BELEIDSREGEL BR/REG-17173

Vergelijkbare documenten
BELEIDSREGEL BR/CU-2144

Inhoudsopgave BELEIDSREGEL BR/CU Kostprijsmodel zorgproducten medisch specialistische zorg

Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg (NR/CU-264)

Nadere Regel NR/REG-1740

Artikel 1. Reikwijdte...2 Artikel 2. Doel van de beleidsregel...2

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

Inhoudsopgave. Nadere Regel NR/CU-224. Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg

Kostprijsberekening geriatrische revalidatiezorg

1.2 Procedures De werkwijze van het onderzoek naar de kostprijzen ziet er als volgt uit:

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/12/70c 12D

BELEIDSREGEL BR/CU Prestaties en tarieven protonentherapie

Controleprotocol aanleveringen kostprijzen zorgproducten medisch specialistische zorg COS 3000-onderzoek

3.1 Externe cliënt Een externe cliënt is een cliënt die niet bij de AWBZ-zorgaanbieder met een eigen tandartspraktijkruimte verblijft.

REGELING NR/CU-258. Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

Prestaties en tarieven Zintuiglijk gehandicaptenzorg

BELEIDSREGEL BR/CU Verrichtingenlijst ten behoeve van DBC s

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

Beleidsregel Verpleging in de thuissituatie, noodzakelijk in verband met medisch specialistische zorg

REGELING NR/CU-214. Beheersmodel honoraria vrijgevestigd medisch specialisten

Transitie bekostigingsstructuur medisch specialistische zorg

BELEIDSREGEL AL/BR-0040

3.3 Techniekkosten Techniekkosten zijn de kosten van door de Wlz-zorgaanbieder of door derden vervaardigde tandtechnische werkstukken.

BELEIDSREGEL AL/BR-0021

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

BELEIDSREGEL BR/CU-5039

BELEIDSREGEL BR/CU 2148 EERSTELIJNSDIAGNOSTIEK

3.1 Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Op grond van artikel 56a lid 2 Wmg geeft de NZa ambtshalve toepassing aan artikel 56a leden 1 en 7 Wmg.

3.2 Zorgaanbieder De natuurlijke persoon of rechtspersoon die beroeps- of bedrijfsmatig farmaceutische zorg verleent.

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Besluit beschikbaarheidbijdrage WMG van 24 augustus 2012.

De Nederlandse Zorgautoriteit heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2015

BELEIDSREGEL BR/REG Beschikbaarheidbijdrage ambtshalve

Kosten Rijksvaccinatieprogramma en Neonatale hielprikscreening

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als bedoeld in artikel 2.5a van het Besluit zorgverzekering

BELEIDSREGEL BR/CU-5060

BELEIDSREGEL BR/CU-2018

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

BELEIDSREGEL BR/CU-5059

Deze regeling is voorts van toepassing op zorgverzekeraars als bedoeld in artikel 3.10 hierna.

BELEIDSREGEL BR/CU-5094

Transitie huisartsenlaboratoria en zelfstandige trombosediensten

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Regulering CI/17/4c /

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Registratie en aanlevering kostprijzen geriatrische revalidatiezorg

Consument Een zorgvrager, patiënt, een potentiële patiënt of degene die namens een patiënt informeert.

Deze beleidsregel is van toepassing op Zintuiglijk gehandicaptenzorg als

BELEIDSREGEL BR/CU-2051

NADERE REGEL NR/CU-535

Macrobeheersinstrument geneeskundige geestelijke gezondheidszorg 2016

BELEIDSREGEL BR/CU-5047

BELEIDSREGEL BR/CU-2066

BELEIDSREGEL BR/CU Ketenzorg dementie Zvw

BELEIDSREGEL CA Aanvaardbare kosten AWBZ 2012

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Regeling NR/REG Regeling eerstelijnsverblijf

Deze beleidsregel regelt het aanvragen van een vergoeding voor kleinschalige experimenten met AWBZ-zorg gericht op ketenzorg dementie.

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) heeft met inachtneming van Hoofdstuk 4, paragrafen 4.2 en 4.4, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg),

Beleidsregel Macrobeheersinstrument verpleging en verzorging 2018

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

BELEIDSREGEL CA Nationaal Programma Ouderenzorg 2014

BELEIDSREGEL CA-BR Indexatie Wlz. Bijlage 10 bij circulaire Care/Wlz/15/07c

BELEIDSREGEL BR/CU-5119

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Bijlage 1 bij beleidsregel Prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg

BELEIDSREGEL BR/CU-5052

NADERE REGEL NR/CU-558

Experiment bekostiging verpleging en verzorging

BELEIDSREGEL CA Zorginfrastructuur. Bijlage 6 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

In de onderstaande tabel staan de verschillende (sub)sectoren die in deze beleidsregel worden onderscheiden.

