RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 23 oktober 2000 (24.10) (OR. fr) 12569/00 LIMITE ECOFIN 298 MI 132 SOC 374



Vergelijkbare documenten
Raad van de Europese Unie Brussel, 2 maart 2015 (OR. en)

14129/15 gys/gra/hw 1 DG B 3A

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van SLOVENIË

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 31 januari 2006 (01.02) (OR. en) 5853/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0010 (CNS) SOC 42 ECOFIN 27

Factsheet 1 WAAROM EEN INVESTERINGSPLAN VOOR DE EU?

Commissie publiceert Groenboek over aanvullende pensioenen in de interne markt

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 15 januari 2002 (OR. en) 14759/01 JEUN 67 SOC 510

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 1995.

2. Voor de voorgestelde insolventierichtlijn geldt de gewone wetgevingsprocedure.

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

EUROPEES PARLEMENT. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie. Commissie industrie, externe handel, onderzoek en energie

Over de passage tussen haken op de bladzijden 2-3 is nog geen overeenstemming bereikt.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 november 2003 (27.11) (OR. fr) 15314/03 Interinstitutioneel dossier: 2003/0274 (COD) CULT 66 CODEC 1678

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2001) 600 def.

5776/17 dau/gar/ln 1 DG G 3 C

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 september 2007 (17.09) (OR. en) 12907/07 Interinstitutioneel dossier: 2007/0181 (CNS)

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 4 september 2001 (06.09) (OR. fr) 11580/01 Interinstitutioneel dossier: 2001/0186 (COD)

De tekst van dit document is identiek aan die van de voorgaande versie.

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD. tot intrekking van Besluit 2010/288/EU betreffende het bestaan van een buitensporig tekort in Portugal

Voorstel voor een ADVIES VAN DE RAAD. betreffende het economisch partnerschapsprogramma van Nederland

PUBLIC. Brussel, 29 oktober 2003 (05.11) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 13967/03 LIMITE JUSTCIV 208 TRANS 275

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Ontwerp BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE. van [...]

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESCHIKKING VAN DE RAAD

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

WAAROM IS FRANKRIJK AANTREKKELIJK VOOR NEDERLANDSE INVESTEERDERS?

de heer Jordi AYET PUIGARNAU, directeur, namens de secretarisgeneraal van de Europese Commissie

TETRALERT - ONDERNEMING VOORSTEL TOT HERZIENING VAN DE RICHTLIJN AANDEELHOUDERSRECHTEN

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 3 november 2011 (06.12) (OR. en) 16318/11 COMPET 483 MI 543 SOC 940

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 27 februari 2002 (28.02) (OR. fr) 6693/02 Interinstitutioneel dossier: 2000/0077 (COD) ECO 62 CODEC 257

PUBLIC RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 5 oktober 2004 (07.10) 12561/04 LIMITE EUROJUST 78

Brussel, 27 februari 2007 (01.03) (OR. fr) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE 6855/07 SOC 78

TOELICHTEND INFORMATIEMEMORANDUM. met betrekking tot het voorstel tot wijziging van het prospectus van

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een VERORDENING VAN DE RAAD

Gemeenschappelijke Raadszitting van donderdag 2 mei

BELANGRIJKE INFORMATIE OVER UW VERZEKERINGSPOLIS BIJ CNA HARDY - GELIEVE ZORGVULDIG DOOR TE NEMEN

15445/17 ver/cle/ia 1 DG G 2B

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2001) 1331 def. COD 2000/0136.

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

10667/16 oms/hh 1 DGG 2B

"Culturele Hoofdstad van Europa" voor het tijdvak 2005 tot 2019 ***I

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Comité van de Regio's

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument COM(2002) 38 def.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 28 mei 2008 (04.06) (OR. en) 9935/08 SOC 316 COMPET 194

Cultura Creative (RF) / Alamy Stock Photo

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT, DE RAAD EN HET EUROPEES ECONOMISCH EN SOCIAAL COMITÉ

MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT. overeenkomstig artikel 294, lid 6, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD. ter bepaling van de samenstelling van het Economisch en Sociaal Comité

Raad van de Europese Unie Brussel, 18 mei 2017 (OR. en)

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 1 september 2008 (02.09) (OR. en) 12583/08 ADD 2 FISC 109

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2015/1973 VAN DE COMMISSIE

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 12 maart 2002 (13.03) (OR. fr) 7122/02 Interinstitutioneel dossier: 2002/0056 (ACC) PECOS 68 PECHE 61

Sterke toename van beleggingen in Duits en Frans schuldpapier. Grafiek 1 - Nederlandse aankopen buitenlandse effecten

Voorstel voor een. VERORDENING (EU) Nr. VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 20 januari 2009 (21.01) (OR. en) 5524/09 SOC 25 COMPET 25

Eurogroep. 1. Economische situatie in de eurozone

Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument SEC(2008) 2167.

Dit document vormt slechts een documentatiehulpmiddel en verschijnt buiten de verantwoordelijkheid van de instellingen

PUBLIC. Brussel, 8 november 2010 (12.11) (OR. en) RAAD VAN DE EUROPESE UNIE /10 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (CNS) LIMITE FISC 129

ANNEX BIJLAGE. bij VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 november 2004 (05.11) (OR. en) 14028/04 EUROPOL 50 JAI 409

GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) Nr. /.. VAN DE COMMISSIE. van

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 18 september 2008 (18.09) (OR. en) 13187/08 FSTR 20 FC 5 REGIO 25 SOC 516

AANBEVELING VAN DE COMMISSIE. van

15414/14 van/mak/sv 1 DG D 2A

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 20 december 2006 (OR. en) 16647/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/194 (CNS) REGIO 70 FIN 673

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN MEDEDELING AAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN AAN DE RAAD

ENERGIEPRIORITEITEN VOOR EUROPA

Brussel, COM(2018) 109 final ANNEX 1 BIJLAGE. bij

Richtsnoeren voor de behandeling van verbonden ondernemingen, waaronder deelnemingen

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

Procedure voor de benoeming van de leden van het CvdR. De procedures in de verschillende lidstaten

Voorstel voor een RICHTLIJN VAN DE RAAD

Bijlage Indicatieve streefcijfers voor de lidstaten

10044/17 mak/adw/sl 1 DG G 2B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 13 november 2003 (14.11) (OR. fr) 14725/03 Interinstitutioneel dossier: (CNS) 2003/0271 AGRIORG 73 AGRIFIN 143

- de voorlopige agenda van de zitting in document EEE 1605/03 (zie bijlage I);

10111/16 GAR/cg 1 DG G 3 B

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 3 oktober 2005 (06.10) (OR. en) 12916/05 Interinstitutioneel dossier: 2005/0195 (CNS) ECOFIN 300 RELEX 496

VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET ECONOMISCH EN FINANCIEEL COMITÉ

ADVIES VAN DE COMMISSIE. van over het ontwerpbegrotingsplan van België. {SWD(2018) 511 final}

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN. Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN VERSLAG VAN DE COMMISSIE AAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

13740/1/00 REV 1 ADD 1 die/jel/nj 1 DG J

RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 14 december 2011 (15.12) (OR. en) 18650/11 Interinstitutioneel dossier: 2007/0267 (C S) FISC 170

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 juli 2006 (27.07) (OR. en) 12036/06 Interinstitutioneel dossier: 2006/0121 (AVC)

Aanbeveling voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 24 november 2009 (OR. en) 15137/09 CRIMORG 164 ENFOPOL 271

Vragen en antwoorden over het burgerinitiatief

Voorstel voor een BESLUIT VAN DE RAAD

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 26 september 2006 (OR. en) 12758/06 Interinstitutioneel dossier: 2005/0204 (CNS) ASIM 63 OC 655

Op weg naar herstel: het cohesiepakket. Vragen en antwoorden over de bijdrage van het cohesiebeleid aan het Europese economische herstelplan

Hierbij gaan voor de delegaties de conclusies die de Europese Raad op bovengenoemde bijeenkomst heeft aangenomen.

