens de bepalingen in het legplan. De lasten worden opgenomen door de ravelen en overgedragen. Het aantal balkjes als versteviging wordt bepaald in functie van de afmetingen van de koker en de belasting op de ravelen. Bij aanbeveling om de balkjes in de ravelen te monteren: moeten de lengte en de positionering van de uitstekende wapening (min. 8cm) strikt in acht worden genomen. KORATON beveelt het gebruik aan van de ravelen met het merk Ulysse (worden in optie voorgesteld). Ze zijn aanpasbaar aan de lengte van de koker, het model U steunt aan beide zijden op een balkje, het model UM wordt langs één zijde op een balkje en langs de andere zijde op een muur geplaatst.
3.6 Aanbrengen van de druklaag Kan slechts aanvatten na een grondige reiniging van de te betonneren oppervlakken en het nazicht van de juiste samenstelling van de verschillende onderdelen van de vloer, en de onderschoring. Het opgieten van de voegen, de druklaag, eventuele verankeringen en de ravelen moet in één keer gebeuren. Er mogen geen leidingen aangebracht worden in de opvulling van de voegen aan weerskanten van de balkjes. De leidingen geplaatst boven en parallel met de bakjes moeten op een afstand blijven van minimum de diameter van deze leidingen, en nooit op minder dan 2 cm. Deze leidingen moeten onder de gelaste netjes geplaatst. Men zorgt er steeds voor dat het staal van deze netjes voldoende betondekking heeft. Het is aanbevolen de concentratie van leidingen te vermijden en het aantal in de druklaag zo veel mogelijk te beperken. Het aantal en de concentratie van leidingen in de druklaag dient zo veel mogelijk beperkt te worden. NEE NEE JA De karakteristieke drukweerstand van het gebruikte beton op 28 dagen (fc28) moet minstens 25MPa (C25/30 min) bedragen. Het moet ook conform zijn met de norm NBN EN 206-1 ; De vloeibaarheid en de granulometrie moeten dusdanig bepaald worden zodat er na verharding een monoliet geheel gevormd wordt. De dikte van de druklaag boven de oplegzone kan variëren naargelang het tegenpeil van de balkjes maar moet altijd minstens gelijk zijn aan de theoretische dikte vermeld op het legplan. De dikte van de druklaag dient gemeten te worden boven de vulstenen in het midden van de overspanning. Aanbevelingen : - Men zal erover waken dat het aantal personen op de vloer tijdens het gieten onbeperkt blijft. - Het beton zal gelijk verdeeld worden, te beginnen vanaf de opleg en een concentratie van gewicht vermijden. - In het geval een betonpomp gebruikt wordt, moet de druk zodanig afgesteld worden dat schokken vermeden worden. - Indien men gebruik maakt van een kruiwagen als transport, dient er op de vloer een voldoende gedimensioneerde rijweg voorzien zijn, om het gewicht van de geladen kruiwagen beter te verdelen. NEE JA - Geen zware producten stockeren op de vloer voordat een minimum drukweerstand van 25 Mpa bereikt is.
4- Afwerking en voorzorgsmaatregelen 4.1 Zichtwerk (onderkant blijft zichtbaar) Met uitzondering van de RECTOR GEBAKKEN AARDE, die verplicht bepleister moet worden, mogen alle andere Rector-vloeren zichtbaar blijven. NEE JA 4.1 Fixatie en doorboren Het doorboren, versnijden of vastmetselen van balkjes is strikt verboden. Wij bevelen sterk aan de vakmensen die na de ruwbouw werken uitvoeren, hiervan op de hoogte te brengen. NEE NEE NEE Bepaalde vulstenen zijn omwille van hun structuur beter geschikt voor het inwerken van spots. In dit geval, is het beter in de druklaag te fixeren, of via de vulsteen te werken. JA NEE JA 4.2 Gepleisterde onderkant De beton - en gebakken aarde-vloeren, kunnen op traditionele wijze gepleisterd worden. De stukadoor oordeelt of er al dan niet een voorbehandeling dient te gebeuren (netjes, of primer).
4.3 Onderkant uitgerust met verlaagd plafond Het vastmaken van de basisstructuur van het vals plafond gebeurt aan de vulstenen, dwars door de druklaag, in houten plankjes tussen de vulstenen aangebracht, door middel van hechtingen ingeschoten tussen balkjes en vulstenen of onafhankelijk van de vloer. De voorzorgsmaatregelen, vermeld in 4.1 hierboven blijven gelden. De vulsteen-hechting is standaard te verkrijgen bij de meeste fabrikanten van systeemplafonds in plaaster DE RECTOLIGHTVLOER heeft in dit opzicht enorme voordelen : - Gemakkelijk aanbrengen van hechtingen - Wegwerken van leidingen in de holle ruimte - Ruimte voor spots, verlichtingsapparatuur, luidsprekers.. - Inbrengen van thermische of geluidsisolatie Maximale diepte voor invijzen is 16 mm Ontdek tevens ons compleet producten gama, alsook een film over plaatsing op onze internet site www.rector.be
5- Plaatsing van Structuurelementen 5.1 Lentelen PRECOF Licht, gemakkelijk en eenvouding te plaatsen, in de meeste gevallen zelfs door één persoon. Stockeren en behandeling In geval van tussentijdse stockering op de werf, dient men dwarsbalkjes te gebruiken die verticaal precies boven elkaar geplaatst worden, met in achtname van de maximale oversteek-lengte. Plaatsing Het uitvullen van de laag, kan door metselwerk, of door in bekisting gegoten beton. Oplegzones Plaats de PRECOF op een morterlaag. De opleg is 1/10 e van de lengte, met een minimum van 20 cm per zijde. Onderschoring De plaatsing zonder schoor kan tot 1,40 m, daarboven dient er een stempel in het midden geplaatst te worden. Onderschoring van lentelen waarop een draagvloer geplaatst wordt De vloer slechts plaatsen wanneer de voegen van het metselwerk volledig droog zijn, of tot het gegoten beton de vereiste druktsterkte heeft bereikt, zoniet, dient men een onderschoring aan te brengen voor het plaatsen van de vloer. Uitvulling door metselwerk Het metselwerk wordt uitgevoerd met gekruiste voegen, er dient speciaal zorg voor gedragen dat de vertikale voegen goed opgevuld zijn. Uitvulling in gegoten beton De bijkomende wapening wordt in de vooraf geplaatste bekisting aangebracht. Het beton is minimum van de klasse C25/30. Plaatsing in geval van renovatie Eenmaal de lenteel geplaatst, het metselwerk goed aandrukken met cementrijke mortel, zo bekomt men een monolitisch geheel. De schoren mogen verwijderd worden na complete uitdroging van de voegen.
