natuurkunde havo 2019-II

Vergelijkbare documenten
Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 2 dinsdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

natuurkunde havo 2019-II

Space Experience Curaçao

VAK: natuurkunde KLAS: Havo 4 DATUM: 20 juni TIJD: uur TOETS: T1 STOF: Hfd 1 t/m 4. Opmerkingen voor surveillant XXXXXXXXXXXXXXXXXXX

natuurkunde vwo 2017-I

natuurkunde havo 2017-I

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Bergtrein. Figuur 2 staat ook op de uitwerkbijlage. a. Bepaal de afstand die de trein op t = 20 s heeft afgelegd.

Opgave 2 Een sprong bij volleyball 2015 I

Hoofdstuk 3 Kracht en beweging. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

EXAMEN MIDDELBAAR ALGEMEEN VOORTGEZET ONDERWIJS IN 1977 MAVO4 NATUUR- EN SCHEIKUNDE I. Zie ommezijde. Vrijdag 19 augustus,

Examen mechanica: oefeningen

Eindexamen natuurkunde vwo I

Voortgangstoets NAT 5 VWO 45 min. Week 49 SUCCES!!!

Examen Algemene Natuurkunde 1-7 december 2018

Examentraining Leerlingmateriaal

Begripsvragen: Cirkelbeweging

natuurkunde havo 2017-I

Vraag 1 Vraag 2 Vraag 3 Vraag 4 Vraag 5

Groep 13 CASE SSV DEEL 2 EE4. Bas Jan Renders Mathijs Tielens Jitse Meulenijzer Alexander Blockhuys Casper Antonio Jan Van Hemelen

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Mooie samenvatting: Stencil%20V4%20samenvatting.doc.

Examen VWO. natuurkunde. tijdvak 1 vrijdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 1 maandag 13 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

c. Bereken van welke hoogte Humpty kan vallen zonder dat hij breekt. {2p}

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (54 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

natuurkunde havo 2017-II

Meting zonnepaneel. Voorbeeld berekening diodefactor: ( ) Als voorbeeld wordt deze formule uitgewerkt bij een spanning van 7 V en 0,76 A:

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 2 dinsdag 20 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

natuurkunde vwo 2015-II

- KLAS 5. a) Bereken de hellingshoek met de horizontaal. (2p) Heb je bij a) geen antwoord gevonden, reken dan verder met een hellingshoek van 15.

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2007-I

TENTAMEN NATUURKUNDE

10 m/s = 36 km/h 5 km = 5000 m 4 m/s = 14,4 km/h. 15 m/s = 54 km/h 81 km/h = 22,5 m/s 25 m/s = 90 km/h

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 1 maandag 22 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Examen VWO natuurkunde. tijdvak 2 woensdag 17 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

B = 3. Eenparig vertraagde beweging B = 4. Stilstand C = 3. Eenparig vertraagde beweging

figuur 1 80 afstand 70 (km)

Oefenopgaven havo 5 et-4: Warmte en Magnetisme Doorgestreepte vraagnummers (Bijvoorbeeld opgave 2 vraag 7) zijn niet van toepassing.

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Eindexamen natuurkunde 1 havo 2005-I

Opgave 1 Koolstof-14-methode

Leerstof: Hoofdstukken 1, 2, 4, 9 en 10. Hulpmiddelen: Niet grafische rekenmachine, binas 6 de druk. Let op dat je alle vragen beantwoordt.

RBEID 16/5/2011. Een rond voorwerp met een massa van 3,5 kg hangt stil aan twee touwtjes (zie bijlage figuur 2).

In autotijdschriften staan vaak testrapporten van nieuwe auto s. In de figuur op de bijlage is zo n overzicht afgedrukt.

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 vmbo gl/tl I

Fysica. Een voorwerp wordt op de hoofdas van een dunne bolle lens geplaatst op 30 cm van de lens. De brandpuntsafstand f van de lens is 10 cm.

jaar: 1989 nummer: 25

Eindexamen natuurkunde 1-2 havo 2005-II


natuur- en scheikunde 1 CSE GL en TL

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

Eindexamen havo natuurkunde pilot II

m C Trillingen Harmonische trilling Wiskundig intermezzo

TENTAMEN NATUURKUNDE

TWEEDE RONDE NATUURKUNDE OLYMPIADE 2013 TOETS APRIL :00 12:45 uur

ALGEMEEN 1. De luchtdruk op aarde is ongeveer gelijk aan. A 1mbar. B 1 N/m 2. C 13,6 cm kwikdruk. D 100 kpa.