3.1 Geldende beleidsregels 2015 De aanvaardbare kosten volgen uit de toepassing van de onderstaande beleidsregels.

Beleidsregel beschikbaarheidbijdrage kapitaallasten academische zorg universitaire medische centra

Deze regeling is van toepassing op instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren.

Verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

BELEIDSREGEL AL/BR Overheveling GGZ budget AWBZ-Zvw

Beleidsregel verpleegkundige dagopvang en verblijf bij intensieve kindzorg

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Vergoeding van inrichtingskosten bij gedwongen verhuizing

Regeling verplichte publicatie wachttijden somatische zorg (NR/CU-262)

BELEIDSREGEL BR/CU Tarieven normatieve huisvestingscomponent (NHC) curatieve GGZ

BEPALING MACRO-DEELBEDRAGEN 2014

3.3 ZZP-meerzorg tarief Het bedrag per dag dat in rekening gebracht kan worden ter vergoeding van de door de zorgaanbieder geboden ZZP-meerzorg.

De prestaties en tarieven zijn van toepassing voor cliënten geïndiceerd voor of aangewezen op verblijf.

3.1 Zorgaanbieder De zorgaanbieder als bedoeld in artikel 1 aanhef en onder c van de Wmg.

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire AWBZ/Care/12/07c

BELEIDSREGEL BR/CU-7039

BELEIDSREGEL BR/CU Macrobeheersinstrument curatieve geestelijke gezondheidszorg 2013

BELEIDSREGEL BR/CU 2079

Behandeld door Telefoonnummer adres Kenmerk Directie Zorgmarkten Cure CI/15/27c /188648

Algemeen gegevensbeheer code (AGB-code) Unieke code die aan iedere zorgaanbieder wordt toegekend, waarmee deze kan worden geïdentificeerd.

Zolang de eindcalculatie voor jaar t nog niet bekend is wordt de door de

Officiële uitgave van het Koninkrijk der Nederlanden sinds 1814.

BELEIDSREGEL CA Volledig Pakket Thuis. Bijlage 12 bij circulaire CARE/AWBZ/13/05c

Deze beleidsregel bepaalt de begrippen die gebruikt worden in de regelgeving van de NZa.

Transcriptie:

BELEIDSREGEL Kostprijsmodel zorgproducten medischspecialistische zorg Ingevolge artikel 57, eerste lid, aanhef en onder b en c, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg), stelt de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) beleidsregels vast met betrekking tot het uitoefenen van de bevoegdheid om tarieven en prestatiebeschrijvingen vast te stellen. Artikel 1. Reikwijdte Deze beleidsregel is van toepassing op medisch-specialistische zorg voor zover betrekking hebbende op het gereguleerde segment en geleverd door de navolgede categorieën van instellingen; - algemene ziekenhuizen; - universitaire medische centra; - zelfstandige behandelcentra; - instellingen voor revalidatiezorg; - categorale instellingen voor long/astmazorg; - huisartsenlaboratoria; - trombosediensten; - productiesamenwerkingsverbanden. Deze regeling is niet van toepassing is op de volgende categorieën van instellingen: - categorale instellingen voor epilepsiezorg; - radiotherapeutische centra; - dialysecentra; - audiologische centra; - instellingen die geriatrische revalidatiezorg leveren. Artikel 2. Doel van de beleidsregel De NZa stelt tarieven vast van zorgproducten (te weten DBCzorgproducten en overige zorgproducten) binnen de medischspecialistische zorg. Voor de zorgproducten binnen het gereguleerde segment stelt de NZa maximumtarieven vast op basis van kostprijzen. Deze beleidsregel geeft inzicht in de wijze waarop de NZa informatie over de kostprijzen vergaart en de wijze waarop zij kostprijzen laat berekenen door instellingen. Artikel 3. Begripsbepalingen In de begripsomschrijvingen opgenomen in de beleidsregel Prestaties en tarieven medisch-specialistische zorg zijn verschillende begrippen en afkortingen toegelicht die ook van toepassing zijn voor de onderhavige beleidsregel. Voor de definitie van die begrippen en afkortingen wordt naar de genoemde beleidsregel verwezen. Daarnaast en in aanvulling hierop worden voor de toepassing van deze beleidsregel nog de volgende begrippen gedefinieerd:

3.1 Accountant Een accountant als bedoeld in artikel 393 van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek. 3.2 Directe kosten Alle kosten die worden gemaakt door, of worden toegerekend aan, de organisatiedelen die direct betrokken zijn bij het leveren van een zorgprestatie aan een patiënt. Het betreft derhalve de kosten die in het primaire zorgproces ontstaan, ofwel in de organisatiedelen die in direct contact met de patiënt staan. 2 van 6 3.3 Incidentele baten / lasten Buitengewone baten en lasten welke incidenteel voorkomen. Als incidentele baten en lasten worden aangemerkt de baten en lasten die niet uit de gewone bedrijfsuitvoering van de instelling voortvloeien. Dit geldt ook voor baten en lasten welke aan een ander boekjaar moeten worden toegerekend. 3.4 Indirecte kosten De kosten die worden gemaakt door, of worden toegerekend aan, organisatiedelen die ondersteunend of voorwaardenscheppend zijn ten behoeve van het primaire proces en die niet direct in contact met de patiënt staan, en kosten die niet direct zijn toe te wijzen aan de levering van een prestatie of verrichting aan een patiënt. 3.5 Kostencategorie Een specifieke aanduiding van (clusters van) bepaalde kosten. 3.6 Kostprijs De kosten in verband met het verrichten van bepaalde zorgactiviteiten of zorgproducten waarbij de toerekening plaatsvindt conform het kostprijsmodel als beschreven in deze beleidsregel. 3.7 Totale zorgproductie De totale zorgproductie van een zorginstelling bestaande uit alle gedeclareerde zorgproducten binnen zowel het gereguleerde als het vrije segment binnen een bepaalde periode. Artikel 4. Kostprijsmodel De NZa stelt de tarieven in het gereguleerde segment vast op basis van werkelijke kostprijzen van instellingen. Hierbij worden de in artikel 5 genoemde bepalingen als uitgangspunt genomen. 4.1 Gegevensverzameling Voor de registratie en verzameling van de voor kostprijsberekening benodigde data legt de NZa aan instellingen die vallen onder de reikwijdte van de regeling Registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch-specialistische zorg de in die regeling beschreven verplichtingen tot het aanleveren van kostrijsgegevens over het jaar t op. De NZa publiceert jaarlijks het aanleversjabloon op haar website. 4.2 Ontheffing De NZa kan een instelling in geval van bijzondere omstandigheden ontheffen van de verplichtingen waar in het voorgaande artikellid naar wordt verwezen. Van bijzondere omstandigheden is in ieder geval sprake indien;

het relatieve omzetaandeel van het gereguleerde segment (zowel DBCzorgproducten als overige zorgproducten) van de instelling in jaar t kleiner is dan 10% van de totale gedeclareerde omzet in dat jaar. Het aandeel van het gereguleerde segment van de instelling wordt op onderstaande wijze bepaald; 3 van 6 De omzet uit zorgproducten binnen het gereguleerde segment met betrekking tot addon geneesmiddelen, stollingsfactoren, logopedie, prenatale screening, bijzondere tandheelkunde en medisch-specialistische verpleging in de thuissituatie in de teller dient te worden uitgesloten. en; de instelling hiervoor een gemotiveerd ontheffingsverzoek, voorzien van een cijfermatige onderbouwing conform het format zoals opgenomen in de bijlage bij de nadere regel Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medisch-specialistische zorg, heeft ingediend bij de NZa voor 1 augustus jaar t+1 en de NZa dit verzoek positief heeft beoordeeld. of; de instelling ontheffing over het jaar t-1 (of een eerder jaar) heeft gekregen voor de verplichtingen waar in artikel 4.1 naar wordt verwezen, tenzij het op bovengenoemde wijze berekende aandeel van het gereguleerd segment van de instelling voor het jaar t groter is geworden dan 10%. Artikel 5. Uitgangspunten kostprijsberekening Voor de wijze van berekenen van kostprijzen hanteert de NZa de in dit artikel beschreven uitgangspunten. 5.1 Berekening op productniveau 5.1.1 Voor het berekenen van landelijke kostprijzen van zorgproducten worden de nacalculatorische aan zorgproducten toegerekende kostprijzen gebruikt. 5.1.2 Bij de voorgeschreven berekening van kostprijzen door instellingen sluit de NZa, om de administratieve lasten te beperken, aan bij de algemeen gangbare praktijk van de kostprijsberekening binnen de instellingen. De te hanteren kostendragers zijn ter vrije keuze van de instelling. 5.1.3 De NZa streeft er naar om het aantal bewerkingen dat plaatsvindt op de aangeleverde kostprijzen te beperken. Door uit te gaan van nacalculatorische kostprijzen op zorgproductniveau streeft de NZa naar zo herkenbaar en stabiel mogelijke kostprijzen als basis voor de tarieven.

