Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid JSAV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

Vergelijkbare documenten
Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid JSAV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 10.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid JSAV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Lezen en bewaren

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 12.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Magneetklep VGP GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 04.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Omloop- en afblaasregelaar VAR GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 02.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars VGBF GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.

Veiligheid GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie Elster GmbH Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukregelaars 60DJ, J78R, GDJ GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 07.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Filtermoduul VMF Meetflens VMO Fijninstelventiel VMV GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Omloop- en afblaasregelaar VAR GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 01.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG 6 VG 15/10 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Magneetklep VGP GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 05.11

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG 6 VG 15/10 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 07.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Kogelkranen AKT, hoeveelheidsinstelkranen GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Filtermoduul VMF Meetflens VMO Fijninstelventiel VMV GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Manometers KFM, RFM Drukknopkraan DH Manometerafsluiter MH 15 Overdrukbeveiliging UDS GEVAAR.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VG 10/15 VG 65 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukschakelaar DG..C GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Lezen en bewaren

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afblaas-magneetklep VAN GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 04.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Afblaas-magneetklep VAN GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 10.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 10 GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasdrukschakelaar DG..C GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Balgengasmeters BK-G1,6 tot BK-G25 en BK-G1,6T tot BK-G25T GEVAAR WAARSCHUWING. Inhoudsopgave OPGELET COMBUTEC

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 5 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET Elster GmbH Edition

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Regelklep DKR Regelklep met aanbouwgarnituur en stelaandrijving IDR GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-sonde UVS 5 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 02.16

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Lektester TC 410 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.17

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmotorklep VK GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.12

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 30 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 12.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmotorklep VK GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 06.17

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift. Lektester TC 1, TC 2, TC GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 12.

Magneetklep DN15 t/m DN150

APPENDAGES. Safety Valves. - ½ x ½. Safety by PenTec APPENDAGES

AK 45 Gebruiksaanwijzing

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Bedieningsmodule OCU GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Bedieningsmodule OCU GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Lezen en bewaren

Magneetklep DN10, DN15 en DN20 Kenmerken

Model 42 Verschildrukregelaar (sluitend) Type type Type A type A Type B type B

Veiligheidsafsluitventiel met drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Model 240 Pneumatisch open-/dicht-regelventiel Type 3351

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift voor consumenten Elektronisch telwerk voor balgengasmeter BK..ETB (DSMR) GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

RS300S serie gasgestuurde regelaars

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

BK 46 Gebruikershandleiding

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 6 9 Dubbele magneetklep VCS 6 9 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman

MOD-I-XP. Vooraanzicht. Kenmerken. MOD-I-XP_ _NL Technische wijzigingen voorbehouden Pagina 1 van 8. Modem voor externe gegevensoverdracht

Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB 2183 NL. Veiligheidstemperatuurbewaking (STW) met veiligheidsthermostaat type 2403 K

Handleiding voor ombouw van Aardgas naar Propaan

Viesmann. Montage- en servicehandleiding. Blusinrichting. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H

VIESMANN. Montagehandleiding VITOTRANS 300. voor de vakman. Vitotrans 300

3 WEG- OMSCHAKELKLEP. Installatie- en gebruikershandleiding. voor warmtapwaterlading. USV 1" bu USV 5/4" bu USV 6/4" bi

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift. Lektester TC 1, TC 2, TC GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 04.

Drukreduceer Type Fig. 1 Type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift. Lektester TC 1, TC 2, TC GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 03.

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift UV-vlamrelais UVC 1 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 09.

Building Technologies HVAC Products

Type: 133 & 233 Gasdruk regelaars

BK 45 BK 45U. Gebruikershandleiding Condenspot BK 45, BK 45U

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 6 9 Dubbele magneetklep VCS 6 9 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

Adapters en verloopmoeren van metaal

HANDLEIDING ATEX Explosionproof

MR HP20. Gasdrukregelaar Inlaatdruk 20 bar Nominale diameters DN 25, DN 50, DN 80, DN 100

Montagehandleiding voor de vakman VITOFLAME 100

1 Veiligheidsinstructies

Cert. version Duidt op levensgevaarlijke situaties. Inhoudsopgave WAARSCHUWING

Reduceerventiel voor stoom type 39-2

VIESMANN. Servicehandleiding VITOCELL 100-H. voor de vakman. Vitocell 100-H type CHA Warmwaterboiler, 130 tot 200 liter

TECHNISCHE HANDLEIDING

Terugstroombeveiliging voor ecotec/5

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Bedieningsmodule OCU GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 08.