Eindexamen vwo natuurkunde I

Eindexamen natuurkunde havo I

Verslag: Case 1 Team: Hyperion

Hoofdstuk 4 Trillingen en cirkelbewegingen. Gemaakt als toevoeging op methode Natuurkunde Overal

Voortgangstoets NAT 5 HAVO week 6 SUCCES!!!

An analytical algebraic approach to determining differences in oscillation data between observed, computed and simulated environments

Examen HAVO. natuurkunde 1,2

Eindexamen natuurkunde 1-2 vwo 2004-II

Eindexamen natuurkunde pilot havo I

Tijdsduur 100 minuten. Deze toets bestaat uit 4 opgaven (55 punten). Gebruik eigen grafische rekenmachine en BINAS toegestaan. Veel succes!

Voortgangstoets NAT 4 HAVO week 11 SUCCES!!!

Onderwijs op maat voor uitdaging en motivering snelheid 1

TENTAMEN NATUURKUNDE

jaar: 1990 nummer: 06

Examen HAVO. natuurkunde (pilot) tijdvak 2 woensdag 18 juni uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Lessen in Krachten. Door: Gaby Sondagh en Isabel Duin Eckartcollege

MINISTERIE VAN ONDERWIJS, WETENSCHAP EN CULTUUR UNIFORM HEREXAMEN HAVO 2015

natuurkunde havo 2015-I

Eindexamen natuurkunde 1 vwo I

Examen HAVO - Compex. natuurkunde 1,2 Compex

TECHNISCHE UNIVERSITEIT DELFT Faculteit der Civiele Techniek en Geowetenschappen

Examen HAVO. natuurkunde (pilot) tijdvak 1 vrijdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Krachten Opgave: Vering van een auto

Technische Universiteit Eindhoven Bachelor College

TENTAMEN NATUURKUNDE

Op een vliegdekschip moeten straaljagers over een zeer korte afstand tot stilstand komen.

natuurkunde havo 2016-I

ATWOOD Blok A en blok B zijn verbonden door een koord dat over een katrol hangt. Er is geen wrijving in de katrol. Het stelsel gaat bewegen.

Eindexamen natuurkunde / scheikunde 1 compex vmbo gl/tl I

a. Bepaal hoeveel langer. b. Bepaal met figuur 1 de snelheid waarmee de parachutist neerkomt.

CRUESLI. Een pak Cruesli heeft een massa van 375 gram. De bodem van het pak is 4,5 cm breed en 14 cm lang. 1. Bereken de oppervlakte van de bodem.

Vraag Antwoord Scores. Aan het juiste antwoord op een meerkeuzevraag wordt 1 scorepunt toegekend.

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 1 vrijdag 28 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

je kunt T ook uitrekenen via 33 omwentelingen in 60 s betekent 1 omwenteling in 60/33 s.

Nationale Natuurkunde Olympiade. Eerste ronde Beschikbare tijd: 2 klokuren

Als de trapper in de stand van figuur 1 staat, oefent de voet de in figuur 2 aangegeven verticale kracht uit op het rechter pedaal.

Woensdag 11 mei, uur

Examen VWO. tijdvak 1 vrijdag 21 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

verbrandingsgassen uit. Waarom is het gebruik van elektriciteit als energiebron niet altijd goed voor het milieu?

Eenparige cirkelvormige beweging

Examen HAVO. natuurkunde. tijdvak 1 donderdag 12 mei uur. Bij dit examen hoort een uitwerkbijlage.

Eindexamen natuurkunde vwo II

Transcriptie:

Hyperloop Een hyperloop is een figuur 1 toekomstontwerp voor snel transport over lange afstanden. Hierbij reizen passagiers in een zogenaamde pod met hoge snelheid door een buis. Zie figuur 1. Om de ontwikkeling van de hyperloop te stimuleren is er een ontwerpwedstrijd uitgeschreven voor bedrijven en universiteiten. Voor deze wedstrijd zijn veel deelontwerpen bedacht en getest om diverse deelproblemen van de hyperloop op te lossen. Een deel van de testen is eerst gemodelleerd. Zo is van een pod die getest moet worden met een vereenvoudigd model een (v,t)-diagram gemaakt. Zie figuur. figuur 140 v (m s-1) 10 100 80 60 40 0 I II III 0 0 4 6 8 10 1 14 16 18 0 t (s) In deel I wordt de pod met een motor versneld, in deel II is de motor uitgeschakeld en in deel III wordt de pod door de motor afgeremd. p 13 Leg met behulp van figuur uit of in het model rekening is gehouden met wrijving. Om pod-ontwerpen te testen is een testtraject gebouwd. Dat testtraject is 1,7 km lang. 3p 14 Toon met behulp van figuur aan of het traject lang genoeg is voor de test met de pod uit het model. 1

