Welke stelling in het geval van brandwonden is juist?



Vergelijkbare documenten
Welke stelling in het geval van brandwonden is juist?

EEN BRANDWOND FRANCISCUS VLIETLAND

Behandeling van wonden en letsels

Lesfiche : EHBO & Reanimatie

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

Brandwondenzorg. Ingrid Brosky Brandwondenverpleegkundige/ praktijkopleider Mei 2018

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

Het lichaam maakt teveel warmte aan of raakt te weinig warmte kwijt.

Juiste antwoord: Juiste antwoord: Juiste antwoord: Juiste antwoord: Juiste antwoord: Welke stelling is juist? Hfdst Algemeen.

Competenties Eerste Hulp

HET NEDERLANDSE RODE KRUIS DISTRICT: MIDDEN-LIMBURG AFDELING: ECHT-SUSTEREN & MAASGOUW

CPR met AED HERSTEL CIRCULATIE EN ADEMHALING. CPR = cardiopulmonaire resuscitatie AED = automatische externe defibrillatie

CPR CARDIOPULMONAIRE RESUSCITATIE

URGENTIES DOOR OMGEVINGSFACTOREN

EHBébé ONGEVALLENGIDS VOOR KINDEREN TUSSEN 0 EN 3 JAAR

Eerstehulpinitiatie voor doven en slechthorenden

1 H ET MENSELIJK LICHAAM 2 D E EERSTE MINUTEN 3 L EVENSBEDREIGENDE AANDOENINGEN 4 D E GEWONDE PATIËNT 5 D E ZIEKE PATIËNT

Bloedingen. Bloedvaten en bloedsomloop

Brandwonden en dan? Eerst water, de rest komt later

EHBébé. Ongevallengids voor kinderen tussen 0 en 3 jaar

Reanimatie Stabiele zijligging Toedienen zuurstof

Wat te doen in afwachting van de komst van de dokter?

Veilige voorbereiding

Richtlijn brandwonden

2014 EHBO-K. Theorievragen versie 006. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 7

Inkijkexemplaar. Inhoud. 6 Hoofd- en wervelletsels. 1 Ongevallen. 7 Letsels aan botten, 2 Problemen met. 8 Vergiftigingen door inslikken.

Abstract Brandwondenzorg. Disclosure belangen spreker

Erratum Manschap a Levensreddend handelen. Versie: 1.0, 31 december 2015

Chemische brandwonden en compartiment syndroom. Willem Voragen

Brandwonden en dan? Eerst water, de rest komt later

KBC-Preventie. Ongevallen thuis. we hebben het voor u

SEH bij snijwonden, brandwonden en vergiftiging

Wondbehandeling bij een tweedegraads brandwond

Eerste hulp bij brandwonden

Reanimatie bij Kinderen. David Van Grembergen Urgentie arts AZ Sint-Lucas Gent

Inkijkexemplaar. Inhoud

Brandveiligheid in de zorg

Wat is een AED? Hoe werkt een AED?

Brandveiligheid in de zorg

Module 3 Levensbedreigende verwondingen

EHBO op maat van ouders en leerkrachten

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding 26

Handleiding eerste hulp in afwachting van de komst van de geneesheer

Juiste antwoord: Juiste antwoord: Juiste antwoord: Juiste antwoord: Juiste antwoord: Hfdst 6

Als we het hebben over onderkoeling worden twee typen onderscheiden

Eerste hulp hulp bij brandwonden

Protocollen bij te verwachten letsels bij Elfstedentochten

Brandveiligheid in de zorg

Inhoud. Algemeen Verwijzingscriteria Wonddiagnose en wondbehandeling Wondverzorging Na zorg. Leeftijdsverdeling. >= 65 jaar 11% 0-4 jaar 24%

Basisreanimatie & Automatische Externe Defibrillatie

Brandveiligheid in de zorg

Postbus AE Rosmalen. Rietwaard WC Empel. T F info@evac.nl

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

Antwoorden 2014 EHBO-K. Ascendens Opleidingen Theorievragen EHBO-K 2014 versie 006 Pagina 1 van 5. Theorievragen versie 006

Opleiding Reanimatie + AED bediener

AG eerste hulp opleidingen 47 vragen met antwoorden.