Tuincontactdoos met piket

Montage handleiding Meskantafsluiters

Montage- en gebruiksaanwijzing. NFC-module voor BDC-i440-besturingen

VIESMANN. Montagehandleiding VITOPLEX 200. Voor meer informatie: voor de vakman. Vitoplex 200 type SX2A, 90 tot 560 kw Olie-/gasketel

Drukregelaar type voor verhoogde luchtcapaciteit. Afb. 1 Drukregelaar type Inbouw- en bedieningsvoorschrift EB NL

LED signaallamp. Reeks Bedieningshandleiding NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL NL

VTB 200 Vlinderkleppen

HANDLEIDING. Sesame. Thermoplastic Tank Technologies

Bestnr Toerentalregelaar voor ventilator

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Gasmagneetklep VAS 1 3, dubbele magneetklep VCS 1 3 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET

VIESMANN. Montage- en servicehandleiding. Invoer. Veiligheidsinstructies. voor de vakman. voor Vitoligno 300-H, 80 tot 101 kw

INSTALLATIE INSTRUCTIES VOOR VLINDERKLEPPEN

METER VAN WARMTEVERBRUIK Module sanitair water Warm en koud

Banden de- en montage machine

Veiligheid. Bedieningsvoorschrift Stelaandrijving IC 50 GEVAAR. Inhoudsopgave WAARSCHUWING OPGELET. Veranderingen v.w.b. editie 02.

Geisers / /

GEBRUIKSAANWIJZING v. 1.0 HDR-105 HALOGEEN DIMMER/SCHAKELAAR MET TRANSFORMATOR

VIESMANN. Montagehandleiding. MatriX-stralingsbrander. voor de vakman

Documentatie. magneetventielen

Transcriptie:

03250885 Edition 10.12 D GB F I E DK S N P GR TR CZ PL RUS H www.docuthek.com Bedieningsvoorschrift Afslagveiligheid 50 100 Vertaling uit het Duits 2012 Elster GmbH Inhoudsopgave Afslagveiligheid 50 100... 1 Inhoudsopgave....1 Veiligheid....1 Gebruik controleren....2 Typeaanduiding...2 Benamingen oderdelen...2 Typeplaatje....2 Inbouwen...2 Impulsleiding aansluiten................. 3 Lektest....3 Functie controleren...4 Aanspreekdruk pdo controleren....4 Dichtheid van de klepschotel controleren....4 Aanspreekdruk pdo instellen...4 Veer vervangen....4 Ontgrendelen...5 Meetinstrument vervangen...5 Klepschotel vervangen...6 Onderhoud...7 Technische gegevens...7 Levensduur... 7 Verklaring van overeenstemming....8 Contact...8 Veiligheid Lezen en bewaren Deze handleiding voor montage en werking zorgvuldig doorlezen. Na het monteren de handleiding aan de exploitant doorgeven. Dit apparaat moet volgens de geldende voorschriften en normen worden geïnstalleerd en in bedrijf worden gesteld. Deze handleiding vindt u ook op www.docuthek.com. Legenda,,,... = bewerkingsfase = aanwijzing Aansprakelijkheid Voor schade op grond van veronachtzaming van de handleiding en onreglementair gebruik aanvaarden wij geen aansprakelijkheid. Veiligheidsrichtlijnen Veiligheidsrelevante informatie wordt in deze handleiding als volgt aangeduid: GEVAAR Duidt op levensgevaarlijke situaties. WAARSCHUWING Duidt op mogelijk levensgevaar of kans op lichamelijk letsel. OPGELET Duidt op mogelijke materiële schade. Alle werkzaamheden mogen uitsluitend door een gekwalificeerde gasvakman worden uitgevoerd. Elektrowerkzaamheden uitsluitend door een gekwalificeerde elektromonteur. Ombouwen, reserveonderdelen Iedere technische verandering is verboden. Uitsluitend originele onderdelen gebruiken. Transport Bij ontvangst van het product de leveringsomvang controleren (zie Benamingen onderdelen). Transportschade direct melden. Opslag Het product droog bewaren. Omgevingstemperatuur: zie Technische gegevens. Veranderingen v.w.b. editie 08.12 De volgende hoofdstukken zijn veranderd: Verklaring van overeenstemming 25 40, zie bedrijfshandleiding Afslagveiligheid 25 40 www.docuthek.com Elster Kromschröder Products 02 Pressure regulators Safety shut-off valves Kind of document: Operating instructions 25 40-1