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE. Brussel, 21 maart 2005 (24.03) 6238/05 JUSTCIV 22

Deze nota bevat ook een planning voor de verdere behandeling van dit dossier in de aanloop naar de zitting van de Raad TTE (8-9 juni 2006).

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

PUBLIC RAAD VA DE EUROPESE U IE. Brussel, 5 juni 2008 (23.06) (OR. fr) 10285/08 ADD 2 LIMITE JURI FO 45 JAI 305 JUSTCIV 119 COPE 118 CRIMORG 87

Voorstel voor een VERORDENING VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD

vooruitgang met financieringsinstrumenten vanuit ESI-fondsen Het Europees Landbouwfonds voor Plattelandsontwikkeling Financieringsinstrumenten

Raad van de Europese Unie Brussel, 8 februari 2016 (OR. en)

Transcriptie:

RAAD VAN DE EUROPESE UNIE Brussel, 23 oktober 2000 (24.10) (OR. fr) 12569/00 LIMITE ECOFIN 298 MI 132 SOC 374 INGEKOMEN DOCUMENT van: de heer Bernhard ZEPTER, adjunct-secretaris-generaal van de Europese Commissie ingekomen: 20 oktober 2000 aan: de heer Javier SOLANA, secretaris-generaal/hoge vertegenwoordiger Betreft: mededeling van de Commissie aan de Raad en het Europees Parlement - voortgangsverslag over het actieplan voor risicokapitaal Hierbij gaat voor de delegaties Commissiedocument - COM(2000) 658 def. Bijlage: COM(2000) 658 def. 12569/00 hb 1 DG G NL

NL ECFIN/557/04

COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN Brussel, 18.10.2000 COM(2000) 658 definitief MEDEDELING VAN DE COMMISSIE AAN DE RAAD EN HET EUROPEES PARLEMENT VOORTGANGSVERSLAG OVER HET ACTIEPLAN VOOR RISICOKAPITAAL..

SAMENVATTING In deze mededeling wordt de vooruitgang bij de tenuitvoerlegging van de strategie voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt onderzocht in het licht van de conclusies van de speciale Europese Raad van Lissabon en de voor de uitvoering van het actieplan voor risicokapitaal (APRK) gestelde termijn, te weten 2003. De Europese risicokapitaalmarkt heeft in 1999 goed gepresteerd, maar zij blijft klein en gefragmenteerd in vergelijking met die van de Verenigde Staten. Hoewel er geen bewijs is van een algemeen tekortschieten van de markt blijven de start- en technologie-investeringen zeer gering. De verdere ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt vereist een versnelde integratie, een verlichting van de nationale belemmeringen voor een efficiënte marktwerking en, meer algemeen, de bevordering van een ondernemerscultuur. Een tijdige tenuitvoerlegging van het actieplan voor financiële diensten (APFD) zal een belangrijke bijdrage betekenen tot de integratie van de Europese risicokapitaalmarkt. Een uitgebreide reeks maatregelen die in dit actieplan zijn opgenomen met betrekking tot het risicokapitaal, zijn onlangs door de Commissie aangenomen of worden momenteel door de diensten van de Commissie voorbereid. Bovendien zal het door de Commissie voorgestelde Gemeenschapsoctrooi bijdragen tot verlaging van de kosten en verhoging van de rechtszekerheid voor innoverende bedrijven die in het buitenland zaken willen doen. Het is van cruciaal belang dat alle betrokken partijen met elkaar samenwerken om te komen tot een spoedige overeenkomst over de invoering van deze maatregelen in het Gemeenschapsrecht. De structurele hervormingen ter bevordering van het risicokapitaal op nationaal niveau worden voortgezet. In verschillende lidstaten is de regelgeving op de activiteit van de institutionele beleggers op de aandelenmarkten versoepeld en zijn de administratieve procedures voor de oprichting van een bedrijf verlicht. In de meeste lidstaten is echter nog weinig gedaan aan de ontmoedigende effecten van de faillissements- en insolventieprocedures. Een beperkte vooruitgang is geboekt op het gebied van de fiscale belemmeringen voor risicokapitaalinvesteringen: in sommige lidstaten zijn aanpassingen aangebracht in de belasting op bedrijfs- en vermogenswinsten. De belastinghervormingen zullen moeten worden bespoedigd en uitgebreid wil het APRK tegen de gestelde termijn ten uitvoer zijn gelegd. Een aantal communautaire acties zijn ondernomen ter bevordering van een cultuur van ondernemerschap. Ondernemerschap is een van de vier pijlers van de werkgelegenheidsrichtsnoeren. De door de Commissie voor 2001 voorgestelde richtsnoeren vragen om meer ondernemingszin in de samenleving, en het Europees Sociaal Fonds financiert allerlei onderwijs- en opleidingsacties op dit gebied. De Commissie heeft ook maatregelen genomen ter bevordering van de innovatie in de Unie, bijvoorbeeld door de praktijken in de meer succesvolle regio s te belichten. De lidstaten nemen eveneens maatregelen op dit gebied, met name door financiering van bepaalde studierichtingen aan particuliere en openbare universiteiten, stimulering van technologieoverdracht aan het MKB en aanmoediging van samenwerking tussen MKB, academici en grote ondernemingen. De filosofie achter de strategie voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt wil dat vooral de klemtoon wordt gelegd op een omgeving die gunstig is voor de oprichting en instandhouding van nieuwe en innoverende bedrijven. In overeenstemming met deze filosofie wordt een beperkte rol toegekend aan openbare financiering als middel om identificeerbare markttekortkomingen te verhelpen. Zoals echter voor alle gevallen van openbare financiering 2

geldt, moeten de voordelen worden afgewogen tegen de risico s van marktverstoring en, met name op het gebied van het risicokapitaal, verplaatsing of verdringing van activiteiten van de particuliere sector. Veel moet nog worden gedaan opdat de Europese risicokapitaalmarkt op hetzelfde peil zou komen als de Amerikaanse. Daartoe is het van essentieel belang het APRK tegen de termijn van 2003 ten uitvoer te leggen. 3