Waterrecreatie? je kan hooguit nat worden

Eindtermen voor het diploma eerste hulp ( vastgesteld door het College van Deskundigen op 6 maart 2006)

Bedrijfshulpverlening

KOUDE EN VOEDING. Medische Commissie Mieke Acda & Rianne van der Spek. 16 november 2014

Activiteitenfiche croque-monsieur

DERMANOX 20 mg/g crème

OEFENVRAGEN BHV. 1. Met welke methode beademt u een slachtoffer onder normale omstandigheden? A. De dokter Phil methode. B.

1. Zorg voor je eigen veiligheid, die van het slachtoffer en van de omstaanders

Eindtermen Jeugd Eerste Hulp

BLS Cursus Hulpverlener. Basisreanimatie. met het gebruik van een Automatische Externe Defibrillator

EHBO-tips: Wonden en hun verzorging

Hoofdstuk 1 Verdrinkingen

Inkijkexemplaar. Inhoud

Activiteitenfiche in de mix

Reanimatie volwassene. Richtlijnen 2010

Europese Reanimatieraad. Basale reanimatie en het gebruik van de Automatische Externe Defibrillatior

ABCDE methodiek Biedt een vaste volgorde van het benaderen van het slachtoffer

Algemene risicoanalyse voor de werkpost : Booglassen Versie 99/1 Blz. 1/5

Vijf belangrijke punten

MediScore Galvanistraat AD Rotterdam Tel: Fax:

Eerste Hulp aan Kinderen: eindtermen (vastgesteld door het College van Deskundigen in mei 2006) Doelgroep

Een tandheelkundige behandeling onder algehele anesthesie Adviezen voor thuis

Cardiopulmonale Reanimatie. Automatische Externe Defibrillator

Wat doe je als een patiënt braakt tijdens de reanimatie?

Dit document geeft advies over handelen bij extreme kou waardoor de Marathonschaatssport verantwoord beoefend kan worden.

Hoofdstuk 2: De eerste minuten. Ronald Ackermans - Pascale Buytaert Verpleegkundige spoedgevallen/ M.U.G Lesgever P.I.BA.

Eerste Hulp aan kinderen. Jan Biekens Docent Eerste Hulp

Lesfiche: EHBO en reanimatie:

PIJNKLINIEK. Pa ënteninforma e: Transforaminale infiltra e

Gastouderbureau Roodkapje. Nieuws uit het mandje van Roodkapje

E.H.B.O. bij motorongevallen

Patiënteninformatie. Adviezen bij borstkasbestraling

15u25-16u25 Nieuwe evoluties met betrekking tot reanimatie. Wim De Buyser, zorgexpert BLS/ALS

Inkijkexemplaar. Inhoud. 1 Ongeval 3. 2 Flauwte Huidwonde Brandwonde Bloedneus Bloeding 36

Wat doe je als een patiënt braakt tijdens de reanimatie?

SF Z. Kaakchirurgie. Dr. Struelens Anne Dr. Gacoms Gevert SINT-FRANCISKUSZIEKENHUIS

BASISOPLEIDING BEDRIJFSHULPVERLENING Niet spoedeisende Eerste Hulp

"EHBO" is een uitgave van CLB Externe preventie Industrieterrein Kolmen Alken Tel :

TOOLBOX Werken bij vriezend weer

Verdrinking Een medische benadering van verdrinking

Eerste hulp bij brandwonden

ZIEKENVERVOER. Prehospitaal hulpverlening bij CVA. WET van KB van overzicht. Nood aan hulpverlening? Wet van 1964 (112) decreet

RISICOANALYSE EXTERNE SCHOOLMANIFESTATIE

R-zinnen en S-zinnen. R-zinnen... 2 Gecombineerde R-zinnen... 4 S-zinnen... 7 Gecombineerde S-zinnen... 9

Transcriptie:

Meerkeuzevraag 8.1 Meerkeuzevraag 8.2 Meerkeuzevraag 8.3 Meerkeuzevraag 8.4 Meerkeuzevraag 8.5 Meerkeuzevraag 8.6 Meerkeuzevraag 8.7 Welke stelling in het geval van brandwonden is juist? A. De gevormde blaren moeten zo snel mogelijk verwijderd worden B. Bij een blast injury kunnen er bijkomende verwondingen optreden C. Bij derde graad brandwonden is er verminderde capillaire refill D. Geen van allen A. Bij brandwonden mag je nooit zuurstof geven B. Brandwonden gaan steeds gepaard met een inhalatieletsel C. het % oppervlakte van de brandwonde is recht evenredig met het % overlevingskans D. Bij brandwonden in het aangezicht kunnen de luchtwegen eveneens verbrand zijn A. Alfa stralen dringen diep door in het lichaam B. Bèta stralen worden tegengehouden door een blad papier C. De longen zijn gevoelig voor bestraling D. Gamma stralen zijn minder gevaarlijk dan Alfa stralen A. Bij derde graad brandwonden zijn de zenuwuiteinden nog intact B. Bij een blast injury kunnen er bijkomende verwondingen optreden C. een kind met brandwonden hou je het best 15 minuten onder koud water D. het % verbrande lichaamsoppervlakte wordt berekend met de regel van 19 Een drenkeling die bij aankomst van de ziekenwagen terug bewust is A. wordt best nooit halfzittend vervoerd B. dient steeds een halskraag aan te krijgen C. moet steeds naar een ziekenhuis gevoerd worden D. krijgt best zo snel mogelijk warme drank te dringen Welke bewering is fout? A. Bèta stralen dringen ook door kleding B. Gamma stralen dringen door het lichaam en muren C. Alfa stralen dringen weinig door D. Het beenmerg is weinig gevoelig voor radio-actieve stralen A. Een goed verzorgde derdegraads brandwonde kan spontaan genezen B. Brandwonden van het aangezicht gaan steeds gepaard met een inhalatieletsel C. Elektrocutie kan leiden tot een hartstilstand D. Je mag in geen enkel geval de kledij verwijderen bij brandwonden 1 V1.00 23/02/2012

Meerkeuzevraag 8.8 Meerkeuzevraag 8.9 Meerkeuzevraag 8.10 Meerkeuzevraag 8.11 Meerkeuzevraag 8.12 Meerkeuzevraag 8.13 Meerkeuzevraag 8.14 Een patiënt met een lichaamstemperatuur van 29 C klasseer je als A. veilig, geen risico B. gevaar, matig risico C. levensgevaar, ernstig risico D. geen van bovenvermelde Wat zijn de belangrijkste risico s bij een slachtoffer met brandwonden in tweede en derde graad aan beide benen? A. Risico op infectie. B. Risico op hypovolemie. C. Risico hypothermie. D. De drie bovenstaande zijn correct. De kaart in uw wegenatlas heeft een schaal van 1/200000. 1 kilometer op het terrein is op kaart een afstand van A. 1cm B. 2cm C. 0.5cm D. 0.25cm U komt aan bij een verhanging. Wat doet u? A. U keert onverricht terzake beschikbaar terug naar uw standplaats B. U wacht op versterking om het slachtoffer voorzichtig los te maken C. U snijdt het touw los, schenkt de nodige aandacht aan de wervelkolom en start met CPR D. U wacht op de politie en legt een verklaring af Vanaf welke lichaamstemperatuur is er een grote kans op ventrikelfibrillatie? A. 35-34 B. 21-20 C. 28-27 D. 15-16 U komt bij een bewust persoon met hypothermie. Wat doet u? A.U verwijdert de natte kledij en begint het lichaam op te warmen door massage B. U stopt hem in een warm bad en dekt hem nadien onder C. U dekt hem onder en vervoert hem voorzichtig naar het ziekenhuis in een verwarmde ziekenwagen Hoeveel percent van het lichaam vertegenwoordigd de handpalm van het slachtoffer? A. 1% B. 3% C. 9 % D. 15% 2 V1.00 23/02/2012