Gebruik controleren Een afslagveiligheid voor het beveiligen van navolgende apparatuur tegen een te hoge gasdruk. De functie is uitsluitend binnen de aangegeven grenzen gewaarborgd zie pagina 7 (Technische gegevens). Elk ander gebruik geldt als oneigenlijk gebruik. Typeaanduiding Code Beschrijving Afslagveiligheid 50 100 Nominale diameter F A Flens conform ISO 7005 ANSI-flens 40 Inlaatdruk p u max. = 4 bar (58 psig) /1 Aanspreekdruk p do -0 Zonder meetpunt Benamingen oderdelen 3 2 1 Inbouwen OPGELET Om ervoor te zorgen dat de bij het monteren niet beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet worden: Afdichtingsmateriaal, spanen en andere verontreinigingen mogen niet in de behuizing terechtkomen. Wij raden aan voor de een filter te installeren om hem tegen verontreiniging uit de leiding te beschermen. De plaats van inbouw moet droog zijn. De niet in de buitenlucht opslaan of inbouwen. De spanningsvrij in de leiding monteren. Het apparaat niet in een bankschroef spannen of als hefboom gebruiken. Gevaar voor lekkage aan de buitenkant. Max. inlaatdruk p u max. 4 bar (58 psig). Inbouwpositie verticaal of horizontaal, nooit ondersteboven inbouwen. 7 4 1 Meetinstrument 2 Beluchtingssluitschroef 3 Aansluiting voor impulsleiding 4 Ingang 5 Uitgang 6 Stroomrichtingspijl 7 Ontgrendeling 8 Richtingspijl voor de ontgrendeling 9 Ontgrendelingshendel Typeplaatje Max. inlaatdruk, bovenste aanspreekdruk p do, omgevingstemperatuur: zie typeplaatje. 6 5 8 9 1 Het huis mag de muur niet raken. Minimale afstand 20 mm (0,78"). Op voldoende vrije ruimte voor de montage en de instelling letten. 2 Afdichting tussen de leiding en het apparaat monteren. 3 Lijmfolies op de in- en uitgang van de verwijderen. Op de doorstroomrichting letten. D-49018 Osnabrück, Germany P u max: Wh o : p do : AGo: +/- 10% Wij adviseren een kogelkraan AKT 25 in de leiding naar de afblaasveiligheid VSBV 25 te monteren, zodat de jaarlijkse inspectie van de afslagveiligheid zonder demontage plaats kan vinden. TS= -2

Om ongewenst afsluiten van de leiding naar de VSBV te voorkomen, raden wij aan, de hendel van de kogelkraan na de ingebruikstelling te demonteren en aan de leiding te bevestigen. Impulsleiding aansluiten VSBV _> 5DN De sluitstop verwijderen en de impulsleiding Rp ¼ (¼ NPT) aansluiten. 1 Impulsleiding installeren en met toegelaten afdichtingsmateriaal afdichten. Voor voldoende leidinglengte voor de impulsleiding zorgen. Lektest WAARSCHUWING De op alle verbindingsplaatsen, die voor onderhoudswerkzaamheden of voor het vervangen van onderdelen geopend zijn extra op dichtheid controleren. Ervoor zorgen, dat de klep in de open is, zie pagina 5 (Ontgrendelen). 1 Leiding in ingang en uitgang afsluiten. De max. testdruk in acht nemen! In- en uitgang op de : max. 6 bar (87 psig), impulsleiding: max. 750 mbar (10,9 psig). 2 Testdruk langzaam toevoeren. p do 0 Rp ¼ (¼ NPT) 0 3 p d N 2 = max. 6 bar 4 N 2 = max. 750 mbar -3