5.2 Uniforme kostensoorten De NZa hanteert een gestandaardiseerde indeling in kostencategorieën, te weten: Personeelskosten: Medisch specialisten Personeelskosten: Overig Materiele kosten: Geneesmiddelen Materiele kosten: Bloed Materiele kosten: Kunst- en hulpmiddelen, implantaten Materiele kosten: Overig Gebouwgebonden kosten: Huur en afschrijvingen gebouwen en installaties Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer Medische en overige inventaris Financieringslasten Opbrengsten (negatieve kosten): overige opbrengsten anders dan baten uit declaratie van zorgproducten 4 van 6 5.3 Opbrengsten De volgende opbrengstenstromen worden opgenomen in de kostencategorie opbrengsten zoals opgenomen in artikel 5.2; - Rijksbijdrage Werkplaatsfunctie Rijksbijdrage Onderzoek en Onderwijs Opleidingsfonds Overige opleidingen voor zover uit externe geldstroom gefinancierd Onderlinge dienstverlening (medisch/productie) Niet patiëntenzorg gebonden opbrengsten (huur, rente, dienstverlening aan derden, parkeeropbrengsten, etc) Door derden betaald (wetenschappelijk) onderzoek waar geen productie tegenover staat Doorbelaste diensten aan medische specialisten niet in loondienst Overige subsidies Opbrengsten uit beschikbaarheidbijdrage (waaronder vergoeding academische zorg) Incidentele baten/lasten Artikel 6. Intrekking oude beleidsregel(s) Gelijktijdig met de inwerkingtreding van deze beleidsregel wordt de beleidsregel Kostprijsmodel zorgproducten medisch-specialistische zorg, met kenmerk BR/CU-2144 ingetrokken. Artikel 7. Inwerkingtreding en citeerregel Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 februari 2017. Indien de Staatscourant waarin de mededeling als bedoeld in artikel 20, tweede lid, onderdeel b, van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) wordt geplaatst, wordt uitgegeven na 31 januari 2017, treedt de beleidsregel in werking met ingang van de dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin de mededeling wordt geplaatst en werkt zij terug tot en met 1 februari 2017. Deze beleidsregel kan worden aangehaald als: Beleidsregel kostprijsmodel zorgproducten medisch-specialistische zorg.