1. INLEIDING Belang van risicokapitaalinvesteringen voor duurzame groei en werkgelegenheid werd erkend in conclusies van de speciale Europese Raad van Lissabon. Doel van deze mededeling is de strategie voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt in het licht van de conclusies van Lissabon te bekijken. Hoewel klein in vergelijking met andere financiële markten, is de risicokapitaalmarkt 1 van uniek belang voor de vermogensfinanciering van jonge en innoverende bedrijven. Zoals in de mededeling van april 1998 over risicokapitaal 2 werd beklemtoond, kunnen de werkgelegenheidseffecten niet precies worden berekend, maar wijzen verschillende studies op een hoge werkgelegenheidsintensiteit van de activiteit van innoverende KMO's. In verschillende onderzoeken is ook gewezen op de rol die durfkapitaalfinanciering en beursgang kunnen spelen voor de ontwikkeling van snelgroeiende bedrijven. Een ontwikkelde en efficiënt werkende risicokapitaalmarkt vervult derhalve een belangrijke rol voor een duurzame economische groei en de werkgelegenheidsschepping. De bevordering van ondernemerschap en innovatie vormt de kern van de strategie voor de schepping van een kenniseconomie in de EU als uiteengezet in de conclusies van de speciale Europese Raad van Lissabon (maart 2000). In overeenstemming daarmee heeft de Raad de ontwikkeling van een pan-europese risicokapitaalmarkt tot hoge prioriteit verklaard. Ook heeft de Raad gevraagd het actieplan voor risicokapitaal (APRK) dat gehecht is aan de mededeling over risicokapitaal van april 1998 tegen 2003 ten uitvoer te leggen. In het APRK worden initiatieven op het vlak van de Gemeenschap en/of de lidstaten voorgesteld op het gebied van marktfragmentatie, institutionele en regelgevende belemmeringen, belastingen, uitbreiding van het aantal hightech-kmo s, menselijke middelen en culturele barrières. In oktober 1999 heeft de Commissie een eerste gedetailleerd verslag over de uitvoering van het APRK uitgebracht 3. Het volgende uitvoeringsverslag zal gebaseerd zijn op het benchmarkingen monitoringmechanisme dat beschreven is in bijlage 1 4. Deze mededeling heeft een meer beperkt doel, namelijk de strategie voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt te bekijken in het licht van de conclusies van Lissabon. Met name wordt voorgesteld de prioritaire actiegebieden vast te stellen om de uitvoering van het APRK tegen 2003 te verzekeren. De mededeling is als volgt ingedeeld. In afdeling 2 wordt de achtergrond voor het onderzoek van de strategie beschreven door middel van een korte samenvatting van de voornaamste ontwikkelingen op de Europese risicokapitaalmarkt in 1999. In afdeling 3 worden de vorderingen bij de tenuitvoerlegging van de strategie onderzocht op drie belangrijke punten: maatregelen ter bevordering van de marktintegratie, structurele 1 2 3 4 De risicokapitaalmarkt omvat de informele investeringen door business angels, de meer formele durfkapitaalinvesteringen en de investeringen op de speciale markten voor nieuwe bedrijven en potentiële groeibedrijven. Risicokapitaal: Sleutel voor de schepping van werkgelegenheid in de Europese Unie, SEC(1998)552. Risicokapitaal: Uitvoering van het actieplan - Voorstellen voor verdere vooruitgang, COM(1999)493 en de bijlage, werkdocument van de Commissie, SEC(1999)1725. De lidstaten zijn al geraadpleegd over het benchmarking- en monitoringmechanisme. 4

hervormingen en bevordering van een cultuur van ondernemerschap. Ook wordt kort ingegaan op de betekenis van openbare financiering. Afdeling 4 bevat enkele algemene conclusies. 2. VOORNAAMSTE ONTWIKKELINGEN OP DE RISICOKAPITAALMARKT IN 1999 2.1. Duidelijk verbeterende tendens Alle segmenten van de Europese risicokapitaalmarkt hebben in 1999 goede resultaten geboekt. Durfkapitaalinvesteringen in EU 70% toegenomen t.o.v. 1998. De risicokapitaalmarkt van de EU heeft in 1999 goede resultaten te zien gegeven en is thans goed voor ongeveer 5% van het totale vermogen dat op de beurzen van de EU wordt samengebracht. Deze gunstige resultaten hebben zich uitgebreid tot alle segmenten van de risicokapitaalmarkt, te weten de investeringen van business angels, de durfkapitaalinvesteringen en de hogegroeimarkt. Business angels zijn individuele investeerders die kleine en middelgrote bedrijven financieren. De beperkte gegevens maken het moeilijk de activiteit van de business angels stelselmatig te volgen. Uit bepaalde tekenen blijkt echter dat het aantal actieve business angels in Europa toeneemt. In 1999 en 2000 is het aantal netwerken van business angels in de EU bijna verdubbeld tot in totaal 110 actieve netwerken. 80% ervan is echter gevestigd in slechts drie lidstaten. De gegevens over de formele durfkapitaalinvesteringen zijn gemakkelijker te verkrijgen. Zij wijzen op een stijging met 70% tot ongeveer 12 miljard (0,14% van het BBP) in 1999, tegen ongeveer 7 miljard (0,09% van het BBP) in 1998 5. Deze aanzienlijke toename komt ook tot uiting in het aantal investeringen (verhoogd met 56%) en het aantal gefinancierde bedrijven (gestegen met 44% tot 7.300). Hoewel de onderhandse kapitaalmarkt in de EU steeds vooral gericht is geweest op de beter renderende investeringen in latere stadia, zoals management buy-outs (MBO s), valt het op dat de investeringen in het beginstadium in 1999 zijn verdubbeld tot ongeveer 3 miljard, hetgeen tienmaal meer is dan in 1995 6. Analyse van de verwachte allocatie van de in 1999 samengebrachte middelen bevestigt deze tendens: ongeveer 5,5 miljard (22% van de totale middelen) is bestemd voor toekomstige begininvesteringen. 5 6 Exclusief Luxemburg waarvoor geen gegevens beschikbaar zijn. Het beginstadium, de basis van de ontwikkeling van een bedrijf, draagt een hoog risico en heeft meestal een lager rendement dan MBO s. De resultaten van deze investeringen zijn echter verbeterd met het volwassen worden van de durfkapitaalmarkt in de EU, zodat het verschil ten opzichte van het rendement van MBO s is verminderd. 5

m 12.000 Grafiek 1: Durfkapitaalinvesteringen in de EU 10.000 8.000 6.000 4.000 expansie start 2.000 0 1995 1996 1997 1998 1999 Bron: EVCA EU-beurzen voor jonge en innoverende bedrijven waren levendig in 1999 Bij het onderzoek van de ontwikkelingen op het gebied van risicokapitaal moet ook rekening worden gehouden met de resultaten van de gespecialiseerde beurzen voor groeibedrijven. Deze markten, die nauw met de durfkapitaalactiviteit verbonden zijn omdat zij de investeerders een belangrijke exit route bieden, hebben in 1999 overal in de wereld een sterke groei gekend. Hun ontwikkeling heeft grote invloed gehad op de financiële en ondernemerscultuur in de EU. De EU-markten voor jonge en snel groeiende bedrijven hebben bijzonder goede resultaten te zien gegeven en zetten de vaste tendens voort die is waargenomen sedert hun oprichting aan het einde van de jaren negentig. Wegens de aanzienlijke stijging van de aandelenkoersen in de voorafgaande maanden kan de inzinking van maart 2000 vooral worden gezien als een marktcorrectie en een stap in de richting van toenemende ontwikkeling van dit soort investeringen 7. Even aanzienlijk als de stijgende aandelenprijzen was de sterke verhoging van het aantal op deze markten genoteerde bedrijven. De Neuer Markt heeft onlangs haar 300ste bedrijf genoteerd, terwijl op Le Nouveau Marché ongeveer 140 ondernemingen en op de AIM ongeveer 430 genoteerd staan. In 1999 en 2000 zijn verschillende nieuwe gespecialiseerde markten opgericht, zoals de Nuovo Mercato in Italië en de Nuevo Mercado in Spanje. In 1999 is in totaal 10 miljard bijeengebracht op de gespecialiseerde markten van de EU (waarvan ongeveer 80% op de Neuer Markt) en in de eerste zes maanden van 2000 reeds 13 miljard. 7 Meestal worden deze markten gekenmerkt door een grote prijsvolatiliteit wegens het hoge risico van de betrokken activa, hun kleine omvang en het beperkte draagvermogen van hun liquiditeit. 6