Meerkeuzevraag 8.15 Meerkeuzevraag 8.16 Meerkeuzevraag 8.17 Meerkeuzevraag 8.18 Meerkeuzevraag 8.19 Meerkeuzevraag 8.20 Meerkeuzevraag 8.21 Welk van onderstaande bepalen de ernst van een brandwonde? A. De oppervlakte B. De diepte C. De plaats op het lichaam Een slachtoffer heeft zijn been volledig verbrand in de derde graad. Hoeveel percent is hij verbrand? A. 9% B. 3% C. 18% D. 36% U komt aan bij een verkeersongeval met een voertuig dat radio actieve producten vervoert. De bestuurder is bewusteloos. Wat doet u? A. U stelt een perimeter in en wacht op gespecialiseerde diensten B. U wacht bij het voertuig op de brandweer om hem te bevrijden C. U benaderd de bestuurder nadat de brandweer hem heeft bevrijd D.U vraagt onmiddellijk versterking en indien er geen direct gevaar is start u met de benadering van het slachtoffer Welke voorzorgsmaatregelen gaat u nemen tijdens het transport van een bestraald slachtoffer? A.Hem in een allu deken wikkelen om de straling tegen te gaan B. Een beschermpak met handschoenen en masker dragen C. na de rit niet eten, drinken of roken tot er een stralingscontrole is uitgevoerd D. Alle bovenstaande zijn fout Welk van onderstaande brandwonden kunnen als ernstig beschouwd worden? A. Chemische brandwonden B. Brandwonden door electrocutie C. Brandwonden van het aangezicht Bij welke van onderstaande brandwonden dient u te spoelen onder lauw stromend water? A. Brandwonden door electrocutie B. Chemische brandwonden C. Thermische brandwonden Welke is het grootste risico bij een verbranding van het aangezicht? A. Ontstaan van hypovolemische shock B. Obstructie van de luchtwegen C. Ontstaan van septische shock D. Vermindering van de bloedtoevoer 3 V1.00 23/02/2012

Meerkeuzevraag 8.22 Meerkeuzevraag 8.23 Meerkeuzevraag 8.24 Meerkeuzevraag 8.25 Meerkeuzevraag 8.26 Meerkeuzevraag 8.27 Meerkeuzevraag 8.28 Waar dient u systematisch aan te denken bij een verdrinking in een zwembad? A. Aan een infectie door vervuild water B. Aan een trauma van de wervelkolom C. Aan een ingestie van vervuild water D. Aan een chloorintoxicatie Welke bewering is correct over thermische brandwonden? A. Een derde graad brandwonde is pijnlijker dan een tweede graad B. Blaren komen enkel voor bij brandwonden in de derde graad C. Een derde graad brandwonde is roder dan een brandwonde in de tweede graad D. Een brandwonde in de derde graad is niet pijnlijk Wat moet u als eerste doen bij een slachtoffer met een vloeistofverbranding aan de hand? A. Een vetverband aanbrengen B. Gedurende minstens 15 a 20 minuten onder lauw stromend water houden C. Een steriel verband aanbrengen D. Het slachtoffer zo snel mogelijk naar een brandwondencentrum transporteren Welk van onderstaande beweringen is correct? A. De opvang van een kind met een CO intoxicatie verschilt van de opvang van de volwassene B. Een mishandeld kind wordt nooit door zijn ouders naar het ziekenhuis gebracht C. Een verdinking met een hypothermie moet lang gereanimeerd worden D. Bij een verdrinking moet het water actief uit de longen gehaald worden Eén volledig been van een volwassene is, binnen de regel van 9 van brandwonden, goed voor? A. 9 % B. 18 % C. 36 % D. 13,5 % A. Elke drenkeling moet naar het ziekenhuis gebracht worden. B. Brandwonden gaan steeds gepaard met inhalatieletsel. C. Het % oppervlakte van de brandwonde is recht evenredig met het % overlevingskans. D. Een drenkeling haal je best voorzichtig verticaal uit het water. A. Een bewust slachtoffer met brandwonden transporteer je best in ruglig B. Bij een brandwonde van de eerste graad is het bovenste gedeelte van de opperhuid aangetast. C. Een verbrand kind hou je best 15 minuten onder koud water. D. Het % verbrand oppervlak wordt berekend met de regel van 9. 4 V1.00 23/02/2012

Meerkeuzevraag 8.29 Meerkeuzevraag 8.30 Een drenkeling die bij aankomst van de ziekenwagen terug bewust is A. Wordt best nooit halfzittend vervoerd. B. Dient steeds een halskraag aan te krijgen. C. Geef je 10-15 liter zuurstof met een masker met reservoir. D. Krijgt best zo snel mogelijk warme drank te drinken. Welke stelling is fout? A. Een onderkoeld slachtoffer moet zachtjes en zonder schokken verplaatst worden B. Bij een onderkoeling kan het hartritme vertraagd zijn C. Een trage afkoeling kan voor een zuurstofreserve zorgen D. Natte kledij moet verwijderd worden 5 V1.00 23/02/2012