Functie controleren Aanspreekdruk p do controleren De wordt op de gewenste aanspreekdruk p do gecontroleerd. 1 Installatie ontluchten. Ervoor zorgen, dat de klep in de open is, zie pagina 5 (Ontgrendelen). Ervoor zorgen, dat de beluchtingssluitschroef erin geschroefd is. 2 Alle kogelkranen in de ingang, uitgang en in de afblaasleiding sluiten. OPGELET Om ervoor te zorgen dat de regelaar bij de inspectie niet beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet worden: De maximale uitlaatdruk p d van de regelaar niet overschrijden. 3 De uitlaatdruk p d op de regelaar verhogen, tot de gewenste aanspreekdruk p do bereikt is. Aanspreekdruk p do instellen 1 De aanspreekdruk p do overeenkomstig de uitlaatdruk p d van de drukregelaar selecteren. pdo [mbar] 500 450 400 350 300 250 VSBV 200 150 100 50 0 20 40 60 80100 140 180 220 260 300 340 p d [mbar] 2 Beluchtingssluitschroef eraf schroeven. 3 De aanspreekdruk p do instellen. + pdo 0 4 ontgrendelen, zie pagina 5 (Ontgrendelen). 5 De gewenste aanspreekdruk p do opnieuw controleren, zie pagina 4 (Functie controleren). p d Bij de ingestelde aanspreekdruk p do sluit de. 4 klack 5 De werd met succes gesloten: om de installatie weer in gebruik te nemen, moet de weer geopend worden, zie pagina 5 (Ontgrendelen). De sluit niet bij de gewenste aanspreekdruk p do en moet worden bijgesteld, zie pagina 4 (Aanspreekdruk pdo instellen). Dichtheid van de klepschotel controleren Ervoor zorgen, dat de uitgang gesloten is. 1 Installatie ontluchten. 2 De kogelkraan in de ingang langzaam openen. 3 De uitlaatdruk p d mag niet stijgen. Veer vervangen Door het gebruik van verschillende veren kunnen bij de verschillende aanspreekdrukbereiken worden bereikt. 1 Veer afhankelijk van het gewenste aanspreekdrukbereik kiezen. Veertabel Aanspreekdruk p do Kleur- Bestelnummer [mbar] [psig] code 35 70 0,51 1,02 lichtblauw 0 308 906 3 60 170* 0,9 2,5 roodbruin 0 308 906 4 120 220 1,74 3,2 purperrood 0 308 906 5 190 400 2,8 5,8 oranje/ geel 0 308 906 6 300 550 4,35 8 oranje/ groen 0 308 906 7 * Standaardveer 2 Beluchtingssluitschroef eraf schroeven. 3 4 5 Nieuwe veer aanbrengen. 6 Montage in omgekeerde volgorde. 7 De gewenste aanspreekdruk p do instellen, zie pagina 4 (Aanspreekdruk pdo instellen). 8 Beluchtingssluitschroef erop schroeven. -4