Table : Voornaamste markten die gespecialiseerd zijn in de financiering van het MKB - stand op 30 Juni 2000 Le Nouveau Marché (Paris) Neuer Markt Euro. NM NMAX Euro.NM Belgium Nuovo Mercato EASDAQ AIM tech- MARK 1 NASDAQ Oprichting Maart 96 Maart 97 Maart 97 Maart 97 Juni 99 Nov 96 Juni 95 Nov 99 Febr. 71 Aantal genoteerde 467 bedrijven (A) 140 281 15 16 15 62 429 220 4 843 Kapitalisatie 240 (miljard ) (B) 27 191 1.7 0.5 20 Bijeengebracht kapitaal 13.4 (lopend jaar, miljard ) 1.2 9.5 0.4 0 2.3 Gemiddelde kapitalisatie 513 per bedrijf (miln ) (B)/(A) 192 678 116 31 1 340 Uitgewisseld kapitaal 537 (miln /day) 2 37 442 5 0.2 53 50 22.6 1 006 5 818 0.3 1.6 3.1 33.2 806 53 4 574 1 201 32 48 3 633 76 680 Index sedert 30.12.1999 +17% +26% +17% + 4% +14% +2% -8% -11% -8% -3% Bron : Euro.NM, EASDAQ, LSE, NASDAQ, eigen berekeningen. 1 Cijfers sedert 4.11.1999(lancering). 2 Gemiddeld, lopende maand. 2.2. Verschillende krachten vormen de marktontwikkelingen Ontwikkeling van risicokapitaalmarkt moet worden gezien in breder verband van mondialisering en technologische vooruitgang. Risicokapitaalmarkt wordt ook beïnvloed door specifieke De vooruitgang van de risicokapitaalmarkt in de EU moet worden gezien tegen de achtergrond van de grondige veranderingen in de werking van het financieel bestel van de EU als geheel. Deze veranderingen zijn voor een groot gedeelte een reactie op de bredere invloed van de mondialisering. De toepassing van nieuwe en geavanceerde technologie in het internationaal financieel systeem heeft aan de concurrentie een nieuwe dimensie gegeven door de geografische grenzen op te heffen en de traditionele marktstructuren te hervormen (bijvoorbeeld de opkomst van geautomatiseerde verhandelingssystemen). De financiële markten en de tussenpersonen hebben op deze veranderingen gereageerd door globale marktstrategieën te ontwikkelen waarbij een grotere omvang tot stand wordt gebracht door fusies en overnames en handel op wereldschaal. Hoewel zij minder gemondialiseerd zijn dan andere financiële markten, hebben ook de risicokapitaalmarkten grondige wijzigingen ondergaan. Zo is de samenstelling van de investeringsprojecten die door de financiële markten worden gefinancierd veranderd: zogenaamde nieuwe economie - bedrijven vertonen steeds meer de neiging zich rechtstreeks te financieren via de gespecialiseerde markten. Vaak hebben dergelijke bedrijven behoefte aan een grote kapitaalinjectie gedurende een aantal jaren voordat zij winst kunnen boeken, maar door hun hoge winstpotentieel trekken zij investeerders aan. Het duidelijkste voorbeeld van dit verschijnsel is te vinden in de sector informatietechnologie, waar zich een stijging van het aantal beursnoteringen heeft voorgedaan onder invloed van de hoge vraag naar de aandelen van IT-bedrijven. In de Europese Unie is de transformatie op de financiële markten - met inbegrip van de risicokapitaalmarkten - geïntensiveerd door de toegenomen 7

factoren als marktintegratie en invoering van de euro. inspanningen om de interne markt voor financiële diensten te voltooien en door de invoering van de euro. Deze EU-specifieke factoren zullen het ontstaan van diepe, brede en liquide financiële markten bespoedigen. Meer indirect zal de door de EMU opgelegde begrotingsdiscipline bijkomend kapitaal voor investeringen in de particuliere sector vrijmaken door beperking van het financieringstekort van de overheid en stimulering van een crowding in -effect. De privatisering van overheidsbedrijven - vaak in verband met het beleid van begrotingsconsolidatie - heeft het aanbod van financieringskapitaal verhoogd. In veel lidstaten, zoals Duitsland, Frankrijk en het Verenigd Koninkrijk, is het aantal gezinnen dat aandelen bezit in de laatste jaren sterk toegenomen onder invloed van de over het algemeen vaste aandelenkoersen en de terugtrekking van de overheid uit commerciële activiteiten. Tegen deze algemene achtergrond heeft de risicokapitaalactiviteit zich ook uitgebreid doordat de beleggers een hogere opbrengst trachten te behalen en het aandeel van bankdeposito's in hun portefeuille verlagen. 2.3. Nog ruimte voor verbetering EU blijft achterlopen op VS wat betreft durfkapitaalinvesteringen, vooral in technologiesectoren. Ondanks de in 1999 geboekte vooruitgang blijft de risicokapitaalmarkt van de EU klein in vergelijking met die van de Verenigde Staten, vooral op het gebied van startinvesteringen en investeringen in technologiesectoren. De durfkapitaalinvesteringen in de VS zijn in 1999 opgelopen tot 33 miljard of 150% meer dan in 1998. Hiervan ging 13 miljard (42%) naar startinvesteringen, hetgeen meer is dan de totale durfkapitaalinvesteringen in de EU en ruim viermaal de EU-investeringen in startende bedrijven. De durfkapitaalmarkt voor startende bedrijven in Europa blijft klein en ondoorzichtig, met een beperkte relatie tussen risico en opbrengst. Deze ongunstige vergelijking plaatst de recente expansie van de risicokapitaalmarkt van de EU in perspectief en toont aan welke uitdagingen nog moeten worden aangegaan. Anderzijds moet worden opgemerkt dat de expansie van de durfkapitaalinvesteringen in de VS in 1999 vooral toe te schrijven was aan een toename van de omvang van de individuele deals, eerder dan aan een stijging van het aantal investeringen. De relatief grote omvang van de transacties in de VS is voor een deel te verklaren door het hogere percentage technologie-investeringen, vooral in diensten op het internet. In 1999 bedroegen de investeringen in technologiesectoren (vooral software-industrie, telecommunicatie en internetdiensten) in de Verenigde Staten 18 miljard en in Europa amper 5 miljard 8.Sommige commentatoren zien de toenemende omvang van de Amerikaanse transacties evenwel als een teken van pure speculatie en hebben vragen bij de kwaliteit van enkele recente durfkapitaalinvesteringen. 8 De Europese en de Amerikaanse gegevens zijn niet geheel vergelijkbaar, omdat het Europese onderzoek ook de niet door zekerheden gedekte schulden omvat, terwijl het Amerikaanse onderzoek schulden buiten beschouwing laat, en omdat het Amerikaanse onderzoek ook betrekking heeft op met technologie verbonden investeringen in andere, niet-technologiecategorieën (zoals nieuwe media en ITadvisering in de zakelijke dienstverlening). 8