Toelichting Artikelsgewijs Artikel 2 Het beleid omtrent de zorgproducten binnen de medisch-specialistische zorg is omschreven in de beleidsregel Prestaties en tarieven medischspecialistische zorg. Teneinde te waarborgen dat de NZa over voldoende informatie beschikt om tarieven van zorgproducten binnen het gereguleerde segment vast te stellen, zal zij regels vaststellen op grond waarvan instellingen de benodigde informatie/gegevens zullen moeten verstrekken. Deze regels zijn opgenomen in de nadere regel Regeling registratie en aanlevering kostprijzen zorgproducten medischspecialistische zorg. Voor de uiteindelijke tariefberekening zullen nog nader te bepalen tariefprincipes worden toegepast. 5 van 6 Artikel 5.2 Omdat kostprijzen op productniveau berekend en aangeleverd worden, waarbij inzicht in de toerekening een belangrijk uitgangspunt is, is het van belang dat kostprijzen worden aangeleverd met een onderverdeling in uniforme kostensoorten. Onderstaand worden de gehanteerde indeling nader toegelicht. - Personeelskosten: Kosten medisch specialisten Deze kostencategorie omvat alle kosten voor de medisch specialisten. In het geval van een medisch specialist in loondienst omvat dit alle kosten voor de medische specialisten in loondienst, zoals salariskosten, opleidingskosten, etc. In het geval van medisch specialisten niet in loondienst omvat dit iedere vergoeding die een instelling voor medischspecialistische zorg aan een specialist niet in loondienst vergoedt of is verschuldigd voor het leveren van diensten in het kader van medischspecialistische zorg. Hiermee wordt iedere vorm van financiële vergoeding bedoeld, zoals vast of variabel honorarium, met een collectief van specialisten niet in loondienst overeengekomen aanneemsommen, omzetplafonds of andere vormen. Het betreft zowel poort- als ondersteunende specialisten. - Personeelskosten: Overig Deze kostencategorie omvat alle personeelskosten voor zover die niet hiervoor zijn benoemd en voor zover deze kosten ten laste komen van de instelling. Zowel personeelskosten van medewerkers met direct patiëntencontact, zoals Arts (Niet) In Opleiding tot Specialist (A(N)IOS), verpleegkundigen en assistentes, als van medewerkers die niet direct patiëntcontact hebben, zoals de Raad van Bestuur, staffuncties en alle ondersteunende diensten. Personeelskosten welke verband houden met onderhoud en beheer van gebouwen, worden vermeld onder de kostencategorie Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer. Indien de kosten van A(N)IOS voor rekening komen van de medisch specialist niet in loondienst, vallen deze onder de categorie Personeelskosten: Medisch specialisten. - Materiele kosten: Geneesmiddelen Deze kostencategorie omvat alle kosten van alle receptgeneesmiddelen en medisch-specialistische geneesmiddelen (inclusief de kosten voor add-ons dure en weesgeneesmiddelen en materiele bereidingskosten). - Materiële kosten: Bloed Deze kostencategorie omvat de materiele kosten van bloed en bloedproducten (inclusief kosten Sanquin).

- Materiële kosten: Kunst- en hulpmiddelen, implantaten Deze kostencategorie omvat de materiele kosten voor kunst- en hulpmiddelen en implantaten. - Materiële kosten: Overig Deze kostencategorie omvat alle overige materiele kosten (voeding, hotelmatige kosten, algemene materiële kosten). 6 van 6 - Gebouwgebonden kosten: Huur en afschrijvingen gebouwen en installaties Deze kostencategorie omvat kosten van afschrijvingen van gebouwen en installaties en huur van gebouwen. - Gebouwgebonden kosten: Onderhoud en beheer Deze kostencategorie omvat kosten van onderhoud van gebouwen en terreinen. Verder vallen hier de energiekosten onder, alsmede verzekeringen en belastingen. - Medische en overige inventaris Hieronder vallen kosten van afschrijvingen (medische)inventaris, lease contracten en onderhoudscontracten. - Financieringslasten Deze kostencategorie omvat rente vreemd vermogen / eigen vermogen - Opbrengsten Opbrengstenstromen als genoemd in artikel 5.3. De opbrengsten voor instellingen uit overige inkomsten, anders dan uit declaratie van zorgproducten dienen ten laste van de gemaakte kosten, als zijnde een negatieve kostensoort, meegenomen te worden in de kostprijsberekening. In artikel 5.3 staan de verschillende activiteiten benoemd. Artikel 5.3 Kosten die niet door omzet aan (DBC)-zorgproducten uit het vrije dan wel het gereguleerde segment gedekt dienen te worden, mogen niet meegenomen worden in de kostprijsberekening (bijvoorbeeld academische component, vaste beschikbaarheidvergoedingen, opleidingsgelden). Bij onderlinge dienstverlening dienen de kosten van diensten of producten die aan derden (niet zijnde verzekeraars) zijn geleverd, niet toegerekend te worden aan de zorgproducten. Het zal hier vaak gaan om overige zorgproducten die op verzoek van andere ziekenhuizen worden geleverd. Hiervan is de kostprijs bekend via de zorgactiviteiten. Indien de instelling producten afneemt van andere aanbieders, en deze producten als onderdeel van een zorgproduct bij de verzekeraar declareert, dient de instelling de betaalde prijs als kosten toe te rekenen aan de zorgproducten. Onder doorbelaste diensten aan medische specialisten niet in loondienst worden vergoedingen verstaan die de instelling voor medischspecialistische zorg in rekening brengt aan de specialist niet in loondienst. Dit betreft kosten die de instelling in rekening brengt voor administratieve en andere diensten, personeel, apparatuur en/of praktijkruimte, parkeergelegenheid en overige faciliteiten die de instelling aan de specialist niet in loondienst tegen vergoeding of om niet ter beschikking stelt.