9 Na het inzetten van de veer de bijbehorende sticker uit het zakje nemen en onder het typeplaatje van de plakken. 10 Ingestelde waarde van de aanspreekdruk p do duidelijk op de sticker noteren. Ontgrendelen Ervoor zorgen, dat de impulsleiding drukloos is. OPGELET Om ervoor te zorgen dat de bij het ontgrendelen niet beschadigd raakt, moet er op het volgende gelet worden: De ontgrendelingshendel niet met krachtsinspanning en niet verder dan is aangegeven draaien! 1 Beluchtingssluitschroef eraf schroeven. 2 Op de ontgrendelingshendel drukken en ca. 10 draaien, tot er weerstand optreedt. ~10 Meetinstrument vervangen Het meetinstrument wordt vervangen, wanneer de niet meer geopend of ontgrendeld kan worden. Wij raden aan de zittingen van de O-ringen te reinigen en de O-ringen voor het inbouwen licht in te vetten met Klüber Nontrop ZB91 DIN. 1 Installatie drukloos schakelen. Het meetinstrument wordt met 1 O-ring en 4 schroeven geleverd. 2 Ervoor zorgen, dat de gesloten is. 3 Beluchtingssluitschroef eraf schroeven. De pin in het meetinstrument moet bij een gesloten beneden zijn. Indien de geopend is, druk op de impulsleiding zetten, om de klep te sluiten. 4 De impulsleiding op de losdraaien. 5 6 7 3 De ontgrendelingshendel in deze positie houden, tot de hendel door de drukbalancering lichtlopend weer verder gedraaid kan worden. 4 Net zo lang op de ontgrendelingshendel drukken en vervolgens draaien, tot de klepschotel opent en vastklikt. 5 klack 8 Een nieuwe O-ring in de behuizing plaatsen. 9 Montage in omgekeerde volgorde. 10 De impulsleiding op de aansluiten. 11 Dichtheid en functie controleren, zie pagina 3 (Lektest) en pagina 4 (Functie controleren). De pin in het meetinstrument moet na het vastklikken boven zijn. 6 Beluchtingssluitschroef erop schroeven. De is gereed voor het gebruik. -5

Klepschotel vervangen De klepschotel wordt vervangen, wanneer de lekt of bij het ontgrendelen beschadigd is. Wij raden aan de zittingen van de O-ringen te reinigen en de O-ringen voor het inbouwen licht in te vetten met Klüber Nontrop ZB91 DIN. 1 Installatie drukloos schakelen. Wij raden u aan bij het vervangen van de klepschotel ook de complete afdichtingsset en de harmonicabalg te vervangen. De afdichtingsset met harmonicabalg is afzonderlijk als onderdeel leverbaar. Ervoor zorgen, dat de gesloten is. 8 9 De veerdraad in de uitsparing van de plaat drukken. 10 11 12 13 14 De pin in het meetinstrument moet bij een gesloten beneden zijn. Indien de geopend is, druk op de impulsleiding zetten, om de klep te sluiten. 2 De impulsleiding op de losdraaien. 3 6 4 5 De ontgrendelingshendel ingedrukt houden en draaien, tot de klepschotel boven is. 7 15 Nieuwe 16 O-ringen uit de afdichtingsset aanbrengen. 17 Montage met de nieuwe klepzitting en de O-ringen uit de afdichtingsset in omgekeerde volgorde. Om ervoor te zorgen dat de klepschotel door de veer op de zitting gedrukt wordt, moet de veerdraad uit de uitsparing van de plaat losgekomen zijn en op de wand van de behuizing aansluiten. WAARSCHUWING Verwondingsgevaar! De veerdraad staat onder sterke spanning. 18 De impulsleiding aansluiten. 19 Dichtheid en functie controleren, zie pagina 3 (Lektest) en pagina 4 (Functie controleren). -6