Grafiek 2: Durfkapitaalinvesteringen in Europa en de VS in 1999 1,098 n.a. 921 840 334 1,023 204 977 504 3,395 4,899 Communicatie Europa VS Internettechnologie Netwerken & Apparatuur Computers Elektronica Medische instrumenten Biotechnologie Overige n.a. 2,107 6,899 6,690 15,355 0 2,000 4,000 6,000 8,000 10,000 12,000 14,000 16,000 m Bron: PwC, Money for Growth, Technology Investments Report 1999 Verschillen in resultaten tussen de lidstaten wijzen op fragmentatie van de durfkapitaalmarkt. De risicokapitaalmarkt van de EU heeft ook een achterstand op de Amerikaanse doordat zij zeer gefragmenteerd is en weinig grensoverschrijdende activiteiten kent. De fragmentatie blijkt uit de grote verschillen in resultaten tussen de lidstaten. In 1999 varieerden de durfkapitaalinvesteringen van 0,32% van het BBP in Nederland tot 0,04% in Oostenrijk. Drie groepen lidstaten kunnen worden onderscheiden: (i) Nederland, België, het Verenigd Koninkrijk en Zweden met durfkapitaalinvesteringen ten bedrage van ruim 0,2% van het BBP en een grotendeels vergelijkbare situatie met de VS een jaar daarvoor; (ii) Finland, Duitsland, Frankrijk, Spanje en Ierland met 0,1% tot 0,2% van het BBP; en (iii) Griekenland, Italië, Denemarken, Portugal en Oostenrijk waar de durfkapitaalmarkt nog steeds kleiner is dan 0,1% van het BBP. Eenzelfde patroon wordt waargenomen wat betreft de startinvesteringen, met als opmerkelijke uitzondering het Verenigd Koninkrijk waar deze minder dan 0,02% van het BBP bedragen ondanks een relatief grote durfkapitaalmarkt. De lidstaten verschillen ook wat betreft de investeringen in de technologiesector: ruim 50% van de durfkapitaalinvesteringen gaat naar de technologiesector in België, Frankrijk, Ierland en Zweden, maar op de minder ontwikkelde markten van Oostenrijk, Griekenland en Portugal vinden zeer weinig technologie-investeringen plaats. 9

Grafiek 3: Durfkapitaalinvesteringen in de lidstaten van de EU en in de VS in 1999 (% van BBP) 0,40 0,35 0,30 0,25 0,20 0,15 0,10 0,05 0,00 A P DK I EL IRL E F D FIN S UK B NL EU US Start Expansie Bron: EVCA, PwC Fragmentatie is ook een kenmerk van deze gespecialiseerde beurzen in de Europese Unie. Evenals de durfkapitaalmarkt is de EU-markt voor jonge bedrijven en groeibedrijven gefragmenteerd en vertoont zij grote verschillen in resultaten tussen de lidstaten. Grensoverschrijdende vergelijkingen worden bemoeilijkt door de bijzondere kenmerken van de nationale markten. De omvang van de verschillen wordt geïllustreerd door het contrast tussen de Neuer Markt en de AIM. De Neuer Markt heeft een gemiddelde kapitalisatie van 680 miljoen, 40 buitenlandse noteringen 9 en 70% van de noteringen betreft de technologiesector, terwijl de AIM een gemiddelde kapitalisatie heeft van slechts 53 miljoen, noteringen van vooral Britse bedrijven en slechts 15% in de technologiesector. Omdat de financiële integratie in de EU toeneemt, mag worden verwacht dat zich een pan- Europese markt voor snel groeiende bedrijven zal ontwikkelen. De fusie van de beurs van Brussel, Amsterdam en Parijs tot Euronext is een stap in die richting. Ondanks de vorderingen van 1999 moet de strategie voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkt van de EU dringend worden uitgevoerd. 3. STRATEGIE VOOR DE ONTWIKKELING VAN DE EUROPESE RISICOKAPITAALMARKT De gunstige prestaties van de Europese risicokapitaalmarkt in 1999 geven reden tot optimisme. De prestaties van de Europese markt blijven echter ver achter op die van de Amerikaanse. Er is geen bewijs van een algemeen marktfalen in de Europese Unie, maar het verschil in resultaten tussen de lidstaten wijst op problemen van marktfragmentatie en nationale belemmeringen voor een efficiëntere marktwerking. Meer algemeen 9 25% is Oostenrijks, want in Oostenrijk bestaat een dergelijke markt niet. 10

schijnen de ongunstige resultaten van de Europese risicokapitaalmarkt ook toe te schrijven te zijn aan een ontoereikende ondernemerscultuur in veel lidstaten. Al deze factoren wijzen erop dat werk moet worden gemaakt van de tenuitvoerlegging van het APRK vóór de termijn 2003. In deze afdeling wordt de strategie ter ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt op drie punten bekeken: (i) maatregelen ter bevordering van de marktintegratie; (ii) structuurhervormingen ter vermindering van de nationale marktbelemmeringen; (iii) maatregelen ter bevordering van een cultuur van ondernemerschap in de lidstaten. De aandacht gaat naar de gemaakte vorderingen en de nog uit te voeren maatregelen van het APRK, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen maatregelen die onder de verantwoordelijkheid van de Gemeenschap vallen en maatregelen die de lidstaten moeten nemen. Ook wordt kort ingegaan op de betekenis van overheidsfinanciering voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt. 3.1. Maatregelen ter bevordering van de marktintegratie Marktfragmentatie betekent dat investeringsbesluiten nog steeds vooral landgericht zijn. Tijdige uitvoering van actieplan voor financiële diensten om te zorgen voor integratie van financiële markten van de EU. Het verdwijnen van het wisselkoersrisico in de eurozone heeft de huidige afstemmingseisen tussen activa en passiva tot een voorbijgestreefde zaak gemaakt en brengt mee dat de beslissingen inzake portefeuilleallocatie steeds meer sectorgericht in plaats van landgericht worden. Verwacht wordt dat de convergentie van het economisch beleid ten gevolge van de EMU de landenspecifieke factoren zal verminderen die van invloed zijn op investeringsbesluiten. De beschikbare bedrijfswaarderingsgegevens wijzen echter niet op een belangrijke verschuiving naar sectorspecifieke waardering. Vermoedelijk ligt de verklaring in de aanhoudende fragmentatie van de Europese financiële markten. Maatregelen ter verhoging van de marktintegratie zijn dan ook een hoofdelement van de strategie van Lissabon voor de bevordering van doelmatige financiële markten in het algemeen en beter werkende risicokapitaalmarkten in het bijzonder. De Europese Raad van Lissabon heeft gevraagd een sterke impuls te geven aan de integratie van de Europese financiële markten en de risicokapitaalmarkten in het bijzonder. In punt 20 van de conclusies van het voorzitterschap wordt verklaard: het is essentieel de integratie van de financiële markten van de EU verder door te voeren en efficiënte markten voor risicokapitaal spelen... een belangrijke rol bij de ontwikkeling van innoverende, sterk groeiende MKB-ondernemingen en het creëren van nieuwe en duurzame banen. Punt 21 is meer specifiek en bepaalt dat stappen moeten worden genomen om het actieplan voor financiële diensten (APFD) vóór 2005 en het APRK vóór 2003 volledig ten uitvoer te leggen. Voorts wordt in dit punt gewezen op het belang van sommige prioritaire APFD-actiegebieden en met name twee die van grote betekenis zijn voor het APRK: (i) vergemakkelijking van een zo breed mogelijke toegang tot investeringskapitaal op EU-schaal, ook voor het MKB, door middel van een Europees paspoort voor emittenten, en (ii) vergemakkelijking van een geslaagde participatie van alle beleggers in een geïntegreerde markt door opheffing van de belemmeringen voor 11