5.2 Structuurbalken PSR en PR Het gama bestaat uit 2 types : PSR de standaardbalk zonder uitstekende bewapening. PR balk op bestelling met uitstekende wapening en beugels, voor aangieten in T-vorm, verankering in de muur, of voor extra hoge balken. Stockeren en behandelen Bij tijdelijke stockering op de werf, moeten de balken gestapeld worden op dwarsbalkjes die vertikaal recht boven ellkaar geplaatst zijn, met in achtname van de maximale oversteek. Bij manipulatie dmv werfkraan, vormen de kettingen of banden een hoek van minstens 60. 5.2.1 Draagbalken PSR Opleg - Parallel met de muur, op een mortelbed, bedraagt de opleg minimum 1/10 e van de draaglengte met met een minimum van 20 cm en een maximum van 60 cm. - Haaks op de muur, moet er een verdeelbalk gegoten worden in gewapend beton van minimum 60 cm lengte, de opleg bedraagt minimum 15 cm. 1/10 e portée min. 15cm 15 à 20cm Maçonnerie f adm. 10kg/cm² Min.15cm Schoring, in positie houden en verankering De PSR-balk moet niet geschoord worden, maar voor de veiligheid, afhankelijk van de stevigheid van de opleg, kan een zijdelingse steun nodig blijken. Om kantelen te voorkomen, het element op de opleg ondersteunen met houtblokjes of sergeant. Rondom de opleg de mortel goed aandrukken en volledig laten drogen. De balken mogen in geen geval doorboord of verzaagd worden. Fixeren op een mortelbed De balk is klaar voor belasting nadat ze droog is.
5.2.1 Draagbalken PR Opleg - Parallel met de muur, op een gegoten verdeelbalk gegoten (in gewapend beton) van minimum 60 cm lengte, de opleg is minstens 20 cm + de lengte van de uitstekende wapening, volledig gedekt door het vulbeton van het geheel. Metselwerk f toegelaten 10kg/cm² 15cm Balk voor het spreiden van de belasting 15 à 20cm Min. 60cm Centrale onderschoring - Loodrecht op de muur, geplaats op een verdeelbalk van minimum 60 cm, de opleg is minimum 2,5 cm + uitstekende wapening van 10 cm, te dekken door het beton van vulling in één geheel. 2,50cm Schoring op de rand en centraal - In een balk of kolom in gewapend beton, bedraagt de opleg minimum 2,5 cm + uitstekende wapening van 10 cm te dekken door het beton van vulling in zijn geheel. 2,50cm 2,50cm Balk BA 15 à 20cm Min. 5cm Schoring op uiteinde en centraal Schoring op uiteinde en centraal Schoring, in positie houden en verankering De PR-balk moet altijd onderschoord worden (zie aanwijzigingen in bijgaande schema s). Om kantelen te voorkomen, het element blokkeren door middel van sergeanten. De stempels en sergeanten wegnemen zodra het gegoten beton de vereiste druksterkte bereikt heeft.
Plaatsing Er kunnen zich twee gevallen voordoen : - De vloer draagt niet op de balk. In dit geval, kan de breedte van de druklaag op de balk beperkt worden tot de breedte van de balk. - De elementen van de vloer steunen wel op de balk. In dit geval, moet de balk en de vloer een monoliet geheel vormen. Gewone, courante montage Montage met gewapende druklaag op de balk Negatieve vulsteen VB8, VT8 of RL9 naargelang het vloertype Negatieve vulsteen VB8, VT8 of RL9 naargelang het vloertype Bewapening Plaatsen van bovenwapening en wapeningskappen. Wapeningskap 2 HA 10mm L=1,50m longitudinal 1 HA 10mm in de lengte Wapeningskap 2 HA 10mm L=1,50m longitudinal 0,25cm 1,25cm 1 HA 10mm in de lengte Chapeaux de continuité sur appui central 2 HA 10mm L= 2,50m longitudinal Lengte afhankelijk van de overspanning De balken mogen niet verzaagd of doorboord worden. Ze dienen steeds volledig intakt te blijven. Het gieten van het beton De druklaag op de balk gieten in één bewerking, met een minimum klasse C25/30. Wegnemen van stempels, verankering Stempels en sergeanten wegnemen wanneer het gegoten beton zijn maximum drukweerstand bereikt heeft.
SAMEN BETER BOUWEN KORATON SA 26 visserskaai 8500 Kortrijk tel +32(0)56 23 07 11 fax +32(0)56 22 79 63 rector.benelux@koraton.be www.rector.be