Onderhoud Om een storingvrije werking te garanderen: de dichtheid en het functioneren van de jaarlijks controleren, bij biogasbedrijf halfjaarlijks, zie pagina 4 (Functie controleren) en pagina 3 (Lektest). Bij een foutieve werking het meetinstrument en de klepschotel controleren en indien nodig vervangen. Onderdelen kiezen: zie gratis dvd PartDetective: www.kromschroeder.com Products DVD PartDetective, (D/GB). Onderdelen vervangen: zie pagina 5 (Meetinstrument vervangen), zie pagina 6 (Klepschotel vervangen). Na het verrichten van onderhoudswerkzaamheden of het vervangen van onderdelen de dichtheid en functie controleren, zie pagina 3 (Lektest) en pagina 4 (Functie controleren). Technische gegevens Gassoort: aardgas, stadsgas, LPG (gasvorming), biogas (maximaal 0,02 vol.-% H 2 S) of lucht. Het gas moet onder alle temperatuurcondities droog zijn en mag niet condenseren. Max. inlaatdruk p u max. 4 bar (58 psig). Max. testdruk om de te testen: gedurende korte tijd < 15 min. 6 bar (87 psig). Max. testdruk om de impulsleiding te testen: gedurende korte tijd < 15 min. 750 mbar (10,8 psig). Fabrieksmatig ingestelde aanspreekdruk p do : 120 mbar (46,8 "WC). Instelbereik voor de aanspreekdruk p do, zie pagina 4 (Veer vervangen), Veertabel. Aanspreekgroep: AG 10. Omgevingstemperatuur: -15 tot +60 C (5 tot 140 F). Aansluiting voor de behuizing:..f: flens conform ISO 7005,..A: ANSI-flens. Aansluiting voor de impulsleiding: Rp ¼ (NPT ¼). Behuizing: GGG 40. Membraan: NBR, klepzitting: aluminium, klepspil: roestvrij staal, klepschotel: aluminium met opgevulkaniseerde NBR-afdichting. Levensduur De richtlijn voor drukapparatuur (PED) en de richtlijn betreffende de energieprestatie van gebouwen (EPBD) vereisen een regelmatige controle en regelmatig onderhoud van verwarmingsinstallaties om een hoog rendement, een goede werking en veilig functioneren op lange termijn te garanderen. De aan de constructie ten grondslag liggende levensduur, hieronder vereenvoudigend levensduur genoemd, is uit de betreffende normen samengesteld. Een verdere toelichting vindt u bij de geldige regels en het internetportaal van afecor (www.afecor.org). Dit aangeven van de levensduur is gebaseerd op een gebruik van het product conform deze bedrijfshandleiding. Het is een vereiste, het product regelmatig te onderhouden. Na het bereiken van de levensduur moeten de veiligheidsfuncties overeenkomstig het hoofdstuk Onderhoud worden gecontroleerd. Indien het product de genoemde functiecontrole doorstaat, kan het tot het volgende periodieke onderhoud worden gebruikt. Dan moet deze controle worden herhaald. Indien het product een van de genoemde controles niet doorstaat, moet het onmiddellijk worden vervangen. Deze handelwijze geldt voor verwarmingsinstallaties. Voor thermische installaties de nationale voorschriften in acht nemen. Levensduur (gerelateerd aan de datum van productie) conform DIN EN 14382 Veiligheidsvoorzieningen voor gasdrukregelstations en -installaties: Levensduur Schakelcycli Tijd [jaren] 15 Continubedrijf bij hoge omgevingstemperaturen versnelt de veroudering van het elastomeermateriaal en vermindert de levensduur (neem contact op met de fabrikant). -7

Verklaring van overeenstemming Wij verklaren als fabrikant dat de producten 50 100, gemerkt met het product-identificatienummer CE-0085AR0246, aan het gestelde in de vermelde richtlijnen en normen voldoen. Richtlijnen: 90/396/EEG 97/23/EG Norm: DIN 3381 (06/84) Het overeenkomstig geïdentificeerde product komt overeen met het door de aangewezen instantie 0085 gecontroleerde type. De productie is volgens de controleprocedure conform DIN EN ISO 9001, overeenkomstig bijlage II lid 3 van de richtlijn 90/396/EEG en bijlage III module D van de richtlijn 97/23/EG. Elster GmbH Scan van de overeenstemmingsverklaring (D, GB) zie www.docuthek.com Contact Voor technische vragen wendt u zich a.u.b. tot de plaatselijke vestiging/vertegenwoordiging. Het Elster GmbH adres is op het internet te vinden of u wendt zich Postfach 28 09, D-49018 Osnabrück tot Elster GmbH. Strotheweg 1, D-49504 Lotte (Büren) T +49 541 1214-0 Technische wijzigingen ter verbetering van onze producten F +49 541 1214-370 voorbehouden. info@kromschroeder.com, www.kromschroeder.com -8