beleggingen in pensioenfondsen. APFD zal uitgevoerd zijn tegen 2005. Comité van Wijzen zal zich concentreren op praktische regelingen voor de toepassing van de EU-voorschriften. Een reeks maatregelen is onlangs door de Commissie aangenomen of wordt door haar diensten voorbereid op terreinen als gemeenschappelijk prospectus, corporate governance, opstelling en Het APFD (waarin alle maatregelen van financiële regelgeving uit het APRK zijn overgenomen) wordt tegen een redelijk tempo uitgevoerd. Er zijn al twee voortgangsverslagen ingediend bij de Raad (november 1999 en mei 2000) 10. Een derde voortgangsverslag zal worden ingediend op 27 november 2000. Op verzoek van de Raad van 17 juli 2000 zal het twee nieuwe elementen bevatten: (i) een prioriteitsgericht "kritisch pad" om de doelstellingen van het APFD te verwezenlijken tegen 2005 en (ii) mogelijke indicatoren (benchmarks) om de vooruitgang te meten bij de verwezenlijking van de economische voordelen van een geïntegreerde sector van financiële diensten in de EU, wat (i) betreft zal rekening worden gehouden met de door Lissabon vastgestelde termijn voor de uitvoering van het APRK (2003). Van bijzonder groot belang voor de ontwikkeling van de Europese risicokapitaalmarkt zal de tijdige vaststelling zijn van de richtlijn betreffende het bedrijfseconomisch toezicht op aanvullende pensioenfondsen, de twee richtlijnen op de ICBE's, de amendementen op de prospectus-richtlijnen en de wetgevende follow-up van de mededeling over de strategie inzake jaarrekeningen. De Raad van 17 juli 2000 nam nog een ander belangrijk besluit ter bevordering van de integratie van de financiële markten in de EU: de oprichting van een "Comité van Wijzen" 11 onder voorzitterschap van de heer Alexandre Lamfalussy. In aansluiting op het APFD zal dit comité zich concentreren op praktische regelingen voor de tenuitvoerlegging van de communautaire voorschriften en zal het scenario's voorstellen om de huidige praktijken aan te passen teneinde meer convergentie en samenwerking tussen de regelgevende instanties te bereiken. De vorderingen met betrekking tot de in het APFD en het APRK opgenomen acties betreffen: Verbetering van de richtlijnen op het prospectus om het bedrijfsleven in staat te stellen grensoverschrijdend kapitaal aan te trekken (b.v. beursgang) De Commissie werkt aan een voorstel in nauwe samenwerking met de lidstaten en vooral met het FESCO (Forum of European Securities Commissions). De ad-hocwerkgroep van het FESCO, waarin de Commissie waarnemer is, heeft midden 2000 haar werkzaamheden voltooid. Doel van de werkgroep is niet alleen de grensoverschrijdende procedures te verbeteren (ze eenvoudiger, goedkoper en sneller te maken), maar ook de invoering van moderne technieken zoals "shelf registration" 12 te 10 11 12 Zie htpp://europa.eu.int/comm/internal_market (financiële diensten, afdeling actieplan). Zie htpp://europa.eu.int/comm/internal_market (financiële diensten, afdeling algemene zaken). Bij shelf registration wordt het prospectus in twee stappen opgesteld: eerst wordt een "beperkt" prospectus opgesteld dat alles bevat behalve informatie over de bij de emissie betrokken effecten en dat eenmaal per jaar bij de bevoegde nationale autoriteiten wordt ingediend, en vervolgens stellen de bedrijven, zodra de tijd voor de emissie is gekomen, het "emissiebericht" op waarin de kenmerken van 12

controle van de jaarrekeningen, prudentiële voorschriften voor institutionele beleggers en hervorming van het octrooisysteem. vergemakkelijken. De Commissie is voornemens vóór het einde van 2000 een voorstel over dit onderwerp in te dienen. Bovendien is de algemene mening dat de toegang tot grensoverschrijdend kapitaal voor het MKB zal worden vergemakkelijkt door op EU-niveau overeen te komen welke beleggers moeten worden beschouwd als beroepsbeleggers. In dit verband zal de Commissie vóór het einde van 2000 in het kader van het APFD een mededeling uitbrengen over het onderscheid tussen "professionele" en "kleine" beleggers. Verspreiding van de beste praktijken inzake ondernemingsbestuur De Commissie zal een onderzoek 13 van de bestaande codes van corporate governance laten verrichten om de wettelijke en administratieve belemmeringen aan het licht te brengen die de ontwikkeling van een eengemaakte markt voor financiële diensten in de weg staan. De resultaten van dit onderzoek worden verwacht in de tweede helft van 2001. Evaluatie van de voorschriften inzake opstelling en controle van de jaarrekeningen Op 14 juni 2000 heeft de Commissie een mededeling uitgebracht over een strategie voor financiële verslaglegging. Een belangrijk kenmerk van het nieuwe beleid is de invoering van de eis dat alle in de EU genoteerde bedrijven hun geconsolideerde jaarrekeningen moeten opstellen volgens de internationale normen (IAS). Dit voorschrift zou uiterlijk in 2005 van kracht moeten worden. De Commissie zal vóór het einde van 2000 de passende wetgeving voorstellen. Wat de wettelijke controle betreft zal de Commissie vóór het einde van 2000 een aanbeveling over de externe betrouwbaarheidsverklaring uitbrengen op basis van de werkzaamheden van het Audit-Comité van de EU. Vaststelling van prudentiële voorschriften om de institutionele beleggers de mogelijkheid te bieden in durfkapitaal te beleggen In 2000 is aanzienlijke vooruitgang geboekt wat betreft de beleggingsfondsen (ICBE's). Na de vaststelling van de geamendeerde voorstellen door de Commissie op 30 mei 2000 zal de Raad naar verwachting in oktober een politieke overeenkomst over het eerste voorstel bereiken. De instemming met het tweede voorstel wordt verwacht vóór maart 2001. Dit zal het mogelijk maken de twee nieuwe richtlijnen spoedig vast te stellen. Wat de aanvullende pensioenfondsen betreft, heeft de Commissie op 11 oktober 2000 een voorstel voor een richtlijn inzake het bedrijfseconomisch toezicht op aanvullende pensioenfondsen vastgesteld 14. In dit voorstel is rekening gehouden met de verschillende soorten pensioenfondsen die in de Europese Unie werkzaam zijn en worden zaken 13 14 het aanbod en de effecten worden beschreven. België, Spanje, Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en Italië maken al gebruik van deze methode. Aanbesteding gepubliceerd op 21 maart 2000. COM(2000)507 voorl. 13