Voor de luchtweerstandskracht geldt: F k v w Hierin is: k een constante; ρ de dichtheid van de lucht; v de snelheid van de pod. En voor het gebruikte motorvermogen: P F v motor w De pod moet aangedreven gaan worden door een motor met hetzelfde motorvermogen als een gewone treinmotor. Een trein haalt daarmee een 1 snelheid van 1, 10 km h. De pod moet een snelheid halen van 1, 10 km h. Dit kan door de dichtheid van de lucht in de buis aan te passen. Constante k wordt gelijk beschouwd voor trein en pod. p 15 Op de uitwerkbijlage staan twee tabellen. Omcirkel in iedere tabel het juiste antwoord. Sommige ontwerpers gaan uit van een pod figuur 3 op wielen. Bij hoge snelheid breken wielen als de middelpuntzoekende kracht in het wiel te groot wordt. De ontwerpers gebruiken een model van een wiel om in een simulatie te testen of hun wielontwerp sterk genoeg is. In het model wordt het wiel voorgesteld als een ring van 10 kg met 4 spaken. Iedere spaak is van aluminium en heeft een doorsnede met een oppervlakte van 15 cm. Zie figuur 3. spaak A = 15 cm In de simulatie is aan iedere spaak een kwart figuur 4 van de totale massa van de ring bevestigd.,5 kg Zie schematisch in figuur 4. Deze massa s 3 1 krijgen een baansnelheid van 1, 10 km h,5 cm en beschrijven een cirkelbaan met een straal van,5 cm. De zwaartekracht wordt verwaarloosd. 4p 16 Voer de volgende opdrachten uit: 3 1 Toon aan dat bij 1, 10 km h de middelpuntzoekende kracht op één 6 massa gelijk is aan 1, 10 N.,5 kg Toon aan of de spaak sterk genoeg is.,5 kg,5 kg

Andere ontwerpers hebben niet voor wielen gekozen, maar voor magneten die de pod boven de rails laten zweven en kleine schokken opvangen. Dit systeem met magneten werkt als een soort veer met veerconstante C. 3 Een beladen pod ( m 1,30 10 kg) zweeft 4,0 cm boven de rail. Een lege pod ( m 8,0 10 kg ) zweeft 7,0 cm boven de rail. 3p 17 Bereken de veerconstante van dit systeem. Uiteindelijk kan de hyperloop worden ingezet om grote steden met elkaar te verbinden. In figuur 5 is op een kaart een voorgesteld traject van San Francisco naar Los Angeles weergegeven. figuur 5 San Francisco Los Angeles 0 100 00 km De hyperloop moet met een gemiddelde snelheid van 1, 10 3 km h 1 gaan reizen. Nu duurt een treinreis tussen deze steden nog 6,0 uur. Figuur 5 staat ook op de uitwerkbijlage. 3p 18 Bepaal met behulp van de figuur op de uitwerkbijlage de verwachte tijdwinst. 3

uitwerkbijlage 15 Omcirkel in iedere tabel het juiste antwoord. Bij gelijke dichtheid van de lucht in de buis en buiten de buis zou de luchtweerstand op de pod (met v 1, 10 km h ) ten opzichte van de 1 luchtweerstand op de trein (met v 1, 10 km h ): 1 10 3 keer zo klein zijn 1 10 keer zo klein zijn 1 10 1 keer zo klein zijn gelijk blijven 1 10 1 keer zo groot zijn 1 10 keer zo groot zijn 1 10 3 keer zo groot zijn 1 Als de pod (met v 1, 10 km h ) en de trein (met v 1, 10 km h ) met gelijk motorvermogen moeten worden aangedreven, moet de dichtheid van de lucht in de buis vergeleken met de buitenlucht: 1 10 3 keer zo klein zijn 1 10 keer zo klein zijn 1 10 1 keer zo klein zijn gelijk blijven 1 10 1 keer zo groot zijn 1 10 keer zo groot zijn 1 10 3 keer zo groot zijn 4

uitwerkbijlage 18 San Francisco Los Angeles 0 100 00 km Bepaling:... 5