behandeld als vergunning, verslaglegging, deskundigheid en betrouwbaarheid en voorschriften inzake passiva en solvabiliteit. De beleggingsvoorschriften zullen worden gebaseerd op de "goede huisvader"- regel en zullen ervoor zorgen dat de pensioenfondsen op risicokapitaalmarkten kunnen beleggen. Hervorming van het Europees octrooisysteem 15 Op 5 juli 2000 heeft de Commissie een voorstel voor een verordening op het Gemeenschapsoctrooi vastgesteld waardoor de uitvinders een octrooi kunnen verkrijgen dat overal in de Europese Unie geldig is. Volgens het voorstel van de Commissie zullen de door het Europees Octrooibureau af te geven Gemeenschapsoctrooien betaalbaar en wettelijk beschermd zijn. Met name wordt verwacht dat de vertaalkosten kunnen worden teruggebracht tot ongeveer 2.200 doordat geen vertalingen zullen worden geëist buiten die waarin reeds wordt voorzien bij het Verdrag inzake de verlening van Europese octrooien (Verdrag van München). Wat de rechtszekerheid betreft stelt de Commissie voor bij het Europees Hof van Justitie een nieuwe, gecentraliseerde rechtbank op te richten voor het regelen van geschillen in verband met schending en geldigheid van Gemeenschapsoctrooien. Dit zal een aanpassing van het Verdrag vergen. 3.2. Structurele hervormingen om nationale beperkingen te regelen Structurele hervormingen moeten worden gericht op regelgevende en fiscale beperkingen in de lidstaten. De inspanningen ter bevordering van een meer geïntegreerde risicokapitaalmarkt in de EU moeten worden ondersteund door gepaste en tijdige structurele hervormingen om de nationale belemmeringen voor een efficiënte werking van de risicokapitaalmarkten aan te pakken. Deze hervormingen zijn vooral een zaak voor de lidstaten en zullen uiteraard door de nationale omstandigheden worden bepaald. In het APRK is echter de klemtoon gelegd op twee grote categorieën structuurhervormingen - regelgevende en fiscale - om de risicokapitaalmarkten in de lidstaten te ontwikkelen. 3.2.1. Verlichting van de regelgeving Beperkingen op institutionele beleggingen op aandelenmarkten verminderen aanbod van risicokapitaal. Er zijn twee soorten regelgevende beperkingen voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkten. Het eerste type betreft de wettelijke voorzieningen waardoor de mogelijkheden tot institutionele belegging in risicokapitaal worden beperkt en die een negatieve invloed hebben op de aanbodzijde van de markt. Slechts vier lidstaten (Finland, Ierland, Nederland en het Verenigd Koninkrijk) kennen geen wettelijke beperkingen - behalve een algemene voorzichtigheidseis - op aandelenbeleggingen door banken, verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen. Wellicht zijn dit niet de enige belemmeringen voor 15 Deze maatregel valt niet onder het APFD maar is van groot belang voor de risicokapitaalmarkten. 14

institutionele beleggingen in risicokapitaal 16, maar uit de ervaring in de VS na het besluit de "Prudent Man Regulation" (1978) te versoepelen blijkt dat de afschaffing van kwantitatieve beperkingen de ontwikkeling van risicokapitaal in de EU een aanzienlijke stimulans kan geven. De voorgestelde EU-richtlijn over de bedrijfspensioenregeling (zie hoger) behandelt dit soort belemmeringen voor de aanvullende pensioenfondsen, die zeer belangrijke institutionele beleggers zijn. Beklemtoond wordt dat de nationale voorschriften ervoor moeten zorgen dat de pensioenfondsen onder meer op de risicokapitaalmarkten kunnen beleggen met inachtneming van de "goede huisvader"-regel. Inmiddels hebben veel lidstaten al maatregelen genomen om bepaalde institutionele beleggers de mogelijkheid te geven te beleggen in niet-genoteerde bedrijven. In Zweden biedt de nieuwe regelgeving inzake pensioenen de verzekeringsmaatschappijen en pensioenfondsen de mogelijkheid meer in onderhands kapitaal te beleggen, waardoor deze institutionele beleggers thans de voornaamste leveranciers van durfkapitaal zijn geworden. In Frankrijk is het zogenaamde "DSK"-levensverzekeringscontract ingevoerd (1998) dat de verzekeraars fiscaal aanmoedigt 50% van hun portefeuille in aandelen te beleggen, waarvan een minimum van 5% in niet-genoteerde effecten, en is de regeling voor het voornaamste durfkapitaalinstrument, de "Fonds Communs de Placement à Risques", verbeterd, waardoor het mogelijk wordt fondsen van fondsen of "lichte" 17 fondsen voor beroepsbeleggers op te richten. In Italië zijn enkele beperkingen op de closed-end fondsen afgeschaft (1998) en in Spanje zijn de binnenlandse onderlinge fondsen gemachtigd (1997) tot 10% van hun activa te beleggen in niet-genoteerde effecten. Ook Denemarken overweegt het aandeel van het particuliere pensioensparen te verhogen dat in niet-genoteerde bedrijven mag worden belegd. Niettegenstaande deze maatregelen moet een hogere prioriteit worden gegeven aan de afschaffing van kwantitatieve beperkingen op beleggingen in aandelenkapitaal, en dus ook in risicokapitaal. Vermindering van formaliteiten zal vraag naar risicokapitaal stimuleren, maar er is nog weinig verbetering van faillissements- en insolventieprocedures. Het tweede soort regelgevende beperkingen voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkten heeft betrekking op de administratieve procedures voor de oprichting van een bedrijf, de faillissements- en insolventieprocedures enz. Deze beperkingen hebben invloed op de vraagzijde van de markt doordat zij de kosten van de oprichting van een bedrijf verhogen. In de meeste lidstaten zijn belangrijke vorderingen gemaakt bij de vereenvoudiging van de administratieve procedures, bijvoorbeeld door de invoering van de één-loketregeling. Over het algemeen is de periode voor de registratie van een bedrijf verkort. Zo kan een bedrijf in Frankrijk thans in 24 uur worden opgericht (hoewel dit meestal twee tot drie dagen wordt), in Ierland in vijf dagen, in Denemarken in twaalf dagen en in Portugal in drie werken (tegen vroeger drie maanden). 16 17 Zoals blijkt uit het onderzoek in opdracht van de UK Treasury (mei 2000) naar de factoren die de besluitvorming van de institutionele belegger verstoren. Volgens een vereenvoudigde procedure. 15

Weinig vooruitgang is echter geboekt bij de verbetering van de toepassing van de faillissements- en insolventiewetgeving om te zorgen dat de gevolgen van een faling niet zo ernstig zijn dat risiconemers worden ontmoedigd 18. Veel van de culturele barrières (zie punt 3.3) die belangrijke belemmeringen voor het ondernemerschap en het risico nemen vormen blijven bestaan door de huidige wettelijke regelingen. De behoefte aan hervorming van de procedures na faillissement en insolventieverklaring wordt al lang erkend en moet voor de lidstaten een duidelijke prioriteit worden. 3.2.2. Vermindering van de fiscale beperkingen De belastingstructuur kan op verschillende wijzen een belemmering vormen voor de ontwikkeling van het risicokapitaal. Vermogenswinstbelasting heeft invloed op investeringsactiviteit, vooral bij hoger risico. Belastingstructuur benadeelt vaak eigen vermogen ten opzichte van vreemd vermogen, waardoor risicokapitaalactiviteit wordt beperkt. In de eerste plaats kan de belastingstructuur een negatieve invloed op de investeringsactiviteit uitoefenen als de opbrengst van de investering na belasting te laag wordt geacht. In dit verband is het meest relevante kenmerk van de belastingstructuur voor de ontwikkeling van de risicokapitaalmarkten het tarief van de vermogenswinstbelasting. Het is opvallend dat de risicokapitaalinvesteringen in de VS in het begin van de jaren tachtig toenamen na een verlaging van de vermogenswinstbelasting (1978) en afnamen na de belastinghervormingswet van 1986 waarbij deze belasting werd opgetrokken. Het loont dus na te gaan of verlaging van de vermogenswinstbelasting ook in Europa die positieve invloed kan hebben op de kapitaalmarkten. De vermogenswinstbelasting moet uiteraard in verband worden gezien met vele andere aspecten van de belastingwetgeving (bv. successierechten) en de algemene belastingstructuur (bv. de hoogte van de belasting op de arbeid). Daarbij moet rekening worden gehouden met de algemene implicaties van deze belasting in een bepaald belastingstelsel. De belasting op aandelenopties kan eveneens vanuit dit oogpunt worden bekeken. In de tweede plaats kan de belastingstructuur de investeringen belemmeren door een relatief gunstige behandeling te geven aan financiering met vreemd vermogen. In een studie van de effectieve belastingdruk in de EU uitgevoerd door Baker & McKenzie (1998) 19 werd geconcludeerd dat financiering met vreemd vermogen fiscaal een efficiënter middel is om een bedrijf te ontwikkelen dan gebruik van ingehouden winst of nieuw aandelenkapitaal. Met uitzondering van Finland en Italië geven alle lidstaten in hun belastingstructuur de voorkeur aan financiering met vreemd vermogen, hoewel eraan moge worden herinnerd dat nog andere factoren, zoals de beschikbaarheid en kosten van financiering, een even belangrijke rol spelen in het financieringsbesluit van een bedrijf. Het Finse belastingsysteem behandelt nieuw eigen vermogen en vreemd vermogen op 18 19 De Britse regering is aan overleg over deze aangelegenheden begonnen. "Survey of the effective tax burden in the European Union", Baker & McKenzie, januari 1999, studie in opdracht van het Nederlandse ministerie van Financiën. 16

dezelfde wijze, en kennelijk heeft het Finse MKB een hoog en toenemend percentage eigen vermogen in verhouding tot het MKB in andere lidstaten. Het belastingstelsel van Italië geeft sinds 1998 de voorkeur aan financiering met eigen vermogen, maar het Italiaanse MKB blijft relatief veel vreemd vermogen bezitten. De toekomstige ontwikkeling van de financieringsstructuur van het Finse en het Italiaanse MKB kan als een testcase dienen bij de beoordeling van de mogelijkheden om het risicokapitaal te ontwikkelen via een meer evenwichtige fiscale behandeling van financiering met vreemd en eigen vermogen. De diensten van de Commissie zijn bezig met een grondig onderzoek van deze vraagstukken in het kader van een algemene studie van de belastingen op ondernemingen, waarvan de resultaten begin 2001 bekend zullen worden gemaakt. Belastingstructuur kan grensoverschrijdende beleggingen belemmeren. Lidstaten zijn begonnen aan belastinghervormingen, maar meer moet worden gedaan aan negatieve prikkels voor ondernemerschap. In de derde plaats kan de belastingstructuur grensoverschrijdende activiteiten belemmeren door specifieke fiscale restricties en zelfs door discriminatie van buitenlandse beleggers. Dergelijke belemmeringen kunnen het best worden aangepakt door gecoördineerd optreden op EU-vlak. In ieder geval moeten de lidstaten ervoor zorgen dat belastingverdragen en/of andere rechtsinstrumenten dubbele belasting van dividenden voorkomen. In de reeds vermelde studie van de belastingen op ondernemingen zullen deze vraagstukken eveneens uitvoerig worden behandeld. In het APRK werd belastinghervorming bestempeld als hoofdprioriteit, en in veel lidstaten zijn al hervormingsmaatregelen genomen. Duitsland zal zijn vennootschaps- en inkomstenbelasting verlagen en de belasting op de verkoop van vreemde aandelen door vennootschappen vanaf 2002 afschaffen 20. Ook Frankrijk zal zijn vennootschaps- en inkomstenbelasting verlagen en heeft de belastingvoordelen voor herinvesterende business angels verhoogd. Italië zal een gunstige fiscale behandeling geven aan beleggingsfondsen met vast kapitaal en Spanje heeft fiscale voordelen toegekend aan geregistreerde durfkapitaalinvesteerders. Verschillende lidstaten hebben tevens de negatieve fiscale prikkels voor de oprichting van bedrijven verminderd. Van belang is ook dat de lidstaten hun belastingstelsel zodanig ontwerpen dat de belasting op aandelenbezit en aandelenopties het ondernemerschap niet ontmoedigt 21. In het Verenigd Koninkrijk en Ierland - waar het fiscale klimaat voor risicokapitaalinvesteringen al zeer gunstig is - is de belasting op aandelenopties hervormd 22. In Frankrijk zijn de aanvraagvereisten voor het systeem van "Bons de Souscription des Parts et Créateurs d'entreprises (BSPCE)" verruimd en uitgebreid tot eind 2001, maar moet de hervorming 20 21 22 Als deze aandelen ten minste een jaar in portefeuille zijn gehouden. In het werkdocument van de Commissie bij de mededeling over risicokapitaal van oktober 1999 (SEC(1999)1725) werd gewezen op de voordelen van aandelen(optie)regelingen voor het personeel en werden enkele voorbeelden van goede praktijken gegeven. Uitstel van belastingbetaling tot de verkoop van de aandelen in Ierland, en "Save As You Earn"- regeling; "All Employee Share Ownership Plan" en "Enterprise Management Incentive"-regelingen in het VK. 17

van de aandelenoptieplannen nog worden voltoooid. 3.3. Bevordering van een cultuur van ondernemerschap Europa loopt nog achter wat betreft innovatie en innoverende bedrijven. In een recente mededeling (Naar een Europese onderzoekruimte) 23 legt de Commissie de klemtoon op het belang van het aanmoedigen en vergemakkelijken van de oprichting van nieuwe bedrijven door onderzoekers. Zowel de Commissie als de lidstaten hebben de maatregelen opgevoerd om de technologieoverdracht aan het MKB te bevorderen en de oprichting van bedrijven en de samenwerking tussen het MKB, de academische wereld en de grote ondernemingen te stimuleren. Zowel Commissie als lidstaten hebben maatregelen genomen ter bevordering van cultuur van innovatie en ondernemerschap. De op 20 september door de Commissie goedgekeurde mededeling over innovatie in een door kennis aangedreven economie 24 geeft een beeld van de huidige situatie van de hightechbedrijven en stelt een strategie voor voor de innovatieactiviteit. Het trendschema van het innovatiebeleid geeft instrumenten voor het volgen en het ontwerpen van beleidsinitiatieven ter zake. Drie verslagen 25 zullen worden uitgebracht in het najaar. Zij zullen indicatoren bevatten van menselijke middelen, schepping, transmissie en toepassing van kennis, innovatie, productie en markten. In die verslagen zullen ook een zestigtal maatregelen worden onderzocht die de lidstaten in het laatste jaar hebben uitgevoerd om durfkapitaal, zaaikapitaal, starterscentra, enz. te ondersteunen. In het kader van de communautaire onderzoekprogramma's zijn diverse acties ondernomen om de oprichting van hightechbedrijven en de wisselwerking tussen onderzoekers, ondernemers en investeerders te stimuleren. Zo heeft het "Biotechnology & Finance Forum", een gezamenlijk initiatief van het Life Scienceprogramma van de Commissie en de European Association of Security Dealers (EASD), twee conferenties (1998 en 1999) georganiseerd om netwerken op het gebied van biotechnologie te bevorderen. In november 2000 zal een derde conferentie plaatsvinden. In het kader van de PAXIS-actie zijn 15 innoverende gebieden in Europa geselecteerd om een netwerk ter bevordering van de beste praktijken tot stand te brengen. In november 2000 zal in Lyon het tweede forum voor innoverende bedrijven worden gehouden waarop de ondernemers feedback kunnen geven over beleidsmaatregelen (regionale, nationale of Europese) die moeten worden genomen om Europa te helpen een op kennis en innovatie gebaseerde samenleving tot stand te brengen. Omdat de durfkapitaalfondsen nog steeds moeilijk managers kunnen aantrekken die aan de hand van de recente O&O-resultaten innoverende bedrijven kunnen analyseren, heeft de Commissie in het kader van het I-TEC-initiatief een actie gelanceerd om de uitwisseling van ervaringen en 23 24 25 COM(2000)6. COM(2000)567. (i) Het Europese innovatiescorebord voor de kenniseconomie, (ii) het monitoringverslag over startende en op technologie gebaseerde bedrijven en (iii) het monitoringverslag over innovatiefinanciering. 18